Problemen bij de bedrijfsovergang ten gevolge
van vererving in de land- en tuinbouw
(Slot.)
MAATREGELEN, DIE DE ERFLATER KAN NEMEN
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
T%E door ons geschetste moeilijkheden zijn problemen, die zich kunnen voordoen als de erf-
later op generlei wijze gezorgd heeft dat het overnemen van zijn bedrijf een van zijn erfge
namen na zijn dood verzekerd is. De vrees voor deze moeilijkheden zal voor vele land- en tuin
bouwers een reden zijn om tijdig maatregelen te treffen, waardoor hetzij voorkomen wordt, dat
zich deze problemen voordoen, hetzij een oplossing van deze problemen vergemakkelijkt wordt.' Wij
zullen nu bespreken, welke maatregelen door de erflater getroffen kunnen worden.
Beloning van de zoon, die op de boerdery
van zijn vader werkzaam is
TN vele gevallen is degene van de kinderen, die
door de vader voorbestemd is om op het boeren
bedrijf na zijn overlijden te blijven, altijd al op
de boerderij of in het tuindersbedrijf werkzaam
geweest. Terwijl de andere kinderen het huis ver
laten hebben en elders hun bestaan hebben opge
bouwd, blijft hij thuis en verricht vaak zijn werk
tegen niet meer dan kost en inwoning. Het is echter
kortzichtig van de vader om de zoon, die straks
zijn bedrijf zal moeten gaan voortzetten, voor zijn
arbeid in het bedrijf aldus minder te belonen dan
met zijn arbeidsprestatie overeenkomt. Als de
vader namelijk overlijdt, bezit de zoon geenszins de
nodige middelen om de overige erfgenamen hun
aandeel uit te betalen, zelfs als deze bereid zijn om
het boerenbedrijf of het tuindersbedrijf aan hem
toe te bedelen. Dit is eigenlijk niet juist, want het
is ten slo. voor een deel ook aan de arbeid van
de zoon, die de boerderij zou gaan overnemen, te
danken, dat deze tot waarde is gekomen. Ook wat
het successierecht betreft handelt de vader niet
verstandig. Er moet nu door de zoon namelijk
successierecht betaald worden over een deel van
het vermogen van de vader, dat door zijn eigen
arbeid is gevormd. Daarom is er alles voor te zeg
gen aan inwonende kinderen, die op de boerderij
van hun ouders blijven werken, een normaal loon
te betalen. Deze kunnen dit geld op een spaarbank
boekje zetten, of ook, indien daaraan behoefte zou
bestaan, aan de vader op onderhandse schuldbe
kentenis uitlenen (waardoor het geld toch in het
bedrijf blijft).
.Voorzieningen in testament van de erflater
T\E vader zou, door de in de vorige alinea bedoelde
maatregelen te nemen, het financieringspro
bleem voor de overnemende erfgenaam in aanzien
lijke mate kunnen verlichten, zo het hierdoor al
niet opgelost wordt. Het is raadzaam ook nog te
trachten de eventuele onenigheid tussen de erf
genamen inzake de verdeling van het ouderlijke
boerenbedrijf of tuindersbedrijf te voorkomen. Men
denkt daarbij in de eerste plaats aan een testa
ment Wij moeten nu allereerst dus de vraag be
antwoorden of de erflater in een testament kan
bepalen, dat bijvoorbeeld een van zijn kinderen
de gehele boerderij zal krijgen en de anderen slechts
genoegen zullen moeten nemen met een gelds
bedrag, gelijk aan de waarde van hun aandeel in
de boerderij.
Boven bespraken wij reeds, dat de kinderen een
zogenaamde legitieme portie hebben. Dat betekent,
dat zij niet alleen recht hebben om de waarde van
hun legitieme portie te ontvangen, maar ook om
die waardte ontvangen in de vorm an goederen
uit de nalatenschap en niet in de vorm van een
geldsom. Daaruit vloeit weer voort, dat de erflater
niet aan een van zijn kinderen in het testament
bij wijze van legaat zijn boerderij of tuindersbedrijf
met dé daarbij behorende landerijen kan vermaken
onder gehoudenis aan de andere kinderen de waarde
van hun legitieme portie in de vorm van een geld
som te betalen. De wet geeft echter aan de ouders,
die het zojuist uiteengezette doel (een van de kin
deren het bedrijf, de anderen hun aandeel in de
vorm van een geldsom) willen verwezenlijken, wel
een ander middel aan de hand, te weten de zoge
naamd» ouderlijke boedelverdeling. De vader (of de
moeder; wij zullen echter in het vervolg kortheids
halve alleen van de vader spreken) kan in het
testament of in een afzonderlijke notariële akte de
bepaling maken, dat zijn vermogen bij zijn over
lijden op een bepaalde wijze onder zijn kinderen of
kleinkinderen alsmede zijn langstlevende echtgenoot
zal moeten worden verdeeld. De vader zal ook de
bepaling kunnen maken, dat een van de bedoelde
erfgenamen het gehele boerenbedrijf of tuinders
bedrijf z erven, onder gehoudenis aan de andere
gerechtigden hun aandeel in de vorm van een geld
som uit te betalen.
De making komt dan in wezen met een legaat
van de boven aangegeven inhoud overeen; wat in
de vorm van een legaat niet mag, mag in de vorm
van de ouderlijke boedelverdeling wel. De rechter
zal daarom wel eens bereid gevonden worden een
making, waarbij een der kinderen het bedrijf ver
krijgt onder gehoudenis van het uitbetalen van het
aandeel aan de wijkende erfgenamen, die per on
geluk in de vorm van een legaat is toegekend, om
te zetten in een rechtsgeldige boedelverdeling.
T\EZE ouderlijke boedelverdeling, welke vroeger
door het notariaat weinig werd toegepast,
schijnt tegenwoordig meer en meer ingang te vin
den. Nochtans kan deze ouderlijke boedelverdeling
niet onder alle omstandigheden het gestelde doel
teweeg brengen. Dat zal vermoedelijk wel de reden
ervan zij.., dat het instituut nog steeds betrekkelijk
schaars is, al schijnt dan de betekenis ervan toe
te nemen. Wij zullen de voornaamste omstandig
heden, waardoor de ouderlijke boedelverdeling niet
tot het beoogde resultaat kan voeren, hieronder uit
eenzetten.
a. Wanneer iemand met zijn vrouw in algebele
gemeenschap gehuwd is, zal hij slechts de ouder
lijke boedelverdeling kunnen maken in die vorm
dat zijn vrouw het bedrijf krijgt onder gehoude-^
nis aan de kinderen hun aandeel in een geld
som te betalen. Hij kan dus met name niet de
ouderlijke boedelverdeling in die vorm maken,
dat een van zijn kinderen het ouderlijke bedrijf
krijgt onder gehoudenis aan de overige recht
hebbenden hun aandeel in de vorm van een
geldsor te betalen. Zulk een dispositie kan de
erflater alleen maken als hij buiten gemeenschap
gehuwd is en de boerderij of het tuindersbedrijf
tot zijn eigen vermogen behoort, of wanneer
zijn echtgenote vóór hem overleden is. Het is
wel mogelijk dit bezwaar te ondervangen en
wel, doordat de erflater, die zulk een beschikking
ten behoeve van een van zijn kinderen wil
maker, met zijn vrouw een afzonderlijke over
eenkomst van huwelijksvoorwaarden, die volgens
het nieuwe huwelijksgoederenrecht ook staande
huwelij". gemaal.t kan worden, sluit en overeen
komt, dat de gemeenschap tussen hen wordt ont
bonden en dat het boeren- of tuindersbedrijf aan
hem v/Drdt toebedeeld. Een dergelijke overeen
komst behoeft de goedkeuring van de rechtbank
en het is te verwachten, dat deze complicatie
voor velen een belemmering zal zijn om in de
vorm van een ouderlijke boedelverdeling de toe-
scheiding van het bedrijf aan een van de kin
deren te bewerkstelligen.
b. De erflater zal in zijn testament niet de be
paling kunnen maken, dat de overnemende erf
genaam gerechtigd is de andere (wijkende) erf
genamen in termijnen te betalen. Men neemt
namelijk aan, dat bij de ouderlijke boedelverde
ling slechts bepalingen gemaakt kunnen worden,
die rechtstreeks op de verdeling betrekking heb
ben, en niet verplichtingen op de erfgenamen
gelegd kunnen worden, die alleen zijdelings met
de verdeling verband houden.
Hoewel dus in sommige gevallen de ouderlijke
boedelverdeling een goede oplossing zou zijn, kan
zij niet als algemene maatregel worden aanbevolen.
Het sluiten van een familievennootschap
l^EN pleegt in de land- en tuinbouw de bedrijfs-
opvolging vaak op een geheel andere wijze te
verzekeren, waardoor de bezwaren, die wij boven
uiteengezet hebben, daadwerkelijk ondervangen
worden. Door de boer of de tuinder wordt met een
of meer van zijn zoons, die voorbestemd is of zijn
het bedrijf na zijn overlijden voort te zetten, een
zogenaamde familievennootschap gesloten. Door de
boer of tuinder wordt de eigendom van zijn bedrijf
met alles wat erbij behoort, zoals de levende en
dode inventaris, in de vennootschap ingebracht.
In de vennootschap wordt de clausule gemaakt,
dat na het overlijden van een van de vennoten de
zaken der vennootschap door de overblijvende ven
noten zullen worden voortgezet. Zijn er meer dan
twee personen in de vennootschap verenigd, dan
wordt tevens de bepaling gemaakt, dat door het
overlijden van een der vennoten de vennootschap
niet zal zijn ontbonden. Tevens wordt bepaald, dat
in de vorenbedoelde gevallen de in de "ren:.ootschap
ingebrachte zaken zullen verblijven aan de over
blijvende vennoot of vennoten, onder gehoudenis
van deze(n) om aan de erfgenamen van de over
leden vennoot de waarde van het aandeel van de
overledene in de vennootschap te vergoeden. De
vader, die zijn bedrijf in de vennootschap inbrengt,
wordt voor zijn inbreng in de boeken van de ven
nootschap gecrediteerd. Voorts kan het gewenst
zijn te bepalen, dat bij overlijden van de vader her
taxatie van de waarde van zijn inbreng zal plaats
vinden. Op deze wijze wordt bereikt, dat de kin
deren, die in de vennootschap opgenomen zijn, niet
al te zeer bevoordeeld worden boven de kinderen,
die hun heil elders hebben moeten zoeken. Wanneer
de vader overlijdt, krijgen de laatstbedoelde kinde
ren, dezelfde portie uit het ouderlijke vermogen,
als zij ontvangen zouden hebben, indien de vader
zonder het treffen van enige voorziening overleden
zou zijn, met dien verstande, dat hun dit aandeel
uitbetaald wordt in de vorm van een geldsom.
In de vennootschapsovereenkomst kan de bepa
ling worden gemaakt, dat de zogenaamde wijkende
kinderen het geldsbedrag, dat overeenkomt met hun
portie in de nalatenschap van hun vader, niet ter
stond in zijn geheel 'kunnen opvorderen, doch ge
noegen moeten nemen met uitbetaling in termijnen.
J7EN vennootschapsovereenkomst als vorenbedoeld
kan ook gesloten worden als de moeder nog in
leven is en de ouders in algehele gemeenschap ge
trouwd zijn. Gewoonlijk zal de moeder dan haar
goedkeuring moeten geven aan de inbreng van de
boerderij of het tuindersbedrijf in de vennootschap,
omdat in de meeste gevallen de boerderij haar
woning zal zijn en volgens de nieuwe wetgeving op
het gebied van het huwelijksgoederenrecht de
woning van de vrouw door de man niet zonder haar
toestemming mag worden vervreemd. Inbreng in
de vennootschap moet met vervreemding worden
gelijkgesteld.
Het afsluiten van het vennootschapscontract
door de v.der met zijn zoon of zoons zal meestal
tot gevolg hebben, dat deze(n) een aandeel in de
door het bedrijf gemaakte winsten verkrijgt of ver
krijgen. Hierdoor wordt het financieringsprobleem
bij de bedrijfsoverppme verlicht, terwijl tevens fis
cale voordelen daaraan verbonden zijn. Doordat de
kinderen een deel van de winst, die in het boeren
bedrijf of in het tuindersbedrijf gemaakt wordt,
zelf ontvangen, wordt deze winst door een minder
zware progressie getroffen dan het geval zou-zijn,
indien deze geheel en al aan de vader ten goede zou
komen. Wij hebben Ijpven reeds uiteengezet, dat
dit ook uit het oogpunt van successierecht voor
deliger is.
In vele land- en tuinbouwbedrijven zal men meer
waardering hebben voor de figuur waarbij de in
het bedrijf werkende zoons een deel van de winst
krijgen dan een, waarbij zij een vast arbeidsinko
men hebben. Men zal bezwaar hebben tegen het
feit, dat een arbeidsovereenkomst aan de zoons
een vast inkomen verzekert, ongeacht wat de be
drijf suitkomsten zijn geweest en ook de gezags
verhouding, die aan een arbeidsovereenkomst ver
bonden is. zal in de regel niet in overeenstemming
zijn met de verhoudingen op een familiebedrijf. Ook
zullen de aan een arbeidsovereenkomst verbonden
wettelijke sociale voorzieningen niet goed in de be
doelde relatie passen. Ter voorkoming van ar deze
bezwaren is het toekennen van een aandeel in de
winst aan de in het bedrijf werkende zoons, zoals
bij een familievennootschap plaats vindt, juister.
Andere voorzieningen; verpachtL.g; verkoop onder
opschortende voorwaarde van eigen overigden
P*EN geheel andere vorm, waarmee de bedrijf s-
overgang op een van de kinderen van de erf
later verzekerd kan worden is die, waarbij de vader
het bedrijf aan een hunner, die hij voor zijn bedrijfs
opvolging het meest geschikt acht, verpacht. De
pachter heeft een voorkeursrecht tot koop. Vooral
als de vader gebrekkig of te oud is om op de boer
derij of het tuindersbedrijf te blijven werken, zal
deze wijze van handelen, die de vader uit de pacht
enig inkomen verzekert, in aanmerking komen.
Men moet echter bedenken, dat zij niet helemaal
feilloos is. Zij leidt tot de door de vader beoogde
bedrijfsovergang, indien de erfgenamen besluiten
de boerderij te verkopen. Zulk een besluit vereist
echter de instemming van alle erfgenamen; als één
van de erfgenamen het niet met het besluit tot ver
koop eens is, zullen er bij de boedelverdeling ver
wikkelingen ontstaan.
Ten slotte willen wij nog vermelden, dat de
vader ook een hele simpele weg kan bewandelen
om de bedrijfsovergang op een van zijn zoons veilig
te stellen, nl. door de boerderij of het tuinder bedrijf
aan degene van zijn zoons, die hij als opvolger
heeft bestemd, te verkopen, onder het beding, dat
de overeenkomst pas ten uitvoer gelegd zal worden,
wanneer de vader komt te overlijden. In deze fi
guur worden echter de financieringsproblemen voor
de zoon niet verlicht, terwijl het ook geen juiste
voorziening is voor het geval, dat de zoon vóór zijn
vader zou komen te overlijden.
Conclusie
VAN alle figuren, die men kan toepassen om bij
vererving van een eigenaarsbedrijf de bedrijfs
opvolging veilig te stellen, is de methode van een
familievennootschap het meest te verkiezen.
Daarnaast komt echter verpachting van het be
drijf door de vader aan de zoon, die het bedrijf gaat
overnemen, eventueel in combinatie met verkoop
aan deze onder de opschortende voorwaarde van
het overlijden van de vader, in aanmerking.
BEDRIJFSOVERGANG BIJ PACHTBEDRIJVEN
HIER zijn de problemen bij de bedrijfsovergang
veel minder moeilijk. Dit komt, omdat in de
moderne pachtwetgeving voor dit probleem een
doelmatige regeling getroffen kon worden.
Door de dood van de pachter gaat de pacht
overeenkomst niet te niet. evenmin als trouwens
door de dood van de verpachter. Binnen zes maan
den na het overlijden van de pachter kunnen
diens echtgenoot, ieder van diens bloed- en aanver
wanten in de rechte lijn, ieder van diens pleeg
kinderen en iedere medepachter zich tot de pacht-
kamer wenden met de vordering, dat een of meer
van hen in de plaats van de overleden pachter de
pachtovei .-nkomst zal mogen voortzetten en de
overigen uit de pachtovereenkomst worden ont
slagen. Ook de verpachter kan een vordering van
deze strekking instellen. De pachtkamer beslist op
zulk een verzoek „naar billijkheid".
J
Zie verder volgende pagina, 3e kolom bovenaaa.