DE AARDAPPELMARKT EN -EXPORT
VOORSCHRIFTEN
wisselteelt van aardappelen met
bloembollen, boomkwekerijgewassen
en vaste planten
NIEUW MOND- EN KLAUWZEER-
VIRUS VORMT BEDREIGING VOOR
EUROPESE VEESTAPELS
Nederland waakzaam
BROUWGERST-EXPORT
DE AARDAPPELVOORRADEN
OP 14 MAART 1960
Nieuw aardappelras
Suikerbietenoogst
en suikerprodukiie
voederbieten
altijd een record-oogst!
CENTRAAL BUREAU
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
|\E telers van bloembollen, houtige gewassen
en vaste planten worden er nog eens aan
herinnerd, dat de teelt van de genoemde gewas
sen is verboden, indien op het betrokken perceel
hetzelfde jaar of binnen twee daaraan vooraf
gaande kalenderjaren aardappelen hebben ge
staan.
Voor het voorj aars-plantseizoen 1960 geldt het
verbod voor percelen waarop in 1958 of 1959 aard
appelen zijn geteeld.
Van dit verbod kan door de Directeur van de
Plantenziektenkundige Dienst ontheffing worden
yerleend.
Deze ontheffing is slechts vereist als deze gewas
sen kennelijk worden geteeld met het doel de ge
hele plant of ondergrondse delen daarvan te ver
handelen of elders uit te planten.
De ontheffing zal worden geweigerd, wanneer
door grondmonsteronderzoek de aanwezigheid van
cysten van het aardappelcystenaaltje is aange
toond of moet worden aangenomen wegens vast
gestelde besmetting op belendende percelen.
IVE ontheffing moet worden aangevraagd op
een speciaal daarvoor bestemd formulier,
dat verkrijgbaar is bij de kringkantoren van de
Plantenziektenkundige Dienst, De ingevulde for
mulieren dienen ook bij deze kantoren te worden
ingeleverd, onder gelijktijdige storting van de voor
de behandeling verschuldigde kosten op giroreke
ning 832175 van de Plantenziektenkundige Dienst
te Wageningen. Deze kosten zijn afhankelijk van
de oppervlakte bloembollen, boomkwekerij gewas
sen en vaste planten waarvoor ontheffing wordt
gevraagd en bedragen 2,75 per 10 are of gedeelte
daarvan met een maximum van 10,per aan
vraag.
In een aantal gemeenten behoeft geen onthef
fing te worden aangevraagd, aangezien de Direc
teur van de Plantenziektenkundige Dienst hier
ïeeds een collectieve ontheffing heeft verleend.
P. D. Bericht 1371.
NAAR aanleiding van de waarschuwing, die de
Europese commissie voor mond- en klauw-
zeerbestrijding van de F. A. O. onlangs heeft la
ten horen voor het gevaar dat de Europese vee
stapels dreigt door het optreden in het nabije
Oosten van een uitheems mond- en klauwzeer-
type, heeft de directeur van de Veeartsenijkun-
dige dienst, de heer J. M. van den Born, voor de
radio enige mededelingen gedaan.
Deze nieuwe vorm van mond- en klauwzeer,
aldus de heer Van den Born, komt uit Afrika en
uit Azië. De verschijnselen zijn in grote lijnen
gelijk aan die bij de oudere bekende vormen. Men
kan geen verschil zien, alleen de oorzaak is een
geheel ander virus. Vanuit Afrika nadert ons het
z.g.n. „South African" type en vanuit Azië het
Z.g.n. „Azië I" type.
De Nederlandse veestapel is ingeënt tegen drie
in West Europa inheemse typen van mond- en
klauwzeer. Deze enting geeft absoluut geen im
muniteit tegen de typen die nu in Afrika en Azië
.voorkomen.
De Europese mond- en klauwzeercommissie
heeft de Westeuropese landen geadviseerd geen
vaccin tegen de nieuwe ziekte te vervaardigen,
omdat dit een groot gevaar inhoudt voor de voor
het nieuwe virus gevoelige veestapels.
De heer Van den Bom deed een beroep op de
Veehouders alle aandacht te besteden aan ver
schijnselen bij hun dieren die op mond- en
klauwzeer lijken. Deskundige hulp dient te wor
den ingeroepen opdat deze in staat zal zijn zo
snel mogelijk laboratoriumonderzoek te doen
verrichten. Snel ingrijpen is een levensbelang
voor de Nederlandse veehouderij.
VOLGENS gegevens van de „National Asso
ciation of Corn and Agricultural Merchants"
he reikte de Britse export van brouwgerst in het op
31 januari 1960 geëindigde halfjaar een record
hoogte van 250.000 ton. In het laatste recordjaar
[(het gehele seizoen 1954/55) werd 230.000 ton
brouwgerst uitgevoerd.
De voornaamste buitenlandse afnemer van de
Britse brouwgerst uit oogst 1959 (een record gerst-
produktïe van 4 min ton) was West-Duitsland en
verder Oostenrijk, België, Denemarken, Zweden en
Nederland.
Ongeveer driekwart van de produktie komt voor
tekening van de in Groot-Brittannië geteelde
ibrouwgerst-variëteit Proctor". De vraag van de
binnenlandse brouwerijen en destilleerderijen is
beperkt tot ongeveer een miljoen ton per jaar, zo-
«tat een aanzienlijk exportsurplus aanwezig is.
Aan de bij de agenda van het Produktschap voor Aardappelen gevoegde mededelingen ontle
nen wij het volgende betreffende:
DE MARKTSITUATIE
IN deze tijd van het jaar is het moeilijk een
enigszins betrouwbare indruk van de markt
situatie te geven. Een kleine opleving van de ex
port, of een vroege dan wel vertraagde nieuwe
oogst, zijn factoren die een sterke invloed op de
prijsontwikkeling in de rest van het seizoen kun
nen uitoefenen.
Op grond echter van:
de voorraden die volgens de inventarisatie
van de Voedselcommissarissen per 1 maart bij
telers en handelaren aanwezig waren;
het bestaande kwaliteitsverval;
de kleine exportverwachtingen;
de aanname dat de aanvoer van de nieuwe
aardappelen op normale tijd inzet;
de geringe voorraden zandaardappelen
bestaat de verwachting dat er in de laatste maan
den van dit seizoen een zeker evenwicht tussen
HET Produktschap voor Aardappelen deelt mede,
dat blijkens een door de Voedselcommissaris
sen uitgevoerde inventarisatie op 14 maart j.l. in
totaal 620.000 ton aardappelen, waarvan 405.000 ton
klei-aardappelen en 215.000 ton zandaardappelen,
bij telers en handelaren voorradig was. Een groot
deel van deze aardappelen was reeds gereserveerd
voor eigen gezinsgebruik en uitpoot op eigen be
drijf, terwijl bijna 15 uit uitschot en minder
waardige partijen bestond.
De voorraad aardappelen geschikt voor af
levering als consumptie- en pootaardappelen was
283.000 ton groot, waarvan 232.000 ton klei-aard-
appelen en 51.000 ton zandaardappelen.
Deze laatste hoeveelheden zijn dus nog beschik
baar voor de binnenlandse voorziening en de ex
port van consumptie- en pootaardappelen in de
periode na 14 maart.
In vergelijking tot de voorraden per 18 januari
1960 is de netto leverbare voorraad sindsdien ver
minderd met 45 voor de klei-aardappelen en
40 voor de zandaardappelen.
Op grond van bovengenoemde gegevens ver
wacht het Landbouwschap, dat een zeker evenwicht
zal blijven bestaan tussen vraag en aanbod, waar
bij zich geen bijzonderheden ten aanzien van de
prijsvorming zuilen voordoen.
vraag en aanbod zal bestaan en dat zich geen
bijzondere prijsontwikkelingen meer zullen
voordoen.
DE EXPORT
|)E uitvoer die in februari ruim 20.000 ton be-
u droeg zal in maart iets lager zijn en volgens
voorlopige cijfers ca. 19.000 ton groot. Ruim de
helft hiervan is naar West-Duitsland gegaan,
terwijl de export naar Zweden ca. 4.000 ton be
droeg. Naar België is ook een paar duizend ton
gegaan. De export naar de andere werelddelen
was in maart van vrijwel geen betekenis meer.
De uitvoer in de maand april zal waarschijnlijk
aanzienlijk lager zijn, voornamelijk omdat het
Duitse invoerrecht van 18 "o, dat in oktober 1959
is opgeschort per 1 april 1960 weer van kracht
wordt. Dit betekent gemiddeld een bedrag van
ca. 2,50 per 100 kg, dat moeilijk door exporteurs
en/of importeurs te overbruggen zal zijn, zodat
van de uitvoer naar West-Duitsland niet veel
meer te verwachten is.
In Zweden is de belangstelling voor onze klei-
Bintje teruglopende, voornamelijk door de min
der goede kwaliteit en de toenemende mogelijk
heden van dit land om de invoerbehoefte elders
te dekken.
De uitvoer naar België vindt regelmatig plaats
voor kleinere kwanta voornamelijk Bintje van
kleigrond.
Voor andere bestemmingen zijn de vooruit
zichten zo gering dat deze praktisch te verwaar
lozen zijn.
Aanvoer in procenten per herkonistgebied
Herkomst
1959
1958
1953
1948
1938
Zeeland
30,1
39,1
48,9
35,8
57,5
Noord Holland
27,2
24,5
41,-
38,7
29,9
Zuid Holland
19,8
17,7
1,3
N. O. Polder
9,5
4,2
1,8
Friesland
7,4
2,9
2,8
9,5
8,2
Noord Brabant
1,7
2,5
-
Drenthe
0,7
3,7
4,3
14,7
0,5
Gelderland
0,6
2,1
-
-
Limburg
0,1
0,8
-
1,3
0,3
Overijssel
0,1
0,6
-
-
Diverse streken
0,1
0,2
0,3
-
Buitenland
2,7
1,7
0,9
-
2.3
Opvallend is niet alleen de ontwikkeling van
de aanvoer uit de N. O. Polder maar nog meer die
uit de provincie Zuid-Holland. De aanvoer uit de
zand-aardappelprovincies, zoals Drenthe, Overijs
sel en Gelderland, was voor de oorlog evenmin
als in 1959 van enige betekenis. In de tussen lig
gende jaren was de aanvoer van zandaardappelen
wel van enige omvang.
Aan de Noord-Ierse ras-
senlijst voor aardappelen is
een nieuw ras toegevoegd,
„Ulster Magnet" genoemd.
De knollen van dit ras zijn
ovaal, met een lichte, gladde
huid en witvlezig.
Het nieuwe ras zou om
streeks dezelfde tijd vol
groeid zijn als het ras Arran
Pilot, doch de uniformiteit
van de knollen zou groter
^ijn, terwijl minder afval
voorkomt. Bovendien zou
het beter resistent zijn tegen
droogrot.
Het nieuwe ras is ont
wikkeld door de heer John
Clark, Ballycastïe, Co. An
trim, Ulster.
De Britse suikerbieten-
oogst 1959 is op één na (die
van 1958) de grootste uit de
Britse geschiedenis. De to
tale opbrengst beliep 5,6 mil
joen (metrieke) ton, hetgeen
slechts 3 minder was dan
de record-oogst van 1958.
Het suikergehalte lag aan
zienlijk boven het gemiddel
de, zodat de suikerproduktie
een record-omvang had van
772.000 ton.
(Adv.)
MEI
Daar zit flink geld in voor U
Met Bison CB kunt U héél vroeg zaaien
al vóór 1 april! Want Bison CB heeft geen
last van schieters!
Alléén met Bison CB bent U zeker van de
allerhoogste opbrengst aan drogestof en.#«
van een enorme oogst aan loofl
Daarombestel nu BISON CB, het hoogwaardige ras voor
vroege zaai en U kunt rekenen op record-opbrengsten I
TELEFOON 1 1 1340 - POSTBUS 182, ROTTERDAM