De ontwerp-voorstellen S AXON IA W. SCHIPPER ZOON Landbouwwerktuigen GOES voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid in de E.E.G. 243 WEER ROSKAM Brouwindustrie en de gemeenschappelijke graanpolitiek in de E. E. G. Standpunt van het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité N.V.LOUIS NAGEL Co. P.Calandwi TREKKER-WERKTUIGDRAGER RS09 18 pk dieselmotor ZATERDAG 6 MAART 1960 ONDER deze titel lazen wij in „De Landbode" van de vorige week het volgende: In een te Lunteren gehouden vergadering v in „De Vrije Boer" werd, volgens een bericht in „De Gelderlander", het woord gevoerd door de gewezen boerenleider uit de onzalige N. S. B.-tijd, de heer E. -J. Roskam, die onder de Duitse bezetting de Landstand aanvoerde. Hij bleek zijn levensbeschou welijke inzichten nog niet veranderd te hebben, aldus het blad. in zoverre hij betoogde dat onze huidige staatsinrichting gebaseerd is op het oude Romeinse Recht, waartegen het Germaanse Boe- renrecht het (in zijn ogen: helaas) zal moeten af leggen. De voormalige boerenleider betuigde zijn respect voor de vrijheidszin van „De Vrije Boer". Ander zijds stelde hij dat het Landbouwschap ten on rechte aan „De Vrije Boer" verwijt, dat zij na tion aal-socialistische neigingen heeft en dat de landelijke vereniging voor bedrijfsvryheid in de landbouw op haar beurt ten onrechte aan het Land bouwschap verwijt dat deze publiekrechtelijke in- Steümg c-p de voormalige Landstand zou lijken. Hij achtte onze huidige Nederlandse staatsinrich ting niet democratisch, omdat in werkelijkheid slechts «en kwart procent van de bevolking de dienst uitmaakt. Commentaar, zo schrijft de redactie van „De Landbode", lijkt ons overbodig. Men verbaast zich alleen maar over de brutaliteit van dergelijke lie den. En over de argeloosheid van anderen, die er misschien opnieuw achteraan lopen. Tot zover „De Landbode". Wij wijzen er nog op, dat „De Vrije Boei" een beweging van de heren Koekoek en Voortman is, welke zich tot In hef dwaze toe verzet tegen het Landbouwschap, als zijnde onwettig tot stand gekomen. Daarbij opzet telijk negerende de in beide Kamers van ons par lement aanvaarde wet op de P. B. O. Men weet overigens nu weer eens, welke figuren zich met deze beweging beziglwmden en zij dus ge waarschuwd. I\E Nederlandse Brouwerijen zijn na de voor- stellen van de Europese Commissie inzake de totstandbrenging en uitvoering van het gemeen schappelijk landbouwbeleid in de E. E. G. nauwkeu rig bestudeerd te hebben, tot de slotsom geko men, dat deze voorstellen in hun huidige vorm voor de Nederlandse brouwindustrie volledig onaan vaardbaar worden geacht. Dit is de conclusie van het memorandum waarin door de brouwers hun bezwaren in het kort uiteen worden gezet. Brouwgerst vindt in de voorstellen van de Europese Commissie geen afzonderlijke vermel ding en voor de door de brouwerijen verwerkte gerst zal dus het voor de voedergranen ontworpen regime toegepast worden. De commissie wil met het voorgestelde prijs beleid verwezenlijken het garanderen van de eco nomische zelfstandigheid van de boer en het be waren van een zekere stabiliteit. Beide doelstellingen zouden echter naar de me ning van de brouwerijen, evenals in het S.E. R.- advies inzake het graanbeleid in de E. E. G. aan gegeven wordt, te verwezenlijken zijn door een be- ieïd, waarin niet de richtprijzen en de variabele heffingen centraal staan, maar door de instelling van een vaste lage heffing, aangevuld met areaal toeslagen. Doordat Nederland tot een tekortgebied ver klaard is, zal het de hoogste voergerstprijzen in de E. E. G. gaan vertonen, waardoor de kostprijs voor de Nederlandse Brouwerijen aanzienlijk zal stijgen en de concurrentie op de buitenlandse markt be moeilijkt wordt. De brouwindustrie laat dan ook het „onaanvaard baar" horen, indien de regering er niet met alle kracht naar streeft, dat de voorstellen worden ge wijzigd. Na bestudering van de ontwerp-voorstellen van de Commissie van de Europese Economische Gemeenschap inzake de totstandbrenging en ui tvoering van het gemeenschappelijk landbouw beleid overeenkomstig artikel 43 van het Verdrag van Rome, meent het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité zich over enkele punten van het ontworpen beleid te moeten uitspreken. Van de ontwerp-voorstellen hebben vooral die betreffende het stadium van voorbereiding van de gemeenschappelijke markt voor agrarische produkten zijn belangstelling gehad, omdat zij in nabije toekomst tot uitvoering zullen moeten komen en omdat de voorzieningen in de overgangs periode en hun toepassing in grote mate het eindresultaat bepalen. Het moet echter worden be treurd, dat juist over de gang van zaken in het voorbereidende stadium de ontwerp-voorstellen van de Europese Commissie zo weinig concreets bieden. STADIUM VAN VOORBEREIDING DE algemene bepalingen van het. verdrag van de Europese Economische Gemeenschap geven aan welke maatregelen, ook in de agrari sche sector, dienen te worden genomen ter ver ruiming van het onderlinge handelsverkeer. Weliswaar kunnen voor land- en tuinbouwpro- dukten bijzondere voorzieningen worden getrof fen, maar ter verkrijging van een geheel vrije interne markt moeten naar het oordeel van het K. N. L. C. in de eerste -plaats de algemene ver dragsbepalingen worden toegepast. In het landbouwhoofdstuk van het verdrag is in de artikelen 44, 45 en 46 voorzien in het tref fen van tijdelijke maatregelen ter verlichting van door de handelsverruiming ontstaande moei lijkheden. Het K. N. L. C. meent dat vooral de minimumprijzen spaarzaam en uiterst voorzich tig' moeten worden gehanteerd om te voorkomen, dat zij de beoogde vrijmaking van het agrarische handelsverkeer en de doelstelling van de gemeen schappelijke landbouwpolitiek in gevaar brengen. Hst is noodzakelijk dat de minimumprijzen en andere tijdelijke noodmaatregelen geleidelijk wor den afgebroken in een zodanig tempo, dat zij bij het intreden van het definitieve stadium van de vrije interne markt tot het verleden behoren. Het genoemde tempo zal gelijk moeten zijn aan dat van de handelsverruimende maatregelen volgens het verdrag en van de prijsaanpassing en andere voorzieningen ter verkrijging van het gemeen schappelijk beleid. Als de commissie nadere voor stellen omtrent de verruiming van het handels verkeer in de overgangsfase ontwerpt, zullen deze op de bovengenoemde beginselen gebaseerd moe ten zijn. OQOORTS is het K.N.L.C. van oordeel dat v reeds tijdens het voorbereidende stadium ook een gemeenschappelijke handelspolitiek ten opzichte van derde landen zal moeten worden opgebouwd. Hiermee houdt de noodzaak om ge leidelijk de Europese fondsen in het kader van het gemeenschappelijke landbouwbeleid op te bouwen nauw verband. Zo spoedig mogelijk moet t.a.v. de handelsbetrekkingen met derde landen coördinatie plaatsvinden. De voor de overgangs fase gestelde verplichting om de export van agra rische produkten naar derde landen te handha ven noopt ook daartoe, nog afgezien van de wen selijkheid om in het belang van de E.E.G. deze export te bevorderen. Naar het oordeel van het K. N. L. C. moet op aangegeven wijze in de overgangsperiode een evenwichtig samenstel van maatregelen worden getroffen, dat een gemeenschappelijk beleid en een vrije markt voor land- en tuinbouwprodukten binnende gestelde termijn tot realiteit brengt. De ontwerp-voorstellen van de commissie voldoen helaas niet aan deze voorwaarde, omdat zij op belangrijke punten te veel onzekerheid laten. Van Nederland kan alleen dan medewerking aan het treffen van prijsaanpassings- en andere maat»' regelen in het kader van de opbouw van het ge meenschappelijk landbouwbeleid worden ver wacht, als gewaarborgd is, dat binnen de Ge meenschap het verkeer van Land- en tuinbouw produkten werkelijk vrij zal worden en dat de export van deze produkten naar derde landen niet alleen voortgang kan hebben, maar ook zo veel mogelijk zal worden bevorderd. Verkorting van de termijn voor de totstand brenging van een gemeenschappelijke markt kan op zichzelf geen bezwaar ontmoeten, mits de versnelling betrekking heeft op alle onderdelen van het beleid voor de agrarische produkten. Vet' traging van de totstandkoming van de gemeen- schappelijke agrarische markt ten opzichte van die voor andere sectoren van het bedrijfsleven mag niet optreden. EINDFASE MET betrekking tot de eindfase heeft het K. N. L. C. zich bepaald tot het vaststellen van enkele principes zonder zich nader uit te spreken over het voor afzonderlijke produkten te voeren beleid. Het is voor de E. E. G. van groot belangdat de afzetmogelijkheden voor agrarische produkten op de markten van derde landen vergroot worden Nauw verband hiermee houdt het handhaven van de handelsrelaties met deze derde landen, wat voorwaarden stelt aan het importbeleid, in het bijzonder van agrarische grondstoffen. Dat een actieve exportpolitiek ten opzichte van derde landen een groot gemeenschappelijk be lang vertegenwoordigt, zal mede tot uiting moe ten komen in de gemeenschappelijke inspanning om deze politiek ten uitvoer te leggen, hetgeen inhoudt, dat ook gezamenlijk de lasten ervan worden gedragen. De export van veredelde pro dukten naar derde landen zal alleen dan goed mogelijk blijven, als deze plaats kan hebben op basis van het wereldmarktprijsniveau voor de gebruikte grondstoffen. Voorwaarde voor behoud en eventuele bevordering van deze export is dan een voldoende invoer van deze grondstoffen vari buiten de E.E.G. Het markt- en prijsbeleid voor de laatstgenoemde produkten in de E. E. G. zal hiermee wel degelijk rekening moeten houden*. In het bijzonder moeten kwantitatieve belemme ringen in het agrarische handelsverkeer worden, vermeden. STRUCTUURBELEID TENSLOTTE is het K. N. L. C. van mening dat een gemeenschappelijk beleid voor de verbe tering van de agrarische structuur, afgestemd op de doelstellingen van het gemeenschappelijke landbouwbeleid, onontbeerlijk is; de aanwezigheid van voldoende werkgelegenheid buiten de agrari sche sector is een belangrijke voorwaarde voor het welslagen van dit beleid. (Adv.) Hebt U er al aan gedacht alle gratis inlichtingen ie vragen over die wondere machine, die alles voor U doet? zo neen, doe het dan nu nog. met 'alle aanbouw-mogelijkheden Telefoon (08300) 27446(3 lijnen) AR N H E M

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 3