Zilveren jubileum
Vereniging Tuinbouw Vakonderwijzers
Bloesemfruitritten
331
TUINBOUW
DINGEN VAN DE WEEK
ZATERDAG 23 APRIL 1960
J|ET was op 13 april 1935 dat tijdens een bijeen komst in Goes werd besloten tot de oprichting
van een vereniging van tuinbouw vakonde rwijzers in Zeeland en West-Brabant. Dat bete
kende dat een groep mensen zich aaneensloot w elke van grote betekenis waren voor de ont
wikkeling van de tuinbouw in dit gebied in het algemeen en van die van de fruitteelt in het
bijzonder.
Het is vooral het stimulerende werk van de toenmalige rijkstuinbouwconsulent ir. A. W. van
der Plassche geweest, welke heeft geleid tot deze oprichting. Ir. Van der Plassche besefte name
lijk maar al te goed dat het werk van de voor lichting niet kon buiten de steun van de mannen
van de praktijk en het waren de tuinbouw vakon derwijzers welke bijzonder geschikt waren om
deze steun te verlenen en dit ook graag wild en doen.
In de jaren voor 1935 was ir. Van. der Plassche
naar Amerika geweest om daar de fruitteelt te
bestuderen en om te kijken wat er was dat van
belang kon zijn voor ons land, voor Zeeland.
Hij had daar veel indrukken op gedaan en het
waren in hoofdzaak de tuinbouw vakonderwijzers
DE belangstelling voor stertochten en oriënt a-
tieritten is de laatste jaren ook in onze
provincie steeds groter geworden. Wanneer deze
evenementen worden georganiseerd is men bij
kans bij voorbaat verzekerd van succes en als de
organisatie goed is dan is het deelnemen aan een
dergelijke tocht voor de deelnemers een waar
genoegen. Zeker zal dat het geval zijn bij de
bloesemfruitritten welke in de komende weken
georganiseerd zullen worden door het Zuid-Beve-
landse fruitland. Niet minder dan drie oriëntatie-
en sterritten worden er gehouden gedurende de
eerst komende drie zaterdagen. Doel van al deze
tochten is de deelnemers te laten genieten van
de pracht van het bloeiende Zuid-Bevelandse
fruitland. Daarom zal men komen langs de
mooiste plekjes van dit gebied waar men onder
gewone omstandigheden nimmer komt.
De eerste tocht is vandaag (zaterdag 23 april)
vanuit hotel „De Zwaan" in Kapelle-Biezelinge.
Dat wordt de zgn. „Kapellekensjacht" welke
wordt georganiseerd door de middenstands-
vereniging in deze gemeente in samenwerking
met enkele andere verenigingen. Hoofddoel van
deze tocht is, de deelnemers te laten zien hoe
mooi Kapelle en omgeving in de bloeitijd is.
Met alle soorten vervoersmiddelen kan aan
deze bloesemrit worden deelgenomen en er zijn
fraaie prijzen beschikbaar gesteld. Deze worden
uitgereikt tijdens het grote avond bloesemfeest
dat 's avonds in de veilinghallen gehouden zal
worden. Dan zal er in de veiling in Kapelle een
gezellig feestprogramma zijn met conferences,
muziek en dans.
DE volgende tocht is op zaterdag 30 april,
Koninginnedag, en wordt georganiseerd
vanuit Kloetinge door het comité dat die dag
feestelijkheden in Kloetinge organiseert ter ge
legenheid van het feit dat deze gemeente de
eerste prijs won bij het in september 1959 in Goes
gehouden fruiteorso. Groot feest zal het die dag
in Kloetinge zijn en één van de hoogtepunten
daarvan is ook ongetwijfeld de bloesemtocht.
Tenslotte is er op zaterdag 7 mei de traditie
geworden bloesemfruitrit van de L. J. G. Zee
land. Ook deze vindt plaats vanuit hotel „De
Zwaan" te Kapelle en ook deze zal gaan langs
de mooiste plekjes van het Zeeuwse fruitland.
Als de ontwikkeling blijft verlopen zoals in de
afgelopen week dan is het wel zeker dat er ook
op 7 mei nog veel bloesem zal zijn, in het bijzon
der dan van de late appels. Het is immers juist
het aantrekkelijke van al deze tochten dat er
elkeaweek weer andere fruitbomen in bloei zullen
staan, dus elke week ook zal het Zeeuwse fruit
land weer een andere aanblik bieden.
WE kunnen het meedoen aan deze tochten een
ieder aanbevelen. Het zal een waar genoe
gen zijn om op rustige wijze te genieten van al
het moois dat de natuur thans te zien geeft. We
leven in een drukke, dikwijls gejaagde tijd. Het
meedoen aan een sterrit kan bevrijdend werken.
We hebben dat zelf ook reeds enkele keren mo
gen ondervinden. Het is nog niet zo lang geleden
dat we er geen idee van hadden hoe een sterrit
werkte. Nu zijn we er hartstochtelijke liefhebbers
van en dat heus niet alleen om het feit dat we
de eerste keer dat we mee deden een fraaie
tweede prijs wonnen. Hiermede willen we overi
gens maar zeggen dat U heus niet achter moet
blijven met de gedachte: „Dat kan ik toch niet."
Het is enkel een kwestie van opletten en van ge
nieten van alles wat u ziet rondom u. Daarom
nog één keer: Trek er een keer op uit en doe mee
aan een van de bloesemfruitritten welke er in
de komende weken worden georganiseerd! U
zult er geen spijt van hebben
welke proeven gingen nemen en onderzoekingen
doen aan de hand van de ervaringen van hun
tuinbouwconsulent.
Na het vertrek van ir. Van der Plassche als
tuinbouwconsulent in Zeeland, kwam ir. B. Bos-
ma, thans wonende te Frederiksoord. Deze was
als het ware nog in zijn leertijd en zeer groot
is de steun geweest welke hij kreeg van de leden
der toen nog jonge vereniging.
Tijdens de jubileum bijeenkomst in Goes heeft
hij daarover gesproken en dat gebeurde met
grote dankbaarheid.
GEDEGEN OPLEIDING
DOORDAT de vereniging werd opgericht telde
Zeeland reeds heel wat gediplomeerde tuin
bouw vakonderwijzers. We hoorden van de heer
W. J. Robijn, van 19461957 voorzitter van de
vereniging, dat hij in 1919 de opleiding reeds
volgde. Hij moest hiervoor toen geregeld naar
Rotterdam. Hier werd toentertijd de dichtst
bijzijnde opleiding voor tuinbouw vakonderwijzer
gegeven. Na 1920 is dat veranderd. Toen kwam
de opleiding voor het zuiden in Roosendaal en
ook in deze plaats hebben heel wat Zeeuwen de
opleiding gevolgd. Steeds groter werd de belang
stelling om deze opleiding te volgen en het was
in 1928 dat ir. Van der Plassche het voor elkaar
kreeg dat de opleiding in Goes kwam. Tot op
heden is dat nog het geval. Het gebeurt onder
leiding en toezicht van het rijkstuinbouwconsu-
lentschap.
Deze opleiding is niet eenvoudig. Om toegelaten
te worden moet men in de eerste plaats een
goede vooropleiding hebben genoten welke o.m.
bestaat uit het met goed gevolg doorlopen heb
ben van een vakschool, hetzij voor de richting
fruitteelt of groenteteelt, al naar gelang de rich
ting welke men wenst te volgen.
Verder moet men minstens 5 jaar in de prak
tijk werkzaam zijn geweest. De opleiding duurt
drie jaar. Vooral wordt aandacht geschonken
aan de algemene ontwikkeling en verder natuur
lijk aan alle mogelijke facetten van de fruitteelt
of de groenteteelt.
NIET MEER ENKEL LES GEVEN
AANVANKELIJK was het doel van de oplei
ding, het geven van cursussen aan de fruit
kwekers om hen zodoende in de gelegenheid te
stellen kennis te nemen van de resultaten van
het werk van onderzoek en voorlichting en deze
resultaten te begrijpen.
In de jaren vóór 1940 vooral is er door de tuin
bouw vakonderwijzers op grote schaal les gegeven.
De laatste jaren is dat anders geworden want
het rijkstuinbouwconsulentschap bestaat thans
niet meer enkel uit de rijkstuinbouwconsulent
zoals vóór de oorlog maar hem staat een staf van
deskundige assistenten ter beschikking en deze
geven thans dikwijls les aan scholen en cursus
sen.
Van de tachtig leden, welke de vereniging heeft,
geven er nog ongeveer 25 regelmatig les. De an
deren nemen veelal vooraanstaande posities in
in de fruitteelt in dit gewest.
We hoorden van de voorzitter van de vereni
ging, de heer G. Toorenaar te Wilhelminadorp,
dat men overal in het land ook de oud-leden van
de vereniging vindt. Tal van instellingen welke
te maken hebben met de fruitteelt, hebben er
een beroep op gedaan en deze Zeeuwen bekleden
daar dikwijls vooraanstaande posities. Verder zijn
er ook heel wat oud-leden werkzaam als zelfstan
dig fruitkweker in andere fruitcentra. Met name
in de Noord Oost-Polder treft men vele Zeeuwse
tuinbouw vakonderwijzers aan.
Van de heer Toorenaar vernamen we ook dat
hij sinds 1957 voorzitter van de vereniging is.
Zoals reeds gezegd was de heer Robijn het vóór
hem. De eerste voorzitter was de heer A. Pro
voost uit Wilhelminadorp welke van 1935 tot 1946
het presidium van de tuinbouw vakonderwijzers
vereniging mocht vervullen. De heer Provoost is
thans reeds op leeftijd maar op de jubileum
bijeenkomst in Goes was hij toch aanwezig en
heeft daar verteld over de tijd van vóór dat de
vereniging bestond en hoe het toen toeging in
vepband met de voorlichting in de tuinbouw.
De heer Robijn heeft op de jubileum bijeen-
De Paasdagen zijn weer achter de rug en we zijn
weer teruggekeerd tot ons dagelijks werk. Al was
het weer wat koud en de bloei nog niet op zijn
mooist, toch hebben reeds duizenden genoten van
de feestelijke aanblik van de in bloei staande boom
gaarden. Het is alsof de mens na de wintierperiode
bunkert naar zon, licht en kleur. Vandaar de drang
om te genieten van de eerste voorjaarsbloesems
en bet jonge groen. De bloesemritten worden steeds
populairder en men komt thans op de mooiste
plekjes van onze provincie. De nieuwe polder- en
herverkavelingsgebieden zijn prachtig, ze boeien de
mens. De moderne fruitteelt-kavels zyn voor de
deskundige om van te watertanden maar als het
gaat om de „sfeer" dan zoekt men die plekjes op
die de natuur als het ware zo heeft gevormd. Waar
men niet op raakt uitgekeken. Die de schilder
naar zijn penseel doet grijpen en de dichter inspi
ratie goeff om zijn verzen te schrijven.
Steeds schaarser worden die plekjes ook in onze
provincie en met weemoed denken we ei- aan dat
ook de laatste wellicht binnen afzienbare tijd zullen
verdwijnen. Dat romantische past niet meer in
onze moderne, gemechaniseerde tijd. Het is ook
heus geen wonder dat de stedeling zijn benauwde
omgeving en zijn vaak mechanische arbeid ont
vlucht om zich weer echt mens te gevoelen in
de vrije natuur, waar men zich geen nummer weet
te zijn maar een deel van de prachtige, levende
schepping, waarin de natuurkundigen en de bio
logen nog elke dag voor verrassingen staan.
De toerist en ile stadsmens ziet de bloesempracht
als een jaarlijks terugkerende attractie. De fruit
kweker ziet ze als een belofte voor de komende
oogst. De eendagskijkcr vindt het mooi, maakt wat
foto's, liefst in kleuren, en keert weer terug naar
zijn werk of kantoor. De beroepskweker kent de
lange weg van bloem tot vrucht en heeft zijn zor
gen. Elk jaar heeft zijn bijzondere zorgen want
geen enkel jaar is eender. Men hoort weeral de
bezwaren. Ze komen voor in de vakbladen en wor
den uitgesproken door onze telers. De vrees over
de droge zomer van 1959 zit er blijkbaar zo in dat
men weeral bevreesd is voor de waterstand. Mis
schien is het terecht, misschien is het ook wel wat
voorbarig. Niemand is er die kan zeggen of het
koude bloeivveer dat we hebben gehad, nadelig
is voor de vruchtbezetting. Rustig afwachten is het
beste en ons niet. teveel zorgen op de hals halen.
Laten we als fruitkwekers ons met de stadsmens
maar verlustigen in de pracht van onze boom
gaarden. Tenslotte za! er altijd wel iets te wensen
over blijven in ons aards bestaan.
Tot de volgende week.
komst gesproken over de geschiedenis van de
vereniging, terwijl het lid, de heer A. de Jager
uit Nieuwland, de geschiedenis van de Zeeuwse
fruitteelt in de afgelopen 25 jaar heeft behan
deld. Een geschiedenis welke spreekt van een
grootse ontwikkeling. Het is heus geen wonder
dat de tuinbouw vakonderwijzers steeds behoefte
hebben om in verenigingsverband samen te ko
men. Als er één bedrijfstak is waar de ontwikke
ling niet stil staat en zich soms in een razend
snel tempo voltrekt, dan is het we! de tuinbouw in
het algemeen en ae fruitteelt in het bijzonder. De
laatste paar jaar lijkt er een zekere periode van
rust te zijn ingetreden op het terrein van de
boo-mvorm en de onderstam, maar op het terrein
van de ziektebestrijding doen zich nog steeds
nieuwe vraagstukken voor. Het zijn ook weer de
tuinbouw vakonderwijzers welke in hun vergade
ringen zich met al deze problemen bezig houden,
onderling hun bevindingen uitwisselen en zo de
mensen van de voorlichting voorzien van de
nodige gegevens.
We zeggen beslist niet teveel wanneer we be
weren dat deze vereniging veel heeft betekend
voor de Zeeuwse fruitteelt in het verleden en van
harte willen we hier de hoop uitspreken dat ze
ook in de toekomst nog veel goed werk mag doen.
Dat. we als Zeeuwse fruitkwekers nog veel profijt
zullen mogen hebben van het werk en de kennis
van deze groep van deskundigen.
Tijdens de jubileum bijeenkomst in Goes heeft
ir. Van Hennik, de eerste adviseur van de vereni
ging, gesproken over de manier waarop de vereni
ging steeds haar werk heeft gedaan en ook hij
gewaagde van de grote steun welke de voorlichter
steeds van deze mensen heeft ondervonden.
In dezelfde geest sprak ook ir. B. Bosma uit
Frederiksoord welke in. de jaren vóór de oorlog
in Zeeland als rijkstuinbouwconsulent werkzaam
was. Op de jubileum bijeenkomst was verder aan
wezig ir. W. van Soest uit Naaldwijk, die in een
hartelijke felicitatietoespraak inging op de toe
komst en daarbij als zijn mening uitsprak dat
vooral de glascultuur in Zeeland een grote ont
wikkeling zal kunnen doormaken in de komende
tijd wanneer de tuinders hun kansen zullen aan
grijpen en doen wat gedaan kan en moet wor
den.
Tenslotte vermelden we nog dat van ir. A. W.
van der Plassche en dr. ir. G. de Bakker, welke
beiden ook met de vereniging mochten samen
werken in de tijd dat zij tuinbouwconsulent in
Zeeland waren, bericht van verhindering met
een felicitatiebrief was binnengekomen.