Kleinfruitteeltdag in Kapelle
Structuurverbetering in de kleinfruitteelt
TUINBOUW
DINGEN VAN DE WEEK
ZATERDAG 2 7 FEBRUARI 1 9 «1 O
179
JUSSEN de 650 en 700 fruitkwekers op een bijeenkomst bij elkaar brengen is geen
kleinigheid. Toch is vorige week vrijdag deze prestatie geleverd in Kapelle en wel
op de Kleinfruitteeltdag, georganiseerd door de Veilingsvereniging „Kapelle-Biezelinge
en Omgeving" te Kapelle in samenwerking met de N. F. O.-afdeling in deze plaats, de
vereniging van oud-leerlingen van tuinbouwwintercursussen en het Rijkstuinbouwcon-
sulentschap. Deze dag was bedoeld voor de kleinfruitkwekers uit heel Zeeland en W.
Brabant en die zijn ook gekomen en wel in een groter aantal dan de grootste optimist
had durven denken.
De massale opkomst was opnieuw een bewijs van de grote belangstelling voor de
kleinfruitteelt in Zeeland.
Ondertussen waren het voor een deel allesbehalve opgewekte klanken welke de
kleinfruitkwekers te horen kregen. Met hetgeen ir. Van der Kloes, de Rijkstuinbouw-
consulent voor bodemaangelegenheden, vertelde, ging het nog wel. Er is wel genoeg aan
te merken op de grond waarin het Zeeuwse kleinfruit moet wortelen, maar als de teler
er voldoende aandacht aan schenkt dan kan die grond met stalmest en tumturf be
langrijk verbeterd worden.
AKTUEEL was de rede van ir. B. Roelof sen,
onderzoeker bij het proefstation voor de
fruitteelt in de Vollegrond te Wilhelminadorp,
speciaal belast met het onderzoek op kleinfruit-
gebied. Deze vertelde over de ervaringen en re
sultaten in het afgelopen seizoen. Een lezing
waarmee we ons niet met enkele regels van af
kunnen maken en waar we deze week geen
plaatsruimte voor hebben. Volgende week hopen
we daar op terug te komen, want belangrijk was
het omdat het ging over de rassen en de ge
wassen waarmee we als kleinfruitkwekers te ma
ken hebben op onze bedrijven.
SOMBER GELUID
DEPAALD somber was het af en toe toen de
D heer Gijsberts, medewerker van het Cen
traal Bureau van de Tuinbouwveilingen, aan het
woord was. Deze behandelde de afzetmogelijkhe
den en het was geen opgewekt beeld dat hij ont
wikkelde. Niet dat er op de manier van zijn be
toog wat viel aan te merken, integendeel, dat
was vlot en boeiend, maar de inhoud ervan ver
ontrustte de Zeeuwse telers.
Het kwam er op neer dat we rekening
moeten houden met toenemende aanvoe
ren bij het kleinfruit, met nauwelijks toe
nemende vraag en dien tengevolge met
lagere prijzen.
De volgende week kunt u meer lezen over
deze rede waarin de cijfers spraken. Overigens
moeten we er aan toevoegen dat er al dikwijls
voorspellingen zijn gedaan, gegrond op cijfers,
die toch anders uit kwamen. Daarmee willen we
overigens niets af doen aan de waarde van het
geen de heer Gijsberts heeft gezegd. Het was
zeker iets om zich op te bezinnen*
Het was juist gezien van ir. Van Hennik, de
Zeeuwse rijkstuinbouwconsulent, om in zijn nabe
schouwing vooral aandacht te schenken aan deze
rede over de afzet die niet optimistisch was. Ir.
Van Hennik wees er echter op dat de Zeeuwse
kleinfruitkweker zich zoveel mogelijk speciali
seert. Bij de aardbeien richt hij zich b.v. op de
vroege rassen die geschikt zijn voor consumptie
en industrie. Bij de frambozen teelt hij de Mal
ling Promise, welke vooral voor verwerking op
sap zo geschikt is.
Ir. Van Hennik noemde het goed en
nuttig dat dit waarschuwende geluid
naar voren was gebracht maar hij wees
er ook op dat vele Zeeuwse kleine grond
gebruikers geen andere keus hebben. Zij
moeten wel kleinfruit telen, omdat ze
over te weinig grond beschikken voor
andere teelten. Een voordeel bij deze
teelt is dat men reeds vlug na de aan
plant kan oogsten en verder zijn er ook
geen geweldige investeringen nodig.
Spreker vroeg de Zeeuwse telers om
met enthousiasme en aktiviteit voort te
gaan met de teelt van kleinfruit, daarbij
strevend naar het voortbrengen van een
zo goed mogelijke kwaliteit.
EXPOSITIE
zouden niet volledig zijn wanneer we geen
aandacht schonken aan de expositie van
tuinbouwbenodigdheden welke ter gelegenheid
van deze ontwikkelingsdag werd gehouden in een
der veilinghallen in Kapelle.
Niet minder dan 26 standhouders toonden hun
produkten op het gebied van mechanisatie, ziek
tebestrijding en onkruidbestrijding. Ook waren
er verschillende stands van voorlichtingsinstitu
ten, zoals R.V.D., I.B.V.T. en I.V.T.
Om tien uur 's morgens werd deze expositie ge
opend door de burgemeester van Kapelle, de
heer H. G. van Suylekom, die ter gelegenheid
hiervan een rede hield waarin hij wees op het
belang van de nieuwe fruitverwerkende industrie
welke op het ogenblik in Kapelle wordt gebouwd.
Een enthousiast betoog was het dat de Kapelse
burgervader hield. Hij richtte zich daarin ook
vooral tot de vele kleinfruitkwekers welke de in
dustrialisatie in dit produktiegebied met ge
mengde gevoelens bekijken en wees op het be
lang voor de afzet. Ten aanzien van het arbeids
vraagstuk was de burgemeester van Kapelle op
timistisch want hij ging uit van een oude econo
mische stelregel dat elke teler in dezen zal stre
ven naar oplossing van zijn eigen belangen en
hierdoor een zo goed mogelijk resultaat zal be
reiken. Als er werkgelegenheid is, zullen de ar
beiders er zeker ook komen, aldus Kapelle's eer
ste burger.
Van harte hopen we dat de optimistische kijk
van burgemeester Van Suylekom ten aanzien van
de nieuwe fruitverwerkende industrie in Kapelle,
in vervulling mag gaan. Ons moet van het hart
dat het betoog van de heer Gijsberts ons wei wat
bang heeft gestemd ook ten dien aanzien, maar
hopelijk zal dat allemaal meevallen.
Rest ons tenslotte nog te vermelden dat de
algehele leiding van deze dag in handen was van
de heer J. Burger Fzn. uit Wemeldinge, vice-voor-
zitter van de veiling Kapelle-Biezelinge en Om
geving en tevens voorzitter van de aardbeien
commissie van deze veiling.
I\E Tuinbouwpagina van deze week zal geheel
gewijd zijn aan de Kleinfmitdag van vorige
week vrijdag in Kapelle. De belangstelling hier
voor was buitengewoon groot. Angstig groot
zelfs. Angstig omdat steeds meer mensen in
onze provincie zieh toeleggen op een teelt met
een zwakke basis. Op een teelt waarvan de voor
uitzichten niet zo bijzonder gunstig zijn. Het is
echter noodzaak dat zovelen zich een bestaan
trachten te veroveren met de teelt van kleinfruit.
Als we kijken naar de toestand in het Zuid-
Bevelandse kleinfruitcentrum Kapelle-Biezelinge
en Omgeving, dan zien we dat «laar het grond
vraagstuk steeds klemmender wordt.
Grote oppervlakten grond zijn of worden opge
slokt voor woningbouw, wegenaanleg-, sportter
reinen, industrie enz. Voor de kleinfruitteelt moet
men langzamerhand reeds naar de „randgebieden"
die minder geschikt hiervoor zijn. In groter ver
band gezien in onze provincie blijkt het dat de ver
snippering van bedrijven, het gebrek aan grond,
de mensen stuwt in de richting van de kleinfruit
teelt. Of er een boterham te verdienen zal zijn met
„grove kleinfruitteelt" op al deze kleine bedrijfjes»
valt te betwijfelen. Leest u maar eens wat er te
zeggen valt van de grote uitbreiding in vele landen,
zonder uitbreiding van de afzetmogelijkheden. Naar
onze mening liggen de kansen van onze vak
bekwame kfeinfruittelers in de teelt van „fijn
kleinfruit". Dat vraagt veel arbeid, veel liefde voor
het vak en veel kennis. Niet overal is dat aanwezig.
Toch zullen we het daar in de toekomst van moe
ten hebben. Als Zeeuwen hebben we het klimaat
mee. Nachtvorst is wel een van de grootste vijan
den van het kleinfruit. Over het algemeen ge
nomen valt dat mee in ons gewest. We willen
trachten deze week u een zo getrouw mogelijk
beeld te geven van al hetgeen er gezegd is op de
ontwikkeiingsdag van deze voor onze provincie zo
belangrijke teelten. Dat kan ons tot nadenken
stemmen en het zal ons tot voorzichtigheid manen.
We zullen het niet moeten zoeken in het VELE,
maar ons moeten richten op het GOEDE en als
we dat kunnen brengen tegen een redelijke kost
prijs, dan zal daar zonder twijfel ook een afzet ge
bied voor te vinden zijn, en een boterham aan
verdiend kunnen worden.
Tot de volgende week.
IIET was ir. Van der Kloes, de rijkstuinbouw-
consulent voor Bodemaangelegenheden te
Wageningen, die op de kleinfruitdag in Ka
pelle een bijzonder interessante lezing^ heeft ge
houden over de mogelijkheden tot structuurver
betering van de grond bij de teelt van kleinfruit.
Toegelicht met lichtbeelden toonde deze spreker
op zeer duidelijke wijze aan„ wat er gedaan kan
worden om de toestand van de grond zo goed
mogelijk te doen zijn en te behouden.
KWALITEIT VAN DE BODEM
STALMEST en andere organische stof is voor
J het kleinfruit van het grootste belang want
het diént voor de instandhouding en verbetering-
van de bodemstructuur. De grondbewerking voor
de onkruidbestrijding (frezen b.v.) doet de struc
tuur van de grond meestal geen goed. Bodem
bedekking, stro e.d. is gunstig, maar er moet ter
dege gelet worden of de zaak niet te veel is afge
sloten. Er moet voldoende lucht in de grond
aanwezig blijven. De grond mag niet blauw wor
den, wat wel gebeurt als alles is afgesloten.
Vooral rondom Kapelle-Biezelinge, maar ook
wel elders in Zeeland komen veel slempgevoelige
gronden voor. Als gevolg van regen en berijden
zakt deze grond gemakkelijk dicht. Het streven
van de grondgebruiker moet er op gericht zijn
om het de wortels van de gewassen zoveel moge
lijk naar de zin te maken. Op dicht gezakte grond
reageren zowel de wortels van de kleinfruitge-
wassen als het bodemleven ongunstig. De wor
tels hebben een duidelijke voorkeur voor bodem
structuren welke onder invloed van de levensge
meenschap in de grond zijn ontstaan.
TUINTURF TER VERBETERING
VfOOR de teler is het daarom belangrijk dat
s hij aandacht schenkt aan dat bodemleven
en de stimulering daarvan. Met voldoende wa
ter, lucht en organische stof kan dat worden be
reikt. De grondbewerking kan bij de kleinfruit
gewassen meestal niet diep gaan. Op gevoelige
gronden moeten de resultaten van de grondbe
werking als het ware worden vastgelegd, gesta
biliseerd. Een middel om dat te bereiken is het
gebruik van tuinturf. Dat is een veenprodukt uit
het oosten van het land, dat door de grond ge
mengd moet worden. Voor de Zeeuwse grond
noemde ir. Van der Kloes dit een uitstekend
middel.
Men gebruikt ongeveer een vijfde deel aan
tuinturf van het te verbeteren volume grond.
Een 58 cm dikke grondlaag kan men hierdoor
verbeteren met een laagje van 1 cm tuinturf.
Per ha heeft men hiervoor dan ongeveer 300 ba
len nodig. Drie balen hebben een inhoud van
I m'1.
Het is ook mogelijk een plaatselijke behande
ling toe te passen, b.v. in plantgaten, in plant-
sleuven, in paden enz. Van belang is het de grond
zo innig mogelijk met de tuinturf te mengen.
Hoe beter dit gebeurt, hoe beter ook het resul
taat is. Per baal tuinturf moet ongeveer Va kg
stikstof meststof en fosfaat worden toegediend
en soms molybdeen. Men dient er ook rekening
mee te houden dat het de pH verlaagt. De heer
Van der Kloes raadde de aanwezigen aan om bij
grondverbetering met tuinturf eerst advies te
vragen bij de Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst,
SAMENVATTING
SAMENVATTEND zei deze spr. dat verteer
bare organische stof een van de beste maat
regelen is om het bodemleven te stimuleren. Het
is nodig om het effect van de grondbewerking te
vergroten en te behouden. Met tuinturf kan dat
gebeuren. Ook het bodemleven móet worden ge
stimuleerd, want hierdoor ontstaan bodemstruc
turen waarvoor de kleinfruitgewassen voorkeur
blijken te bezitten. Vele nadelige invloeden laten
zich gelden bij de bodem. Spr. noemde verslem
pen, vastrijden, wateroverlast, te sterke uitdro
ging, hoge grondtemperaturen, veelvuldig be
werken enz.
Naar aanleiding van deze lezing werd door de
rijkstuinbouwconsulent ir. Van Hennik opge
merkt dat er in onze provincie nog teveel klein
fruitgewassen worden geteeld met een onvol
doende ontwikkeling. De kleinfruittelers hebben
evenals hun collega's, de telers van hard fruit,
te weinig aandacht geschonken aan de kwaliteit
van de bodem. Ir. Van Hennik zei dat men alleen
maar heeft gelet op de technische zaken, maar
de natuurlijke gesteldheid van de grond is zeker
van niet minder belang. Niet alleen wordt door
een goede bodemstructuur een betere groeikracht
verkregen, maar ook minder optreden van ver
schillende ziekten.