*TJoor de <*\Jrouw
Hoog boven de Europoort
Rendez-vous der Europese mode
ONDER REDACTIE VAN MEVROUW L. N. HUIJSMAN—GRIEP
VAN HET PLATTELAND
446
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
Xe#****##**###*********
33
33
•«1TAARSCHIJNLIJK hebt u, evenals ik, in de pas voorbije maanden één of meer modeshows gezien.
Misschien hebt u na de derde show bij uzelf gezegd: „Ziezo, nu weet ik het wel." Zelf dacht ik
er ook zo over, doch toen ik drie weken geleden een uitnodiging kreeg van de „Dralon-voorlichting Ne
derland" voor de persshow van „Rendez-vous der Europese mode", heb ik er geen ogenblik aan gedacht
'deze uitnodiging af te slaan. De kaart op zichzelf zag er al zo enig uit. Niet enkel zakelijke woorden,
maar daarnaast een slanke zwartgehandschoende hand, waarvan de duim en wijsvinger elegant een
roze-rode roos vasthielden. Onderaan bij de handschoen het ons allen zo vertrouwde Bayerkruis, dat wij
■yan de „Asperine" kennen. De handtekening van de reclametekenaar, die deze kaart ontworpen heeft,
was onleesbaar, maar deze man is vast niet de eerste de beste. Immers deze tekening werkte suggestief.
Zoals de hand (met de naam Bayer ernaast) de edele roos, die „de Koningin der bloemen" wordt ge
noemd, presenteerde was dit het symbool van al het edels, dat wij aan stoffen en modellen te zien zouden
krijgen. Wij kwamen niet bedrogen uit.
Hoog boven de uitbundige bloemenpracht van de
Floriade, hoog boven de snelgroeiende stad, die als
de Europort wordt beschoüwd, genoten wij van een
evenement in de mode-wereld, dat wij voor geen
geld hadden willen missen.
De gastheer, die ons namens het Bayer-concern
welkom heette, zei onder meer: „Beneden ons ligt
'de „Europort", symbool van het verenigd Europa en
in het topje van de Euromast presenteren wij wat
ontstaan is door inspiratie en vakmanschap van vele
groten in textiel en mode uit elf Europese landen.
Een draad van Draion bindt hen samen."
HET KIJKSPEL
TOEN begon het kijkspel. Begeleid door marsmu-
ziek zweefden vijf beeldschone mannequins, ge
kleed in luchtige strepless avondjurken over het
plankier. In de zwartgehandschoende rechterhand
een roze-rode roos. Nauwelijks waren zij verdwenen
of drie andere „topmannequins" toonden ons ele
gante strandkleding.
Weer anderen toonden draion jersey pakjes, rok
ken, die bedriegelijk veel op wollen mohair leken en
beeldige truitjes. Het ging alles in een ijltempo en
Mies Bouwman, de explicatrice, had de handen vol
het tempo bij te houden. Wij hadden bewondering
voor haar, dat zij hierin slaagde.
De veertien „Draion-prinsessen", zoals de manne
quins voor deze gelegenheid werden genoemd, waren
omgeven door een hofhouding van kameniers, kap
pers en make-up-specialisten. Vanzelfsprekend alle
maal eerste klasse vakmensen, die ér voor zorgden,
'dat iedere mannequin er bij ieder nieuw nummer
uitzag of ze zo van de kapper èn schoonheidsspe
cialiste kwam. Het leek mij een hele prestatie om
<le hoge „keizerin Farah kapsels" bij die snelle ver
kleedpartijen zo mooi in orde te houden.
Wij zagen heel wat modellen, die afgestemd
waren op de wintermode 1960-'61. Zo noemen wij
in de eerste plaats de produkten van onze eigen Ne
derlandse haute couture. Het is heus geen chauvi
nisme, dat mij hiertoe beweegt, maar wij mogen er
toch wel een beetje trots op zijn, dat onze couturiers
©p één lijn gesteld worden met Parijse modehuizen
als Pierre Balmain, Pierre Cardin en Nina Ricci.
Mooi van lijn en draagbaar ook voor de Neder
landse vrouwen was het Dralon-flanel deux-pièces
van Jolo Couture uit Utrecht. Hetzelfde huis liet een
heel mooie avondjapon met mantel van Dralon-
acetaat-brocaat zien. De Plza-modellen uit Amster
dam waren vertegenwoordigd door een eenvoudige
japon met jasje van gestreepte Dralon-serge en een
prachtige mantel van Dralon-Velours.
Veneziani uit Milaan toonde o.a. een zomer-
cocktailjapon van Dralon-acetaat-reliefsatijn en een
wintercocktailjapon van Dralon-jersey-lamé. Bij
beide modellen was het lijfje doodeenvoudig, doch
muntte de rok uit door geraffineerde coupe.
Onmogelijk er even een copie van te maken.
Pierre Balmain liet een staaltje zien van Frans-
Nederlandse samenwerking. Voor één van zijn
chique ensembles koos hij „Dralon-inprimé", ver
vaardigd door de Stoomweverij Nijverheid te En
schede. Heinz Oestergaard uit Berlijn nam ons
uit de gloeiende hitte van deze junidag ter afkoeling
mee naar de wintersport en toonde twee snoezige
après-ski-japonrien van Dralon. Het is echt niet te
doen, produkten van alle exposerende modevorsten
te tonen, maar een pracht ensemble van Dralon-
Prince de Gallas, gebracht door Pièrre Balmain,
willen wij toch niet voorbijgaan. Jammer, dat er
geen foto meer van te krijgen was. Wij hadden er
zeker allemaal ons oog on laten vallen om de
lezeressen van onze bladen op dit plaatje te ver
gasten.
BIJ DE FOTO'S
TOCH waren wij zo gelukkig twee modellen te be-
machtigen, die heel goed te dragen zijn door
vrouwen van het platteland. Het eerste model is een
trois pièces van Dralon-jersey-etamine, gebracht
door Hermann Schwichtenberg uit Berlijn. Blouse
en voering van het jasje zijn van dezelfde Dralon
Shantung-imprimé. De stoffen zijn vederlicht en
prettig in het dragen.
Het tweede model is van een Brussels modehuis,
n.l. van Denise Gendry. Deze mantel is gemaakt van
Dralon-Gabardine en zou het even goed doen op ons
Zeeuwse platteland als op de Grote Markt in Brus
sel, waar bijgaande foto werd genomen.
Als u dit verslag met belangstelling hebt gelezen
(en dat hoop ik echt) zult u tot de ontdekking zijn
gekomen, dat er een grote verscheidenheid op het
gebied van Dralon is. Niet alleen de imprimeetjes,
die we allemaal kennen of het zachte, warme onder
goed worden door het Bayer-concern gemaakt, maar
een verscheidenheid van weefsels zo groot, dat het
adembenemend is. En dan te bedenken, dat die
zelfde Bayer met aspirine begon. Het is echter niet
zo gek als het lijkt, want zoals het pijnstillende mid
del chemisch wordt samengesteld, zo komen ook
knappe chemici er aan te pas om de Dralon-vezels
tot stand te brengen. Ze worden steeds vinding-
Uit Dralon"-Jersey-etamine vervaardigd
mantelpakje en blouse. De voering- van
het jasje en de blouse zijn uit dezelfde
stof, bedrukt Dralon-shantung-, vervaar
digd. (Model: Swichtenberg-, Berlijn.)
rijker. Weefsels, die als twee druppels water Op
wol lijken, vinden misschien hun oorsprong in de
zwarte steenkool: Glanzend satijn heeft nooit iets
uitstaande gehad met de cocon van een zijderups en
ga zo maar door.
Een mantel uit „Dralon"-garbardine.
(Model: Denise Gendry, Brussel.)
Het gehele modefestijn was stijlvol. Voor de tal
loze ramen en op de tafeltjes prijkten boeketten
rode rozen in gelijkvormige puntig toelopende witte
vazen.
Bijzonder aardig was ook, dat wij allen reeds
voor de show wat vertrouwd waren met de veertien
mannequins, .omdat wij van elk een korte levens
beschrijving gekregen hadden.
ZIJ HEBBEN HET NIET ZO GEMAKKELIJK
"fTEEL meisjes van onze tijd koesteren de wens
mannequin, filmster, stewardess of iets derge
lijks te worden. Het lijkt allemaal zo mooi, maar
het is zo zwaar.
Zo was daar Nathalie Ozenne uit Parijs. Zij is
getrouwd en heeft een dochtertje van zeven jaar. Zij
wil haar dochtertje een goede schoolopleiding geven
en eventueel laten studeren, als zij dat wil. Studeren
was Nathalie's grootste wens, maar thuis was er
geen geld voor. Zij heeft dat altijd erg gevonden en
daarom werkt zij nog om haar kind de mogelijkheid
tot studie te geven. Echter zij zal haar kind niet
in een bepaalde richting dwingen, maar misschien
zal ik haar afraden mijn voetsporen te volgen, want
het beroep van mannequin is heerlijk, maar het
vermoeiendste ook, dat ik mij kan voorstellen.
Vicky Davesne was de andere getrouwde man
nequin, eveneens uit Parijs. Zij heeft een zoontje
van zes jaar, waarvan zij veel houdt en waarvoor zij
werkt. Deze jonge vrouw is intelligent, liep de mid
delbare school af en wilde later modetekenares wor
den, doch had zoals zij zelf zegt, niet voldoende
talent. Omdat zij zich zo voor de mode interesseerde,
werd zij mannequin.
JJTET is natuurlijk niet mogelijk van alle veertien
topmannequins iets over hun levensloop te
vertellen en het zou u waarschijnlijk ook gaan ver
velen. Het viel mij wel op dat er enkele heel nuch
tere dames bij waren, die onder meer zeiden: „Wij
leggen nu vast wat op zij voor later, want voor
mannequin ben je gauw te oud."
Dat is het nu juist, wat mij zo huiverig tegen
dergelijke beroepen doet staan. Je ligt er zo gauw
uit en als er dan nog omgeschoold moet worden,
begint de misère. Als zij in de haute couture terecht
gekomen zijn, hebben zij een tijd van luxe achter
zich. De grote modehuizen betalen goed. Het deed
mij dan ook goed, dat er bij deze mannequins een
vrij groot percentage was, dat zei: „Als ik te oud
ben voor mannequin, kan ik weer werk doen, waar
voor ik vroeger geschoold ben.**
Daarom zou ik ook voor elk meisje, dat wegens
haar mooi figuur geschikt is voor mannequin en
voor dat beroep voelt, aanraden niet alles op één
kaart te zetten, want zoals wij lazem „JE BENT
GAUW TE OUD'-'.