De MECHANISATIE
Het bodemkapitaal
FLAMiNGOTARWS, de meest gezaaide tarwe in Zeeland
van de aardappeloogst
609
HET GROENVOEDERGEWAS
SILETTA
EEN MIDDEL BIJ UITSTEK IS DE
LUZERNE en wel om de volgende redenen
ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1960
Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst voor Zeeuwsch-Vlaanderen te Axel
HE mogelijkheden van een verdere mechanisatie van de aardappeloogst worden in eerste in
stantie bepaald door de mate van de beschadiging van de aardappelen. Deze beschadiging
moet zo klein mogelijk zijn, omdat dit de afzetmogelijkheden bepaalt. Hierop dient een ieder, die
ook maar wat met de aardappeloogst heeft te maken, sterk te letten. De Commissie Rationali
satie en Mechanisatie van het Provinciaal Onderzoekcentrum in Zeeland heeft tijdens de aard
appeloogst van vorig jaar een onderzoek ingesteld naar de rooibeschadiging bij een aantal ver
schillende typen rooimachines. De omstandigheden tijdens het rooien waren door het droge weer
slecht, waardoor de kam op rooierslag groot was. Het was enorm moeilijk om voldoende grond
(nodig om de aardappel tegen beschadiging te beschermen) op de zeefketting te houden, waar
door de kans op beschadiging groter dan normaal was.
Ook de scherpe harde kluiten hebben in 1959 veel beschadiging veroorzaakt. Bij dit onder
zoek bleek, dat de afstelling van de machine doorslaggevend is voor de mate van beschadiging.
Niet altijd wordt hieraan voldoende aandacht besteed. Van groot belang is hierbij de trekker;
deze moet met voldoende lage versnellingen uitgevoerd zijn, waardoor de mogelijkheden van
aanpassing onder verschillende omstandigheden aanzienlijk groter worden. Uit het onderzoek is
gebleken, dat er ook onder moeilijke omstandigheden, mits men de mogelijkheden van trekker en
machine benut, met een toelaatbaar percentage beschadigde aardappelen te rooien is.
De resultaten van dit onderzoek zullen bin nenkort samen gebundeld met verslagen van an
dere landbouwkundige onderzoekingen, die in 1959 plaatsvonden, in boekvorm uitgegeven worden,
en aan alle leden van bedrijfsverenigingen en landbouwstudieclubs in Zeeland toegezonden wor
den.
IJE aardappeloogst heeft in het verleden
steeds veel arbeid gevraagd. Door de
ontwikkeling van de mechanisatie en door
gewijzigde arbeidsmethoden zal hierin de
eerstvolgende jaren een vrij sterke verande
ring komen. Voor dat dit echter een alge
mene verbreiding zal vinden, zullen er vele
onderdelen van de aardappelteelt aan de ge
wijzigde vormen aangepast moeten worden.
Hierbij is het transport wel een van de voor
naamste onderdelen.
IlIT de eenvoudige kettingvoorraadrooier is de
verzamelrooier met opzakinrichting ontwik
keld. Een van de grote moeilijkheden hierbij is het
leofprobleem. Als het loof met de hand verwijderd
moet worden, vraagt dit bij het rooien één of twee
arbeidskrachten meer. De gebruikers hebben hier
voor dikwijls zelf geprobeerd een andere oplos
sing te vinden. Een looftrekelement aan de trek
ker of rooimachine heeft in verschillende gevallen
goed voldaan. Een loofklaDper of versnipperaar
heeft het bezwaar, dat de ondergrondse stengel
delen met de hand moeilijk te verwijderen zijn en
daardoor gemakkelijk in de zak komen. Ook het
MU door het natte weer van de laatste weken de
oogst van dé granen in vele gebieden ernstig
vertraagd is, zal bij vele landbouwers op het ogen
blik de belangstelling uitgaan naar stoppelgewas-
sen die ook bij betrekkelijk late zaai, in de tweede
helft van augustus, tot begin september nog -zeer
goede resultaten kunnen geven. Tot deze categorie
van stoppelgewassen behoort ook de blad-ramenas,
welk gewas zich in de laatste jaren in ons land in
een toenemende belangstelling mag verheugen.
Bij uitzaai midden augustus van dit gewas mag
men toch nog rekenen met opbrengsten van 30.000
kg verse massa per hectare, overeenkomend met
een drogestofopbrengst van ongeveer 3000 kg en
een verteerbaar ruw eiwit van 450 kg.
Een bezwaar wat wel eens tegen dit gewas naar
voren wordt gebracht, namelijk dat het bij vroege
zaai vlug in bloei schiet, speelt bij latere zaai geen
rol. Overigens hoeft men het vlugge doorschieten
van dit gewas bij vroege zaai geenszins als een be
zwaar te voelen, 'want ondanks de vroege bloei
groeit het gewas toch uitstek nd door zodat de pro-
duktie er niet onder lijdt. Bovendien worden de
stengels van dit gewas ook na het bloeien en
vruchtzetten in de herfst vrijwel niet houtig. Een
bijkomend voordeel van dit stoppelgewas is dat
Siletta door zijn diepe beworteling de grond in aan
zienlijke mate verrijkt met organische stof.
In de afgelopen zomer bleek het grote voordeel
van de snelle jeugdontwikkeling van Siletta, waar
door de onkruidzetting van het land weinig gele
genheid kreeg zich te ontwikkelen en sne! door
het vlotgroeiende gewas werd onderdrukt. Boven
dien heeft men bij de uitzaai van Siletta op rijen
zeer goed de gelegenheid om, indien men dit nodig
of gewenst acht, een keer met een wied- of schof-
feltuig er door te gaan.
Waar in de laatste jaren de belangstelling in de
landbouw steeds meer uitgaat naar gemakkelijk
oogstbare stoppelgewassen, voldoet ook in dit op
zicht dit groenvoéder gewas aan een éis van de
tijd. Zowel door maaien met de zeis als met de
machine wordt een vlotte oogst verkregen die een
grondvrij produkt oplevert. De oogst strekt zich
normaal uit tot oktober-november, tot de tijd dat
de zwaardere nachtvorsten gaan optreden. Siletta
wordt gezaaid naar 15 kg/ha bij een rijenafstand
van 20 tot 30 cm. Voor het verkrijgen van een
maximale opbrengst is het gewas zeer dankbaar
voor een ruime stikstofbemesting variërend van 40
tot 80 kg zuivere stikstof per hectare, afhankelijk
van de voorvrucht.
loofklappen vóór het rooien met een aparte ma
chine is daarom geen succes. Een betere oplossing
geeft dan nog de loofscheider, die bestaat uit 2 rol
len welke tussen de zeef- en ieesketting aange
bracht worden.
In de aardappelconsumptiegebieden ziet men en
kele grotere machines verschijnen die oorspronke
lijk in de veenkoloniale streken gebruikt werden.
De kans op rooierslag bij deze machines is in gro
tere mate aanwezig, vooral onder droge omstan
digheden. Onder natte omstandigheden is er een
grote kans op vollopen met klei. Niettemin kunnen
er bij een goede afstelling redelijke resultaten mee
bereikt worden.
Bij de ontwikkeling van ce machines wordt de
laatste tijd sterk de aandacht gevestigd op het
scheiden van loof, onkruid en kluiten. Enkele con
structeurs hebben op dit gebied aardige resultaten
geboekt.
HE algemeen gevolgde methode in Zeeuwsch-
Vlaanderen is het rooien in de zak, waarbij de
zakken verspreid over het land komen te staan.
Deze worden daarop met de hand of met bepaalde
hulpmiddelen opgeladen voor transport naar de
bewaarplaats. Dit systeem vraagt veel tijd en zware
arbeid.
De gedachten gaan dan ook uit naar het trans
port met losse aardappelen. Op enkele bedrijven
werd het vorige jaar in deze richting gewerkt. De
resultaten hiervan ziin. wat arbeidsbesparing be
treft, zeer goed. Wat de transportbeschadiging
aangaat, zijn de mogelijkheden wel hoopgevend.
Door enkele fabrikanten worden er typen in de
handel gebracht welke uitgerust zijn met een voor-
raadbunker, waaruit de aardappelen op de wagen
gestort worden. Ook wordt aandacht besteed aan
de rooiers, welke direct op de meerijdende wagen
lossen.
Op het gewijzigde voorgaande trans
port zal de verdere verwerking in de be
waarplaats afgestemd moeten worden.
Speciaal de wagens zullen hieraan aan
gepast moeten worden. De zelflossende
wagen en kipwagen zullen hierbij van
steeds grotere betekenis worden. De
praktijk en het onderzoek hierover zul
len uiteindelijk uit moeten maken hoe
de problemen opgelost moeten worden.
M. FRANCKE.
jjE basis van het landbouwbedrijf is de cultuurgrond en deze vertegenwoordigt het'
belangrijkste boerenkapitaal. Op de lange duur bezien is het van het allergrootste
belang te voorkomen, dat het produktievermogcn van de grond geleidelijk afneemt. De
potentiële waarde van de cultuurgrond, het boerenkapitaal, moet op peil blijven. De
mechanisatie van de landbouwbedrijven staat op een hoog niveau. De mechanisatie zal
in de toekomst nog verder uitbreiden. Naarmate de mechanisatie toeneemt, krijgt de
grond meer te dragen en te verdragen. Dit geld wel vooral bij natte weersomstandig
heden. Bij het machinaal rooien van aardappelen en bieten en het transport van deze
gewassen van het land wordt de grond als het ware een gewalste oppervlakte.
Een voorbeeld van structuurverslechtering laten
de wendakkers van de percelen ons overduidelijk
zien. De gewassen staan er vaak slecht en on
kruiden o.a varkensgras en kamilie krijgen hier
hun kans. In dezen is ook wel typerend dat veel
boeren de ervaring hebben, dat voor het ploeg-
werk in yergelijking met vroeger steeds meer trek
kracht benodigd is.
Er zijn verschillende middelen om de bodem
vruchtbaarheid en de structuur op peil te houden.
We zullen er hier enkele noemen.
1. Uitvoeren van de werkzaamheden onder zo gun
stig mogelijke omstandigheden: b.v. zware
grond vroeg in september - op wintervoor
ploegen.
2. De mogelijkheden van stöppelklavers e.d. onder
vlas en wintertarwe zo goed mogelijk benutten.
3. Het hakselen en onderploegen van gemaaidorst
stro.
4. Het onderploegen van bietekoppen en -blad op
vee-loze bedrijven: dit voorkomt tevens het
kapot rijden van bieteland onder minder gun
stige omstandigheden.
5. De stalmest op het eigen bedrijf aanwenden en
niet verkopen.
a. De luzerne geeft de bodem rust wat vooral van
belang is voor gronden besmet met bietenaaltje
(bietemoeheid en erwtencystenaaltje (erwte
moeheid, St. Jansziekte).
b. De luzerne heeft een diep en krachtig ontwik
keld wortelstelsel, zodat de lucht- en water
huishouding wordt verbeterd.
c. De luzerne geeft een belangrijke aanwinst aan
organische stof en stikstof. Deze afbreekbare
organische stof heeft een zeer gunstige invloed,
wat niet alleen voor de bouwvoor maar ook
voor de diepere lagen geldt.
Het is vanzelfsprekend dat voor het akkerbouw
bedrijf niet alleen het één of het ander geldt, maai
de verschillende mogelijkheden om de grond in
goede conditie te houden dienen zo goed mogelijk
benut te worden.
Ir. J. A. H. HAENEN.
Adv.