Vogelschade en de jachtwet
DOOR DIEPTEPUNT
HEEN?
VEE EN VLEES
DE VOEDERWINNING
OP HET WEIDEBEDRIJF
ZATERDAG 16 APRIL 1960
335
MU, door het zachte weer begunstigd, de gezaaide gewassen boven de grond komen, bereiken
ons veel klachten over vogelschade door kraaien, duiven en andere schadelijke vogels. De
vraag is dan, wat daaraan te doen is, waarbij dan veelal tevens verteld wordt dat de bij de
bevoegde instanties aangevraagde vergurmvnnr ex artikel 53 van de jachtwet of de verlenging
van een reeds in bezit zijnde vergunning gewei eid is. Het lijkt ons daarom nuttig hieraan enige
aandacht te besteden.
Nog geen rozegeur en maneschijn
T TOE WEL het het laatste dieptepunt niet geweest
zal zijn in de varkenssector, wordt het mo
menteel toch wel steeds duidelijker dat van enig
herstel gesproken kan worden. In april zullen er
iets minder varkens komen, terwijl het wegslach-
ten op licht gewicht reeds een flinke opruiming
heeft gehouden.
Dit slachten onder de 70 kg wil toch wel heel
wat zeggen, een eenvoudig rekensommetje bevestigt
dit, een jaarproduktie van 4 miljoen slachtvarkens
met een gem. gewicht van 90 kg geslacht, produ
ceren 360.000 ton vlees, wanneer de varkens 10 kg
lichter geslacht worden kunnen we er in 360.000 ton
4Yi miljoen kwijt.
Het aantal slachtingen beneden de 70 kg ligt
wekelijks onder de huidige regelingen op 26.000 tot
28.000 stuks.
Contractmesterij gaat retour
"DEEDS vroeger stipten wij aan, dat het mesten
op contract alleen tot tevredenheid van boer
en voederhandel plus de bank kan werken als de
prijzen de kosten goedmaken.
Momenteel is dat niet het geval.
De betaalde zaken als big, voer, dierenarts enz.
vinden in de opbrengst geen volledige vergoeding.
Men komt f 10,tot f 20,per varken tekort. De
mensen die de varkens afleveren, verliezen er al
lemaal aan. „Nu krijgt boer en voederleverancier
de buik dik van de contractmesterij," aldus de heer
de Veer.
De zelfstandige veevoederhandelaren en -in
dustriemensen zijn evenwel gewaarschuwd.
Men propageerde vorige zomer wel: „neem een
big en je krijgt voer en er komt winst op tafel".
Nu ligt er echter verlies op tafel. De veevoeder
leverancier wil toch zijn voer betaald hebben, de
mester krijgt niet eens zijn arbeid vergoed en kan
daarbij nog niet de gehele voederrekening betalen.
Het gevolg is: ruzie. De mester verwijt de voeder
leverancier dat hij ondanks alles toch nog aan het
voer verdient, terwijl deze weer stelt dat het markt
risico altijd voor de mester is. „In alle varkens
misère beleef ik genoegen aan het feit dat men de
contractmesterij, tenminste onder deze omstandig
heden en in deze vorm, gaat afleren", aldus de heer
de Veer.
De slachtrunderen trekken langzaam op in prijs
T ANGZAAM maar zeker treedt marktverbetering
in. Het prijsverschil naar kwaliteit schijnt
toe te nemen. De invoer van buitenlands slachtvee
loopt een weinig terug. In vergelijking tot dezelfde
periode van vorig jaar is dit jaar 20°/o minder in
gevoerd. Hetzelfde geldt voor ingevoerd rundvlees.
Het voor de weiderij en mesterij geschikte zgn.
magere vee ligt momenteel hoog in prijs en schijnt
betrekkelijk schaars te zijn. Een gunstige prijsont
wikkeling voor het courante slachtvee behoort tot
de mogelijkheden.
De schapenmarkt blijft willig
I5IJ de decembertelling was de schapenstapel ca.
44.000 stuks kleiner dan vorig jaar. Door het
gunstige weer en de zachte winter zijn alle schapen
zonder lammeren geschikt voor de export. Weke
lijks gaat er ca. 80 ton uit. Van 1 januari af is er
reeds 600 ton meer geëxporteerd dan vorig jaar
dezelfde tijd.
Schermutselingen om paarden
r\E paarden tegen spektransactie met Polen loopt
niet altijd even vlot. De conditie: eerst spek
eruit, dan pas paarden erin, werd niet vlot nage
komen. Na het spreken van grote woorden loopt
het nu weer wat beter. De Russen willen voor hun
paarden liever vaartuigen e.d. ruilen.
De heer de Veer verzekerde dat spek en kaas
prioriteit genieten. Deze artikelen zijn tevens een
introduktie in deze landen die niet traditioneel tot
onze normale afnemers behoren. De paardeslagers
zijn wezen klagen over te hoge prijzen en willen een
ruimere import.
Tezelfder tijd beweerde de voorzitter van het
Trekpaardenstamboek dat voor een redelijke ont
wikkeling van de fokkerij de prijzen van de slacht-
paarden te laag zijn. Momenteel is het aantal paar
den, in de landbouw werkzaam, 6.000 minder dan
vorig jaar. Dat de slachtpaardenprijs hier niet zo
hoog is, bewijst wel de export van Duitse paarden
rechtstreeks naar Frankrijk, want in ons land ligt
de prijs ongunstiger.
Schenking aan Droogtefonds
"LIET P.V.V., dat in een vorige vergadering besloot
uit haar geldmiddelen aan het Fonds Droogte-
schade f 50.000,te schenken, ontving van de SER
bericht dat deze schenking niet goedgekeurd werd,
zijnde een kwestie die buiten de competentie van
het P.V.V. viel.
D.
|/"ENDE men vroeger de houder van vogelver-
*»- gunning G die ingevolge de Vogelwet 1936
voor het doden van kleinwild (holenduiven) of
schadelijk wild (houtduiven, zwarte kraaien, bonte
kraaien, roeken hauwen, Vlaamse gaaien en ek
sters) werd verleend, nu is voor het jagen op deze
vogels sinds het in werking treden van de Jacht
wet in 1955, voorzover dit niet kan geschieden door
houders van een jachtakte, een zgn. vergunning ex
art. 53 nodig.
ïn art. 53 van de Jachtwet is bepaald dat ter
voorkoming en ter bestrijding van schade door of
vanwege de Minister vergunning kan worden ver
leend om met afwijking van de betreffende voor
schriften te jagen op met name genoemde wild
soorten. Tevens is bepaald dat aan deze vergun
ning voorwaarden en beperkingen kunnen worden
verbonden. Deze vergunning moet worden aange
vraagd bij het Hoofd van de plaatselijke politie
van de gemeente waarin degene die de vergunning
aanvraagt woont. Op het in duplo in te vullen aan
vraagformulier wordt het resultaat van een van
wege het hoofd van de plaatselijke politie inge
steld onderzoek naar de betrouwbaarheid van de
aanvrager vermeld. De ingevulde formulieren
worden dan toegezonden aan de ambtenaar van de
buitendienst van de afdeling wild- en vogelschade
van het Ministerie van Landbouw en Visserij in
wiens rayon de aanvrager woont en deze zorgt
dan voor verdere behandeling. Deze ambtenaar die
ook de funktie van secretaris van de wildschade-
commissie uitoefent geeft eveneens advies waarbij
de noodzaak voor het verlenen van de vergunning
gezien de aangebrachte of te verwachten schade
door hem beoordeeld wordt.
De beslissing op de ingediende aanvragen wor
den rechtstreeks aan belanghebbenden verzonden.
Tevens zal bij gunstige beslissing een afschrift der
vergunning aan het Hoofd der plaatselijke politie
der gemeente waar de gronden zijn gelegen waar
op dë vergunning betrekking heeft worden gezon
den. Bij afwijzende beslissing wordt een afschrift
aan het hoofd van de plaatselijke politie van de
woonplaats van de vrager gezonden.
SCHADEBESTRIJDING
IN de nieuwe jachtwet is geregeld dat de grond-
gebruiker, die o.m. zelf wil jagen om zijn ge
wassen tegen schadelijk gevogelte en wild te be
schermen, ten minste over een jachtveld van 40
I\E voederwinning voor het weidebedrijf zowel
U als op het gemengde bedrijf zal in 1960 bij
zondere aandacht moeten hebben aangezien nu
op vrijwel alle bedrijven de anders aanwezige
voorraad hooi volledig zal zijn geconsumeerd,
aldus de heer J. Bangma van het Rijkslandbouw-
consulentschap te Utrecht onlangs voor de radio.
Er zal dus naar moeten worden gestreefd om in
1960 een grotere oppervlakte grasland voor de
winning van hooi en kuilgras te bestemmen, ten
einde een ruime ruwvoerpositie voor de volgende
stalperiode te verkrijgen.
Als richtlijn voor de te maaien oppervlakte
kan worden aangehouden dat er per koe 6070
are gemaaid dient te worden aan hooi en kuil
gras. Bij een normaal aantal stuks jongvee komt
dan ook voor deze dieren voldoende wintervoer
beschikbaar.
Om naast de te maaien oppervlakte tevens
voldoende gras voor weidegang te hebben, dient
men de volgende maatregelen te treffen
it Laat het vee in het voorjaar niet tè vroeg in
de weide gaan, er wordt dan een te grote
oppervlakte kaal gehouden, waardoor er in
mei minder kan worden gemaaid.
it Zorg voor een regelmatig terugkerende stik
stofbemesting direct na een vorig gebruik
van de percelen.
Aan het voor maaien bestemde grasland be
hoort een belangrijk zwaarder bemesting met
stikstof te worden gegeven dan voor de te
weiden percelen.
Het grasland dat in maart nog geen stikstof-
bemesting kreeg, dient dit alsnog in april
te ontvangen. Het grootste rendement van
de stikstofbemestingen wordt verkregen bij
de groei in mei. De voorjaarsbemestingen met
stikstof dienen dan ook het grootste te zijn.
Pas een doelbewust weide- en maaisysteem
toe, door de percelen tijdig tevoren uit te
kiezen. De bemesting kan dan hierop worden
afgestemd.
Bij een intensieve beweidingsmethode als
omweiden en dagbeweiding wordt een gras-
besparing verkregen zodat er meer gras voor
maaien ter beschikking komt.
ha dient te beschikken om in aanmerking te kun*
nen komen voor een jachtakte.
Kan hij over deze oppervlakte niet beschikken
of wenst hij zelf niet te jagen, dan kan hij het
genot van de jacht verhuren. Het genot van de
jacht mag slechts bij schriftelijke overeenkomst
van huur en verhuur worden afgestaan.
Door verhuring aan diegene die het genot van
de jacht op de aangrenzende percelen heeft, is
deze huurder in staat de schade te beperken of te
voorkomen.
Wanneer de huurder in gebreke zou blijven of
de schade onvoldoende beperkt, zal hij daarvoor
verantwoordelijk gesteld kunnen worden en de
grondgebruiker aanspraak kunnen maken op
schadevergoeding.
Indien schade optreedt, dient de grondgebruiker
DIREKT de betrokken jager daarvan in kennis te
stellen die dan de nodige maatregelen zal kunnen
nemen.
Ook kan de reeds genoemde ambtenaar van de
buitendienst Direktie Faunabeheer van het Minis
terie van Landbouw en Visserij op de hoogte ge
steld worden.
Deze kan adviezen ter bestrijding van de schade
geven bijvoorbeeld met behulp van de akoestische
bestrijdingsmethode knalapparaten enz. Ook kun
nen op aanvraag nadere inlichtingen omtrent be-
strijdingsmethoden verstrekt worden door de
Direktie Faunabeheer in Den Haag, le v. d. Bosch
straat 4.
VERGOEDING VAN DE SCHADE
II7ANNEER werkelijke schade is ontstaan door
nalatigheid van de huurder van de jacht, kan
de grondgebruiker schadevergoeding van hem
eisen. Ook indien de jacht niet is verhuurd, maar
aantoonbare schade ontstaat, door nalatigheid van
de jager op de aangrenzende percelen, bestaat aan-
spi nak op schadevergoeding. Aangifte van schade
dient te geschieden bij de secretaris van de Wild
schadecommissie. Voor Zeeland is dit de heer H.
Griffioen, Kloetingseweg 66, Goes, tel. 011004046.
De wildschadecommissie geeft, zodra schade
blijkt, hiervan kennis aan de betrokken jachthou-
der. Indien grondgebruiker en jachthouder geen
overeenstemming over het bedrag van dë schade
kunnen bereiken worden bij belangrijke schade
drie taxateurs ingeschakeld om het schadebedrag
te taxeren.
Ook kan schriftelijk advies worden verzocht om
trent de te betalen vergoeding aan genoemde com
missie. Het verzoekschrift dient te bevatten, naam
en woonplaats van de verzoeker, van de tegenpartij,
aard van de schade, ligging van de percelen en de
schade. Aan belanghebbenden geeft het secreta
riaat van de Z. L. M. gaarne nadere inlichtingen
aangaande de procedure.
Bij verschil van mening tussen grondgebruiker
en jachthouder over vergoeding van de schade ook
nadat de taxatie door de Wildschadecommissie
heeft plaats gehad, kan de grondgebruiker zich
tot de kantonrechter wenden voor het indienen van
een eis tot schadeloosstelling.
DE VERGUNNING EX. ART. 53
DE Minister van Justitie heeft in een recent
schrijven aan de Hoofden van de plaatselijke
politie er de aandacht op gevestigd dat het ver
lenen van bijzondere machtigingen overeenkomstig
de vuurwapenwet 1919. in het bijzonder het voor
handen hebben van jachtgeweren en flobert buk
sen, zoveel mogelijk beperkt dient te worden.
Alleen indien dit voor de wildschadebestrijding
noodzakelijk zou zijn, mag een vergunning ex art.
53 verleend worden.
Belangrijk bij het aanvragen van deze vergun
ning is van welk vuurwapen voor het schieten op
dit schadelijk gevogelte gebruik wordt gemaakt
terwijl tevens de te gebruiken munitie op het ver
krijgen van een gunstige beslissing op de vraag
van invloed kan zijn. Kaliber en soort munitie is
dus van belang.
Bij gebruik van halflange of lange long riffle
patronen met een draagwijdte van resp. ca. 500 en
2000 meter zal eerder afwijzing van de gevraagde
vergunning tot gevolg hebben dan het gebruik van
de zgkn. „eikeltjes" of „katjes" met een draag
wijdte van ca. 50 m. Deze leveren veel minder ge
vaar op. Om over het gebruik van dum-dum-
munitie maar niet te spreken
Het kaliber van het jachtgeweer en tie daarbij
behorende munitie dienen dus aangepast te
worden aan het doel waarvoor deze nodig zijn
nl. bestrijding van de vogelschade. Bij aantoon
bare schade zal door de betrokken instanties, als
aan de voorwaarden voldaan wordt, alle mede
werking tot voorkoming van deze voor de land
bouw zo nadelige schade gegeven worden.
B.