De herverkaveling WAARDE gereed
PRODUKTIE-RAMING
ZATERDAG 14 MEI 1960
379
NA de stormvloed van 1 februari 1953 was zowel de zeewerende dijk als de binnendijk van het
waterschap Waarde doorgebroken. Door de aanleg van de nieuwe Kadijk en de Lavendeldijk
werd de polder Waarde van de polder Kruiningen gescheiden. Hierdoor werd het mogelijk de
polder Waarde reeds in een vroeger stadium droog te leggen dan de polder Kruiningen. De werk
zaamheden waren er oorspronkelijk dan ook op gericht om het gebied in de oorspronkelijke
toestand te herstellen. De primaire waterleidingen werden in orde gebracht, terwijl een op de
zeedijk opgestelde pompinstallatie het werkterrein droog hield. De schade was aanzienlijk. Ruim
300.000 m3 spoelzand bedekte de landerijen, welk zand werd afgevoerd naar de gaten in de door
geslagen Kadijk en naar laag gelegen percelen waar het werd ondergespit. Bovendien werd een
groot gedeelte afgevoerd naar de Krabbendijkse Vliet. In augustus 1953 kreeg het herstel een
ander perspectief omdat toen definitief kwam vast te staan dat het Waterschap Waarde als
Herverkavelingsgebied zou worden aangewezen.
Van die tijd af werd het herstel zoveel mogelijk gericht op de nieuwe toestand, die in het kader
van de herverkaveling, verwacht kon worden.
DE KOSTEN
Dc totaalkosten van de herverkaveling Waarde
(oppervlakte 927 ha) bedragen afgerond
4.650.000,Deze kosten zijn ongeveer als volgt
verdeeld:
OUDE TOESTAND
De landbouwkundige toestand van de polder
Waaide was van dien aard, dat ook zonder waters
nood toch diverse verbeteringen aangebracht had
den moeten worden. De ontwatering geschiedde
via een suatiesluis, terwijl de afmetingen van lei
dingen en duikers te gering waren. De wegen wa
ren smal en grotendeels slechts matig verhard,
terwijl de kavels klein, onregelmatig gevormd en
vrij sterk geaccidenteerd waren.
VOORBEREIDING
De voorbereidende werkzaamheden bestonden uit
een onderzoek naar de eventuele stichting van een
gemaal al of niet gecombineerd met de polder
Kruiningen. Naar aanleiding van een rapport uit
gebracht door het Technisch Bureau van de Unie
van Waterschapsbonden werd tot het stichten van
een afzonderlijk gemaal in Waarde besloten.
Vervolgens werd het plan van wegen en water
lopen opgesteld en goedgekeurd. Tevens werd een
onderzoek ingesteld naar de te draineren opper
vlakte in verband met het handhaven van de be
staande drainage. Uit dit onderzoek kwam vast te
staan, dat minstens 700 ha opnieuw gedraineerd
moest worden.
NIEUWE TOESTAND
TEN behoeve van de afwatering werd 10.5 km
waterloop gegraven of verbeterd. De vrijko
mende specie 85.00C m3) werd gebruikt voor
het dempen van oude sloten en voor op te hogen
laagten. De na de ramp opgestelde noodbemaling
werd vervangen door een electrisch gemaal, met
een capaciteit van 85 m3/min tussen de statische
opvoerhoogten van 0.204.10 m.
Ten behoeve van de ontsluiting van de percelen
werd 19 km weg aangelegd of verbeterd. Ruim
3 km weglengte werd verhard met klinkers, terwijl
de resterende 16 km verhard werd met hoogoven
sla kken, waarna een slijt- en/of deklaag werd aan
gebracht. De nieuwe wegen werden voorzien van
een wegbeplanting. Totaal werd 17 km wegberm
beplant met diverse houtsoorten.
Om een goede toedeling en kavelvorm te berei
ken, werden de oude sloten gedempt en vervangen
door een in verhouding gering percentage nieuwe
sloten. Binnen de nieuw ontstane kavels werden
alle hinderlijke hoogteverschillen geëgaliseerd,
waardoor van een aantal oude kavels, één nieuwe
kavel ontstond van goede afmetingen. In totaal
werden ongeveer 50 km sloten gedempt, terwijl
10 km nieuwe sloten werden gegraven. 150 ha
werd totaal geëgaliseerd, waarbij inclusief de te
dempen sloten en de vrijkomende grond uit wegen
en waterlopen 580.000 m3 ondergrondverzet plaats
vond, terwijl 450.000 m3 bovengrond werd opgespit
of teruggezet.
EEN speciaal probleem was de Krabbendijkse
Vliet, een «kreek in vroeger eeuwen ontstaan.
De gronden in deze kreek waren zeer laag gelegen
en voorzover zij daarvoor geschikt waren, in cul
tuur als zeer slécht grasland. Ook kwamen nog
enige moerassige gebieden voor welke met riet
begroeid waren. Besloten werd deze kreek op te
hogen met grond uit langs de kreek gelegen zeer
hoge enigszins droogtegevoelige gronden. Door
deze egalisatie bedroeg de directe landwinst 40
ha, terwijl tevens 15 ha te hoog gelegen grond een
veel gunstiger lagere ligging verkreeg.
Na uitvoering van de grondwerken, werd het
gehele gebied opnieuw gedraineerd. De bestaande
drainage was gebrekkig, te ondiep en kon niet
meer aangepast worden aan de nieuwe toestand.
In totaal werd 460 km nieuwe drainage gelegd.
Voor. bedrijfsvergroting was totaal 70 ha beschik
baar waarmede 30 bedrijven werden vergroot.
Terwijl voor de herverkaveling de gemiddelde be-
drijfsgrootte 2.70 ha bedroeg, is nu de gem. opper
vlakte van deze bedrijven 4.80 ha. Ook de voor de
electriciteitsaansluiting onrendabele percelen, die
anders wegens te hoge kosten nooit aangesloten
1.
Wegen
1.200.000,—
2.
Waterlopen
220.000,—
3.
Gemaal -f grote kunstwerken
460.000,—
4.
Egalisatie
1.800.000,—
5.
Drainage
680.000,—
6.
Electriciteit (29 percelen)
60.000.—
7.
Beplanting
30.000,—
8.
Schadevergoedingen
100.000,—
9.
Diversen
100.000,—
Totaal
4.650.900,—
zouden zijn hebben van de herverkaveling profijt
getrokken. Voor de laatste 29 percelen kwam de
aansluiting tot stand, zodat nu het gehele gebied
op het electriciteitsnet aangesloten is.
TUINBOUW
Het gebied kenmerkt zich door een intensief
grondgebruik. Op de helft van het totaal aantal
bedrijven wordt één of andere vorm van tuinbouw
uitgeoefend. De belangrijkste teelten zijn: appels,
peren, veel klein fruit zoals zwarte en rode bessen
en aardbeien. Verder gladiolen, wijnpeen en enkele
grovere groentengewassen.
Door de bedrijfsvergroting is een meer econo
mische bedrijfsvoering mogelijk geworden doordat
het aantal percelen na de herverkaveling met 30
verminderd is. Van de 130 ha fruitbomen welke bij
de ramp verloren gegaan zijn, is thans het grootste
gedeelte (circa 100 ha) weer ingeplant.
SCHATTING EN PLAN VAN TOEDELING
|\E eerste schatting van de grond werd uitge-
voerd in het voorjaar van 1954. De wenszittin-
gen voor het plan van toedeling vonden plaats in
de maand juli 1955. Het plan van toedeling, alleen
betrekking hebbende op het grondgebruik, kwam
gereed in het najaar van 1955 en werd officieus
tervisiegelegd, waarvoor op 1 dag alle grondge
bruikers ter kennisneming werden opgeroepen.
Deze werkwijze had het voordeel dat de nieu
we kavels zeer kort na de aanvang der cultuur
technische werkzaamheden in gebruik konden
worden genomen en kwam vooral tegemoet aan
het verlangen van de fruitkwekers om zo spoe
dig mogelijk met de herinsteek van boomgaar
den te kunnen beginnen en om te voorkomen
dat voor deze categorie van grondgebruikers
nogmaals een jaar verloren zou gaan.
Zoals te verwachten was, werd tegen dit zoge
naamde voorlopige plan van toedeling een aantal
bezwaren ingediend. Deze bezwaren werden op
zeer korte termijn door de Agrarische Subcommis
sie behandeld, en werden daarna in het plan nog
een klein aantal wijzigingen aangebracht. Het uit
zetten van deze gebruikskavels kwam begin januari
1956 gereed. Hierop volgde in de maand april 1956
de tervisielegging van de lijst van rechthebbenden
en de uitkomsten van de eerste schatting. Doordat
deze tervisielegging plaats vond na de officieuse
tervisielegging van het genoemde plan van toe
deling en de ingebruikneming der kavels, was het
voor de gebruikers mogelijk ook de schattings
uitkomsten van de aan hun toegewezen kavels te
bekijken.
Nadat de bezwaren tegen de eerste schatting
door Herverkavelingscommissie, Rechtercommis
saris en Rechtbank waren behandeld, stelde het
College van Gedeputeerde Staten van Zeeland in
haar vergadering van 19 november 1957 het plan
van wegen en waterlopen vast. Hierna volgde i in
de maand februari 1958 de tervisielegging van het
plan van toedeling, welk plan, nadat het eerste
ontwerp een aantal wijzigingen had ondergaan,
door de Herverkavelingscommissie werd goedge
keurd.
Tegen het plan van toedeling werden in totaal
65 bezwaarschriften ingediend. Met 50 belangheb
benden kon de Herverkavelingscommissie Zeeland
overeenstemming bereiken, terwijl 15 bezwaar
schriften werden doorgezonden naar de Raad van
Beroep.
Een 2e schatting heeft bereids (plaatsgevonden,
waarvan de gegevens nog uitgewerkt en later ter
visie zullen worden gelegd. In de loop van het vol
gend jaar komen deze werkzaamheden gereed en
zal in het jaar daarop (1962) de ruilverkavelings
rente betaald moeten worden (5 per jaar over
30 jaren).
Waaruit wel blijkt dat de uitgaven voor egalisa
tie de grootste posten van deze totaalkosten uit
maakten.
TOT BESLUIT
PEZIEN het groot aantal kleine bedrijven en de
u daarmee samenhangende bedrijfsvoering heeft
in deze herverkaveling Waarde geen boerderijen-
bouw plaats gehad.
In die delen waar de bouw voor volledig door 'de
overstroming was afgespoeld en de zandige onder
grond boven was gekomen heeft men ter verkrij
ging van een nieuwe 20 cm dikke bouwvoor wel
een geheel nieuwe methode gevolgd. Door slib uit
het Zuid-Bevelands kanaal op deze gronden te
spuiten is men in deze opzet geslaagd en kan na
3 jaren, de tijd die nodig was om deze sliblaag
in grond om te zetten, gezegd worden dat dit
experiment volledig gelukt is. De onkosten die
deze extra werkzaamheden met zich mee brachten
drukken op landbouwherstel, zodat deze buiten de
herverkavelingskosten vallen.
0NGETWIJFELD zullen niet alle betrokkenen
altijd even gunstige ervaringen met deze her
verkaveling hebben opgedaan. Het aantal ingedien
de bezwaarschriften wijst daar ook wel op. Toch
geeft vergelijking van de toestanden in dit gebied
vóór en na de herverkaveling zoveel voordelen
ten gunste van de herverkaveling te zien dat van
grote verbeteringen gesproken kan worden.
MELK EN ZUIVEL
AE economische afdeling van het PZ heeft een
V raming gedaan inzake de hoeveelheid melk
die de Nederlandse "veehouders aan de fabrieken
zullen afleveren van 1 april 1960 tot 1 april 1961.
De taxatie is dat de produktie 3.6 zal stijgen en
daardoor de hoeveelheid afgeleverde melk de
recordomvang zal bereiken van 6.000.000.000 kg
mellc. Deze hogere taxatie is vnl. gevolg van het
feit dat de melkveestapel 3 groter zal zijn en
dat voor de zelfkazerij 5000 ton minder nodig zal
zijn. De trend aanhoudende van de laatste 10 jaar
wat de produktiestijging betreft, taxeert men
evenwel een melkproduktie per koe die beneden
het vorige melkjaar blijft. De produktie in het af
gelopen melk jaar aprilapril was hoger* dan de
trend doordat de kwaliteit van het hooi deze winter
beter was, 25 hogere zetmeelwaarde en van
enkele soorten kuilvoer zelfs 50-"% hoger dan in
de voorlaatste winter. Daarbij taxeerde men glo
baal dat aan krachtvoeder deze winter ca. 25
meer vervoederd is. (De veehouders hadden min
der ruwvoeder en wisten onvoldoende dat de
kwaliteit zo goed was.)
H7ERD vroeger nog wel eens onder de norm ge-
voederd, deze winter werd dit niet gedaan.
Het effect van een hogere melkproduktie in de
laatste winter van 15 a 20 acht de economische
afdeling volkomen verklaarbaar.
Opmerkelijk was dat de praktische boeren die
in het PZ zitting hebben van mening waren dat
wanneer zich deze zomer en herfst wat het weer
betreft geen calamiteiten voordoen de taxatie van
3.6 hoger produktie alleen als gevolg van de
grotere melkveestapel aan de krappe kant is naar
hun gevoel.
Het is overigens interessant te vermelden dat
het ca. 5 jaar geleden is dat de afgeleverde hoe
veelheid melk de 5 miljard kg overschreed. Vlak
voor de laatste oorlog zijn wij wat de afgeleverde
hoeveelheid betreft nooit aan de 5 miljard geko
men. Wij schatten dat in het begin der dertiger
jaren de hoeveelheid melk die door de veehouders
afgeleverd en zelf verkaasd werd ca. de helft be
droeg van de. hoeveelheid die het PZ nu dit melk
jaar taxeert. Er is in 30 jaar wat de fundveeteelt
betreft zeer veel gebeurd, ook wat arbeidsproduc
tiviteit betreft, gelet op het feit dat het aantal
mensen, werkzaam in de veehouderij, zeer sterk
is afgenomen t.o.v. de dertiger jaren.
D.