De wijzigingsnota
Inkomstenbelasting
AGRARISCH NIEUWS
594
WAARSCHUWING
ZATERDAG AUGUSTUS 196ft
I\EZE week willen wij enkele opmerkingen maken
inzake het bijzonder tarief voor de afrekening
bij overlijden van de ondernemer.
Onder het besluit Inkomstenbelasting 1941 is de
regeling zodanig dat de bij overlijden van de onder
nemer aan het licht komende winsten door het
vrijkomen van stille reserves als overlijdenswinst
met 20 worden belast, terwijl art. 44a besluit
Inkomstenbelasting 1941 verder nog een betalingS;
regeling met 8 korting kent.
In het ontwerp Inkomstenbelasting 1958 is de
mogelijkheid gelaten om deze stille reserves te
.laten zitten" en de oude boekwaarden te hand
haven (zie art. 15 derde lid).
De consequentie hiervan is dat nu de belasting
van de overlijdenswinst van 20 vervalt en in
de plaats daarvan het tarief van art. 48 komt.
waarbij de belasting kan variëren van 20 tot 40 fZ<
terwijl ook de bovengenoemde 8 korting bij be
taling ineens niet meer verleend wordt.
Dit voorstel wordt nu in de wijzigingsnota in die
zin veranderd dat de bovengeschetste doorschui-
vingsmogelijkheid blijft bestaan, maar dat ook de
nu geldende (Besluit I. B. 19411 afrekeningsmoge-
heid tegen een 20 %'s tarief blijft. De korting van
8 bij betaling ineens komt echter te vervallen.
DE overwegingen van Minister en Staatssecre
taris laten wij hieronder volgen:
„In afwijking van het wetsontwerp stellen de
„ondergetekenden voor om naast de regeling voor
„de doorschuiving van de fiscale claim de huidige
„afrekening tegen een tarief van 20 te laten be-
„staan. Mede in aanmerking nemende dat de belas
tingheffing over de stille reserves c.a. bij het
„overlijden van de ondernemer niet lang geleden is
„geïntroduceerd, menen zij dat er geen voldoende
„reden is het bestaande afrekeningstarief van 20
„te verzwaren. Wel zijn aan de afrekening tegen
„zulk een laag tarief als 20 bezwaren verbon-
„den, doch deze zijn naar het oordeel van de onder
getekenden niet van dien aard dat zij tot afschaf
fing van dit nu eenmaal bestaande tarief zouden
„nopen. Bovendien moet worden bedacht dat in een
„aantal gevallen in het bijzonder voor de vriie
„beroepen wegens de feitelijke onmogelijkheid
„van voortzetting van de bedrijfs- of beroepsuit
oefening na overlijden de doorschuiffaciliteit geen
„alternatief biedt. Doch nog afgezien daarvan zien
„de ondergetekenden de introductie van de door-
„schuifmogelijkheid niet als een faciliteit die in de
„plaats treedt van het bestaande afrekeningstarief
„van 20 maar als een faciliteit die het huidige
„regime aanvult.
„Wel zijn de ondergetekenden van oordeel dat
„naast de afrekening tegen een bijzonder tarief
„van 20 gevoegd bij de in het ontwerp gehand
haafde vrijstelling van een winstbedrag van
7500,en de mogelijkheid van doorschuiving,
een handhaving van de bestaande betalingsfacili-
„teit niet noodzakelijk is. Te aangeduider plaatse
„in de meergenoemde toelichting is reeds gewezen
„op het bezwaar dat een dergelijke betalingsrege
ling niet gemakkelijk uitvoerbaar is en de inver
se rbaarheid van de belasting wankel kan stellen.
„Daaraan zij nog toegevoegd dat, zoals de praktijk
„heeft geleerd, meermalen erfgenamen die zeer
„wel in staat zijn de belasting te voldoen, om deze
„wettelijke uitstelregeling verzochten teneinde te
„kunnen profiteren van de bij contante betaling
„verleende korting van 8
HOEWEL wij ons thans in hoofdzaak beperken
tot een weergave van de wijzigingen, moeten
wij reeds nu opmerken, dat een betere regeling
van de belasting van de overdrachtswinst, ook
zonder overlijden, b.v. bij overdracht van vader op
zoon, ons zeer gewenst voorkomt.
T.a.v. de vrijstelling van 7500,willen wij op
merken dat gezien de waardedaling van het geld,
een verhoging tot 10.000,ons zeer redelijk voor.
komt, terwijl ook bij gedeeltelijke overdracht van
het bedrijf, dus zonder dat de onderneming wordt
gestaakt, van deze vrijstelling bij gedeelten zou
moeten gebruik gemaakt kunnen worden tot het
maximum van 10.000,- is bereikt. De tegen
woordige toestand in de landbouw eist dit, daar
meermalen vader eerst een gedeelte van zijn be
drijf overdraagt en later de rest. Hieraan zai volle
aandacht moeten worden geschonken.
MEIJERS.
uit
De nieuwe oogst wordt thans op het Noordelijk
Haltrond overal binnengebracht. Wat zijn de ver
wachtingen hieromtrent?
In Frankrijk hadden de weersomstandigheden in
de maand juni verwachtingen gewekt, welke
echter door de natte en koude juli.maand belang
rijk zijn getemperd, zo is tc lezen in de „Ernah-
rungsdienst" van 6 augustus.
Ofschoon de hoeveelheid door dit weer niet zal
verminderen, is men ten aanzien van de kwaliteit
minder optimistisch. Hel Franse ministerie van
Landbouw heeft de volgende ramingen per 1 juli
gepubliceerd.
Tarwe 10.600.000 ton bij een ha opbrengst van
2440 kg. Dit is boven het gemiddelde van de jaren
1955/'59. Harde tarwe 68.000 ton bij een gemiddelde
opbrengst: van 1590 kg/ha. Zo men ziet bedraagt de
hoeveelheid harde tarwe, die men in Frankrijk
oogst maar een luttel percentage van de hoeveel
heid zachte tarwe.
Gerst 4.900.C00 ton. De gemiddelde opbrengst
per ha ligt 110 kg beneden die van 1959. Uit de
totale gerstoogst wordt een aflevering verwacht
van 2.100.000 ton, waarvan 1.700.000 ton voor bin
nenlandse consumptie, zodat 400.000 fbn voor-
export ter beschikking zou komen.
Voor mais wordt op een levering van 1.100.000
ton gerekend. Het exportoverschot zou tussen de
3 en 400.000 ton liggen.
De groei van de aardappelen is ongelijkmatig,
het gewas is in het algemeen gezond. De oogst
van vroege aardappelen was alleszins bevredigend.
Van suikerbieten kan een voldoende oogst worden
verwacht. De koolzaadoogst kan op 75.000 ton
worden geschat. De beteelde oppervlakte was met
37 verminderd en de ha opbrengst met 60 kg.
Wij gaan over naar België en lezen in ,,De Boer"
van 6 augustus, dat het bijmengingspercentage
voor inlandse tarwe er tijdelijk is verlaagd en wel
van 70 op 50 Het besluit is genomen omdat de
Belgische tarwe-oogst 1960 kleiner is uitgevallen
en sommige maalderijen niet meer over voldoende
tarwe uit oogst 1959 beschikken. Zodra oogst 1960
in. voldoende omvang wordt aangeboden, zal het
oude bijmengingspercentage worden hersteld. De
redactie van „De Boer" hoopt, dat deze verlaagde
bijmenging van zo kort mogelijke duur zal zijn.
Anders zouden de maalderijen evenals in augustus
1958 snel zoveel mogelijk bloem maken, waardoor
de vraag naar inlandse tarwe zolang mogelijk zou
kunnen worden uitgesteld. Dit zou de richtprijs in
gevaar kunnen brengen.
Ook in België geven de maalderijen kennelijk de
voorkeur aan harde tarwe. Dat belooft wat in de
komende E. E. G.!
In België zijn voorts de voorlopige uitslagen
gepubliceerd van de land- en tuinbouwtelling van
15 mei 1960. Deze zijn gebaseerd op de gegevens
van 10 van de gemeenten, verdeeld over de ver
schillende landbouwstreken, zo lezen wij in het
„Persoverzicht" van het Hoofdproduktschap voor
Akkerbouwprodukten.
Hieronder enkele van de voornaamste cijfers:
15
Oppervlakte in ha
Tarwe
Rogge
Winter gerst
Zomergerst
Haver
Suikerbieten
Vlas
Aardappelen
Voederbieten
Groenvoedergewassen
Weiden
Groenteteelt (open luchtV
Fruitteelt (open lucht)
Veestapel (stuks)
Landbouwpaarden
Runderen
waarvan Melkkoeien
Varkens
waarvan Fokzeugen
Mestvarkens
Materieel i
Landbouwtraktoren
Melkmachines
mei 1959
200.966
65.712
34.241
75.691
142.105
64.266
20.929
85.138
56.368
47.384
826.822
10.765
33.859
170.140
2.629.897
1.012.923
1.447.462
195.499
131.013
IT ET valt lang niet mee zich uit de
overvloed van berichten en artikelen
in diverse: binnen- en buitenlandse kranten
en vaktijdschriften, een beeld te vormen
hoe de agrarische produktie in het oogst
jaar I960 verloopt. Bovendien is het nog
rijkelijk vroegdaar de oogst van vele ge
wassen in volle gang is en van andere nog
moet volgen.
Toch willen wij onze lezers enkele berich
ten niet onthouden. Zij kunnen zelve hun
conclusies trekken. Wij hebben namelijk
uit gesprekken met vele leden de indruk
gekregen, dat het op prijs gesteld wordt
wanneer van tijd tot tijd in dit blad aan
dacht wordt besteed aan de toestand in de
landen om ons heen. Indertijd plaatsten
wij deze berichten, die dan aoor ojis aaneen
werden geplaatst, onder de titel „Aller
hande". Het is dus de bedoeling deze reeks
te hervattenmaar thans onder de titel
Agrarisch Nieuws uit andere landen".
Deze titel wijst meer de richting aan van
de inhoud.
RED.
15 mei 1960
204.000
67.000
38.000
69.000
142.000
61.000
29.000
89.000
53.000
44.000
833.000
13.000
34.000
160.000
2.700.000
1.030.000
1.740.000
225.000
198.000
43.000
32.000
maanden geleden de gedwongen collectivisering
van de landbouwbedrijven doorgedreven. Deze
maatregel, die het begin is van de volledige ont
eigening van alle boerenbezit en de ontrechting
van de boeren heeft o.a. tot gevolg, dat het aantal
boeren, dat met hun gezinnen naar het Westen
vlucht de laatste maanden sterk gestegen is. In
de eerste zeven maanden van dit jaar hebben 4000
gebruikers van boerderijen de Sowjetzöne ver
laten. Rekent men hun familieleden en de land
arbeiders hierbij, dan komt men ver boven de
10.000.
Tevens vluchtten in de laatste drie maanden 32
dierenartsen uit de Oostzöne weg en deze zijn
practisch onvervangbaar. Men verwacht in de
komende herfst een nog veel groter aantal boeren,
daar velen van hen. die voorlopig nog hun eigen
vee mochten behouden, op het ogenblik geld trach
ten te verzamelen, opdat zij niet geheel platzak in
West-Duitsland behoeven aan te komen. Veel zal
afhangen van de nog niet besliste vraag aan wie
de oogst van dit jaar zal toebehoren, aan de indi
viduele boer of aan de collectiviteit.
Dit alles speelt zich af in een land, dat groten
deels agrarisch'was, maar waar de bevolking nog
steeds geen voldoende voedingsmiddelen kopen
kan. Daartegenover heeft het sterk geïndustriali
seerde West-Duitsland zijn agrarische produktie
zodanig weten op te voeren, dat deze een groot
deel van de behoeften weet te dekken.
Wie dit bedenkt en de cijfers ziet, behoeft niet
te aarzelen aan welk systeem, ook economisch, de
voorkeur moet worden gegeven.
S.
Een geheel ander vraagstuk vormt de toestand
in de communistische Duitse Democratische
Republiek. Zoals wij eerder meldden is daar enige
Naar aanleiding van een recent ongeval
met dodelijke afloop bij het verplaatsen van
een transporteur, willen wij gaarne met na
druk uw aandacht vestigen op het stipt in
acht nemen van de noodzakelijke veiligheids
maatregelen. Bij het niet uitvoeren van de
voorgeschreven veiligheidsmaatregelen kan
iedere transporteur, ongeacht het merk,
ernstige ongelukken veroorzaken. Vooral
willen wij wijzen op het grote gevaar dat
bestaat bij het verplaatsen van een transpor
teur in omhoog gedraaide stand.
Voordat tot verplaatsing of reparatie van
i.en transporteur wordt overgegaan, dient
deze eerst naar beneden gedraaid te worden.
Bij het in acht nemen van de veiligheids
maatregelen, gepaard gaande met een oor
deelkundig gebruik, kunnen ongelukken
geheel worden voorkomen.
De Rijkslandbouwconsulenten:
Dr. Ir. C. W. C. VAN BEEKOM, Goes.
Ir. J. A. H. HAENEN, Axel.
(Ad vJ
KORTENAERKADE. 1, 'S'-GRAVE NH AGE BIJKANTOREN: AMSTERDAM, ARNHEM, EINPHOVEN,'S-GRAVENHAGE. GRONINGEN, ROTTERDAM, UTRECHT