Van Boerderij en Organisatie
360
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
SCHOUWEN EN DIIVELAND.
2 mei.
NAAST veel koud weer, thrips en an
dere problemen, is er één pro
bleem, dat naar het schijnt steeds
grotere vormen dreigt aan te nemen
en wel de vogelschade. Overal heeft
men last van vogels, maar vooral West-
Schouwen heeft vanwege zijn grote
oppervlakte hout, wel erg te lijden van
vogelschade. Het zijn vooral de wilde
duiven, die in groten getale op de ge
wassen neerstrijken en de zaak dan
gaan vernietigen.
Ook elders op Schouwen en Duive-
land ondervinden we veel last van
eenden, kraaien of spreeuwen. In de
Westhoek probeert men de vogels met
knalapparaten te verdrijven. Dit lukt
vrij aardig, maar na verloop van tijd
raken de dieren aan de knallen gewoon
en het lieve leventje begint opnieuw.
Ten einde raad grijpt men dan naar
vergif en dit geeft een zeer goed resul
taat. Helaas gaan ook vele minder
schadelijke vogels eraan en dat is na
tuurlijk jammer.
Zodoende schreven enkele weken ge
leden enkele kranten in Nederland over
..moordpartijen op grote schaal". In
hoeverre dit overdreven is laten we lie-
.ver maar in het midden. Een feit is dat
er schade is en vaak veel schade.
Het afschieten van b.v duiven
schijnt moeilijk te gaan. Velen schieten
ook liever op een haas dan op een
kraai of een duif.
Vergiftigen is echter niet toegestaan
en wanneer dat wel gebeurt vallen er
natuurlijk boeten. Maar het gewas la
ten opeten door vogels is een hard
gelag en geeft veel ontevreden gezich
ten. Over en weer wordt er nu ge
praat en geschreven en het is te ho
pen, dat er een oplossing wordt ge
vonden.
Men heeft in kringen van de land
bouw heus wei een open oog voor de
regel, „dat alles wat leeft en bloeit, ons
steeds weer boeit", alleen wat het
zwaarst is, zal dan op den duur ook
hier het zwaarst moeten wegen.
THOLEN EN ST. PHILIPSLAND.
2 mei.
HET koude droge schraie weer duurt
nog steeds onverminderd voort, het
geen er toe bijdraagt, dat de voor
sprong in ontwikkeling van de vruch
ten, die we aanvankelijk door het vroe
ge voorjaar hadden, allengs kleiner
wordt, zo ze nog aanwezig is.
Door de trage ontwikkeling krijgen
de belagers van de gewassen ruime
kans om hun vernietigend werk te
doen, en daarom is het dan ook ge
boden om de akkers steeds weer te
controleren op ongewenste gasten en
deze dan zo nodig spoedig te verwijde
ren. Gelukkig hebben we tegenwoor
dig een voldoende groot assortiment
bestrijdingsmiddelen, zodat we hiermee
al heel wat voor ons zeggen hebben.
Desalniettemin hebben enige collega's
toch niet kunnen voorkomen, dat en
kele percelen bieten zonder meer kon
den blijven staan, en als gevolg daar
van tot overzaaien hebben besloten.
Gedeeltelijk is dit te wijten aan een te
vroege zaai, gedeeltelijk ook aan een
te late, of helemaal niet uitgevoerde
bespuiting tegen schadelijke aanran
ding van thrips, kevertjes en worm
pjes. In dit verband mogen we nog
wel eens wijzen op het grote nut van
de waarschuwingsdienst voor ziekten
en beschadigingen in landbouwgewas
sen, die door de Bedrijfsstudiegroep
wordt verzorgd.
Wanneer er gevaar dreigt komt de
rode kaart binnen als teken van waak
zaamheid; wanneer U moet spuiten
dan heeft U het middel en de dosering
bij de hand, zodat U dit niet geheel
aan de loonsproeier over behoeft te
laten.
Hoewel we alle vertrouwen in deze
mensen hebben, achten we de boer toch
altijd verplicht om de nodige controle
uit te oefenen. In de praktijk is ons ge
bleken, dat dit zeker nuttig en nodig
kan zijn. Wilt U de kaarten hebben,
wendt U dan tot de assistenten van de
R. L. V. D.
Op St. Philipsland had men in de bie
ten nogal last van wormpjes, die knop
veel schade hebben aangericht. Een
bestrijding van deze wormpjes, moge
lijk de wormpjes van Hydroecia, is
moeilijk aan te geven.
Van onze St. Phfilipslandse collega's
hoorden we de klacht, dat zij er zo'n
beetje aanhangen bij het schrijven van
ons overzicht. Wij trachten dit wel
zo veel mogelijk te vermijden, doch
waar we ons domicilie hebben op het
eiland Tholen, en zodoende niet zo
heel dikwijls op St. Philipsland komen,
ligt het voor de hand. dat we van de
gang van zaken op Tholen beter op
de hoogte zijn, dan die van St. Philips
land. Ware het niet, dat schrijver dezes
zich gaarne hult in de sluier der anoni
miteit, anders hadden we ons wel eens
laten zien op het gespreks-centrum,
dat om de veertien dagen zaterdags in
de „Druiventros" op St. Philipsland
wordt gehouden en waar de proble
men de „Fliplandse" landbouw betref
fende, worden behandeld. Datgene wat
hier wordt besproken, zou zeker stof
opleveren voor ons overzicht. Mogelijk
vinden we een onzer collega's aldaar
nog eens bereid ons hierover eens iets
te vertellen, zodat onze rubriek daar
door nog aan aantrekkelijkheid wint.
Doelbewust doet de Thoolse bevool-
king zeker ten aanzien van St. Philips
land niet aan apartheidspolitiek, doch
de aardrijkskundige ligging vormt in
deze de grote hinderpaal op de weg
naar een grotere eenheid.
Het bezoek van het Kringbestuur in
de afgelopen, winter aan de afdelings
vergadering op St. Philipsland, gaf blijk
van de goede wil, die er van Thoolse
z\jde zeker ook is.
Wij schrijven hier ook, want de Flip-
landers laten zich in deze ook niet
onbetuigd.
ZUID BEVELAND.
2 mei.
DE karwij, die afgelopenn azomer en
herfst door de grote droogte zich
op vele percelen maar zeer matig had
ontwikkeld, begint thans behoorlijk
goed door te schieten. Van perceel
tot perceel scheelt het aantal doorge
schoten bloemstengels sterk Het zal nu
nog moeten blijken welke percelen af
gelopen najaar beter omgeploegd had
den kunnen worden. Nu de bloemsten
gels voor de dag komen zou het wel
eens zeer gewenst zijn dat ze eens
flink natregenden, dit kan in sterke
mate de ontwikkeling van bloemen en
zaad bevorderen.
De erwten hebben hier en daar nog
al wat te lijden gehad van de vroege
akkerthrips; dit jaar was de schade
van de bladrandkever van zeer weinig
betekenis. Wél valt op dat er een be
schadiging aan de erwten voorkomt,
die veel lijkt op een ernstige aantas
ting van thrips. Dit kan echter even
zeer een gevolg zijn van nachtvorst of
in ieder geval een koude beschadeging
na een of andere bewerking, waarbij
vooral door de veroorzaakte beschadi
gingen rollen en cambridgen na op
komst het meest ongunstig zijn.
Doordat de bieten vroeg gezaaid zijn,
was het hier en daar mogelijk om ook
reeds snel te gaan doorslaan en te ver
dunnen. De arbeidstop die door deze
werkzaamheden vrijwel ieder jaar in
mei optreedt, kan hierdoor op deze
manier wat afgevlakt worden. Jam
mer is het echter dat in sommige ge
deelten van Zuid-Beveland vrij veel
schade is veroorzaakt door het bieten-
kevertje. Reeds zijn enkele percelen
geheel overgezaaid. Op verschillende
percelen zijn verder ook reeds één of
meerdere zaaimachineslagen opnieuw
ingezaaid. In de meeste gevallen werd
bij de tweede zaai een zaadontsmetting
met dieldrin of aldrin toegepast. Het
blijkt echter dat deze zaadontsmetting
niet in alle gevallen volledige vrijwa
ring tegen de aantasting van de bieten
kevertjes geeft.
De technische werkzaamheden in het
herverkavelingsgebied Waarde zijn
reeds enkele jaren terug tot een einde
gekomen. Maandag 9 mei zal in dit
werk wederom een mijlpaal bereikt
worden, dan zal n.l de acte getekend
worden van de definitieve toedeling van
de gronden in dit gebied. Als laatste
deel van dit herverkavelingswerk
wacht dit gebied nu nog op de bekend
making van de tweede schatting en
de daaropvolgende terinzage leggen
van de lijst van geldelijke regelingen.
WALCHEREN
2 mei.
DE melkveehouderij is voor het inko
men van het gemiddelde landbouw
bedrijf in ons gebied van niet te onder
schatten betekenis.
Wanneer, als in het afgelopen jaar,
de prijzen en/of de opbrengsten van de
akkerbouwprodukten het laten zitten,
komt de belangrijkheid van de melk
veehouderij duidelijk naar voren. Indien
op veel van onze kleinere bedrijven
ook de 4-wekelijkse betaling van melk-
geld ontbroken had, zouden ongetwij
feld meer moeilijkheden op financieel
gebied zijn ontstaan dan nu het geval
is geweest.
Wanneer er melk wordt geprodu
ceerd, moet deze ook worden verwerkt.
De tijd, dat dit op de boerderij gebeur
de, ligt achter ons. Het is een groot
voorrecht dat wij hiervoor over een
goed geoutilleerde coöp. zuivelfabriek
beschikken. Dit is niet altijd zo ge
weest. Het is vooral de heer M. A. van
Varik geweest, die als directeur al zijn
krachten gegeven heeft tot opbouw
van dit bedrijf. Daarnaast hebben de
Walcherse melkveehouders hun ver
trouwen in deze coöperatie willen
schenken, waardoor de zuivelfabriek is
kunnen worden, wat zij nu is.
Nog vóór zijn 65e jaar is thans de
heer Van Varik met pensioen gegaan.
Van de gelegenheid om op 27 april j.l.
afscheid te nemen hebben veel leden
gebruik gemaakt.
Met de koninklijke onderscheiding,
die hij mocht ontvangen, mogen wij
hem van harte feliciteren. De Wal
cherse boeren zijn hem veel dank ver
schuldigd.
Zijn plaats is ingenomen door de heer
J. Lampert. Daar de heer Lampert
uit ons gebied afkomstig is zal het
hem niet veel moeite kosten zijn plaats
onder de Walcherse boeren in te
nemen. Niet alleen voor de familie,
maar ook voor ons allen, mag er een
zekere trots en voldoening zyn, dat
het bestuur van de fabriek de capaci
teiten om als direkteur op te treden
heeft gevonden in een persoon, die uit
ons midden afkomstig is.
Het is een bewijs, dat er ook reeds
vele jaren terug boeren waren, die
hun zoon(s) door lieten leren, omdat
zij begrepen, dat niet allen boer konden
worden. Veelal is de ontwikkeling, dat
zij in een niet-agrarisch beroep terecht
komen. Hier hebben wij een voorbeeld,
dat één van hen nu op een belang
rijke plaats in de agrarische samenle
ving geroepen is.
De afzet van de melkprodukten
vormt een nationaal probleem, dat wij
niet als individuele boer, en ook niet
als Walcherse boeiden gezamenlijk, tot
een oplossing kunnen brengen
De boer heeft tot taak de melk zo
goedkoop mogelijk te winnen. Efficiën
te verwerking in de fabrie.k is een
tweede faktor waarin de boer via zijn
coöperatie invloed kan doen gelden.
Wanneer blijvend hieraan de nodige
aandacht zal worden besteed, zal de
voorsprong, waarvan nu sprake is, ook
in de toekomst kunnen worden behou
den.
WEST ZEEUWS-VLAANDEREN.
2 mei.
OP de akkerbouwbedrijven is de
maand mei wel één van de druk
ste maanden van het jaar, dit in tegen
stelling met betrekkelijk weinig jaren
geleden, toen de topdrukte meer in de
oogstperiode moest worden gezocht.
Niettegenstaande de niet geringe in
krimping van onze arbeidskern hebben
we kunnen constateren dat met steeds
minder mensen eenzelfde of nog gro
tere oppervlakte per dag kon worden
geoogst.
Hetzelfde hebben we ervaren met
vele andere werkzaamheden op de
boerenbedrijven; we hebben zelfs dik
wijls de neiging om te gaan over-
mechaniseren, hetwelk weer met ande
re moeilijkheden gepaard gaat. De
maand mei echter, een maand waarin
ook vroeger een top in de werkzaamhe
den viel te constateren met het bieten
dunnen, is met het inkrimpen van onze
arbeidskern in een veel geringere mate
opgenomen in de mechanisatie, als de
werkzaamheden die in de andere maan
den vallen. Elke verdere inkrimping
van onze arbeiderskern zal zich dan
ook het meest in deze maand uitten.
Elke dag dat de bieten te lang op tros
sen blijven staan, gaat ten koste van de
opbrengst, zodat het zaak is, hiermede
in een korte periode klaar te zijn.
Trouwens, in de boerderij komt het
er vaak óp aan, om van de gunstige
momenten zoveel mogelijk te profite
ren. Om dit te kunnen bewerkstelligen
is de mechanisatie een pracht hulpmid
del, welk middel bij het bietendunnen
uiterst weinig wordt toegepast. Vele
jaren houdt men zich reeds met dit
probleem bezig; allerlei proeven wor
den hiermede ondernomen, maar alle
bieten (rijen) dunmachine's, precisie-
zaaimachine's, monogermzaad e.d. ten
spijt, zien we zelf in een toch wel uiter
mate zwaar gemechaniseerd gebied als
ons gewest nog vrijwel alle bietendun
nen op dezelfde wijze als onze voor
ouders dit pleegden te doen.
Op dit punt is de mechanisatie nog
voor veel verbetering vatbaar.
Aan de koude-periode die lange tijd
over ons land heeft gewoed, schijnt een
einde te komen. We kunnen ons thans
gaan bemoeien met de chemische on-
kruidbestrijding in vlas en erwten. Elke
dag dat we hier nog langer mee wach
ten, zal het resultaat doen verminde
ren, want het onkruid wordt steeds
groter. Oppassen zal echter geboden
zijn, vooral bij het sproeien van het
zo gevoelige vlas. Speciaal bij het zelf
mengen van onkruiddodende middelen
dient de uiterste nauwkeurigheid in
acht te worden genomen. Ook houde
men terdege rekening met de lucht
vochtigheid. Samen met de hoeveelheid
water die men per ha versproeit, zal
het sproeiresultaat hieraan sterk on
derhevig zijn.