Van Boerderij en Organisatie VANDAAG begint de Lente. Wan neer we ons dit even realiseren, dan kunnen we constateren dat we in de „winter" al heel wat voorjaarswerk hebben verricht We spraken zelfs een collega, die ons vertelde dat hij heel zijn bedrijf had gezaaid en tevens alle aardappels had gepoot. Het is alle maal erg vroeg dit jaar, terwijl we tevens kunnen constateren dat er zeker heel weinig te vroeg in de grond zal zijn gewerkt, iets wat we zeker lang niet ieder jaar kunnen schrijven. 244 ZEEUWS LANDBOUWBLAD THOLEX EN ST. PHILIPSEAN D. 21 maart. De grond werkt uitermate goed, ter wijl het vaste weer de werkzaamheden ook in sterke mate bespoedigt. De start voor oogst 1960 is in ieder geval goed te noemen, en hopelijk is in dit geval dan ook de eerste klap een daal der waard! Mogelijk kunnen we dit jaar de schade van 1959 weer wat in halen, want voor meerdere bedrijven is dit zeer zeker nodig. Overigens is de weg naar oogst 1960 nog lang en er kunnen nog heel wat ongewisse factoren een rol van betekenis spelen, maar nogmaals: het begin is hoopvol. Zaterdagmiddag j.l. hield onze Kring zijn jaarvergadering. Het bezoek was matig, vooral gezien tegen de achter grond van de kleine 900 leden die de Kring telt. Bovendien bewees Dr. Van Lierde een uitermate boeiend en ta lentvol spreker te zijn, die ons glas helder vertelde hoe de E. E. G. tot stand zal komen, hoe ze zal werken en welke perspectieven deze E. E. G. voor Nederland in zich bergt. Speciaal be handelde spreker de landbouwvoorstel len, en wel op zodanige wijze, dat deze E. E. G. voor ons allen tot leven kwam. Wat jammer toch, dat zovelen ge meend hebben om deze zaterdagmid dag voor iets anders te besteden. Met alle respect voor het gedane werk durven we hier stellen, dat er op de Z. L. M. Kringvergadering heel be langrijke zaken zijn behandeld, die voor iedere landbouwer, groot of klein, straks van invloed zullen zijn voor zijn bedrijfsvoering en uiteindelijk voor zijn portemonnaie. Een reden temeer, dat velen tevre den naar huis gingen, was zeker dat de heer Van Lierde de toekomst van de Nederlandse landbouw met gema tigd optimisme tegemoet zag. De prijs van verschillende Nederlandse produk- ten ligt onder de gemiddelde prijs van deze landbouwprodukten in de overige landen, zodat een zekere stijging van deze prijs in de lijn der verwachting ligt. Bovendien ligt Nederland niet ongunstig t.a.v. de z.g. tekortgebieden, of, met andere woorden, de cons-ump- tiegebieden, zodat de afzet van onze produkten niet zo enorm veel kosten mee gaat brengen. Vermoedelijk zullen de produkten- prijzen in de toekomst stabieler wor den, zodat het vooral van belang zal zijn om zoveel mogelijk te produceren met zo gering mogelijke produktie- kosten, omdat de beschermende maat regelen van de regering mede zullen verdwijnen. We zullen, aldus de Kringvoorzitter, in grotere eenheden moeten gaan den ken, door te streven naar een zo ge ring mogelijke kapitaalsinvestering per ha, hetgeen z.i. te bereiken is door ver eenvoudiging van ons bouwplan en door meer gezamenlijke exploitatie van landbouwwerktuigen. In dit ver band mogen we zeker even wijzen op het artikel dat vorige week in ons blad stond over de werktuigencoöpe ratie „Zuidzande". Allerwege streeft men naar grotere eenheden. Ook wij zullen noodgedwon- gy ons vertrouwd moeten maken met deze denkbeelden. Velen willen hier nog niet aan en trekken o.i. wel eens onjuiste parallellen en verkiezen dan de vrijheid boven alles. Doch vrijheid in een bepaalde gebondenheid zal in deze in de toekomst het pleit winnen. Laten we de zaken ruim trachten te zien en ons niet te veel blind staren op datgene wat we zelf in ons kleine kringetje menen te kunnen bereiken. SCHOUWEN-DUIVELAND. 21 maart. MET de voorjaarswerkzaamheden is het bijzonder vlot verlopen. Er waren mensen, die er zo'n plezier in kregen, dat ze het éne na het andere er in reden en zodoende nu weer min of meer zonder werk zitten. De grond liet zich goed klaar maken. Alleen in de polder Schouwen zien we nog wel eens een perceel waar nog water op de akkers staat. Over het al gemeen lieten de vorig jaar verkavel de percelen zich goed bewerken. Niet te veel regen straks, want de ervaring heeft geleerd, dat de struc tuur weer vlug veranderen kan en de hele zomer niets dan ellende geven. Hoewel de ondergrond op vele per celen nog niet altijd deugde, was het weer te aantrekkelijk om hierop te wachten. Alleen de aardappelen kun nen nog wel even blijven staan. Van veel partijen pootgoed zijn de spruiten vrij lang en bij het machinaal poten straks zullen deze een flinke tik krij gen. Al met al blijft het vrij koud en het zaad zal wel even langer tjjd vragen om te kiemen dan normaal. Nog even en de koeien gaan ook weer naar buiten. Op enkele be drijven begint de voederpositie schaars te worden. De voederbieten zijn bij de meesten op. De houdbaarheid is ech ter zeer goed gebleven. Wanneer we de groene spruiten van de voederbieten eens goed bekijken, dan zien we de groene perzikbladluizen al zitten te wachten. Vooral in de warme taskuilen zijn ze reeds in grote getale aanwezig. Ook op de bomen, de zogenaamde waardplanten, ziet het zwart van de eitjes. Dit laatste kunnen we constateren wanneer we de beplantingen langs de weg, en vooral de bomen in West- Schouwen, goed bekijken. Al met al belooft het weer een span nende vergelingsziektetijd te worden. Het enigste wat we kunnen doen, is de voederbieten te koppen. De mees ten lachen daarom en laten het daar bij. Zo'n grote moeite is het echter helemaal niet en alleen op deze wijze kunnen we misschien een erge aan tasting voorkomen. Laten we daarom allen onze plicht in deze verstaan en de weinige voeder bieten, die we nog hebben, direct te koppen. WEST ZEEUWS-VLA AN DEREN. 21 maart. DE weilanden in ons gewest vertonen een uitermate welige grasgroei, niettegenstaande het voorjaar nog maar pas is begonnen, terwijl men na de uitzonderlijke droogteperiode van het vorige jaar geneigd zou zijn te veronderstellen, dat het weiland nog wel enige tijd zal nodig hebben om zich hiervan te herstellen. Toch blijkt bij nader onderzoek, dat de graszode op de meeste weilanden veel van de droogte te lijden heeft gehad en dat de stand van het gras op vele percelen dan ook erg dun moet worden ge noemd. Hieruit vloeit voort, dat de meeste weilanden straks toch nog vlug afgegraasd zullen zijn, eerder als men oppervlakkig misschien zou vermoe den. De wintertarwe daarentegen, welke eveneens reeds flink ontwikkeld is, heeft bij velen in tegenstelling met het weiland een zeer dichte stand. We behoeven bij het bewerken van onze tarwepercelen heus niet op een tarwe- plantje te zien, hetgeen wel een geluk kige omstandigheid is, nu de meeste tarwepercelen ten gevolge van de laat ste voorjaarsregens erg dichtgeslagen zijn, terwijl hierop vaak ook nog een behoorlijke onkruidbezetting te zien is. Een behoorlijke grondbewerking van onze tarwepercelen is dit jaar dan ook alleszins verantwoord. OPVALLEND is dit voorjaar de extra zware stand van de voorein den (wendakkers) bij de meeste tarwe percelen. Dit is toch wel tegen alle gewoonten in, want anders is daar vrij wel altijd een dunnere stand te zien. Het draaien op de vooreinden heeft het afgelopen najaar in onze tarwe percelen eens geen structuurverslech tering maar verbetering teweeg ge bracht. Dit gebeurt niet vaak, maar de uitzondering bevestigt nu eenmaal de regel. Nu is het bij een gewas als tarwe geen groot bezwaar, dat de structuur van de vooreinden wat min der is; de opbrengst moet daar niet veel kleiner door zijn. Geheel anders is dit bij een gewas als aardappelen. Bij dit gewas is de opbrengst van de vooreinden vaak niet veel meer dan een hoeveelheid vee voer, waaraan dan nog vele extra kos ten zijn besteed, om nog wat grond op de ruggen te brengen, grond welke vaak niet veel meer is als harde klui ten, welke het rooien ook nog eens extra bemoeilijken. En hoeveel aard appelmachines zouden er op de voor einden reeds verwrongen zijn? Is het eigenlijk wel verantwoord, om op onze zwaardere grond honderden guldens pootgoed per ha in de voor einden te stoppen, deze een keer of vijf of meer mee te sproeien en dan als beloning van alle andere extra kos ten die men hieraan besteedt een ge ringe hoeveelheid aardappelen ver krijgt welke vaak niet veel meer als veevoerwaarde vertegenwoordigen Men gaat er niet gauw toe over, maar het ware voordeliger, om op de zware grond de vooreinden niet te poten. Wil men deze niet braak laten liggen, dan valt het na het poten altijd te be zien om er een ander gewas als bijv. gerst op te zaaien. Vaak kan dit dan nog een tamelijke opbrengst geven, terwijl het oogsten met een voor maaier combine geen bezwaar meer kan zijn. Winst zal men van zo'n perceel gerst ook wel niet halen, maar wel is de kans zo goed als zeker, dat het ver lies wat de vooreinden van een aard appelperceel meebrengen veel kleiner is, dan wanneer deze met aardappelen worden gepoot. Laat ieder alvorens conclusies te trekken voor zichzelf eens nagaan wat de vooreinden van zijn aardappe len jaarlijks kosten en wat de gelde lijke opbrengst van de vooreinden apart van het perceel aardappelen wel zou zijn. WALCHEREN. 22 maart. HET voorjaarswerk verloopt uiter mate vlot. Vrijwel alle grond is thans geschikt om bewerkt te worden. Wanneer het droge weer nog enkele dagen voortduurt zal het verschil in tijd van opkomst van de gewassen niet groot zijn. Vorig jaar lag dit anders. Toen stonden op vroeg bewerkbare grond de erwten reeds boven toen op andere percelen nog gezaaid moest worden. De grond laat zich gemakke lijk bewerken waardoor een zeer goed zaaibed kan worden gemaakt. Het mag dan koud zijn, toch is het een genoegen om de grond bij het be werken uiteen te zien vallen in krui melige massa waarin het zaad onder gunstige voorwaarden kan kiemen. Het valt op, dat op steeds meer be drijven de tandensleep wordt gebruikt. Niet alleen voor gewassen waar een ondiepe bewerking reeds voldoende is kan hiermee een gunstig zaaibed mee worden verkregen. Ook bij het klaar maken van het aardappelland is een goede verkruimeling van de bovenlaag te prefereren. Het is één van de voor waarden om een pootbed te verkrijgen waar weinig of geen kluiten in voor komen als wij aan het rooien toe zijn. Na het poten kan dan b.v. de triltand- verkruimelaar er toe bijdragen dat op grotere diepte de grond verkruimeld wordt. Zowel in de vorige als in deze week %vorden de suikerbieten gezaaid. Als alles gunstig verloopt, staan de plant jes over een paar weken boven. Dit wil zeggen, dat dan de luizen, die in de voederbietenkuilen voorkomen, cje smetstof voor de vergelingsziekte over kunnen brengen op het nieuwe gewas. Wil men nu reeds de vergelingsziek te bestrijden, dan zal het noodzake lijk zijn vóór 1 april de voederbieten- kuilen op te ruimen en de spruiten grondig verwijderen door de bieten te koppen en de spruiten met kop te ver nietigen of te vervoederen. In de notulen van het dagelijks be- stuur konden wij lezen, dat de veror dening dit jaar op 1 mei van kracht zal worden. Het resultaat moet niet te hoog worden aangeslagen, temeer daar de jonge bieten reeds vroeg boven zullen staan. Men raakt er echter op deze wijze enigszins mee vertrouwd, dat na een bepaalde datum er geen mangels met spruiten meer mogen zijn. Reeds is er vee in de wei gebracht. Soms is dit een gevolg van de voed selschaarste. Toch mogen wij zeggen, dat het meegevallen is om de winter door te komen. De steeds lagere prij zen van de ruwvoeders zegt, wat dit betreft, genoeg. De zachte winter en het hoge droge stofgehalte van voederbieten en inge kuilde produkten hebben er toe bijge dragen dat de hoeveelheid voedsel voor het vee meestal voldoende blijkt te zijn tot de weideperiode begint. ZUID-BEVELAND. 22 maart. SCHREVEN we 14 dagen terug, dat we door het gunstige weer snel aan het uitrijden zouden kunnen gaan. Nu zijn vrijwel alle gewassen reeds aan de grond toevertrouwd. De werkzaamheden verliepen zeer vlot. De grond werkte prima, de struc tuur is, zoals ze in vele jaren niet is geweest. Een derde of een vierde be werking, zoals die andere jaren nogal eens noodzakelijk is, behoefde nu niet toegepast te worden. De grond was na 2 bewerkingen op sommige percelen zó los, dat te diep zaaien niet uitge sloten was. De droge zomer van vorig jaar lijkt ook nu nog van invloed te zijn. Zo is het verschil bij het uitrijden tussen de jongere polders en de oudere gebieden ongeveer drie dagen tot een week. Andere jaren is dit verschil dikwijls meer als dubbel zo groot. Ook de structuur in deze oudere gebieden is prima. Door de goede structuur van de grond en de nog in de grond aanwezige voorraad N van het vorige jaar, aan suikerbieten of aardappelen gegeven, lijkt het wenselijk dat niet te veel N gestrooid wordt. Vlas en zomergerst zijn daarbij de gewassen, waar dit de grootsrte rol bij kan spelen. Zo het zich thans laat aanzien is er nogal wat meer vlas gezaaid. Erwten, haver en blauwmaanzaad zijn iets in oppervlakte verminderd. De aard appelen zullen eveneens iets in opper vlakte verminderd zijn, het meest in de gebieden met zware grond. De opper vlakte suikerbieten zal niet veel afwij ken van die van het vorige jaar. De belangstelling voor graszaad is steeds groeiende. Verscheidene percelen zijn dan ook weer onder dekvrucht uitge zaaid. Ook weten we, dat de lonen weer zullen stijgen en dat we daarnaast, als werkgevers, verder nog een loonsver hoging voor de huurcompensatie zul len moeten betalen. De totale loon- post zal door dit alles niet onaanzien lijk stijgen. Hoewel de kunstmest pas gezaaid is, moeten we toch, wat de bemesting be treft, weer al vooruit zien. Vanaf 1 maart tot en met 2 juli is er nl. de mogelijkheid om grondmonsters tegen een lager tarief te laten onderzoeken. Wanneer U monsters wilt laten nemen, geeft U zich dan zo spoedig mogelijk bj de bekende monsternemers of bij ae rayon-assistenten van de E. L. V. D. op. Zie verder volgende pagina

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 4