ACTUALITEITEN GRASZAADTEELT DIAMANT WEEROVERZICHT haver 130 bij de J. E. WOLFERT Het nieuwe ras voor de zeekleigronden CENTRAAL BUREAU Is dat wel economisch (57) ZEEUWS LANDBOUWBLAD van het Proefstation voor de Akker- en Weidebouw te Wageningen OPSCHONEN JJecds enige tijd zijn tic weersomstandigheden van dien aard, dat men de graszaadpercelen kan opschonen. Dit is het met 'de hand verwijderen van alle ongewenste planten, vooral onkruid grassen en ongewenste cultuurgrasscn. Chemisch zijn deze niet te bestrijden. Mechanische bestrijding komt in het voorjaar ook niet meer in aanmerking, daar hierdoor bij vele grassen een lagere zaadopbrengst wordt verkregen. Naarmate het opschonen vroeger plaatsvindt, werkt men efficiënter, omdat de te verwijderen plan ten kleiner zijn en daardoor minder werk geven. De juiste methode bij het opschonen is als volgt: Men trekt al of niet met behulp van een korte schrepel de graspollen op en verzamelt deze in een mand. De inhoud van de mand wordt op hopen gegooid, die in één rij liggen, zodat men ze gemakkelijk met een wagen van het land kan halen. Om sporen in het land te voorkomen en het cultuurgras niet te beschadigen moeten de hoopjes bij gunstige weersomstandigheden van het land gehaald worden, liefst zo gauw mogelijk. Het opschonen is bijna altijd verantwoord, daar bij afkeuring door de N. A. K., door de kweker-handelaar 15 gekort mag worden. Bovendien moet na de schoning de partij voldoen aan de A. T. V.-normen. Is dit niet liet geval, dan kan hierop ook weer gekort worden. Als men uitgaat van een op brengst van 2000,a 3000,per ha, dan kan dus een 300,a 450,— worden gekort. Voorwaar een bedrag, waar men wel iets voor kan doen. Men zou dus, gezien de huidige arbeidslonen, 120 a 170 uren aan 't opschonen kun nen besteden alvorens het geld gaat kosten. ON KRU1DBESTEIJDING MOG steeds komt het voor dat, ondanks de ruime mogelijkheden die de herfst en winter heeft geboden om het graszaadperceel onkruidvrij te krijgen, er nu nog percelen zijn, waar de muur welig tiert. Om deze muur te bestrijden beschikken we thans over een zeer goed middel. Het middel 2-4-5 TP (handelsmerken AAtussil en Aseptaforan) tegen een hoeveelheid van P/2 a 2 liter verspoten in 600 liter water, doet de muur na verloop van een week of drie definitief verdwijnen. 2-4-5 TP is een groeistof, zodat het gewenst is om het zo spoedig mogelijk toe te passen, om het gras zaad zo min mogelijk in zijn groei te remmen. Ook zou men een mengsel van 10 a 12 kg vernevelbare DNC en 2 liter arse- niet, opgelost in 800 liter water, kunnen verspuiten onder lage druk met grove druppels. De weersomstandigheden moeten dan wel gunstig zijn (lucht vochtigheid van ten minste 70% en een bedekte hemel). Het middel moet ten minste 24 uur kunnen inwerken om een goed resultaat te kunnen geven. Bij eerder afregenen valt het effect vaak tegen, evenals bij foutieve spuit- techniek of ongunstige weersomstandigheden. Eventueel zou men ook nog kalkstikstof kunnen strooien. De meest ge schikte aanwendingstijd is na een nachtvorst bij helder zonnig weer. De kalk- stikstofmorgens zijn schaars en moeilijk voorspelbaar. Het resultaat valt dan ook dikwijls tegen. Kalkstikstof is, afgezien van zijn wisselvallige uitwerking, ook weinig aantrekkelijk in verband met zijn nooit nauwkeurig bekende stik stofwerking, waardoor de totale stikstofgift in het voorjaar moeilijk is te bepalen. STIKSTOFAA NAVE NDING ÏTIT proeven is gebleken dat de graszaadpercelen zeer vroeg hun voorjaars- stikstof moeten hebben en wel omstreeks half februari. Een latere stik stofgift gaat vaak gepaard met opbrengstverlaging. Op kalkhoudende gron den geve men de stikstof in nitraatvorm. Op de overige gronden kan men de stikstof in elke gewenste vorm geven. Strooi zorgvuldig om banen te voor komen, want banen geven moeilijkheden bij het oogsten. Het is raadzaam om de hoeveelheid stikstof die men in het voorjaar wil strooien, te bepalen in overleg met een deskundige. Ter oriëntering kan een vergelijking gemaakt worden met de stikstofgift, die op het betrokken perceel aan een wintertarweras gegeven zou worden, dat o.a. ten aanzien van zijn N-behoefte tot de middengroep behoort, zoals Staring, Felix of Flamingo (zie pag. 142 van de Rassenlijst). Voor de volgende grassoorten geldt dan: Groep I. N-bemesting als genoemde wintertarwerassenbeemdlangbloem, Italiaans raai, moerasbeemd, roodzwenkgras gewoon, timothee en beemd- vossestaart. Groep II. 15 kg zuivere N meer dan groep I: bosbeemd, veldbeemdrassen met wat slapper stro en Merion blue. Groep III. 30 kg zuivere N meer dan groep I: Engels raaigras h.t., kam- gras, kropaar, ruwbeemd, kruipend struisgras, Hollands fiorin en veldbeemd rassen met steviger stro. Uitzonderingen vormen: Engels raai w.t.: 50 kg zuivere N meer dan groep I, Westerwolds raai30 kg zuivere N meer dan haver en roodzwenk uitloper vormend als Marne haver. Op de zandgronden geve men aan fijnbladig schapegras, hardzwenk en ge woon roodzwenk 60 kg zuivere N; dat is dus 400 kg kalksalpeter. Aan tweedejaars gewassen wordt meestal 100 kg kalksalpeter meer ge geven dan aan eerstejaars gewassen. december en januari J. J. POST. DE laatste maand van 1959 was belangrijk zach ter, en daarenboven natter en somberder dan normaal. In de 31 dagen van december vertoonde de zon zich slechts 34 uren in De Bilt), dus gemiddeld slechts iets meer dan één uur per dag. Het normale aantal bedraagt 54 uren. De gemiddelde etmaal- temperatuur bleef 2° boven het veeljarig gemiddelde. De Bilt noteerde n.l. 4,4° tegen 2,4 nor maal. De „warmste" decade was de derde met een gemiddelde van ruim 5° C. Opvallend waren de grote temperatuurverschillen in de laatste dagen van de eerste de cade van december. Op 9 de cember b.v. vroor het in het noorden van het land 4 graden terwijl in het zuidwesten de thermometer 4- 7° aanwees. De tweede decade was de koudste met op vele plaatsen lichte vorst. De hoeveelheid neerslag va rieerde van ca 45 mm in het noord-oosten van het land tot ca 85 mm in het zuidwesten. In het zuidwesten viel globaal be rekend ongeveer 2025 mm neerslag meer dan normaal. Enkele dagen brachten een flink pak sneeuw. Ook januari was zacht en nat, het aantal uren zon was vrijwel normaal. De temperatuur bedroeg ge middeld 2,8 tegen 1,9° C. Voor jaarsachtig weer wisselde af met een korte periode met strenge vorst. In het oosten van het land werd plaatselijk 1215° vorst genoteerd. Het vele zachte weer met soms maximum temperaturen van 810° C maakte dat het maandgemiddelde flink boven de normale waarde bleef. De hoeveelheid neerslag waarvan weer een deel met sneeuw was op de meeste plaatsen boven normaal. Vooral in het Z.-W. viel veel neerslag. Vlissingen noteerde als maandsom 81 mm tegen 60 mm normaal. Het aantal uren zonneschijn bedroeg (in De Bilt) 51, dus slechts 3 uren onder het normale aantal voor deze maand. (CB 52-31) goede tot zeer goede zaad- en stro opbrengsten, ook onder wat minder gunstige omstandigheden vroege en zeer goede grondbedekking vrij kort en stevig stro weinig gevoelig voor doorwas en schot grote, goed gevulde korrels Origineel zaaizaad beperkt leverbaar. TELEFOON 111340 - POSTBUS 1 2, ROTTE ROAM WANNEER een bedrijf over niet voldoende ar beid beschikt dan kan deze arbeid tot op zekere hoogte worden vervangen door machines. Economen praten dan over de vervanging van ar beid door kapitaal. De vraag rijst vaak hoeveel kapitaal geïnves teerd mag worden indien één werknemer minder op het bedrijf aanwezig is. Vooral nu aanvulling van jeugdige landarbeiders slechts weinig voor komt, komt deze vraag vaak naar voren, eigenlijk iedere keer dat een van de werknemers de pen sioengerechtigde leeftijd nadert. Economen reke nen nu als volgt. Eén arbeider kost jaarlijks, inclusief sociale las ten, wel zo'n ƒ6000. Wanneer wij machines aan schaffen dan bedragen de jaarlijkse kosten hier van gemiddeld ongeveer 20 van het geïnves teerde kapitaal. Bijvoorbeeld afschrijving in 8 jaar, dus 12% rente 5 over de gemiddelde investering dat is 3 van de aanschaf waarde en 4% onderhoud. Als nu deze 20 gelijk mag zijn aan de te be sparen arbeidskosten dan mag dus geïnvesteerd worden 5 maal 6000 wanneer één pensioenge rechtigde arbeider niet wordt vervangen. Een en ander natuurlijk mits de machines dezelfde kwali- teitsarbeid leveren als de handarbeid. Naar onze mening wringt hier de schoen zodanig, dat wij er een apart artikeltje aan zullen wijden. Een andere reden waarom wij huiverig staan tegenover deze ƒ30.000 investering is het risico dat de boer neemt. Wanneer U zeker weet dat de aan te kopen werktuigen 8 jaar meegaan, en dat het onderhoud 4% 's jaars bedraagt dan is dit hoge bedrag niet zo gek. Maar deze zekerheid is practisch niet te verwezenlijken. Daarom is 30.000 als vuistregel naar onze mening vee] te hoog en houden wij ons liever aan ƒ20.000 tot 25.000. Bovendien is een en ander natuurlijk erg afhan kelijk van de werktuigen welke worden gekocht. Vooral wanneer dit pas ontwikkelde oogstmachines betreft zijn deze gevaren niet denkbeeldig. Men kan niet alle gevaren omzeilen maar ze onderkennen is toch wel nuttig. WARMENHOVEN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 6