Als de nood het hoogst is
ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND
VERBETERING
VAN HET RUNDVEE
Leden moeten belangstelling tonen
ZATERDAG 16 APRIL 1960
313
Redactie: L. Hage, L. Felius, A. Deist, M. Murre, Z. Poppe en M. Risseeuw.
Eind-redacteur: C. J. van Damme, Telef. 01108206.Redactie-adres: Landbouwhuis, Goes.
In Zeeland is men op het goede
pad! Het gaat echter nog niet vlug
genoeg. Alle boerendochters en
-zoons boven de 16 jaar die in land
bouw- en op veeteeltbedrijven
werkzaam Zijn moeten elk jaar een
kalf opfokken. Een kalf uit eigen
stal of één aankopen in Holland of
Friesland. En elk jaar een keuring
houden in de maand juni. Daarbij
prijzen uitloven voor het beste van-
het beste. Het voorbrengen in de
ring is al een kunst op zich. Allen
in dezelfde soorten kleur van overall,
mutsen en klompen
Is dat niet een schoon gezicht
voor de bezoekers?
Een Zeeuwse boer
dn Overijssel
Het is heel goed te begrijpen, geachte redactie, dat het niet meevalt om elke
week opnieuw te zorgen voor een pagina „vulling" van „De Boerenjeugd". De
noodkreet van uw eindredacteur, die met een lege copy-portefeuille zit, zozeer,
dat hij het openlijk in het blad schrijft, doet mij de schrijfmachine voor de dag
halen voor het neertikken van enkele opmerkingen, die my werkelijk van het
hart moeten. In de vorm van enkele vragen ter overdenking zou ik ze u voor
willen leggen.
Ten eerste vraag ik mij af in hoe
verre deze noodkreet had kunnen
worden voorkomen, indien uw redactie
zich op andere mogelijkheden had be
raden. Ik lees immers in de kop van
„De Boerenjeugd", dat de redactie, be
halve uit de eindredacteur nog uit zes
andere redacteuren bestaat. Is het dan
niet mogelijk, geachte redactie, dat u-
zelf in de pen klimt en per persoon
zorgt voor om de drie weken twee
kolom copy? Dan is de „vulling" als
zodanig zeker gewaarborgd, lijkt me.
Ten tweede vraag ik mij af in hoe
verre u op uw redactievergaderingen
een plan de campagne samenstelt. Als
(Adv.)
redactie bent u toch, zo lijkt het mij,
tegenover uw lezers verplicht datgene
te bieden, dat voor hen van belang is.
Behalve berichten van het hoofdbe
stuur of van de streekbesturen, behal
ve een enkel ontspannend artikel,
dient u uw lezers toch de nodige voor
lichting te geven over wat er in de we
reld om hen heen gaande is. Als u dit
nader zoudt uitwerken zoudt u tot een
ontstellend aantal mogelijkheden kun
nen komen.
Ten derde lijkt het mij mogelijk uw
lezers op andere wijze aan het schrij
ven te krijgen dan door deze nood
kreet. Indien uw artikel een persoon
lijke visie op een aantal vraagstukken
inhouden, indien zij niet steeds een be
vestiging zijn van wat de lezer denkt,
dan zal hieruit toch een antwoord van
uw lezerskring kunnen volgen?
In zoverre heeft uw noodkreet, ge
achte heer Van Damme, mij tenminste
deze reactie ontlokt.
MOG ELI JK HEDEN.
In het bijzonder op mijn als tweede
gestelde vraag wil ik graag iets dieper
ingaan. Ik zou graag willen wijzen op
welke punten uw redactie naar mijn
mening voorlichtende artikelen zou
kunnen schrijven.
Er is ter behandeling aan uw hoofd
bestuur gezonden een rapport over de
coördinatie van het vormingswerk,
waarvan u, geachte redactie, kennis
zoudt kunnen nemen. Daarin kunt u
verschillende punten vinden die vragen
om een nadere meningsvorming van
uw leden. Hierin vindt u bijvoorbeeld
een aantal punten vermeld, waarom
men zich bezig houdt met het vraag
stuk van de vorming en de kadervor
ming van plattelandsjongeren. Daar
bij wordt er o.m. op gewezen, dat er in
deze tijd op het platteland veel verr
andert. Dat zal ook in Zeeland geen
onbekend geluid zijn.
Een punt dat onder de jongeren
sterk de aandacht trekt is dat van de
beroepskeuze en de beroepenvoorlich-
ting, van de rationalisatie en de mecha
nisatie in bedrijf en huishouding, van
zakgeld en zakgeldbesteding, van de
manier waarop de jongeren hun vrije
tijd besteden, waarop zij vergaderen,
waarop zij met de andere sexe omgaan.
Zoals u wellicht weet heeft het
K.N.L.C. -een congres georganiseerd
over „De toekomst van het Neder
landse Platteland". Voor wie van u
daar is geweest, is het duidelijk, dat op
dit congres stof te over is aangedragen
voor artikelen over deze toekomst. Wij
kunnen hierbij opnieuw een aantal on
derwerpen noemen, zoals landbouw- en
landbouwhuishoudonderwijs, landbouw
voorlichting, agrarisch sociale voorlich
ting, het culturele leven op het platte
land.
U weet, dat de hele «provincie Zee
land tot probleemgebied is verklaard.
Er moeten in uw provincie toch des
kundigen zijn te vinden die in staat zijn
de jongeren in een of meer artikelen
te vertellen, wat dit te betekenen
heeft. Trouwens uzelf kent immers het
probleem van de pendelende arbeiders.
die óp en neer reizen uit Zeeland naai
Rotterdam. Zij doen dat niet, omdat zij
het reizen zo prettig vinden, maar
omdat Zeeland geen geschikt werk voor
hen heeft.
Hoe zal Zeeland er uitzien over 20
jaar, wanneer de jongeren van nu te
maken zullen hebben met de uitwer
king van het beleid dat nu wordt ge
voerd? Vragen waarover u als redactie
zich eens moet beraden alvorens u „De
Boerenjeugd" wegens gebrek aan copy
gaat opheffen met dank voor de plaats
ruimte u door het Zeeuws Landbouw
blad beschikbaar gesteld(Er is
geen sprake van opheffen. Red.)
Zyn er deelnemers uit Zeeland ge
weest aan de 4-weekse cursussen op de
Volkshogescholen te Bakkeveen en
Bergen? Hen moet u eens vragen ar
tikelen te schrijven over een aantal
vraagstukken waarmee het platteland
van nu te maken heeft. Zij hebben er
tenminste iets over gehoord op deze
cursus.
Wat wij willen betogen is, dat het
geen tijdstip is om niets te schrijven
te hebben. De komkommertijd is voor
het platteland nog lang niet aangebro
ken.
OOK IN EIGEN ORGANISATIE.
Ook over wat er in eigen organisatie
gebeurt of zal moeten gebeuren dient
u, geachte redact ie, dë lezers toch voor-
te lichten? Of beziet u het zo, dat dit
het werk wordt van het secretariaat
in Goes? Bent u dan niet op de ver
keerde weg? Uw provinciaal secretaris
zal immers niets kunnen verrichten
wanneer hij geen steun heeft van
hoofdbestuur en leden? Uit de leden
zal een weerklank moeten komen,
mede door uw Boeren jeugd-rubriek.
Wij hoorden laatst een redacteur van
'n dagblad zeggen: „Wat ik ook schrijf
over de landbouw, de landbouw rea
geert niet. Dat is anders met de ande
re bedrijfstakken".
Wij wensen u niet toe, geachte re
dactie, dat men op uw artikelen niet
reageert, maar als die redacteur gelijk
hèeft, dan vrezen'wij het ergste. Des
ondanks blijft het uw taak na te gaan
waardoor het komt dat die landbouw
(dat uw lezer) dan niet reageert. Is hij
te weinig werkelijk betrokken bij de
vraagstukken waar het om gaat? Leest
hjj uw regels misschien helemaal niet?
Durft hij zich niet te uiten of kan hij
zich niet uilen? Waaraan ligt het, dat
de jongeren dan niet meedoen en mee
denken? Als redactie zult u dat toch
moeten te weten komen en u zult er
naar moeten handelen.
GEEN GEMAKKELIJKE TAAK.
Ik ontveins mij niet, dat hier geen
gemakkelijke taak voor u ligt, maar
hebt uzelf de overtuiging, dat u mede
verantwoording draagt voor het werk
in de L. J. G/Z. P. M. in het bijzonder,
en in het werk voor het Zeeuwse en
Nederlandse platteland, dan zult u uit
die overtuiging de kracht kunnen put
ten om de wegen te vinden die leiden
naar een goede voorlichting van de
Zeeuwse plattelandsjongeren via „De
Boerenjeugd". In ons aller belang.
Ik wens u daarmee sterkte.
J. R. WESTERHUIS.
WEST ZEEUWS-VLAANDEREN
SPORTTRAINING TE SCIIOONDIJKE
Op zaterdag 23 april begint de trai
ning voor de voetbal en korfbal op
het sportterrein van Schoondijke.
Ieder is van harte welkom. Aanvang
zes uur.
HET SPORTCOMMISSIELID.