De Belgische Landbouwbegroting
W. SCHIPPER ZOON
GOES
Landbouwwerktuigen
Een peulschilletje dat nog te groot is
TOELAGEN
Wat het rendier is
voor een Lapfandse familie.... dat is de
SAXONIA
TREKKER-WERKTUIG DRAGER RS09
voor de boerderij.
Men kan er alles mee doen!
beproefd door het I.L.R.-WAGENINGEN
Vraag vandaag nog alle gratis inlichtingen.
N.V. LOUIS NAGEL CO. ARNHEM
ZATERDAG 19 MAART 1960
225
HET parlementaire leven is in het vroege voorjaar gekenmerkt door de
behandeling van de begrotingen van de verschillende departementen.
Dat is althans in België en ook in Nederland het geval. En op het ogenblik
dat Uw minister van Landbouw, mr. Marijnen, in de Eerste Kamer zijn land
bouwbegroting 1960 te verdedigen en toe te lichten had, was in België de
Kamerkommissie voor Landbouw, van haar kant, begonnen met de bespreking
van de begroting voor het dienstjaar 1960.
Na door deze Kommissie te zijn goedgekeurd moet dit „ontwerp" van
begroting nog de vuurdoop in de Kamer en Senaat doorstaan. Wanneer wij
daar zeggen „vuurdoop" dan willen wij hiermede niet romantisch doen. Want
wij geloven nu waarlijk niet, dat vonze minister van Landbouw, baron de
Vleeschauwer, het er zo gemakkelijk zal kunnen van afbrengen dan, een
paar weken geleden, zijn Nederlandse collega. Naar wij immers menen, is i
uw land de begroting zelfs zonder hoofdelijke stemming aangenomen gewor-i
den en heeft minister Marijnen zich niet scherp behoeven te weer stelley
NORMAAL gesproken zou het hier in België van
geen leien dakje mogen lopen. In onze vorige
„nieuwsbrief" spraken wij toch reeds van een
grote misnoegdheid onder de Belgische boeren
l misnoegdheid die niet altijd grond mist, maar t.o.v.
de persoon van de huidige minister, die toch nog
altijd en zoveel als het in zijn bereik ligt voor de
boeren ijvert, eerder misplaatst is). Wanneer wij
nu, spijts het uitblijven van het door de Boerenbond
zo geëiste rampenfonds en het zo uitdrukkelijk
beloofde 1 miljard B. fr. extra, komen te vernemen,
dat de landbouwbegroting 1960, die 1 miljard 123
miljoen B. fr. als gewone uitgaven en 162 miljoen
B. fr. als buitengewone uitgaven voorziet, in verge-
lijking met 1959, in totaal met 180 miljoen B. frs
werd verminderd, dan menen wij te kunnen voor
zien dat in het parlement daarover nog een hartig
woordje zal gezegd worden. Behalve als de „poli
tieke belangen" het zouden halen op de sociaal-
ekonomische belangen van de landbouw
In een land als België waar, naar men wel eens
zegt, „alles politiek is", zou daar niet van te ver
schieten vallen. De kritiek in eigen rangen over het
landbouwbeleid van de regering is de laatste weken
immers sterk geluwd; „De Boer", het orgaan van
de Belgische Boerenbond, roert de troift niet meer,
integendeel, slaat het blad met betrekking tot de
huidige begroting eerder een vergoeilijkende, vrien
delijke toon aan. Het lijkt er op, dat men daar
eerst de reakties wil afwachten en „de kat uit de
boom wil kijken". Wij vrezen, dat het orgaan van
de Boerenbond met zijn o zo zeer objectieve uit
eenzetting en mooi gepraat wel eens „uit de toon"
zou kunnen vallen. Laten wij toch de landbouwers
geen citroenen voor appelsienen verkopen!
KRENTERIGHEID EN VAKATURES.
ZEKER, de Belgische schatkist wordt geweld
aangedaan, maar waarom toch altijd het bud
get van Landbouw aanspreken?... Wij vallen met
onze begroting t.o.v. vooral Nederland en Duits
land zeer uit de lijn. Zij bedraagt één honderdste
van de globale staatsuitgaven. Eens van krenterig
heid gesproken!
Er zijn de uitgaven van de administratie die t.o.v,
1959 met 17 miljoen fr. werden verhoogd en nu 370
miljoen bedragen. Overdreven is dit niet, als men
weet, dat het personeelskader 2.024 plaatsen omvat
daar waar in totaal 2.206 ambten voorzien zijn. Van
de minister van Landbouw kan men met zijn huidig
budget, ook in dit opzicht, geen grote initiatieven
verwachten. Hij kan inderdaad zijn personeel nog
niet behoorlijk vergoeden. In Vlaanderen zijn er
nog ambtenaren in buitendienst die voor 600 B. fr,
per maand in hun eigen woning een consultatie
bureau onderhouden, inrichten, poetsen, verven
enz. Wie durft dan nog in België de suggestie doen
enkele tientallen ambenaren aan te werven, die in
de bediening van landbouwattaché, in het buiten
land zouden zorgen voor een lonende afzet van be
paalde landbouwprodukten?... In de sektor nijver
heid ligt dat wel anders; hier werden een tijd ge
leden vele tientallen ambtenaren aangeworven om
de export van nijverheidsprodukten te helpen be
vorderen.
„De Boer" vermeldt dat er voor het ogenblik,
alhoewel voorzien in het kader, zelfs geen land-
bouwhuishoudkundige inspectrice in funktie is, ter
wijl er van de 146 plaatsen van technisch helper
(een agent toegevoegd aan de Riikslandbouwkun-
dige) slechts 86 bezet zijn.
Zij bedragen 556 miljoen fr., zijnde 132 miljoen
minder dan in 1959.
MINDER
890.000 fr. aan vergoedingen bij afmaken op
bevel van dieren door bepaalde ziekten aan-
aangetast.
33,84 miljoen fr. aan vergoedingen bij vrijwillige
slachting in geval van tuberculose.
743.000 fr. voor verbetering van het paardenras.
1,54 miljoen B. fr. voor de verbetering van het
rundvee.
361.000 fr. voor de veeverbetering in het alge
meen.
217.000 fr. voor de melkbedeling in de scholen
en klinieken.
54.566 miljoen fr. aan premies om de produktie
en het verbruik van de Belgische zuivelpro-
dukten te begunstigen.
50 miljoen fr. voor toelagen aan de vlasteelt.
1 miljoen fr. voor bodemkundig onderzoek.
150.000 fr. voor de voorlichtingsbedrijven.
320.000 fr. voor de verbetering van de fruitteelt.
600.000 fr. toelage afgeschaft voor de K.I.
200.000 fr. toelage afgeschaft voor de aankoop
van sproeitoestellen door beroepsgroepe-
ringen.
100.000 fr. toelage afgeschaft voor tuinbouw-
voorlichtingsbedrijven.
1 miljoen fr. toelage afgeschaft voor de herver
zekering tegen dierensterfte.
MEER
3,25 miljoen voor de bestrijding der runder-
tuberculose.
1,34 miljoen als toelage aan allerlei veeteeltver
enigingen.
375.000 fr. voor het inrichten van een algemene
dierenprijskamp.
500.000 fr. voor de aankoop van landbouwmachi
nes in coöperatief verband.
3,105 miljoen B. fr. voor het naschools onderwijs.
8 miljoen B. fr. voor rentevergoeding bij goed
koop droogtekrediet.
250.000 fr. voor twee proeftuinen.
6 miljoen fr. voor het wetenschappelijk onder
zoek in de landbouw.
15 miljoen fr. voor de ruilverkavelingswerken.
Dit zijn zo wat de bijzonderheden, maar het moge
onze Nederlandse lezers eens een indruk geven (en
wij geven hun de raad de Nederlandse cijfers met
de onze te vergelijken) van de positie van de Bel
gische landbouw en de wijze waarop men hem
bejegent.
DE MINISTER OP DE PLANKEN.
NIETTEGENSTAANDE deze zeer aanvechtbare
beslissingen zet minister De Vleeschauwer zijn
soort voorlichtingstourneé verder. Er is inderdaad
heel waarschijnlijk nooit in dit land een minister:
van Landbouw geweest, die in zulk kort tijdsbestek
op zoveel verschillende plaatsen van vooral het
Vlaamse land het woord heeft gevoerd als baron
De Vleeschauwer. Dat alleen reeds, samen met zijn
vrijmoedige en openhartige taal, maken hem, des»
ondanks alles, sympathiek bij zijn gehoor. Hij
wordt ook overal hartelijk toegejuicht. Op een on*
langs gehouden belangrijke boerenvergadering tel
Landen (plaats waar drie provincies samenkomen,
n.l. Luik, Limburg en Brabant) begon hij als volgt
zijn discours: „Ik ben hier niet gekomen om U te
beklagen of te bewieroken. Ik ben hier om de toe
stand recht in de ogen te kijken. Laten wij de toe*
stand nuchter overschouwen..."
Aan de hand van officiële cijfers, gaande over de
jaren 1958 en 1959, kwam de minister te bewijzen
„dat dank zij dn maatregelen door ons genome*»
wij in één jaar tijd meer dan 3 miljard in de zate»
ken van de boeren hebben gebracht".
Onze politiek, aldus de minister, en inzonderheid
onze landlK>uwpoiitiek, is tot op heden goed, effen*
af goed geweest. Toen wij aan het bewind kwamen
was de landbouw slecht. Er was grote achteruit*
gang omdat er geen ltfn was in de economie ei»
geen evenwicht. Ik heb dit willen herstellen en opf
U (de Haspengouwse tarweboeren) beroep gedaai»
om uw tarwebezaaiingen in te tomen en U hebt
geluisterd. Het resultaat was dat eenzelfde pro*
duktie in 1959 als in 1958 werd l>ekomen met 20.000:
lm tarwe minder. Wij moeten voortgaan op deze
weg en daarom zal er een hoeveelheid van 700.000
ton tarwe aan 470 fr. betaald worden in 1960, waar»
door 70 binnenlandse tarwe in het brood zal kun»
nen worden verwerkt. U moet, zo vervolgede de
minister, verstandig boeren. Uw tarwe is gereva
loriseerd t.o.v. de vreemde granen. Maar U moef
meer voedergranen voortbrengen om deze in vlees*
produkten om te werken.
O V ERPRODUKTIE
WAT de boter betreft, de overproduktie had ons
in een erbarmelijke toestand gebracht. Ii»
1959 had België 1.012.000 koeien en in 1958 slechts
975.000. Waar gaan wij naar toe?! Onze diensten
hebben de uitvoer bevorderd met de taksen op de
invoer te verhogen.
Maatregelen werden getroffen ingevolge de
droogte. Kredieten aan 2 werden gegeven. Gre
tig gebruik gemaakt door de boeren, kende diti
krediet een geweldig succes, maar dit wordt nu
stopgezet. De prijs van de melk werd verhoogd.
Italiaans hooi werd ingevoerd en fiskale maatregö»
len werden getroffen.
Een feit, aldus minister De Vleeschauwer, zou ik
nog willen aanstippen. De melkdistributie kost hiefi
in België veel te veel. Het verschil tussen de prijs
aan de boer en aan de verbruiker is te groot.
De minister beëindigde aldaar zijn toespraak als
volgt: België heeft veel meer gedaan dan welk
land ook voor zijn boeren sinds 1958. Ik vraag uvtf!
steun en uw gezond verstand.
Intussen zijn wij wel zeer nieuwsgierig wat he€
komende parlementair debat brengen zal
(Adv.)
P. CALANDWEG 2 - TELEFOON 08300 - 27446 (3 LIJNEN)