Wormstekigheid en kwade harten
in erwten
Kwaliteitsverbetering
consumptie-aardappelen
Vooruitzichten voor vlasafzet
nog niet rooskleurig
NEDERLEGGING TER LEZING EN
ALGEMEEN
VERKRIJGBAARSTELLING VAN DE
REKENINGEN VAN HET
LANDBOUWSCHAP OVER DE
JAREN 1957 EN 1958
433
Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst voor Zeeuwsch-Vlaanderen te Axel
BIJ velen ligt de schade, door de peulboorder in 1958 en 1959 veroorzaakt, nog vers in het
geheugen. Het valt moeilijk te voorspellen of er dit jaar weer veel schade zal zijn. Wel staat
het vast dat de financiële resultaten sterk gedru kt kunnen worden. Bij een vroege aantasting
van de knopmade kan de plant de schade mogelijk nog wat inhalen, maar bij wormstekigheid
wordt de kg-prijs van de erwten zonder meer ge drukt. Gaat men voor zichzelf eens na welke
schade de wormstekigheid op het eigen bedrijf de laatste 10 jaren heeft veroorzaakt, dan kan
men ook vaststellen of dë verzekeringspremie van 30,per ha bij één keer of van 60,bij
twee keer spuiten verantwoord is.
Bij de peulboorder hebben wij te maken met
een motje (nachtvlindertje) dat haar eitjes afzet
hier en daar op een erwteplant. Uit deze eitjes
komen rupsjes te voorschijn die zich in een peul
boren. Hierin vreten zij de zaden aan met piksel
als gevolg. Het motje zelf komt betrekkelijk wei
nig met de plant in aanraking Het rupsje daaren
tegen moet een lange weg afleggen op de plant en
heeft dus veel kans om op een bespoten gewas met
het middel in aanraking te komen. Men moet dus
zorgdragen dat het bestrijdingsmiddel op de plant
aanwezig is op het moment dat de eerste rupsjes
zich op weg begeven en verder dat de planten ge
durende langere tijd onder het middel gehouden
wordt. Of een bestrijding moet worden uitgevoerd
is van verschillende factoren afhankelijk. Regel
matig optreden in de omgeving, teelt van erwten
naast een perceel waar vorig jaar erwten stonden
en zonnig en zacht weer werken liet optreden en
dus het besluiten tot een bespuiting in de hand.
Ook de aanwezigheid van motjes boven en in het
gewas, tegen het einde van de bloei, is een aan
wijzing dat de kans op eiafzet groot is. Dit is ook
weer niet meer dan een aanwijzing omdat bij ei-
afzet, uitkomen en eerste ontwikkeling de weers
omstandigheden voor de diertjes nog een lelijke
streep door de rekening kunnen halen.
TIJDIG SPUITEN
UOOR een goed resultaat moet echter op tijd
gespoten worden. Daar ontbreekt in de prak
tijk vaak nog heel wat aan.
Twee wegen staan ons ten dienste om het juiste
tijdstip vast te stellen: afgaan op de aanwezigheid
van de eerste rupsjes of letten op de ontwikkeling
van het gewas. Bij de eerste methode moet men
van de oudste peulen meestal te vinden aan de
randplariten) dagelijks honderd peulen openen om
na te gaan of er rupsjes in zitten. Deze methode
|N een voordracht te Oostrozebeke heeft de
bekende Belgische vlasdeskundige, oud-minis
ter André Dequae, enkele problemen behandeld,
waarmee de vlaswereld geconfronteerd wordt.
Hij noemde het van het grootste belang, dat
de Belgische vlasteelt en vlasindustrie ook in de
toekomst door de staat zullen worden gesteund
en de teeltpremie zowel als de verwerkingspremie
opnieuw worden ingesteld. Er zal binnenkort een
commissie worden opgericht, die zich voor dit
doel zal inzetten. Wat betreft de 25 aan pre
mies, die niet werden uitbetaald, zal erop worden
aangedrongen dit bedrag te gebruiken voor het
algemeen welzijn van de vlasindustrie, waarbij
wordt gedacht aan de oprichting van een condi
tioneringsinstituut en het organiseren van een
termijnmarkt voor vlaslint.
Naar aanleiding van het marktverloop in Bel
gië in de jongste maanden merkte spreker op,
dat de voorraden, die bestaan, groter zijn dan
men denkt. Z.i. zou het goed zijn te trachten de
grootte van deze voorraden te leren kennen en
zo positie te kunnen bepalen. Structureel waren
de vlassers volgens de ttëer Dequae altijd de
zwaksten tegenover de spinners, die eendrachtig
samengaan, wanneer het erom gaat het vlas te
gen de laagste prijs te bekomen.
JVE heer Dequae deed een beroep op de vlas-
sers het initiatief te steunen van hen, die
een coöperatief verbond willen stichten, teneinde
tot een sanering van de markt te geraken. Hij
achtte het niet uitgesloten en zou dat toejui
chen als deze samenwerking tot het instellen
van een termijnmarkt zou leiden.
De vooruitzichten zijn volgens spreker nog niet
zo rooskleurig. Theoretisch heeft een mogelijk
heid bestaan de aankoop van vlas in Oost-Europa
te beperken, indien de Westeuropese spinners
zich daartoe zouden hebben verbonden. De spin
nerijen hadden inderdaad toegezegd om tussen
oktober 1960 en oktober 1961 slechts 25.000 ton
vlasvezel uit Rusland aan te kopen, ook in het
geval dat Schotland niet bereid zou zijn mee te
werken. Door de Franse vlasindustrie werd dit
voorstel echter op een te Parijs gehouden verga
dering tenslotte toch weer verworpen.
is alleen verantwoord als regelmatig over de per-
ceelsranden verspreid peulen geplukt worden en
deze ook nauwkeurig op de aanwezigheid van de
kleine aanvankelijk één milimeter lange
rupsjes worden onderzocht.
Wordt de eerste methode te bewerkelijk geacht
of is men er praktisch bij voorbaat van verzekerd
dat een bestrijding noodzakelijk is dan kan nien
uitsluitend afgaan op de ontwikkeling van het ge
was. Men dient dan te spuiten zodra de oudste
peulen alweer te zoeken langs de rand van het
perceel beginnen te zwellen en dus voor dë helft
zijn volgegroeid.
In béide gevallen verdient het aanbeveling
om de rand eerst afzonderlijk over een strook
van bijvoorbeeld 10 a 12 meter te spuiten en
dan na een dag of vijf het gehele perceel, de
randen incluis.
Bij kleine en bij smalle percelen dient vanzelf
het gehele perceel tweemaal gespoten te worden
omdat bij wijze van spreken hier alles „rand" is.
Verder kan men er rekening meehouden dat de
vreterij door de rupsjes doorgaat zolang de erwten
zacht zijn. Men zou er dus voor dienen te zorgen
dat de erwten niet te zacht in de ruiter komen al
zullen het uiteraard vaak andere factoren zijn die
het tijdstip van ruiteren bepalen.
Aangeraden wordt te spuiten met 1,6 kg-liter
a. Kwaliteitsverbetering dient vrijwillig tot stand
te komen, bij een op kwaliteit en goede sorte
ring gebaseerde prijsvorming. Een reeds eerder
door de kleinhandel gedaan voorstel om via
verordening bepaalde sortëfingen voor te
schrijve^, ondervindt geen ondersteuning. Sen
dergelijke regeling wordt bovendien niet uit
voerbaar geaeht.
b. De oprichting' van de „Stichting Kwaliteits
merk Aardappelen" zal leiden tot het waar
borgen van een redelijk goede en meer con
stante kwaliteit van de in kleinverpakking en
onder merk verkochte aardappelen, welke vrij
willig aan controle van de bedoelde stichting-
worden onderworpen. Naarmate de onder
waarborg verkochte aardappelen in kleinver
pakking meer ingang vinden, zal dit een prik
kel kunnen inhouden tot het besteden van
meer zorg aan de los verkochte aardappelen.
c. Het o.m. in de N. O. P. door een aantal telers
gevolgde systeem, waarbij de kwaliteit en sor
tering voor af te leveren aardappelen centraal
wordt beoordeeld, verdient navolging.
d. Het verdient aanbeveling om de consument
op juiste wijze voor te lichten omtrent de
kwaliteitseigenschappen en omtrent diverse
mogelijkheden tot het gebruik van aardappe
len. De propagandastichting Consumptie
aardappelen verricht in dezen nuttig werk.
e. Het wordt nuttig geoordeeld via een opinie
onderzoek te peilen welke opvattingen er bij
de consument heersen, c.q. welke eisen worden
gesteld met betrekking tot de kwaliteit van
consumptie-aardappelen.
Het wordt gewenst geacht, dat de Stichting
voor Consumptie-aardappelpropaganda, in sa
menwerking met enkele deskundigen, desbe
treffende instituten en belanghebbende groe
peringen, daartoe een weloverwogen vragen
lijst opstelt. Eventueel kan hierbij ook een on
derzoek naar de prijsvorming bij verschillende
sorteringen worden ingeschakeld. Op basis
van de resultaten van een dergelijke opinie
peiling kan het wetenschappelijk onderzoek en
de voorlichting worden geïntensiveerd.
parathion 25 Bij normaal rijp te oogsten erw
ten mag de periode tussen spuiten en oogsten niet
korter zijn dan drie weken; bij erwten voor de
eonservenindustrie is deze termijn 10 dagen.
MANGAANGEBREK
HIT kan bij erwten op tweeërlei wijze tot uiting
komen. Soms is in het gewas nog vóór de
bloei een verkleuring te zien waarbij vooral <le top-
blaad.jes bronsaehtig verkleurd zijn terwijl de ner
ven opvallend groen zijn. Dit verschijnsel komt
vooral voor op gescheurd geëgaliseerd grasland en
op kalkrijke grond. Ook overstroming en inun
datie hebben het optreden in de hand gewerkt.
Waar na egalisatie of scheuren ook nog gekalkt
werd is de kans op optreden in het gewas het
grootst. Ook dient men in nog slechts enkele jaren
ingedijkte polders zijn erwtegewas in de gaten te
houden. Worden bovengenoemde gebreksverschijn
selen in het gewas waargenomen dan dient on
middellijk gespoten te worden met 15 kg man-
gaansulfaat per ha, een behandeling die eventueel
met 2 kg DDT spuitpoeder 25 gecombineerd kan
worden. Vaak is echter aan het gewas niets te
zien terwijl men toch uit ervaring weet dat in be
paalde betrekkelijk jonge polders met een hoog
gehalte aan koolzure kalk de erwten kwade harten
vertonen. Schokkers en capucijners zijn hiervoor
net meest gevoelig. Toch blijken regelmatig bij
voorbeeld in 1959 ook de ronde groene en met
name het ras Pauli dit euvel te vertonen. Om
kwade harten te voorkomen is een behandeling
met 15 kg mangaansulfaat als het gewas in volle
bloei staat aan te raden. Dit advies houdt tevens
in dat een bestrijding van kwade harten niet ge
combineerd kan worden met die tegen de knop
made of tegen de wormstekigheid. Voor de knop
made is het tijdstip van toedienen van mangaan
sulfaat te laat en voor de peulboorder (worm
stekigheid) nog te vroeg. Het. zou onjuist zyn om
terwille van een conibinatiemogelijklueid van een
tijdstip af te wijken. Het op tijd spuiten tegen in-
sekten of tegen kwade harten is van meer be
tekenis dan het uitsparen van die ene keer spuit-
loon.
Verwacht men een ernstige aantasting dan dient
een tweede bespuiting uitgevoerd te worden bij het
einde van de bloei. Deze kan eventueel gecombi
neerd worden met de eerste behandeling tegen de
peulboorder. Mengen met parathion is mogelijk
mits hiervan spuitpoeder gebruikt wordt.
f. Het onderzoekprogramma van diverse Wage-
ningse instituten dient zich met name ook te
richten op het kwaliteitsvraagstuk (veredeling,
teelt, mechanisatie). De Nederlandse Aardap
pel-Associatie kan hier een stimulerende en
coördinerende taak vervullen.
g. Onderzocht dient te worden in hoeverre voor
het afval en voor niet-consumptiewaardige
aardappelen een betere bestemming kan wor
den gevonden. Het I. B. V. L. heeft in deze
richting reeds onderzoekingen ter hand geno
men.
h. De voorlichting aan telers en handelaren via
verschillende media (lezingen, publikaties,
pers) dient intensief voortgang te vinden. De
Rijkslandbouwconsulenten voor de aardappel
teelt en voor de plantenziekten onderhouden
nauw contact zowel met de praktijk als met
de Wageningse onderzoekingsinstituten.
Het is gewenst dat de Nederlandse Aardap
pel-Associatie nagaat in hoeverre regionale
activiteiten kunnen worden ontwikkeld, b.v.
door te bevorderen dat op gewestelijk niveau
contacten worden gelegd tussen landbouw,
handel en voorlichtingsdienst.
UET dagelijks bestuur van het Landbouwschap
brengt ter openbare kennis, dat het ten kan
tore van het secretariaat (Raamweg 2528, Den
Haag) voor een ieder ter lezing gelegd en aldaar
algemeen verkrijgbaar heeft gesteld de rekeningen
van het Landbouwschap over de kalenderjaren
1957 en 1958, zoals deze met de daarbij behorende
bescheiden heden aan het bestuur zijn overgelegd.
jj^LS resultaat van enkele besprekingen tussen vertegenwoordigers van landbouw, groothan
del en kleinhandel inzake mogelijkheden tot verbetering van de kwaliteit van in het bin
nenland verkochte consumptie-aardappelen zulks naar aanleiding van een door het Produkt-
schap voor Aardappelen in 1959 uitgebracht rapport zijn de volgende conclusies getrokken: