De uitwateringssluizen
in de afsluitdam van het Haringvliet
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
SLUISVLOERCONSTRUCT1E.
*|N mei 1959 werd begonnen met de bouw van een aaneengesloten complex van 17 uit-
wateringssluizen die te zijner tijd zullen worden opgenomen in het dijklichaam van
de afsluitdam.
Het complex aan de noordzijde begrensd door het Rak van Scheelhoek en aan de
zuidzijde door het Noord Pampus zal t.z.t. door het aansluitende lichaam van de af
sluitdam van het Haringvliet worden afgesloten.
SCHUIVEN.
HET kunstwerk wordt uitgerust met dubbel-
kerende segmentschuiven van 425 ton.
Elke schuif scharniert aan 4 stalen armen van
25 m lengte en wordt bewogen door 2 hydrau
lische installaties, geplaatst ter weerszijden van
elke schuif in de bedieningshuisjes op de stroom-
pijlers.
De scharnieren van de stalen armen zijn beves
tigd aan een driehoekige constructie van voorge
spannen beton, een zgn. Nablaligger („Nabla" is
een Arabisch letterteken aanduiding van deze
vorm).
BRUGCONSTRUCTIE.
BEPALING VAN BE AFMETINGEN VAN
DE UITW ATERINGSSLUIZEN.
»OOR middel van laboratoriumonderzoek is de
meest gewenste vorm van de sluisvloer tot
het verkrijgen van het gunstigste stroombeeld be
paald. Onder meer op grond hiervan heeft men
het plan ter weerszijden van het kunstwerk storte-
bedden aan te leggen tot een diepte van 30 m
N.A.P. Voor zover deze binnen'de bouwput zijn
gelegen zullen deze stortebedden eventueel in den
droge worden uitgevoerd, waardoor de meeste
zekerheid voor een juiste uitvoering wordt ver
kregen.
De sluisvloer, met de pijlers gefundeerd op
ruim 20.000 palen, wordt aan weerszijden opge
sloten door een dubbele rij stalen dam wanden ter
lengte van 16 m met daartussen een vulling van
beton, die reikt tot 18 m N.A.P. De dikte van
de sluisvloer zal 0.90 m bedragen.
BEPALING VAN DE CAPACITEIT VAN DE
UITWATERINGSSLUIZEN.
HET Haringvliet is onder de huidige omstandig
heden de belangrijkste afvoerweg van het
opperwater en het ijs van de grote rivieren en
jnoet deze functie kunnen blijven vervullen.
Er moet n.l. voor gezorgd worden enerzijds dat
zoveel mogelijk zoet water door de Nieuwe Water
weg naar zee gaat om het zoutgehalte in dit
water zo laag mogelijk te houden, doch anderzijds
dat de stroomsnelheid in de Nieuwe Waterweg
en de Noord met het oog op de scheepvaart niet
te groot wordt.
Er is dus een bepaalde grens aan de hoeveel
heid water die door de Nieuwe Waterweg mag af
vloeien. Dit betekent dat bij hoger wordende af
voeren van de Rijn en Maas het Haringvliet een
steeds belangrijker rol als afvoerweg krygt.
Bij de hoge waterafvoer van 10.000 m3 langs de
Rijn (d.i. het 4 a 5 voudige van de gemiddelde
afvoer) en 2.000 m3 langs de Maas zal ruim
60 door het Haringvliet moeten afvloeien.
Deze waterhoeveelheden zijn mede bepalend ge
weest voor de afmetingen van de uitwaterings
sluizen.
Door de sluis moet 20.000 a 21.000 m3 water per
seconde kunnen worden gespuid (dat is dus 20 tot
21 miljoen liter water per seconde).
In de praktijk zullen de schuiven slechts enkele
dagen per jaar voor het lozen van zeer grote op-
perwaterafvoeren volledig worden gebruikt. Ge
middelde opening bij eb zal slechts 300 a 400
m- bedragen. In perioden van grote waterschaar-
ste zullen de schuiven gedurende maanden geheel
of nagenoeg geheel gesloten zijn.
voerd, daarop zoveel mogelijk zullen breken. De
daarvoor op deze pijlers gemonteerde vervang
bare stalen kammen zullen hiertoe bijdragen.
Door de grote doorvaarthoogte (tot 6 m -f
N.A.P.) zal het bovendien bij geopende sluizen
voor gangbare ijsbrekers doorgaans mogelijk zijn
ook in de sluisopeningen werk te verrichten.
In enkele pijlers werden riolen aangebracht,
met speciale voorzieningen uitgerust ten behoeve
van de trek van vis en glasaal.
In de beide landhoofden (de aansluitingen van
het kunstwerk op de dam in het Haringvliet) zijn
eveneens afsluitbare riolen aangebracht. Deze
hebben tot taak zout lek- en schutwater, dat wordt
verzameld in een juist binnen de sluizen te maken
diepe trog, naar buiten af te voeren.
DE zgn. Nablaligger is een brugconstructie, Öie
de uitwateringssluizen overspant van pijler
tot pijler.
Men past een betonconstructie van voorgespan
nen beton toe, mede omdat deze minder door de
zilte atmosfeer zal worden aangetast en derhalve
minder onderhoud zal vergen dan stalen bruggen.
Op deze driehoekige ligger die een totale breed
te van 22 m aan de bovenzijde heeft, zal een auto
snelweg worden geprojecteerd met vier rijstok-
ken, alsmede een weg voor langzaam verkeer, en
een voetpad. Deze weg ligt op een hoogte van
18 m N.A.P. De onderzijde van de 12 meter
hoge ligger, ligt derhalve op 6 m N.A.P., vol
doende om ijsbrekers door de sluis te laten pas
seren. In de driehoekige constructie is een dienst-
MEDE met het oog op de ijsafvoer van onze
grote rivieren, die voornamelijk door het
Haringvliet plaats vindt en plaats moet blijven
vinden, is besloten tot de bouw van een wijde
sluis met een ondiepe drempel.
De afstand tussen de pijlers is enerzijds bepaald
door de eisen die aan de ijsafvoer worden gesteld,
terwijl anderzijds het technisch mogelijke en het
economische aan deze afstand bepaalde grenzen
stelde.
Afstand tussen de hoofden inclusief stroom-
pijlers 1048,50 m, aantal doorstroomopeningen 17,
breedte doorstroomopeningen 56,50 m per stuk,
breedte stroompijlers 5,5 m. Doorvaarthoogte door
stromingsopeningen 6 m N.A.P., drempeldiepte
5.50 m N.A.P. Aantal schuiven: 34, te weten
17 benedenstroomse schuiven en 17 bovenstroom
se schuiven.
Aantal machinekamers: 68, waarvan telken
male 4 machinekamers zijn opgenomen in elk der
16 stroompijlers. In elk der 2 landhoofden zijn nog
2 machinekamers geprojecteerd.
Aan de zuidzijde is een centraal bedieningshuis
ontworpen, waarin o.a. dieselaggregaten worden
opgesteld voor stroomvoorziening in noodgevallen.
FWLERCONSTRUCTIE.
MEDE met het oog op het ijs hebben de pijlers
een zodanige vorm, dat grote velden drijf ijs,
die door de stroom tegen de pijlers worden ge-
Zo komt in 1968. de voltooide Haringvliet dam er uit te zien.
Schets van het voltooide complex der uitwateringssluizen in het Haringvliet
Zeventien naast elkaar gelegen uitwateringssluizen van elk 60 m lang met es*n totale doorstroombreed-
te van 1 km. Om de 60 m zal een betonnen peiler de „Nablaliggers" ondersteunen, die tevens als rij
weg en ter bevestiging van de segmentschuiven zullen dienen.
Afmetingen van de riolen in het noordelijke
landhoofd: 2 stuks. Lengte 2150 m, hoogte zo
wel als breedte 2.80 m elk. Diepte zoutwaterkom
(trog) tot 30 m N.A.P. Afmetingen van de
riolen in het zuidelijke landhoofd: 3 riolen lengte
215 m, elk groot 2.80 x 2.80 m.
Doordat deze riolen diep zijn gelegen kan het
zoute water worden gespuid, zonder dat daarbij
het schaarse zoetwater wordt meegevoerd (zout
water is zwaarder dan zoet water en zakt daar
om naar beneden).
pad geprojecteerd, waarlangs het bedienend per
soneel zich naar de verschillende machinekamers
kan begeven, terwij] tevens openingen zijn ge
spaard voor het doorvoeren van kabels.
De driehoekige Nablaliggers van voorgespan
nen beton hebben zijwanden ter dikte van 40 cm
en met verzwaarde hoekpunten. Aan de einden
en ter plaatse van de opleggingen van de steun-
armen voor de segmentschuiven worden dwars-
schotten aangebracht in de ligger, waarin voor
het eerder genoemde inspectiepad en de benodig
de electrische kabels openingen worden uitge
spaard. Elke ligger weegt - 6000 ton.
De schuiven, die ieder 425 ton zullen wegen,
alsmede de liggers zelf worden aan uitzonderlijk
hoge belastingen onderworpen. Het zijn dan ook
constructies, die in deze vorm en afmetingen nog
niet eerder weiden vervaardigd.