er is een tijd van gaan Er is een tijd van komen 127 de heer I. DE BRUIJNE Met dit van onze dichter De Genestet afkomstige spreekwoord heeft de heer M. de Bruijne als Voorzitter van de Kring West Zeeuws-Vlaanderen afscheid genomen in het Dagelijks Bestuur van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij. DE heer De Bruijne dankte in zijn afscheidsrede voor de steun, die hij steeds allerwegen heeft ondervonden en releveerde hierbij de zo bui ten gewoon geslaagde tentoonstelling te Aar denburg. Het was dan ook met een gevoel van weemoed, dat hij zijn plaats als voorzitter van de Kring West Zeeuws-Vlaanderen, die hij een vijf tiental jaren bezette, ging verlaten. DE heer De Bruijne besprak in zijn rede ver volgens de grote verscheidenheid van steun maatregelen, voorschriften en beperkingen die de crisisjaren met zich mee brachten. Ook de land standperiode en alle moeilijkheden die e.e.a. op leverden, het in 1945 weer op gang brengen van de Z. L. M. en het tot stand komen van de Stich ting van de Landbouw werd door hem gememo reerd. In de vele funkties waarvoor de heer De Bruijne in de loop der jaren aangezocht werd en veelal als voorzitter zitting had, trachtte hij steeds voor goede leiding zorg te dragen. De heer De Bruijne vervolgde: ALS na-oorlogs Voorzitter heb ik het toch mo gen meemaken, dat de mechanisatie in West Zeeuws-Vlaanderen een ontwikkeling heeft mee gemaakt als eigenlijk nergens ter wereld, éénsdeels wel mede door 't verlies van gesneuvelde paarden, maar toch merendeels door de verkregen toe wijzing van een 50-tal wieltractoren in 1945 welke toentertijd door onze landbouwcommissie met medewerking van Ir. Herweijer waren losgekregen, maai in feite bestemd waren geweest voor de N. O. P. Dit is toch de eerste stoot geweest! Dan heb ik mogen meemaken de mutaties van de lagere landbouwschool te Schoondijke tot Rijks- landbouwwinterschool; het ontstaan van een me- ehanisatiecommissie; een studie-commissie; het demonstratie-bedrijf; de praktijkschool. Een landbouwtentoonstelling in 1950 te Oost- De nieuwe Kring-Voorzitter van de Kring West Zeeuws-Vlaanderen der Z. L. M. De goede gewoonte van de oud-voorzitter ge trouw om l>ij de opening van de algemene leden vergadering zijn persoonlijk inzicht van de zich op dat moment afspelende of verwachte gebeurte nissen kenbaar te maken, zei de nieuwe voorzitter o.m.: „Het valt mij vanaf deze plaats niet gemakkelijk U een beschouwing of richtlijnen voor het komen de jaar I960 te geven. Ik zou slechts willen zeggen: Wat de toekomst ook moge brengen, bedenk: Gij zult bij brood al leen niet leven. Weet de gave die gij hebt ontvan gen, de gaven aan elke persoonlijkheid eigen, te gebruiken ten dienste van Uw medemensen. Dan zal de komende tijd zo niet stoffelijk dan toch in geestelijk opzichl U de vokloening geven die gij behoeft". OP buitengewoon originele wijze heeft de nieuwe voorzitter, de heer I. de Bruijne, die wegens ziekte nog steeds in het Juliana-ziekenhtiis in Ter- neuzen verblijft, zijn eerste ledenvergadering toe gesproken. Zijn rede tot de vergadering was op de bandrecorder opgenomen en deze werd, nadat de vice-voorzitter, de heer M. J. Verbrugge, de ver gadering geopend had, afgedraaid. Na de vele aanwezigen en genodigden welkom geheten te hebben, wees de nieuwe kringvoorzitter In zyn persoonlijk woord tot de oud-voorzitter op de spreuk: „Partir, c'est mourir un peu". (Afscheid- nemen is een klein beetje sterven.) Ook dit afscheid laten zoals alle dingen die voorbijgaan en afgelopen zijn iets achter dat tot droefenis stemt. Sprekende over de Z. L. M.-Landbouwtentoon- steliing 1959 te Aardenburg, dankte de heer I. de Bruijne in zijn hoedanigheid als voorzitter, zonder ook maar in geen enkel opzicht anderen te kort te willen doen, met name de heer Van Dijke en de heer De Hullu-Basting voor het vele organisatori sche en administratieve werk dat door hen beiden verricht werd. DE heer I. de Bruijne, die naar het zich laat aan zien voor een volledig herstel nog wel enige tijd in het ziekenhuis zal moeten verblijven, ver vult behalve het voorzitterschap van de kring West Zeeuws-Vlaanderen nog een aantal andere funkties. Sinds begin 1951 is de heer De Bruijne voor zitter van de afdeling Cadzand. Als lid van de ge westelijke Raad voor Zeeland van liet Landbouw schap en de Distriktsraad voor West Zeeuws- Vlaanderen, is hij ten nauwste betrokken bij de vele problemen van dit gebied. Tevens is hij lid van de Dijkraad van de Calamiteuse waterkering Tien honderd- en Zwartepolder en lid van de Commissie.' van Toezicht van de Landbouwhuishoudscholen. Zijn bedrijf van ca 40 ha, onder de duinen varf Cadzand gelegen, is een overwegend akkerbouwbe drijf. Het aanwezige vee is zwart stamboekvee. In 1945 werd begonnen het bedrijf, waarvan de nogal verspreid liggende percelen, tijdens de oorlogsjaren als opslagplaats voor Duits oorlogsmateriaal ge bruikt waren en dus zwaar geleden hadden, weer in orde te maken. Langzaamaan is het hem gelukt met gebruikma king en toepassing van steeds verder doorgevoer de mechanisatie zijn bedrijf in de huidige moderne toestand weer op te bouwen. Als voorzitter van de pers- en propagandacom- missie maakte de heer I. de Bruijne deel uit van het bestuur der tentoonstelling te Aardenburg, die het prachtig batig saldo van ƒ8468,95 opleverde. Wij wensen hem van harte spoedig beterschap en volledig herstel toe! burg, zoals er voordien eigenlijk nog haast geen had plaats gehad, terwijl de nu deze zomer te Aar denburg gehouden tentoonstelling zelfs de stoutste verwachtingen overtroffen heeft en de naam Zeeuws-Vlaanderen tot ver buiten haar omgeving, bekendheid heeft verworven; een bekendheid in den gpeden zins des woords. In 1945 350 leden, nu bij de 700. In 1945: weinig in kas, nu een finan cieel zeer gezonde kas. Als jonge boer het organisatie-leven begonnen toen de boer financieel aan de grond zat en zijn vrijheid om der wille van 't bestaan moest prijs geven en aan banden gelegd is geworden en mede met deze boeren door de diepte heen gekomen op het niveau waarop men nu staat; in algemene zin financieel en materieel gezond, een welvarende streek en een steeds ruimere toepassing van de vrijheid, is het verschil bij 't komen en gaan, wel frappant groot, gelukkig in de meest gunstige zin. MAAK RUIMTE VOOR DE JONGEREN DE jonge man heeft zijn rechten om mede te bou wen aan het maatschappelijk bestaan, heeft recht om zijn bouwstenen te helpen aanbrengen en om mede te bouwen. Te veel wordt dit verhin derd door de ouderen die denken dat ze 't beter kunnen en denken dat ze niet gemist kunnen worden. Ze beseffen niet dat ouder worden ook betekent: in kracht afnemen. Hierdoor komen veel jongeren nooit aan bod, krijgen nooit of te laat een kans geboden en vaak De heer M. de Bruijne, oud-voorzitter en nu ere-lid van de kring West Zeeuws-Vlaanderen der Z. L. M., in april 1951 tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau benoemd, heeft in de jaren 1933 tot beden een zeer groot aantal funkties zowel in het organisatie- als het bedrijfsleven vervuld. Al deze funkties in extenso te vermelden laat de plaatsruimte niet toe en wij doen hieruit dus slechts een greep. Van 1932 bestuurslid van de Kring West Zeeuws- Vlaanderen, later in 1945 voorzitter der Kring tevens lid Dagelijks Bestuur en Hoofdbestuur der Z. L. M.; Secretaris later voorzitter van de Controle Vereniging Cadzand-Retranchement; Secretaris later voorzitter van de Stierenvereniging Cadzand- Retranchement; Voorzitter Coöp. Aankoopvererii-* ging W. Z.-Vl. v/h Centraal Bureau; Provinciaal Bestuurslid L. C. O. later kringvoorzitter P. V. C.- kantoor kring 8; Hoofd Aankoop Commissie her stel rundveestapel door oorlogsgeweld en ramp gebieden W. Z.-Vlaanderen; Bestuurslid Veehou derij Commissie; Directeur ZeCoVa en marktver- tegenwoordiger Bedrijfschap Vee en Vlees. Gedu rende enige jaren was hij eveneens lid van de Provinciale Staten van Zeeland. Nu nog heeft de heer De Bruijne als bestuurslid o.m. zitting in de veehouderijcommissie K. N. L. C., in het bestuur van het Boekhoudbureau der Z.L.M. en in de Commissie van toezicht Middelbare Land bouwschool te Schoondijke. Tevens is hij lid van de Pachtkamer voor Kanton Oostburg en Inspect teur van het Nederlands Rundvee Stamboek. sluimerende krachten komen nooit tot zijn recht. Daarom: geef de jongeren een kans, ze hebben er recht op. Anderzijds heeft de jonge man ook zijn plichten, zijn plicht om een ieder naar de hem toebedeelde talenten deze te gebruiken en te vermenigvuldigen. Zijn plicht mede te bouwen tot het welzijn van anderen en zeker t.o.v. zijn bedrijfsgenoten, wat het stoffelijk welzijn aangaat Sloomheid en gemakzucht strekken hem niet tot ere. Zo ik dan al rechten mocht gehad hebben, dan heb ik die zeker vroegtijdig gekregen en de plich ten die ik had heb ik naar ik meen op een behoor lijke wijze vervuld. Het is thans aan de jongeren De dichter getuigde over het land van Cadzand: Waar de mens vrij en blij Leeft te midden der bloeiende gronden, Waar óók ieder tehuis Heeft zijn leed en zijn kruis Maar men in éénvoud zichzelf heeft gevonden. Moge het zo zijn deze éénvoud, het kenmerk van het ware, bestand blijft en niet ten onder gaat in de hovaardigheid der tijden. IK wil thans besluiten met U allen hartelijk te 4 danken voor de steun en medewerking en het vertrouwen dat ik steeds in zo ruime mate van ïf mocht genieten: dit stemt mij tot grote voldoening; vanzelfsprekend betrek ik hierin ook allen die hier niet aanwezig konden zijn en degenen die mij uit anderen hoofde van dienst zijn geweest. West Zeeuws-Vlaanderen en de kring der Z. L. met hun leden in 't bijzonder wens ik bij dezen het allerbeste toe, voor nu en voor de toekomst. En met het oog op de toekomst eindig ik thans met dezelfde woorden als waarmee mijn eerste openingsrede als voorzitter van Uw kring op 26 november 1945 besloten werd, n.l. met de getuig», nis van één van de hovelingen van Napoleon, toe» deze, in verrukking zijnde, zijn zoontje, de jonge koning van Rome, hoog optillend uitriep: De toe* komst, de toekomst, de toekomst is aan mij tot hem zeide: Neen, Sire, de toekomst is niet aan U, de toe komst is aan GOD Zo zij het

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 3