Minister vertrouwt de zaak niet
Openbare Vergadering
Landbouwschap
een S^e^iolit voorTJ
MELK EN ZUIVEL
mmmmmmmmmmmms.
BEMEST SUIKERBIETEN NAAR DE EIS
ZATERDAG 2 7 FEBRUARI 195»
171
£en paar weken terug berichtten wij onze lezers de eindafrekening van het melkprijs
jaar 1958-1959. Door het P. Z. waren als vanouds de nodige berekeningen hiervoor
uitgevoerd.
De Minister heeft nu het P. Z. laten weten dat hij zich nog wel voor het melkprijsjaar
1958-1959 met de gevolgde methode heeft kunnen verenigen, hoewel bij hem twijfel
is gerezen. De Minister vraagt zich n.l. af of de gevolgde methode voldoende aan het te
stellen doel beantwoordt. De Minister beweert n.l. dat het melkgeld dat de boeren
hebben ontvangen gemiddeld meer bedraagt dan theoretisch door het P. Z., uitgaande
van de groothandelsprijzen. berekend werd. Het P. Z. kreeg bericht dat de Minister zich
gaarne met het bestuur zal beraden over verbetering van de berekeningswijze voor
het huidige melkprijsjaar.
IIET komt ons voor dat de formule die
gebruikt wordt om de gemiddelde opbrengst
te berekenen er niet eenvoudiger op zal gaan
worden. Niet dat deze nu al eenvoudig is, verre
van dat, deze formule beslaat al reeds enkele
pagina's. Wij zijn benieuwd welke formule de
zuivelwichelaars voor 1959/60 uiteindelijk zullen
uitbroeden. Het is nu reeds een zeer kleine groep
mensen die all round deskundig genoemd kan
worden op het gebied van het zuivelbeleid en de
zuivelregelingen. Deze groep zal naar het schijnt
nog wel verder gaan slinken.
GEEN SOEPELER CONSUMPTIE MELK-
PRIJSBELEID
IIET P.Z. is op audiëntie geweest bij de staats-
secretaris van Economische Zaken, alwaar
de klacht onderstreept werd dat het overheids
ingrijpen tot een zeer ingewikkeld stelsel van
regelingen heeft geleid. Nogmaals werd verzocht
de prijsbewaking meer op repressieve dan op
preventieve wijze na te streven waardoor de
overheid sterk zou worden ontlast. Hoewel de
staatssecretaris toegaf, dat de overheid zeer be
last is wilde hij hier niets van horen, integen
deel. In overheidskringen heerst de mening dat
steeds omvangrijker overheidsbemoeiing met de
prijzen dienstbaar zal zijn. Ook dit biedt weinig
uitzicht op vereenvoudiging van de consümptie-
melkregelingen.
EEN MEEVALLER
MA de verhoging van de straatprijs voor de
consumptiemelk valt de teruggang in het
consumptiemelkverbruik mee. Door de afschaf
fing van 1 cent subsidie werd de prijs 2 cent
verhoogd, dit is circa 5 prijsverhoging. Het
verbruik liep slechts V/2 o terug, welke terugval
naar de ervaring leert, zich later weer wat her
stelt. In soortgelijke gevallen werd vroeger een
belangrijk sterker terugval geconstateerd.
We hopen nu maar dat de 2 ct in mei a.s. op
dezelfde wijze door het publiek geaccepteerd zal
worden.
VERPAKKING MAGER MELKPOEDER
DE verpakking waarin mager melkpoeder bij
het V.I.B. wordt ingeleverd diende tot nu
toe plaats te vinden in vierwandige zakken,
waarvan twee wanden gebitumineerd waren. Nu
wordt dit poeder bij langdurige opslag in deze
zakken klonterig. Men vond dit vroeger niet zo
erg. Het was toch voornamelijk voor het binnen
land. Nu de veevoedersector de grootste afnemer
is en de kunstkalverenmelkfabrikant en met deze
klonterige poeder niet zo goed weg weten en
veel liever buitenlands poeder verwerken dat niet
klonterig is, heeft men ook zakken beproefd
waarvan een van de vier wanden uit z.g. polythy-
leenpapier bestaat met gunstig resultaat.
De inleveringsprijs voor mager poeder zal nu
met de meerdere kosten die dit verpakkingsma
teriaal vragen (50 cent per 100 kg melkpoeder)
verhoogd worden. Nu worden deze zakken
meestal twee keer gebruikt n.l. ook voor weipoe
der en weibrokken, zodat dit ook beter van kwa
liteit zal blijven.
ER MOET WEL VEEL GEREGELD WORDEN
OP ZUIVELGEBIED
Dit wordt weer eens geïllustreerd door
dit praatje. En dan nog te weten dat het
P. Z. zich met een tweetal verordeningen
bezig hield die ingetrokken moesten wor
den omdat deze geen betekenis meer
hadden. De Minister vond dit niet goed
want de verordening tot intrekking van
deze verordeningen was niet tevoren in
het verordeningenblad gepubliceerd wat
nodig was omdat dit bindende regelingen
betrof; terwijl P. Z. juist meende dat het
een ontbindende maatregel betrof! Zui
velbeleid is niet eenvoudig blijkbaar, ook
voor het Ministerie van Landbouw niet.
D.
AAN de punten behandeld
tijdens de openbare verga
dering van het bestuur van het
Landbouwschap op woensdag
17 februari 1960 ontlenen wij
het volgende:
HET AGRARISCH
ERFRECHT
HET bestuur van het Land
bouwschap heeft geruime
tijd aandacht besteed aan de
vraagstukken, welke zich voor-
u-
De suikerbiet is een gewas dat hoge eisen aan de bemesting
stelt. m
In het begin van de groeiperiode reageert de jonge bieten-
plant vooral op de fosfaatbemesting.
Het plantje dient dan over voldoende gemakkelijk opneem
baar fosfaat te kunnen beschikken.
Superfosfaat met in water oplosbaar direct opneembaar
fosfaat, stelt de biet in staat haar jeugdgroei te versnellen.
De vlotte jeugdgroei is van betekenis voor het suiker- en
drogestofgehalte.
De omvang van de suikeroporengst bepaalt het rendement
van de suikerbietenteelt
Dat de toepassing van een ruime superbemesting het suiker
gehalte verhoogt bleek opnieuw op een suikerbietenproef
veld in 1959
fosfaatbemesting
in kg/ha
wortel-
opbrengst
in kg/ha
suiker
gehalte
in
suiker
opbrengst
in kg/tya
geen
49230
18.2
8360
300 super
52600
18.1
9240
600 super
64200
18.5
11090
1200 super
60180
19.3
11130
ONS ADVIES luidt dan ook: BEMEST SUIKERBIETEN met
tenminste 500-600 KG SUPERFOSFAAT PER HA.
Er wordt dan een hoge opbrengst met goed suikergehalte
verkregen.
I Vraag
vtvgschrlH No. 5j
Superfosfaat l«|
korrelvorm" 1
STICHTING VOORLICHTINGSDIENST VOOR JJuPERFÖSFAAT
POSTBUS 24 WAGENINGEN
doen rondom het agrarisch erf
recht in het nieuwe Burgerlijk
Wetboek. Enige tijd geleden
heeft het Landbouwschap een
speciale werkgroep hiervoor in
gesteld. -
Het bestuur heeft besloten
zijn mening over verschillende
onderdelen van de nieuwe rege
ling ter kennis van de Tweede
Kamer en van de ministers van
Justitie en van Landbouw en
Visserij.
In het nieuwe Burgerlijk Wet
boek vindt het agrarisch erf
recht niet een eigen zelfstandi
ge regeling. Dit uitgangspunt
heeft de volledige instemming
van het bestuur. Het bestuur
hecht voorts grote waarde aan
de vrijheid van de erflater, de
vrijheid van de erfgenamen en
de gelijkheid der kinderen.
Mocht het nodig zijn in het al
gemeen belang inbreuk te ma
ken op deze principes dan zal
dit zoveel mogelijk moeten ge
schieden buiten het Burgerlijk
Wetboek om door middel van
een afzonderlijke wet.
Met betrekking tot zijn me
ning over enkele punten maakt
het bestuur voorbehoud zolang
het niet beschikt over de gege
vens van de enquête, welke de
werkgroep Agrarisch Erfrecht
onder de notarissen ten platte-
lande heeft gehouden.
Indien de erflater niets heeft
bepaald omtrent zijn bedrijf en
indien de erven het eens zijn
over de toewijzing of verdeling,
zou een eventuele landbouw
kundige toetsing van de boedel
scheiding buiten het Burgerlijk
Wetboek moeten geregeld wor
den. Als de erfgenamen het
niet eens zijn over de toewijzing
of verdeling, houdt de rechter
ook rekening met het algemene
belang. Hiermede kan het be
stuur zich verenigen en het zou
deze bepaling in ieder geval
willen handhaven voor land- en
tuinbouwbedrijf, ook al zou dit
betekenen, dat er onderscheid
komt te bestaan tussen het
agrarisch erfrecht en het overi
ge erfrecht.
Als een van de erfgenamen
wordt overbedeeld doordat -het
bedrijf in zijn geheel aan hem
wordt vermaakt, acht het Land
bouwschap het ongewenst, dat
de overwaarde geheel of gedeel
telijk in termijnen kan worden
voldaan. Dit zou het beginsel
van de gelijkheid der kinderen
kunnen aantasten.
Als een erflater het bedrijf
als een eenheid heeft vermaakt,
tast dit in zekere zin het begin
sel van de gelijkheid der kinde
ren aan. Staat de wet dit niet
toe, dan tast zij de vrijheid van
de erflater aa,n. Het bestuur
meent, dat het ontwerp het
juiste midden heeft gehouden.
De bezwaren tegen een termijn
betaling spreken hier nog ster
ker dan bij de overwaarde.
Als de voortzetting van het
bedrijf in ernstige mate wordt
bemoeilijkt, én als de erflater
deze reden in zijn testament
heeft vermeld, zullen de erfge
namen genoegen moeten nemen
met periodieke uitkeringen. In
deze bepalingen ziet het Land
bouwschap wel enkele gevaren.
Het zou mogelijk moeten wor
den bezwaren te kunnen maken
tegen de duur der termijnen.
De erflater kan zijn bedrijf
ook splitsen. Hiermede gaat het
Landbouwschap akkoord en het
wijst daarom ook de suggestie
van het voorlopige verslag af,
dat de mogelijkheid naar vo
ren brengt een dergelijke uiter
ste wilsbeschikking aan te vech
ten.
Met betrekking tot de vraag
of het gewenst is, dat kinderen
die in het bedrijf hebben mee
gewerkt en geen volledig loon
hebben gekregen bij het verde
len van de erfenis alsnog aan
spraak op dit loon kunnen ma
ken, heeft het bestuur zijn me
ning nog niet uitgesproken. Na
het verschijnen van de Memo
rie van Antwoord zal er nog ge
legenheid zijn op dit vraagstuk
terug te komen, nadat de werk
groep Agrarisch Erfrecht hier
over advies heeft uitgebracht.
AANSLUITING OP HET
ELEKTRICITEITSNET EN
DE WATERLEIDING TEN
PLATTELANDE
HET bestuur zal de geweste
lijke raden verzoeken te
pogen de fondsen voor de on
rendabele gebieden der provin
ciale elektriciteitsmaatschappij
en zo hoog mogelijk te doen op
voeren.
Voorts zal het bestuur de ge
westelijke raden verzoeken de
waterleidingbedrijven aan te
sporen zo spoedig mogelijk hun
gebieden te inventarissen. Te
vens kunnen de gewestelijke
raden nagaan of provincie en
gemeenten vooruitlopend op dit
plan, tot aansluiting kunnen
overgaan. Bij het ministerie
van Financiën en Sociale Za
ken zal aangedrongen worden
op het ter beschikking stellen
van subsidies voor de aanslui
ting op het elektriciteitsnet en
de drinkwatervoorziening voor
financieel zwakke provincies.
(Zie verder pagina 177)