Wildschade in gladiolen
535
COUPEERVERBOD
BEDREIGT
TREKPAARDFOKKERIJ
L. P. DE VRIES f
ZATERDAG IS IOt.1 1 9
MAANDAG juli j.l. zal hoogstwaarschijnlijk
door de Nederlandse Trekpaardfokkerij wel
als één dei- zwartste dagen in haar geschiedenis
geboekstaafd worden. Op die dag werd haar name
lijk een slag toegebracht, waarvan de gevolgen voor
de toekomst nu nog moeilijk zijn te overzien. Een
slag, die mede werd gevoeld door geheel het agra
rische bedrijfsleven en wellicht ook door de
Minister zelf. die na rijp beraad, de bepaling be
treffende het couperen van paardestaarten uit de
wet geschrapt had, alvorens het ontwerp definitief
ter tafel te brengen. Tot goed begrip diene een
kort verslag van de lijdensweg, die het coupeer
verbod moest afleggen, alvorens het via een on
gelukkig amendement van Mej. Schilthuis (P. v.
d. A.) aangenomen met 56 tegen 52 stemmen
weer in het wetsontwerp werd opgenomen.
Het wetsontwerp „Wet op de Dierenbescher
ming", reeds jarenlang in voorbereiding, doch
o.m, door een regeringswisseling nog nimmer
definitief afgehandeld, bevatte aanvankelijk een
bepaling, waarbij het bij de wet in de toekomst
verbpden zou zijn, paardestaarten te couperen.
Dit couperen vindt reeds sedert mensenheugenis
plaats bij trekpaarden, ter verfraaiing van het ge
heel en daardoor ten nauwste samenhangend met
het economisch aspect van de fokkerij en voorts
uit practische overwegingen. Alleszins redelijke
motieven dus. Bovendien kan dit pijnloos géschie^
den, terwijl het paard er niet de minste overlast
van hoeft te ondervinden. De Koninklijke Vereni
ging „Het Nederlandsehe Trekpaard" heeft terecht
een aantal klemmende argumenten naar voren
gebracht tegen dit coupeer verbod, dat zij boven
dien denigrerend achtte voor haar duizenden leden,
die hun fokkerij met liefde beoefenen en die zich
steeds als ware dierenvrienden hebben doen ken
nen.
DE bezwaren tegen het coupeerverbod werden
voorts gedeeld door o-m. De Vereniging tot
bevordering van de Landbouwtuigpaardfokkerij in
Nederland, Het Noord-Nederlands Warmbloed
Paai denstamboek, de Koninklijke Vereniging „Het
Friesch Paardenstamboek", alsmede de drie grote
boerenstandsorganisaties: De Katholieke Neder
landse Boeren- en Tuindersbond, Het Koninklijk
Nederlands Landbouw-Comité en de Nederlandse
Christelijke Boeren- en Tuindersbond. De Afdeling
Paardenfokkerij van het Landbouwschap ver
klaarde zich al evenzeer solidair. In een gezamen
lijk adres heeft men zich tenslotte gewend tot de
leden van de Commissie van voorbereiding van
het betreffende wetsontwerp. Mede op advies hier
van, is de Minister zo welwillend geweest, dit cou
peerverbod uit het ontwerp te schrappen. Agra
risch Nederland in het algemeen en de Nederlandse
trekpaardfokkers in het bijzonder, voelden zich
hierdoor bijzonder opgelucht.
Niemand had dan ook gerekend op het amende
ment van Mej. Schilthuis (was zij geen lid van de
commissie van voorbereiding?). De steun van Prof.
Samkalden kunnen we zonder meer als formeel
betitelen. Anders is het gesteld met Dr. Vondeling,
landbouwdeskundige'' voor de P. v. d. A. en ge
durende een korte periode Minister Van Land
bouw. Te kort waarschijnlijk, om te leren, dat men
over onderwerpen welke enige deskundigheid ver
gen, ook de bij uitstek deskundigen moet laten
oordelen en beslissen. En dit was inmiddels ge
beurd. Waarom dan nog dit amendement? De uit
slag kent men. Vóór P. v. d. A., C. P. N., S. G. P.,
P. S. P., 12 K. V. P.'ers en enkele leden van C. H. U.
en A. R. P. Of had de P. v. d. A. misschien gerekend
op het „onaanvaardbaar" van de Minister? Dit was
misschien ook een oplossing geweest.
ALLES bij elkaar een moeilijk te verteren brok
parlementaire geschiedenis en een typisch
staaltje van politiek onvermogen. De wijze, waarop
de gehele Nederlandse Boerenstand in de maling
werd genomen, moge een waarschuwing zijn bij de
volgende gelegenheden. HEDEN IK MORGEN
GIJ geldt voor elke bevolkingsgroep. Inmiddels
is de slag nog niet onherroepelijk. Het ontwerp
moet de Eerste Kamer nog passeren. We mogen
slechts hopen en veronderstellen, dat haar leden
het nodige begrip kunnen opbrengen voor de positie
van de Nederlandse Trekpaardfokkers.
De trekpaardfokkers fokken dit paard met grote
toewijding. Laat het hen dan ook fokken op de
wijze, die ze zelf graag wensen, d.w.z. voor hen die
dit willen:
MET GECOUPEERDE STAART.
Moge dit wetsontwerp verdwijnen naar de plaats
waar het hoort het archief totdat een con
structiever ontwerp ter tafel kan worden ge
bracht.
ULK jaar komt het voor. dat zodra de gladiolen opkomen er bepaalde rassen worden
afgevreten door de hazen. Dit kan soms zeer ernstige vormen aannemen en het
behoeft geen betoog dat een behoorlijke oogstdepressie bet gevolg kan zijn.
Inderdaad is het zo dat de hazen er een bepaalde voorkeur op na houden. Waar
deze voorkeur op berust is tot op heden nog niet bekend. Die rassen die bij de hazen de
voorkeur genieten, maken maar een klein deel uit van het totale sortiment. Het is
echter zo dat juist deze rassen veel in Zeeland worden geteeld. Daarbij komt dat er
een behoorlijke wildstand is, met het gevolg dat vele gladiolentelers reeds hazcnschade
hebben ondervonden.
Wanneer deze viervoeters eenmaal de smaak
van het gewas op een bepaald perceel te pakken
hebben, kunnen ze dit gedurende een vrij lange
periode vrij kort houden. Om tot een doelmatige
bestrijding te komen, is het voor een teler belang
rijk te weten welke rassen hij in de gaten moet
houden.
Vooral in trek zijn:
Abu Hassan
Bloemfontein
Firebrand
^Firmament
Friendship
Hopman's Glory
Mrs. Mark's Memory
Maria Goretli
Jo Wagenaar
Rosa van Lima
Leeuwenhorst
Lustige Witwe
Matig tot zeer gering in trek zijn:
Nieuw Europa Hawaii
'Sans Souci Spie and Span
Allard Pierson Patriott
Johann Strauss
De voorkeur wordt dus gegeven aan de in de
eerste groep genoemde rassen. Komen deze rassen
in de omgeving niet voor, dan nemen de vier
voeters evengoed genoegen met de tot de tweede
groep l>ehorende rassen.
De vraag is nu op welke wijze deze wildschade
kan worden beperkt, of zo mogelijk kan worden
voorkomen. We onderscheiden twee bestrijdings-
methoden, n.l. door middel van afweermiddelen en
door middel van afrasteren.
AFWEERMIDDELEN
Afweermiddelen *zijn middelen welke een zo
danige stank verspreiden dat de hazen er niets van
moeten hebben en het perceel met rust laten. Om
het perceel heen wordt een in één van deze af
weermiddelen gedrenkt touw als draad gespannen.
Deze methode kan alleen dan een gunstig effect
sorteren indien:
le. De touwen (draden) op de juiste hoogte zijn
gespannen.
2e. Het bestrijdingsmiddel tijdig wordt ververst.
Dit betekent dus een regelmatige controle.
Ook kunnen er in deze afweermiddelen gedrenk
te en aan stokjes bevestigde lappen in het bewuste
perceel worden uitgezet. In deze groep van mid
delen kennen we Arbinol, Stank ia, Kalkmest, W. A.
M. vloeibaar. Tevens is er met W. A. M. geïmpreg
neerd touw, dat dus direct gereed is voor gebruik.
HET AFRASTEREN
Een geheel andere wijze van bestrijding is het
afrasteren. Het afgazen voldoet in de praktijk zeer
goed en kan als de meest effectieve wijze van be
strijding worden gezien. Men kan voor het af
gazen gebruik maken van 2 en 3 duims gaas. De
kosten bedragen voor 2 duims gaas 75 cm hoog
16,43/50 m, voor 3 duims gaas 75 cm hoog
11.88/50 m.
KOSTEN AFRASTEREN EN
PLANTVERBAND
Om nu tot een zo doelmatige en tevens goedkope
bestrijding te komen moet er bij het planten reeds
rekening worden gehouden met het ras dat door
hazen nogal gewild is.
De hoeveelheid benodigd materiaal is namelijk
sterk afhankelijk van het plant verband, .hetgeen
uit het volgende voorbeeld zal blijken.
25 are Abu Hassan, afgezet met gaas van 16,43/
50 m wordt op drie verschillende manieren ge
plant.
a. 250 m lang 10 m breed
b. 100 m lang 25 m breed
c. 50 m lang 50 m breed
De kosten per are voor het afgazen zijn dan:
a. 520 m gaas 170,87 is per are 6,83
b. 250 m gaas 82,15 - is per are 3,29
c. 200 m gaas 65,72 is per are 2,63
Hieruit blijkt dus duidelijk dat naarmate
men meer in vierkant verband plant, de
kosten van afgazen lager liggen.
De voordelen van afgazen zijn;
le. Het gaas gaat meerdere jaren mee en mem
kan dus de kosten over meerdere jaren ver
delen.
2e. Het gaas kan eventueel voor andere doelein
den worden gebruikt.
3e. Bij goed afgazen heeft men weinig nac-ontrole.
TOT WIE KAN DE TELER ZICH WENDEN
Wanneer er werkelijk van schade sprake is, zal
de teler er goed aan doen zich tot de jager van het
betrokken gebied te wenden. Voor beiden is het
belangrijk dat de teler zich tijdig met de jager in
verbinding stelt, aangezien hierdoor de schade tot
een minimum kan worden beperkt. In vele ge
vallen komt men tot een onderlinge overeenkomst.
Wanneer men niet tot een overeenkomst kan
komen, dan kan de teler zich wenden tot de con
tactambtenaar van het Faunabeheer. Voor Zeeland
is dit de heer H. Griffioen, Kloetingseweg 66 te
Goes. Telefoon 011004016. Voor Westelijk Noord-
Brabant is dit de heer E. Dootjes, Vredenburch-
singel 34 te Breda. Telefoon 0160036194.
SAMENVATTING
Hazenschade komt elk jaar voor, maar be
perkt zich veelal tot een aantal rassen waar de
hazen de voorkeur aan geven. Schade is te
voorkomen door het gebruik van afweermid
delen en afrastering. Het gebruik van afweer
middelen vereist een regelmatige controle en
verversing van het middel. Het afrasteren vol
doet zeer goed, vraagt weinig nacontrole, ter
wijl het gaas meerdere jaren -bruikbaar is. Bij
eventuele schade kan de teler zich wenden tot
de jager van het betrokken gebied of tot de con
tactambtenaar van het Faunabeheer in het
district,
A. SPRUIT,
Assistent R. T. V. D,
Steenbergen, juni 1960.
Zondag 10 juli is overleden in het zieken
huis Joannes de Deo aan het Westeinde te
Den Haag de heer Luite Piet de Vries,
secretaris van de Gezondheidsdienst voor
Dieren van het Landbouwschap.
De heer De Vries werd geboren 15 mei
1895 te Vledder (Dr.).
1 maart 149 trad hij in dienst bij de Stich
ting voor de Landbouw, later het Landbouw
schap, als secretaris van de Gezondheids
commissie voor Dieren.
Als secretaris van de Gezondheidscom
missie was hij o.a. bestuurslid van de stich
ting „Centraal Diergeneeskundig Instituut"
en bestuurslid van de afdeling Diergenees
kunde van T. N. O. Voorts was de heer De
Vries lid van het Nederlandse Comité voor
internationale veterinaire congressen.
Als belangrijkste werk van de heer De
Vries mag men zien de bestrijding van de
t b. c. onder het rundvee in Nederland. Deze
bestrijding, waarvan hij de belangrijkste
stuwkracht was, is onder zijn leiding tot een
succesvol einde gebracht. Ook de organisatie
der bestrijding van de abortus Bang is voor
een groot gedeelte onder zijn leiding tot stand
gekomen. Zijn laatste krachten heeft de heer
De Vries gegeven aan pogingen om te komen
tot een georganiseerde bestrijding van de
varkensziekten in Nederland.
Zijn vele verdiensten op het gebied van
de dierziektepbestrijding zijn door de
regering erkend door zijn benoeming tot
officier in de orde van Oranje-Nassau.