en
tot het leeót van <~&aoen
30*
Gebruiken op Obolen 21? Schouwen-SDuiveland
Oude O'aasgebruilten
ZATERDAG 16 APRIL I960
een waaghals, zelfs het paard schijnt er plezier in te hebben
nam men hier een willekeurige levende tak. versierd met allerlei lente-
attributen, als een broodvogel (zelfs wel broodmannetjes), groen, bloemen,
papierslingers en kleurige sits.
Het is vooral de verdienste van mej. Van der Graft, die door haar studies
de verschillende palmpasen aan de vergetelheid ontrukt heeft, dat men thans
in de v&elvormigheid van palmpaasversieringen ook een grote overeenkomst
in vorm en uitvoering kan ontdekken. Zo is in de bekende Aehterhoekse
palmpasen, hoewel er zovele zijn en zelfs elk dorp en iedere buurtschap een
„eigen palmpasen" had, de eenheid groter dan de verschillen. Men treft dan
wel palmpasen aan met kransen, papierstroken, bloemen en krombroodjes,
sommige getooid met groene takjes, gevlochten broodjes of slingers van
kleurig papier, anderen zelfs met vlaggetjes gekroond, terwijl de „meitak"
van een eenvoudige stok gemaakt was, die door een appel of sinaasappel
gestoken, versierd' met gedraaide papierslingers, terwijl verschillenden het
kruis als hoofdmotief hadden met hoorntjes en zelfs met broodmannetjes
versierd, allen bedoelden „meitak" te zijn, gekroond met één of meer brood
vogels.
In verschillende plaatsen werd op zaterdag voor Palmzondag vroeger een
wedstrijd uitgeschreven om de mooist versierde palmpasen. Dit was uiteraard
een goede stimulans om de palmpaas weer in een goed blaadje te krijgen,
vooral bij kinderen. En het is meestal zo, dat waar de kinderen plezier in
hebben, daar voelen ook de „grote mensen" iets voor.
Zo is het ook verklaarbaar dat men in Amsterdam enkele jaren geleden
nog een „palmpaas-markt" kende. Met name in de „Jordaan'1 had de palm
paas veel aftrek en de kooplieden deden goede zaken. En liet ziet er naar
uit dat die palmpaas-markten weer klanten zullen trekken. Reeds nu zijn
er groepen jeugdverenigingen die zich op Palmzondag opmaken om met de
palmpaas in top, in Jange rijen, naar de ziekenhuizen te gaan en de sanatoria
bezoeken om zo aan hun zieke vriendjes en vriendinnetjes te gaan vertellen
dat het voorjaar in zicht is en dat betekent voor die zieke kinderenZon en
licht, die op hun beurt leven en beterschap inhouden.
Zó kan ook in de hedendaagse moderne wereld de palmpaas nog positief
resultaat opleveren: Aan zieken en allen die gedrukt zijn dooi' leed te tonen
dat de zon er nog is en dat het leven nog goede kanten heeft.
Naast de Aehterhoekse en de Amsterdamse palmpaas kennen we ook in
andere streken van ons land palmpasen, al worden ze ook hier slechts
bewaard in de muséa.
C^O liepen ook nog enkele tientallen jaren geleden de inwoners van Tholen
Cf/- met een palmpaas door de straten van hun stadje. En het was een mooie
palmpaas! Een eigen palmpaas, gesierd met een vogel van brood met
een krentenoog en takje als -staartje. Én als U goed kijkt is er ook nog een.
broodkrans aangebracht en een krombroodje, allen versierd met groen en
gekleurde papiersnits. De broodvogel is hier te beschouwen als het symbool
der vruchtbaarheid op de meiboom geplant en tevens als aflossing in brood
der vroegere, levende offergave. In hoeverre hierbij nu sprake is van een
haan of een zwaan is niet met zekerheid te zeggen. Misschien is de haan hier
origineel, waar ook de rode haan (Wetterhahn) oudtijds gold als afweerder
van boze invloeden en als beschermer tegen onweer en andere rampen. Het
krombroodje of halve maantje is wellicht te verklaren als vervanging van de
hoorn van het offerdier, die het gehele dier verving en later symbolisch in
brood werd nagebootst. De vïéchtkrans is eveneens van brood gemaakt en zij
staat ook in verband met de oude heidense offergaven. Wij dienen daartoe
terug te gaan tot onze Germaanse voorouders in de tijden der allerprimitiefste
beschaving. Stierf daar de Germaanse krijgsman, dan volgden niet alleen
enkele slaven, maar ook de vrouw hem in dé dood, om hem ook in het „hier
namaals" van dienst te zijn. Dit menselijk brandoffer werd in later tijd
vervangen door de symbolische haarvlecht als „pars-pro-toto".
f-* N de Schouwse „palmpasen" dan? Ook Schouwen en Duiveland kent
nog een soort palmpasen, onder de naam „aeremstokje". Het is nog
niet eens zo lang geleden dat wij als kinderen door de straat liepen met
een „aeremstokje" in de hand: (als kinderen spraken wij van „aemerstokje").
„Aeremstokje (aemerstokje) turf in m'n rokje
Buurman' eie m'n jongen nie 'ezie
Wê 'ezie mê nie 'esproke,
'ie is 'ier daenet verbie 'eloape
Volgens de bekende folklorist D. J. v. d. Ven zouden deze unieke palm
pasen waarbij een broodmannetje schrijlings op een broodvogel zit, terwijl
een vlaggetje het geheel kroont, versierd met fel-blinkende papiersits, „op
de laatste Dinsdag van October, ter gelegenheid van de Haamsteedse koeien-
markt" nog gebakken worden en door de kinderen in optocht meegevoerd.
We laten dit helemaal in 't midden, al moet ons van 't hart dat de ..aemer
stokjes" veel meer bij het bf?kende Schouwse „straofeest" behoren en hoogst
waarschijnlijk ook daarbij gebruikt werden als symbool van de „ruiter op het
paardje", zoals de uitvoering van de palmpaas sterk doet vermoeden.
Niet alleen echter bij gelegenheid van het „straofeest" werden deze
„aeremstokjes" in optocht meegevoerd, niet alleen in Schouwen, doch ook
in Duiveland was het „Aemerstokje" bekend. Wat waren we trots op onze
mooie „aemerstokjes", met hand en tand zouden we de pronkstukken van
de bakker verdedigd' hebben. Immers de bakker was de schepper van deze
„aemerstokjes", het was dan ook druk in de weken voor Pasen. Bij honderden
werden ze gemaakt, de broodmannetjes en de broodvogels. De kamer achter
de bakkerswinkel was in een atelier omgetoverd en daar werden de bruin
gebakken broodmannetjes op de gelijk gekleurde broodvogels gezet en samen
op een dun stokje gespietst. De vrouw van de bakker moest dan nog voor
een papieren zadeltje zorgen en wat kleurige sits en klaar was de „aeremstok",
gereed om in de lente-optocht te worden meegevoerd boven cfe blijde kinder
gezichtjes
PREEKT de palmpaas ons van de opstanding in de natuur en de herleving
van bloem en plant na de doodse wintertijd, Pasen, doet dit in nog
sterker mate. Immers op Pasen, dat in de Duits-sprekende landen
„Ostern" geheten wordt, is het opstandingsféest in dubbele zin. En hoewel
wij Pasen gewoonlijk allereerst beschouwen als een christelijke feestdag
waarop we Christus' opstanding uit het graf herdenken, moeten we toch
opmerken dat dit paasfeest toch niet allereerst door christenen is gevierd.
Zelfs niet door de Joden, hoewel zij hun Pascha, hun Paasfeest hadden,
waarvan de naam Pasen zonder twijfel afgeleid is.
Het Paasfeest was dus niet iets nieuws dat eerst na de opstanding van
Jezus ingesteld is. Reeds onze voorouders vierden hun paasfeest. De naam
van dit Germaanse „paasfeest", als we het zo mogen noemer., leeft voort
in de Duitse naam voor Pasen: „Ostern" en tevens ook in de vele, ook nog
In ons land voorkomende paasgebruiken.
Vroeger meende men
dat de naam „Ostern"
afgeleid zou zijn van de
Germaanse godin „Osta-
ra". Dit is echter niet
juist. Op het woord af
gezien lijkt dat er wel
wat op, doch we menen
meer dat „Ostern" afge
leid is van „Osten", oos
ten: Immers omstreeks
de tijd van onze paas
dagen komt de zon in het
oosten op en dat beteken
de voor de primitieve
Germaan: De winter is
voorbij, het voorjaar
komt, de natuur herleeft
weer En dan werd het
hart van die oude mens
vrolijk. En er werd dan
ook danig feest gevierd,
met grote offerfeesten
ter ere van de godin van
de vruchtbaarheid Frigga.
Vele goede gaven werden
gebracht op het altaar
van Frigga, dat moest
wel om een goede garan
tie te hebben als straks
het zaad in de grond werd
gestrooid en als in dé
stallen het vee de jongen
wierp
Een niet kleurige slingers en groen versierde
palmpaas, voorstellend een vogel-op-nestOok de vervol»
jeugd van 1960 doet U er een groot genoegen mee op volgende blad*tide