Aanvullende C» A# O. TUINBOUW
voor de contractperiode 4 Iri
en nienwe C. A. O. voor de contractor*
250
^oals reeds de vorige week in het kort werd vermeld is tussen werkgevers en werknemers in de Sociale Commissi de
de aanvullende en nieuwe C. A. O. Tuinbouw bereikt. F
Voordat deze regelingen officieel van kracht worden moet de Hoofdafdeling Sociale Zaken van het Landbouwschap
Onder het voorbehoud van het ontvangen van deze goedkeuring publiceren wij nu reeds de nieuwe lonen en de wijzig)
Door tijdige publikatie kan op deze wijze voorkomen worden (de officiële goedkeuring kan nog wel even duren)
moet vinden. Zodra de definitieve goedkeuring verkregen is, zullen wij daarvan direkt in het Landbouwblad melj
Voor de goede orde vestigen wij er de aandacht op, dat in de mantel van de C. A. O. Tuinbouw geen verandering
Als de nieuwe C. A. O. in druk is verschenen, worden deze aan de afdelingssecretarissen, die een aanvraag hebben i
Nieuwe lonen C. A. O. Tuinbouw vanaf 4 april 1960
De huurverhoging 1960 is niet in deze lonen verwerkt. Deze bedraagt f 3,50 per week en dient dus bij het weeklooi
te worden opgeteld.
F nnctie-indeling
Werkomschrij ving
De arbeidstijd
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
VASTE ARBEIDERS
WEEKLONEN
VASTE ARBEIDERS
uurlonen
LOSSE ARBEIDERS
uurlonen
Waarde
vacantiebonnen
losse mannelijke
arbeiders
UURLONEN
LOSSE
VROUWELIJKE
ARBEIDERS
Waarde
vacantie
bonnen losse
vrouwel. arb.
Mannelijke
arbeiders
leeftijd
Vakarbeider
geoefende
ongeschoolde
Vak
arbeider
geoefend
arbeider
on
geschoolde
arbeider
Vak
arbeider
geoefende
arbeider
on
geschoolde
arbeider
Vak
ar
beider
ge- onge-
oefen- school
geoefende
arbeider
on-
geschoolde
arbeider
ge
oefen
de
ar
beiders
onge
school
de
ar
beiders
15 febr.
t/m
15 nov.
16 nov.
t/m
14 febr.
15 febr.
t/m
15 nov.
lónov.
t/m
14 febr.
15 febr.
t/m
15 nov.
l6nov.
t/m
14 febr
de
arbei
der
de
arbei
der
17 jaar
46,03
40,50
43,32
38,12
37.19
32.73
0,92
0,861/2
0,741/2
0,931/2
0,88
0,76
5.-
4,70
~5AÖ
4,10
0,751/2
0.65
4,20
3.60
18 jaar
"52,49
46.19
49,40
43,47
42,41
37,32
1,05
0,99
0,85
I.O6V2
1,-
0,861/2
5.70
4,60
0,90'/2
0,77i/2
5,—
4,30
5,-
19 jaar
60,56
53.30
57,—
50,16
48,94
43,07
1,21
1.14
0,98
1,23
1.151/2
1,—
6.70
6.20
5,40
1.05y2
0.901/2
5,80
20 jaar
67,02
58.98
63,08
55,51
54,16
47,66
1,34
1.26
1,081 /2
1,36
1.28
I.IOV2
7,40
6,90
6,-
1.051/2
0,901/2
5,80
5.—
21 jaar
72 68
63,95
6«,40
60,19
58,73
51,68
1.451/2
1,37
1.17i/2
1,471/2
1.38'/2
1.191/2
7,90
7,40
6,40
1.051/2
0,901/2
5,80
5.—
5.—
22 jaar
76,71
67,51
72,20
63,54
61,99
54,55
1.531/2
1 441/2
1,24
1,56
1.461/2
1.261/2
8,40
7,90
6,80
1.051/2
O.9OV2
5,80
23—65 jaar
80,75
74.25
71,06
76.-
66,88
65,25
57,42
1.6 P/a
1,52
1 301/2
1,64
1,54
1,33
8,80
8,30
7.10
l'05'/2
0,901/2
5,80
5.-
65j. en ouder
65,34
69,75
61,38
59,75
52,58
l,48i/2
1.39i/2
1.191/2
1,45
1,36
1.17
8,-
7,50
6,40
1. Onder vakarbeider wordt verstaan:
a. de fruitteeltarbeider A;
b. de voorman sorteerinrichting;
c. de overige arbeiders in de tuinbouw werk
zaam, voorzover zij niet zijn geoefende ar
beiders of ongeschoolde arbeiders.
2. Onder geoefende arbeider wordt verstaan:
a. de fruitteeltarbeider B;
b. de fruitteeltarbeider C;
c. de seizoenarbeider.
3. Onder ongeschoolde arbeider wordt verstaan:
de arbeider, die in verband met een tekort aan
geschooldheid de werkzaamheden van de ge
oefende arbeider (fruitteeltarbeider C of sei
zoenarbeider) niet op normale wijze kan ver
richten.
4. Voor de werkomschrijving van de onder 1 en 2
genoemde functies wordt verwezen naar de toe
lichting.
LEERLINGEN
Onder leerlingen worden verstaan:
1. arbeiders van 16, 15 en 14 jaar;
2. oudere arbeiders, voor zover zij bij schriftelijke
overeenkomst als leerlingen zijn aangenomen;
3. voor leerlingen wordt het loon in onderling
overleg tussen werkgever en arbeider vastge
steld;
4. dit loon dient met de hiervoor genoemde lonen
als maximum, naar redelijkheid en billijkheid
te worden bepaald.
Losse vakarbeiders op uurloon:
Voor losse vakarbeiders op uurloon geldt, dat als
vakarbeiders in het boomkwekersbedrijf slechts die
arbeiders worden aangemerkt die kunnen snoeien,
enlen en oculeren en/of bijzondere verantwoorde
lijkheid dragen.
Tan enige functies
in de Tuinbouw en Fruitteelt
Fruitteelt-arbeider A.
Verricht al het grondwerk. Is belast met boom
verzorging incl. zieke delen verwijderen, snoeien en
veredelen, vruchtverzorging en eenvoudige onder
houd aan machines en gereedschap.
Doet tevens transportwerk.
Voorzover een leerling daarbij medewerking ver
leent, heeft hij over hem de leiding.
Voorman -sorteerinrichting.
Controleert het handhaven van de kwaliteits
normen. Stelt sorteermachines in. Administreert
hoeveelheden.
Regelt transport van fruit en emballage.
Verdeelt het werk over en geeft leiding aan 10
15 sorteerders of sorteersters gedurende het sor-
teerseizoen. Buiten het seizoen aan enkele fruit
teeltarbeiders.
Fruitteelt-arbeider B.
Verricht grondwerk en transportwerk. Is belast
met boomverzorging incl. zieke delen verwijderen
en snoeien (niet met veredelen), vruchtverzorging
en eenvoudige onderhoud aan machines en gereed
schap.
Fruitteelt-arbeider C.
Verricht grondwerk en transportwerk. Doet
voorts eenvoudige werkzaamheden op het gebied
van boomverzorging, vruchtverzorging en onder
houd aan machines en gereedschap.
Siezoenarbeider.
Verricht het eenvoudige handwerk in drukke
perioden bijv. spitten, schoffelen, krenten van drui
ven, „dieven" tomaten, bossen van peen, snijden
van sla, rooien van bloembollen, koppen van bloe
men, rooien van aardappelen.
De organisaties van werkgevers en werknemers
zijn overeengekomen, dat een arbeider die het ver
edelen niet verstaat, doch overigens geheel vol
doet aan eerder genoemde werkomschrijving, als
fruitteeltarbeider A dient te worden aangemerkt.
Deze arbeider dient dus het loon van de vak
arbeider te ontvangen.
AANVANG EN EINDE VAN DE ARBEIDSTIJD.
De normale arbeidsdag mag niet niet eerder
aanvangen en niet later eindigen dan:
1. van 15 februari 1960 tot en met 15 november
1960: aanvang 6.30 uur einde 18 uur, met
een maximum schafttijd van 2% uur per dag;
2. van 16 november 1960 tot en met 14 februari
1961: aanvang 7.30 uur einde 17.30 uur, met
een maximum schafttijd van 2 uur per dag;
3. van 15 februari 1961 tot en met 30 april 1961
als onder 1.
Des zaterdags eindigt de arbeidstijd niet later
dan 12.30 uur. De maximale schafttijd op zaterdag
bedraagt ten hoogste een half uur.
NORMALE ARBEIDSTIJD.
1.
a.
b.
c.
De normale arbeidstijd bedraagt:
van 15 februari tot en met 15 november 50 uur
per week t.w. 5 werkdagen van 9 uur en een
zaterdag van 5 uur;
van 16 november tot en met 14 februari: 44 uur
per week t.w. 5 werkdagen van 8 uur en een
zaterdag van 4 uur;
van 15 februari tot en met 30 april:
als onder a.
De normale arbeidstijd per contract jaar (1 mei
t/m 30 april) bedraagt 2536 uur.
2. In de werktijden zijn twee stoptijden, van elk
ten hoogste 10 minuten begrepen n.l. één in de
voormiddag en één in de namiddag.
Stoptijden welke langer dan 10 minuten duren
zullen niet als arbeidstijd worden beschouwd.