HET OUDE EN HET NIEUWE ZEELAND DE PLAATS VAN DE LANDBOUW ZATERDAG 18 JUNI 1960 '469 (foor Drs. M. C. VERBVRG "ZEELAND zal steeds minder Zeeland 99*-* zijn". Het oude gewest zal in het nieuwe geen herkenbare trekken meer heb ben. Een bonte groep mensen pleegt derge lijke aforismen toe te voegen aan hen die zich moderne regionalisten noemen, die op vele uiteenlopende terreinen mee vorm geven aan de nieuwe tijd in een oude streek. Poëten, romanciers, serene wetenschaps mensen van het oude stempel, lofredenaars op het verleden gooien wat snippers op de rivier in de hoop dat zij zich tegen de stroom in zullen bewegen. Zij hebben on gelijk, maar hun argumenten verdienen de aandacht, omdat zij tegenkrachten opwek ken tegen al te wilde ondernemingen. Om dat zij de velen die de stroom een nieuwe richting geven er toe kunnen brengen de nieuwe bedding toch nog wat te corrigeren. Zij hebben nogmaals ongelijk, in de wereld van nu en straks ongelijk. Maar historisch zullen zij warempel een stukje gelijk vertegenwoordigen, omdat zij achter af invloed zullen hebben gehad. HET NIEUWE ZEELAND Zal Zeeland steeds minder Zeeland zijn en dit oude vertrouwde beeld geheel verdwijnen? HET oude en het nieuwe Zeeland, om deze vraag gaat het. Laten wij beginnen bij het nieuwe Zeeland en dan vooreerst bij de landbouw zelf. Driehonderd miljoen voor de nuchtere herverka velingen, cultuurtechnische omwentelingen, op moderne wetenschappelijke kennis opgebouwde fruitteelt met steeds hogere rendementen, tracto ren geen 10.000 paarden meer giftige maar doeltreffende plantenziektebestrijding, efficiënte en bewonderenswaardige voorlichting, honderd- procentplannen straks een boerderij zonder wa terleiding en electriciteit alleen nog in een open lucht-museum -sociaalrhygiënische en culturele voorlichting, een respect wekkend, modern geleid organisatorisch leven, silo's en koelhuizen, even koele rentabiliteitsberekeningen, programmatische veeveredeling op inseminatorische en statistische basis, polderconcentraties op de grootst mogelijke schaal. Dan de industrie: productiviteit en effi ciency als veldwinnende maatstaf, automatisering, ontwikkelingskernen en zeehavens. Het toerisme: omvangrijker massa's horden? en business; appèl aan honderdduizenden om van de Zeeuwse rust te genieten. Het verkeer: meer express verbindingen met het westen, grotere veerboten Beatrix en Irene zijn in dit opzicht hun koninklijke ouders boven het hoofd gegroeid een zich af tekenende noord-zuidweg door het deltagebied, volumineuser binnenschepen. Tenslotte nog een mixture: flatbouw in onze steden, leeglopende dor pen, samenvoeging van gemeenten, omwentelin gen in het middenstandsbedrijf. Over het deltaplan hebben wij dan nog nauwelijks gesproken. VERZAKELIJKING IIET kenmerk van dit alles is in grote lijnen dat van modernisering, verzakelijking, verwerk- tuigelijking, onpersoonlijking, met op de achter grond objectieve en subjectieve factoren. Zeeland is in alle opzichten bereikbaar geworden voor West-Europa, de luxe is gedemocratiseerd, de men taliteit is veranderd, door de rampen en de antici paties op> het deltaplan. De Zeeuw heeft vertrou wen gekregen in de investeringen in eigen gewest, die hem voorheen zoveel wantrouwen inboezem den. Hoe verhoudt zich dit alles met het oude Zeeland? HET OUDE ZEELAND DFETEN wij Zeeuwen wat het oude Zeeland in- houdt? Wat kan men weten of kennen van een levensstijl die men zelf voert? Wij hebben haar beleefd en beleven haar nog bij stukjes en beetjes. Maar om haar onder woorden te brengen moet men verder af staan en over de gave van het ver fijnde doorzicht beschikken. Toch weer niet te veel distantie is vereist; men moet de blik naar binnen kunnen slaan, iets van de eigen diepte kunnen exploreren. Er zijn er onder ons die dit kunnen. Van Scha- gen kon het in zijn Geerse's; maar die zijn niet meer van vandaag, die zijn vervangen door latere voorouders, die iets met het erfgoed hebben ge daan. Wij moeten ons dus beroepen op enige van de in de eerste alinea genoemde cultuurdragers, die iets van het land hebben gezegd. Immers de mens is het die in het Zeeuwse land de veranderin gen bewerkstelligt, hij is de drager van het proces. Wij moeten hem niet willen terugdraaien, maar zien, of hij zich werkelijk als een vandaal op het land zal gedragen, of het land er zijn karakter door zal verliezen. ONZE erflater Huizinga, die Zeeland kende, heeft er van getuigd, dat de lichten er weker, de verten meeslepender, de weiden groener, de dor pen intiemer zijn. Wat er ook veranderen zal, deze eigenschappen zullen beklijven. Zelfs de intimiteit van de dorpen is in de toeristenmaanden nog niet verloren gegaan, zij het dat hier de aantasting drei gender zou kunnen worden. Het door dampigheid getemperde licht, waardoor zou het verharden? Marsman's woorden: ...de zon wordt er langzaam in grijze veelkleurige dampen gesmoord, zullen geen antiquiteit worden. De verten, ook op het water, blijven verrukken, spijts deltadammen. De weiden, zo zei mijn vriend Dibbits toen ik hem over deze dingen sprak, de weiden zullen groener en graziger worden, als de verzilting wordt bestreden vanuit het Zeeuwse Meer. En bij de overheersende westenwinden zullen wij met onze dichter Boutens blijven zeggen: ...boven vaart de zilte zeewind over 't neigend bos. De romancière Clare Lennart, op schrijvers voe ten door Nederland, was ook al verrukt van de ruimte. ,,En dat is dan Zeeland, de eilanden, een wereld die nog wijd is, omdat het evenwicht er niet door duivelse snelheden is verstoord". Inder daad, dit laatste geldt al minder, maar deze onont koombaarheid voltrekt zich over enkele hoofdwe gen en als de massa zich in de polder stort is zij nog! onzichtbaar geworden. Het zal van de ontwikkeling van het toerisme afhangen of wij in onze Achilleshiel worden getroffen. Het is nu een maal zó dat de tijden voorbij zijn waarvan Ritter ten aanzien van Middelburg schreef dat het een afzijdige stad is in een afzijdig land... anders provinciaal dan andere plaatsen... ver van de be zige stedengemeenschap van het midden des lands gelegen. Van deze zelfde stad schreef Huizinga ook ongeveer veertig jaren terug: ...toen het oude Am sterdam in al zijn hoeken nog even schoon was als Middelburg... Met de beste wil gaat deze vergelij king aan de dag van vandaag mank. ,,De eisen van het onmeedogende verkeer'' zo stelde Huizinga al vast. Wie de boeiende historische bijdragen van De Graaf in het Zeeuws Tijdschrift heeft gevolgd over Zeeland, beschreven door tijdgenoten, heeft ge constateerd dat het beeld van dit gewest voort durend aan verandering onderhevig is geweest. Zij die dit beeld hebben kunnen en willen fixeren ver richten monnikenwerk. Van Lennep maakte in 1823 kennis met een ander Zeeland dan Victor Hugo die in 186? het begin en Heine die in 1873 het slot van de aanleg van de spoorlijnen zagen. Maar bij alle verschillen blijft er landschappelijk toch veel onveranderd. Hugo gaf in zijn tijd aan de Zeeuw se kleinodiën de voorkeur boven de pompeuze hoofdsteden van Europa. Er zouden vóór het jaar 2000 wel wonderen moeten gebeuren wil zijn na zaat er anders over denken. LIEVER HEIMWEE DAN ZEELAND? AP dit punt moet mij nog één verwondering van het hart. Zij die zich verzetten tegen de ver anderingen zijn Zeeland meestal ontrouw gewor den. Boutens, Huizinga of Ritter, zij beleefden Zeeland van verre en kwamen af en toe hun heim wee bevredigen. Max Tak heeft gezegd dat hij Zoutelande prefereerde boven New York, maar hij koos de Amerikaanse hoofdstad. Een dichter variërend kan men deze mentaliteit kenschetsen met: liever heimwee dan Zeeland. Degenen nu die bouwen aan het nieuwe Zeeland stellen zich ten doel de Zeeuwen dit heimwee te besparen door hier werkgelegenheid te scheppen, misschien niet voor de dichter, maar wel voor de gewone man. Dit vergt een vooruitziende instel ling die als het moet de grond cultuurtechnisch rationeel op de schop neemt. LANDBOUW EN ANDERE FACTOREN DE landbouw stelt zich op hetzelfde standpunt'. Hij kan een geïnundeerde polder niet precies doen construeren omdat hij in d'e strijd om het bestaan mee moet concurreren. De landbouwer zal daarom ook begrijpen dat in andere sectoren de blik ook vooruit gericht wordt, dat deze zaken zelfs in elkaar grijpen. De agrarische rationalisatie bijvoorbeeld maakt handen overtollig en doet de dorpen ontvolken. Het verenigingsleven gaat kwij nen, de middenstand geraakt in déconfitures. Al leen wanneer in de omgeving nieuwe arbeids plaatsen worden geschapen behoeft dit niet te ge beuren. Dertienhonderd mannen, waarvan twee honderd uit landbouwkringen zoeken hier elk jaar extra werk of zullen met de hunnen verdwijnen naar het westen. Maar dit betekent een open oog voor de industrie, waarvan men anderzijds om zichtigheid in het grondgebruik mag verwachten. Een groeiende tuinbouw vraagt ook in de om geving een groeiende markt. In de op gang zijnde verkeersverbeteringen vraagt de landbouw zijn aandeel, draagt er het zijne toe bij. Men denke aan de concentratie van de landbouwhavens, de goede functionering van de veerdiensten, wegen aanleg. Misschien het belangrijkst is wel het be roep dat de landbouw doet op de altijd beperkte investeringsfondsen van de overheid, het vraag stuk van wat eerst en later komt, van de priori teiten. Dit vergt afweging van belangen, rende menten. Het E.T.I. dat met zijn economische on derzoekingen alle sectoren bestrijkt doet dit in zijn adviezen binnen zijn vlak. Vandaar dat het ook bezig is een provinciale boekhouding op te zetten waarin de inkomsten en uitgaven per sector >n een tabel worden gezet. Wil men een eerlijke af weging dan kan ons inzicht niet gauw helder ge noeg zijn. BEWOONBAAR GEWEST '"TENSLOTTE werken wij allen voor een bewoonbaar Zeeland. Het mag zogenaamd agrarisch zijn of niet, als het maar landschappelijk gesproken het oude Zeeland ongeforceerd intact houdt. Als het met andere woorden visueel, voor het zicht, maar agrarisch blijft. Daar is alle kans op. Wij zien de verten en het evenwicht nog niet zo gauw ge broken. En tenslotte zijn wij wat wij zijn niet door wat wij bezitten maar door wat wij samen bouwen vanuit onze gees telijke erfenis.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 13