EUROMARKT
Waarom een
ZATERDAG 2 APRIL 1%0
waarin opgenomen
DE BOERENJEUGD
Overzicht
I11 dit nummer
jSTo. 2523 Frankering bij aoonnement: rerneuzen
48e Jaargang
Officieel Orgaan ran de
ZEEUWSE LANDBOUWMAATSCHAPP1J
•n de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP
ZEELAND
WIJ hebben verleden week uiteengezet, dat zes West-Europese landen,
waaronder Nederland, een verdrag hebben afgesloten om te komen
tot één groot marktgebied. In een overgangsperiode van 12 tot 15 jaar
moeten volgens de bepalingen van dit verdrag alle onderlinge handels
belemmeringen tussen de zes worden opgeheven, hetgeen in grote liji|en
neerkomt op het steeds weer verlagen van de invoerrechten en het fein
ruimen van de contingenteringen. Daarnaast moet één handelsbeleidten
opzichte van derde-landen worden opgebouwd. In de eindphase zal fdan
een vrij verkeer van goederen, kapitaal, personen en diensten zijn ont
staan. Vele maatregelen en voorzieningen op technisch, economisch,
sociaal en fiscaal terrein zullen nodig zijn. waaronder de verwezenlijking
van een gemeenschappelijk landbouwbeleid.
ALS vanzelf komt de vraag naar voren, waarom
dit alles? Waarom deze grote ingreep in be
staande verhoudingen en omstandigheden? En
waarom blijft deze operatie beperkt tot Italië,
Frankrijk, VVest-Duitsland, België, Nederland en
Luxemburg en omvat zij ook niet landen als En
geland, Denemarken enz.?
Er zijn in hoofdzaak twee redenen, waarom men
streeft naar een grotere eenheid in het oude Euro
pa. De eerste is van economisch-strategische aard,
terwijl de tweede meer een zuiver economisch
karakter heeft.
Wij hebben na de tweede wereldoorlog, mede
door de geweldige vooruitgang van de technische
mogelijkheden, de ontwikkeling kunnen gadeslaan
van twee machtige blokken. Aan de ene kant de
Verenigde Staten van Amerika en aan de andere
kant Rusland. Wil het oude beschavingsgebied
West-Europa in deze wereld van grote economi
sche en militaire machtsblokken nog meetellen,
dan kan hier tegenover slechts een nauwe samen
werking van de vele landen, waarin Europa is ver
deeld, gesteld worden.
Zuiver economisch bezien bestaat er in een
groot marktgebied een veel grotere kans op ver
hoging van de welvaart dan in een klein. Een
goed voorbeeld van de juistheid van deze stelling
is Amerika. Wanneer er namelijk een vrijhandels-
verkeer bestaat gaat men daar produceren waar
het het goedkoopste is, terwijl bij kleine, be
schermde gebieden, zoals wij thans in Europa
zien, ieder land alles zelf tracht te produceren,
ook al liggen de produktiekosten aanzienlijk hoger.
Men beschermt de eigen produktie dan door het
opwerpen van handelsbelemmeringen, zoals invoer
rechten en contingenteringen.
HET EUROPA VAN DE ZES ONTSTAAT.
HET zijn deze twee motieven, die ten grondslag
liggen aan de gedachte in Europa één groot
marktgebied te scheppen, waardoor men èn beter
in staat zal zijn het hoofd te bieden aan de steeds
groter wordende concurrentie van Amerika en
Rusland èn hoopt de welvaart van de eigen volke
ren op een hoger plan te brengen.
Nu zou het misschien nog niet tot uitvoering
van bovengenoemde ideeën zijn gekomen, indien
de omstandigheden, waarin de meeste landen van
Europa na de tweede wereldoorlog verkeerden, een
samenwerking niet in de hand hadden gewerkt. De
meeste landen waren er economisch slecht aan
toe, mede door de grote verwoestingen van hun
produktie-apparaten.
Het was Amerika, dat in de vorm van een groot
hulpprogramma, het Marshall-plan, een zestiental
landen bijsprong en aldus bijdroeg tot het econo
misch herstel. Om deze steun billijk en efficiënt te
verdelen werd een Organisatie voor Europese
Economische Samenwerking (O.E. E. S.) opge^
richt met als zetel Parijs. Uit de veelvuldige con
tacten van de regeringen dezer 16 landen ontstond
de idee om met deze samenwerking ook voort te
gaan, wanneer de Marshall-hulp ophield.
Bij de uitwerking Yan deze idee ontstonden ver
schillen van inzicht, waarbij vooral het vraagpunt
of de regeringen bij een vorm van aamengaan ieder
De heer H. D. Louvres
beantwoordt de rede
van de Voorzitter van
de Vereniging van Meel
fabrikanten ter gelegen
heid van de uitreiking
van de Zilveren Brood-
mand.
hun volledige zeggingschap over alles wat er te be
slissen viel moesten behouden of dal zij een stukje
van deze souvereiniteit dienden ai te staan aan
door hen op te richten supra-nationale organen,
een struikelblok vormde.
De zes landen, welke thans de Euromarkl gaan
vormen konden mede over dit punt niet tot over
eenstemming komen met Engeland en de Scan
dinavische landen. Zij besloten met zijn zessen in
zee te gaan en kwamen lot overeenstemming in
zake volledige samenwerking op het gebied van de
kolen en het staal, de atoomenergie en een econo
mische gemeenschap. Aldus vormden zij het Klein-
Europa der zes.
Het verdrag betreffende het laatste punt is het
vèrreikendste en het zal, wanneer eenmaal alle
handelsbelemmeringen zullen zijn verdwenen, gro
te veranderingen in het economisch bestel van
deze zes landen teweegbrengen. Mede daardoor zal
het zeker ook politieke gevolgen hebben, want
wanneer deze zes landen werkelijk eens één groot
marktgebied vormen, dan zal het noodzakelijk zijn
dat ook politieke akkoorden bereikt worden.
MOEILIJKHEDEN GENOEG.
NATUURLIJK zullen er, voor het einddoel is
bereikt, nog ontelbaar vele moeilijkheden uit
de weg geruimd moeten worden.
Want, zoals wij ook vorige week reeds schre
ven, met het opheffen van de onderlinge invoer
rechten en contingenteringsregelingenen het
opbouwen van één gemeenschappelijk douane
tarief ten opzichte van landen buiten de Euro-
markt, is men er niet. Alle maatregelen, die
thans op economisch, sociaal en fiscaal gebied in
elk der. zes landen voor de verschillende bedrijfs
takken gelden, zullen op elkaar moeten worden
afgestemd.
Hoe men dit in de landbouwsector denkt te
doen, hopen wjj U in een volgend artikel te
vertellen,
S.
De Zilveren Brood/mand voor
II. D. Louwes Pag. 263
Q Garantieregeling pootaard ap
pelen oogst 1939 Pag. 264
Kén standpunt gewenst.
Door Ir. G. S. Knottnerus Pag. 265
De melkplas Pag. 265
Voor de Vrouw. Nieuws van
de huishoudbeurs te Amsterdam Pag. 266
0 Bestrijding van insekten in de
fruitteelt en de korte wenken Pag. 267
<0 De tuinbouwpagina en het
opruimen van de voederbieten-
kuilen Pag. 269
De nieuwe lonen van de C.A.O.
landbouw met de nieuwe
accoordtarieven en andere
arbeidsvoorwaarden uitvoerig
op l'ag. 270, 271 en 272
L. J. G. en markt Pag. 273 en 279
0 Let op de mededeling over de
excursie naar de Deltawerken
in ons volgend nummer.
Opgave voor deelneming is nog
steeds mogelijk.
Zitdagen Boekhoudbureau
der Z.L.M. Pag, 262