De teelt van glas-aardbeien De verzorging van onze vollegronds- aardbeien 347 TUINBOUW DINGEN VAN DE WEEK Wanneer we aandacht schenken aan de teelt van aardbeien, dan is daar zeker wel een goede aan leiding toe. De aardbeienteelt is immers nog altijd een van de pijlers waarop onze Zeeuwse kleinfruit- bedrijven rusten. Er wordt wel eens een aanval gedaan op deze pijler. We denken aan het virus, de meest gevreesde belager van de aardbeien. Niettemin is deze teelt voor onze provincie nog al tijd van grote betekenis en we hopen dat dit zo zal blijven want we kunnen de aardbei niet missen op onze bedrijven. Wat kilo's betreft staat ze nog immer bovenaan op de lijst van kleinfruitproduk- ten. In een normaal jaar worden er rond 2 miljoen kg aardbeien in onze provincie aangevoerd. Dat zegt wel wat. Het betekent dat het een produkt is dat een goede verzorging verdient en we mogen dank baar zijn voor de voorlichting welke de rijkstuin- bouwvoorlichtingsdienst de Zeeuwse en West- Brabantse telers op regelmatige tijden verschaft ten aanzien van deze teelt. Met de wenken welke worden gegeven in de adviezen voor kleinfruit- kwekers, kunnen we zeker ons voordeel doen en daarom hopen we dat deze adviezen door een ieder bestudeerd zullen worden en toegepast op hun be drijven. In het laatst verschenen nummer van de Üeinfruit-adviezen is uitvoerig ingegaan op de ziektebestrijding bij volle grondsaardbeien en spe ciaal op de luisbestrijding. Deze gegevens willen we deze week graag op nemen om u de gelegenheid te geven dit alles nog eens op uw gemak te bekijken en om er opnieuw aandacht aan te besteden. We zijn namelijk van mening dat niet genoeg aandacht kan worden ge schonken aan de bestrijding van de luizen, de over brengers van het virus in onze aardbeien. Deze aanval op de luizen zal massaal moeten gebeuren. Er mogen geen percelen te vinden zijn, waar men hieraan niets heeft gedaan. Dat kunnen namelijk de infectiebronnen zijn voor de gezonde percelen. „Wie luis bestrijdt, raakt virus kwijt" is de leuze van de mannen van de rijkstuinbouwvoorlichtings- dienst. Laat het ook de leuze zijn van elke aard beienkweker in ons gewest. De stand van de aardbeien is niet direct gunstig te noemen. Het koude, schrale weer van de laatste tijd heeft de planten geen goed gedaan en de droogte in zom^r en najaar van 1959 was ook al niet be vorderlijk voor een goede ontwikkeling. Veel per celen welke in de zomer van 1959 zijn geplant, staan er beslist zeer slecht bij en zullen dit jaar geen oogst van betekenis geven. Uiteraard kunnen de weersomstandigheden in de komende weken nog veel ten goede doen veranderen, maar de verwach tingen ten aanzien van de komende oogst zijn toch minder hoog gespannen. Helaas moeten we dat ook zeggen ten aanzien van de afzetmogelijkheden voor de pulpindustrie. Volgens deskundigen zijn er weer al zeer goedkope aanbiedingen van de landen achter het ijzeren gordijn. Meer vertrouwen hebben we in de afzet van de goede aardbeien voor diepvries en verwerking in blik. Ook bij dit produkt zal het dus aankomen op kwaliteit en om dit te bereiken moeten een aantal maatregelen worden genomen en wel de volgende: Onkruid De onkruidbestrijding in aardbeien heeft in 1959 geen grote moeilijkheden opgeleverd. Door het droge weer was de onkruidgroei gering. Er is thans ook nog maar weinig onkruid in de aardbeien te vinden. Zorg dat dit zo blijft en probeer de per celen, welke de winter goed doorgekomen zijn, in een zo goed mogelijke conditie te houden, zodat een zo hoog mogelijke produktie kan afkomen. Ziektebestry ding Naast een goede onkruidbestrijding is een doel treffende ziektebestrijding wel een van de voor naamste cultuurzorgen voor de komende weken in de vollegrondsaardbeien. Er worden nu reeds veel luizen aangetroffen. De zachte winter is hiervan de oorzaak. Een tijdige bestrijding van deze virus overbrengers is absoluut noodzakelijk. Het spuitadvies voor 1960 luidt als volgt: a. Voor vermeerderingsvelden en percelen, welke in het voorjaar 1960 aangeplant zijn en in 1960 geen vruchten voortbrengen, half oktober om de twee a drie weken spuiten met een systemisch middel, b.v. demeton, thiometon of fosfamidon. Alle bloemknoppen moeten vóór de tweede bespui ting uit de planten verwijderd zijn. Hierdoor wordt voorkomen, dat de giftige middelen door de handen het lichaam binnendringen. Eventuele vruchten, b.v. van bloemknoppen die vergeten zijn weg te nemen, mogen onder geen beding voor consumptie worden bestemd. b. Voor de produktievelden. Vóór 15 april spui ten met een systemisch middel, genoemd onder a. Daarna om de twee a drie weken spuiten met een van de volgende middelen: tot 6 weken voor de oogst met thiodaan; tot 4 weken voor de oogst met thiometon of fosfamidon; tot 3 weken voor de oogst met parathion, gusa- thion, AAfac of Rogor; tot 2 weken voor de oogst met isolan; tot 10 dagen voor de oogst met diazinon; tot 4 dagen voor de oogst met malathion of phosdrin; tot 2 dagen voor de oogst met TER. Direct na de pluk weer spuiten met een syste misch middel, hetwelk om de twee drie weken herhaald wordt tot half oktober. Rassen, die hetzelfde jaar nog een tweede oogst geven, mogen niet met een systemisch middel be spoten worden na de eerste oogst, maar wel met een fosforverbinding, mits de veiligheidstermijn in acht genomen wordt. Direct na de tweede oogst bespui ten met een systemisch middel. c. Voor percelen, welke in de zomer van 1960 aangeplant zullen worden, wordt geadviseerd deze, zodra de planten goed doorgroeien, om de twee a drie weken met een systemisch middel te bespuiten. De luizen bevinden zich vooral in het hart van de plant op de nog jonge blaadjes. Men moet daar om, willen de luizen goed geraakt worden, over vloedig spuiten (plm. 1000 liter water per ha) en voor de eerste bespuiting bij voorkeur systemische middelen gebruiken. JVanneer enige dagen daarna opnieuw luizen komen aanvliegen, worden zij door het in de plant nog aanwezige gif alsnog gedood. Niet spuiten tijdens scherp, zonnig of warm weer. Om afdoende resultaten te verkrijgen, is het noodzakelijk, dat iedereen deze virusoverbrengers bestrijdt. Laat de leuze dit voorjaar weer zijn: „Wie luis bestrijdt, raakt virus kwijt!" Meeldauw Deze ziekte neemt de laatste jaren in verschil lende rassen steeds ernstiger vormen aan. Om een effectieve meeldauwbestrijding te verkrijgen moet aangeraden worden reeds vóór de bloei een voorbe hoedende bespuiting uit te voeren met 0,5 °/o spuit- zwavel, hetwelk om de 1014 dagen herhaald moet worden. Aardbeibloesemkever Zodra rijpingsvraat van de aardbeibloesemkever waargenomen wordt (reeds voor de bloei), moeten deze insecten gedood worden. Meestal wordt hier tegen het middel DDT gebruikt, hetgeen echter niet later dan 4 weken voor de oogst aangewend kan worden. Door deze bespuiting worden tegelijk de jonge bladrollers opgeruimd. Bladrollers moeten in een zeer jong stadium bestreden worden, daar an ders het resultaat zeer gering zal zijn. ANNEER we deze week ons in hoofdzaak bezig houden met de aardbeien en de vragen welke samenhangen met deze teelt, dan mogen we daarbij zeker ook de glas-aardbeien niet vergeten. In onze provincie komt hiervoor namelijk steeds meer belangstelling en we geloven dat dit een ge lukkig verschijnsel is, want op onze kleinfruit- bedrijven hoort de glasaardbei thuis. Het is een typisch produkt van een tijd van hoogconjunctuur, maar de afzet verloopt nu al vele jaren zeer vlot en er eis sprake van een gunstig teelt-resultaat. Wat de toekomst zal brengen weten we niet, maar er zijn zeker nog geen redenen aanwezig om bang te zijn dat de tijd van welvaart haar langste tijd heeft gehad. Als we spreken over glas-aardbeien, dan denken we aan Zaltbommel en aan Roelofarendsveen. Daar heeft deze teelt grote vormen aangenomen. Daar worden honderdduizenden kilo's van dit produkt aangeboden en van hieruit geëxporteerd naar alle delen van de wereld en in hoofdzaak naar België en West-Duitsland. 7N onze provincie krijgen we ook steeds meer glas-aardbeiden, maar we hebben er helaas nog te weinig. Er komt geen kwantum en het ge volg hiervan is dat niet de hoogstmogelijke prijs wordt gemaakt. Br zijn in onze provincie nog teveel mensen Als we ons blad ln de brievenbus vinden zullen we ongetwijfeld min of meer in feeststemming zijn. Het is immers Koninginnedag. Onze geliefde Vor stin mag: op deze dag haar 51e verjaardag vieren, temidden van haar gezin en haar volk. Deze ver- Jaardag spreekt temeer tot ons omdat we in de komende week in het bijzonder bepaald zullen wor den bij het feit dat het 20 jaar is geleden dat we overweldigd werden door een wrede bezetter. Ons Koninklijk gezin moest uit ons midden vluchten. Nooit hebben we ons armer en berooider gevoeld dan op het moment toen onze Koningin moest vluchten om niet te vallen in de macht van een genadeloze bezetter. Een bezetter die een garantie en een overeenkomst beschouwde als een waarde loos vodje papier. Een bezetter die bezeten was door een krankzinnige machtswellust. Toen later bleek dat het juist was geweest van onze Koningin om weg te gaan uit ons land, gaf het ons moed en kracht als we nu en dan haar stem mochten horen die sprak met geloofsover tuiging over de uiteindelijke overwinning van het licht op de duisternis. We worden in deze dagen weer aan dit alles herinnerd alsof het gisteren pas is gebeurd. We zien weer voor ons die mooie mei dagen van 1940 met zyn bloemen, zijn groen en zijn malse dauw en daarop de ontnuchtering op de tiende mei. We horen ze weer, de dood en verderf brengende bommenwerpers, de dreunende laarzen. Er ging een vrijheidslievend volk ten onder. Onze Koningin was weg. Vele graven moesten gedolven worden, ook in onze Zeeuwse klei. Rotterdam werd gebombardeerd. Het hart van Middelburg werd ver- nield. Er gebeurde zoveel. De lange, verschrikke- ïyke oorlogsjaren, we maken 't weer mee alsof het gisteren is gebeurd en het is toch 20 jaar geleden dat het begon. Nu, na 20 jaar, leven we in vrede en er is grote welvaart met een Oranje als Vorstin in ons midden. Onze prinsessen zyn een dierbaar bezit en Prins Bernhard is een der onzen. En onze oude Konin gin, een oude Moeder, mag nog beleven de welvaart van haar volk en ze mag delen in het geluk van haar enige dochter en haar kleindochters. Daarom is er thans veel reden om God te dan ken voor al hetgeen Nederland terug ontving na zoveel jaren van ellende en angst. We mogen biy zijn en we mogen feestvieren maar laat ons bij dat alles niet vergeten wat er is gebeurd, wat er vooraf ging voor het bevrijdings feest gevierd kon worden. De honderdduizenden kruisen op de oorlogsgraven geven een maar al te goed beeld van de verschrikkelyke strijd die er vooraf ging aan de bevrijding. Laat ons op 4 mei daar nog eens aan denken en ook meevoelen met de leegte welke in zo menig gezin speciaal op deze dag wordt gevoeld. De jongeren onder ons hebben dit niet zo intens meegemaakt. Toch is het ook voor hen goed dat zy zich er bij bepalen. Zy leven in een andere wereld. Het is alles heel anders geworden dan 20 jaar geleden. Toch zal de gehechtheid aan de vaderlandse grond, de plaats waar men geboren is, altyd blijven bestaan. Het is de mens als het ware in het hart gelegd. We wensen ons Koninklijk gezin op 30 april van harte geluk en heel het Nederlandse volk met haar. We willen blij feestvieren op 5 mei met een dank baar hart en meewerken om de vrede te bewaren als een kostbaar bezit. Tot de volgende week. welke wat bang zijn om met deze teelt te beginnen. Ze zien er wel wat in, maar ze zijn echte Zeeuwen en daarom kijken ze zo graag de kat uit de boom Over dit onderwerp werd vorige week in één der Provinciale kranten geschreven ten aanzien van de groenteteelt. Deze groep van tuinders werd als het ware een gebrek aan activiteit verweten. In andere streken wordt vaak meer enthousiasme en uitbreiding waargenomen dan in Zeeland, zo werd gezegd en er werp op gewezen dat onze provincie als groenteteeltgebied toch ook zulke goede kansen heeft. Dit is echter een onderwerp apart. We zyn wel eens bang geweest van die typische groente teelt- glasbedrijven, zoals we die hebben in het Westland en de streek rond Rotterdam. We zien echter ook dat het dqze groep van tuinders steeds beter gaat en hun netto-inkomens ieder jaar hoger worden. Men kan ook té voorzichtig zijn en wel licht geldt dat voor de teelt van glas-aardbeien. We hopen in elk geval dat er een flinke uitbreiding van deze teelt in onze provincie zal komen. In het bedrijfsschema van de meeste van onze kleinfruit- bedrijven past deze teelt zeer goed. Het is echter geen gemakkelijke teelt. Graag willen we daarom hier enkele wenken weergeven voor de teelt van aardbeien onder glas, zoals deze zijn verstrekt door het Rijkstuinbouwconsulentschap te Goes. Zie verder Tolgende pagina

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 11