Wetenswaardigheden voor werkgevers
Sociale lasten en loonbelasting over seizoenwerkzaamheden
Te laat registreren bij B.V.A. B. van arbeidsovereenkomsten
230
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
T N de loop van 1959 bereikten ons vele vragen betreffende het verschuldigd zijn van
sociale lasten, premie A. O. W. en loonbelasting over loon betaald voor werkzaam
heden in land- en tuinbouw gedurende korte tijd verricht. Daar e.e.a. voor onze werk
gevers, in het bijzonder in de tuinbouwsektor van belang is, lijkt het ons nuttig hieraan
in het kort enige aandacht te wijden.
SOCIALE VERZKKERINGSPLICHT
SEIZOENWERKZAAMHEDEN
IN de ziektewet, kinderbijslagwet en werkloos
heidswet komt een uitzonderingsbepaling voor,
waarin is bepaald, dat zij die alleen in buiten
gewone gevallen tegen loon arbeid van korte duur
verrichten en die overigens niet bij wijze van be
roep tegen loon arbeid verrichten, niet verplicht
verzekerd zijn.
In de praktijk is het uiteraard zowel voor werk
gevers als voor B. V. A. B. moeilijk uit te maken
wat onder korte duur en buitengewone gevallen
moet worden verstaan. De B. V. A. B. heeft richt
lijnen verstrekt waardoor de werkgever zelf kan
nagaan of verzekeringsplicht voor een werknemer
aanwezig is.
Volgens de nu geldende regeling, die ook voor
de premie vaststelling over 1959 toegepast wordt,
Is geen verzekeringsplieht aanwezig indien:
1. de betrokken werknemer in het kalen
derjaar overigens niet in loondienst
heeft gewerkt en
2. in een kalenderjaar niet meer dan
200,heeft verdiend en
3. mits niet langer dan 4 weken is ge
werkt.
Zou langer dan 4 weken gewerkt zijn en
toch minder dan 200,zijn verdiend,
dan wordt dus wèl verzekeringsplieht
aangenomen.
De voorwaarde, die onder no. 1 wordt gesteld,
n.l. dat de bedoelde arbeidskrachten in het kalen
derjaar overigens niet in loondienst hebben ge
werkt blijft een bezwaarlijk punt. Daarom vraagt
de bedrijfsvereniging de werkgever een door de
arbeider (ster) ondertekende verklaring bij zijn
loon op gave over te leggen waarin vermeld staat,
dat de werknemer» ster) overigens in het kalender
jaar geen arbeid in loondienst heeft verricht of zal
verrichten.
Het is dus van uitermate groot belang dat alle
werkgevers die de verschillende seizoenswerk
zaamheden, zoals aardbeien, bessen, bonen, fruit en
erwten plukken, aardappels rapen enz. door ge
huwde vrouwen, meisjes in de huishouding wer
kende en andere arbeidskrachten laten verrichten
individueel van deze arbeidersisters) bovengenoem
de verklaring vragen. Kan deze later niet over
gelegd worden, dan zal over het uitbetaalde loon
de volle premie betaald moeten worden.
SCHOLIEREN EN STUDENTEN
UOOR scholieren en studenten, die in hun vakan-
tie werkzaamheden verrichten, geldt het
vorenstaande niet. Deze categorie wordt als niet
verzekeringsplichtig beschouwd, indien zij tijdens
hun vakantie gaan werken, „om er een centje bij
te verdienen".
Hoewel het slechts in een enkel geval van be
lang zal zijn, willen wij er op wijzen, dat werk
studenten of scholieren en studenten die in ver
band met hun opleiding praktisch werk verrichten
(ook buitenlanders) wèl onder de sociale verzeke
ringswetten vallen.
DE LAND- EN TUINBOL'WONGEVALLENWET
TEVENS dient er op gewezen te worden, dat de
uitzondering van de verzekeringsplicht niet
geldt voor de land- en tuinbouwoiigevallenwet.
Volgens deze wet is een ieder, die in land- of tuin
bouw werkzaam is, met inachtneming van de in de
wet genoemde uitzonderingsbepalingen (bijv. in
wonende kinderen, zelfstandigen werkzaam op
overeenkomst tot aanneming van werk) verzekerd.
Voor de L. O. W.-premie geldt, dat steeds het
totale loonbedrag voor de premieberekening dient
te worden opgegeven.
SEIZOENARBEID
(in verband met loonbelasting)
UAN de zijde van de inspectie der belastingen
zijn t.a.v. het inhouden en afdragen van ver
schuldigde loonbelasting over loon van degenen die
seizoenarbeid verrichten eveneens regels vastge
steld.
In de eerste plaats dient elke werkgever een ver
zoek tot de belastingdienst te richten, waarin hij
mededeelt, dat hij in het betreffende kalenderjaar
een aantal seizoenarbeidskrachten in dienst zal
gaan nemen en waarin hij ontheffing vraagt van
de verplichting om voor deze categorie loonadmini
stratie bij te honden.
De werkgever dient wel een lijst bij te houden
waarop naam, adres en geboortedatum en de ge
regeld betaalde lonen individueel vermeld worden.
Er bestaan nu twee mogelijkheden n.l. dat de
werknemer minder of meer dan ƒ200,per sei
zoen verdiend heeft.
a. Voor het geval dat per werknemer minder dan
200,aan loon ontvangen is, dient de werkgever
na afloop van het kalenderjaar maar in elk geval
vóór februari een totale opgave van al het ver
diende loon op te geven. Dus een opgave van het
totaal bedrag van al die werknemers, die ieder voor
zich onder de 200,in hun verdiensten zijn ge
bleven. Een specificatie van namen en bedragen is
niet nodig, alleen een totaal bedrag. Over dit totale
bedrag is de werkgever een schadevergoeding ver-
scnuldigd van 5 U kunt deze 5 inhouden op
het loon van de werknemer, maar U behoeft dit
niet te doen. De mogelijkheid bestaat dat b.v. een
arbeidster die bij werkgevers, waar ze individueel
onder de 200,bleef, in totaal over het gehele
seizoen boven deze 200,komt.
Bijvoorbeeld
bij werkgever A 60,—
bij wer kgever B 120,—
bij werkgever C 80,—
Totaal 260,
Werkgever A zal tegen het eind van het jaar
zijn opgave indienen en over deze 60,5 moe
ten betalen. Voor werkgever A komt dit dus neer
op 3,- voor werkgever B op 6,enz.
De belastingdienst rekent deze bedragen als zijn
de de schadevergoeding voor de premiën die niet
zijn ingehouden. De storting van cleze 5 is een
van de voorwaarden die gesteld worden voor het
achterwege laten van de loonadministratie en van
de inhouding van loonbelasting en premie Alge
mene Ouderdomswet.
De werkneemster-seizoenarbeidster komt echter
in het door ons genoemde voorbeeld in haar totale
seizoenverdiensten boven de 200,en komt
volgens de richtlijnen der belastingdienst in aan
merking voor een aanslag in de inkomstenbelas
ting.
Dit is natuurlijk een zaak die de arbeider aan
gaat en waar men als werkgever buiten staat. Het
verdient wellicht toch aanbeveling om seizoen
krachten hierop te wijzen, daar die mogelijk niet
begrijpen, waarom achteraf nog belasting moet
worden betaald.
b. Voor die arbeidskrachten die tijdens hun sei
zoenwerk bij één werkgever boven de 200,ver
diend hebben, geldt dat een gespecificeerde opgave
per werknemer inhoudende: naam, geboortedatum,
adres en verdiend loon, bij de belastingdienst na
afloop van het kalenderjaar en voor 1 februari
d.a.v. moet worden ingediend.
Over deze bedragen behoeft geen 5 vergoe
ding voor niet-ingehouden loonbelasting en A. O. W.
betaald te worden, omdat deze seizoenwerknemers
meer dan ƒ200, - aan neveninkomsten hebben en
dus zelf een aanslag in de inkomstenbelasting ont
vangen.
Ook voor deze werknemers verdient het aan
beveling hen er op te wijzen, dat achteraf nog een
aanslag voor A. O. W. en loonbelasting zal volgen.
TE LAAT TER REGISTRATIE AANGEBODEN
JAARKONTRAKTEN.
PEN aantal werkgevers in Zeeland blijkt ondanks
herhaald verzoek en ondanks gezonden waar
schuwingen, het niet nodig te vinden, de jaarkon-
rakten met hun vaste arbeiders ter registratie
aan de B. V.A. B. aan te bieden.
Het premiebesluit wachtgeldfonds B. V. A. E.
schrijft uitdrukkelijk voor, dat- wil men voor de
verlaagde wachtgeld- en vverkloosheidspremie die
voor vaste arbeiders geldt, in aanmerking komen,
de arbeidsovereenkomsten binnen 4 maanden na
de indiensttreding of na verlenging van het be
staande kontrakt bij de B. V. A. B. geregistreerd
moeten worden.
Voldoet men niet aan dit voorschrift, dan is het
Bestuur van de B. V. A. B. verplicht aan de betref
fende werkgever de verhoogde wachtgeld- en werk
loosheidpremie voor losse arbeiders in rekening
te brengen.
IIET premiepercentage dat over het loon van een
vaste op geregistreerd' arbeidskontrakt wer
kende arbeider betaald moet worden bedraagt
slechts 0.8 Bij een niet-geregistreerd kontrakt
moet over het loon 7.6 premie betaald worden.
Een verschil van 6.8 dat veel geld gaat kosten!
Bij een jaarloon van 4200,geeft dit een pre-
mieverschil in kontanten van ƒ285,per jaar.
Bij 5 vaste arbeiders in dienst, kost doze niet tijdige
registratie 1425,
Toch zeker geen bedrag dat U „zo maar weg
geeft"!
Laat dus Uw jaarkontrakten tijdig registreren.
DE C.A.O. TUINBOUW.
In de sociale commissie van de Gewestelijke
Raad voor Zeeland van het Landbouwschap is tus
sen werkgevers en werknemers over de lonen en
andere arbeidsvoorwaarden in de C.A.O. Tuin
bouw 1960—1961 overeenstemming bereikt.
De gedifferentieerde loonsverhoging heeft in
verband met de produktiviteitsstijging in de tuin
bouw en door de verwerking van de oude huur-
compensatie 1957 tot resultaat dat ingaande 1 april
1960 een verhoging van de uurlonen van 13 cent
zal plaats vinden. Deze verhoging geldt voor de
verschillende categorieën arbeiders van 2365
jaar, terwijl de jeugdigen, de 65 jaar en ouderen
en de vrouwelijke werknemers een naar verhou
ding evenredige verhoging van hun uurloon ont
vangen.
De diploma-toeslag zal tot 2,per diploma
verhoogd worden, met dien verstande, dat het
maximum te betalen bedrag aan diplomatoeslagen
gehandhaafd blijft op ƒ3,65.
In ons nummer van de volgende week hopen
wij de nieuwe lonen enz. uitvoerig te kunnen
publiceren.
DE C.A.O. LANDBOUW.
]N het loonadvies van het Landbouwschap dal
aan alle organisaties en de gewestelijke sociale
commissies van het Landbouwschap gezonden is
wordt geadviseerd dat per 1 april 1960 een loons
verhoging van 4 en de verwerking van de huur-
toeslag 1957 op basis van 3,10 gerealiseerd be
hoort te worden.
Dit advies houdt in, dat de basis-uurlonen van
alle vaste en losse arbeiders van 2365 jaar met
12 ct verhoogd worden.
De uurlonen voor deze categorie zouden dan als
volgt dienen te worden vastgesteld.
oud loon nieuw loon
vaste vakarbeider A 1,53% 1,65%
losse vakarbeider A 1,46% 1,58%
vaste vakarbeider B „1,47 1,59
losse vakarbeider B 1,40% 1,52%
seizoenarbeider 1,31 1,43
Voor de jeugdigen, 65 jaar en ouderen en vrou
welijke werknemers worden de uurlonen naar ver
houding evenredig verhoogd.
Het overleg in de Sociale Commissie van de Ge
westelijke Raad voor Zeeland van het Landbouw
schap over de andere arbeidsvoorwaarden heeft
nog niet tot overeenstemming geleid. De onder
handelingen hierover worden de volgende week
voortgezet. Mocht dan overeenstemming bereikt
worden dan kan in ons nummer van 2 april a.s.
uitvoerige publikatie van de nieuwe arbeidsvoor
waarden volgen,
B.