Z? De Nederlandse landbouw Europese Gemeenschap W het meest oogstZEKERE ras door de jaren heen: in de De melk- en zuivelvoorstellen van de Europese commissie (I) MEDEDELINGEN F. GOYARTS 8. ZONEN ZAADTEELT N.V. - ROOSENDAAL N.B. ZATERDAG 6 FEBRUARI 196» KW 14. IHET lijkt ons gewenst enkele beschouwingen over de voorstellen van de Europese commissie ten aanzien van het gemeenschappelijk la ndbouwbeleid voor de belangrijkste groepen van produkten te beginnen met een overzicht, dat bet rekking heeft op de melk- en zuivelvoorstellen. Hoewel dit onderwerp in publieke discussies m inder sterk op de voorgrond is getreden dan de graanvoorstellen, is het toch voor onze landbouw zeker van niet minder belang, daar de melk een zeer groot aandeel heeft in de inkomsten van een overwegend gedeelte van de Nederlandse boerenbevolking, in vele streken van ons land deze inkomsten zelfs volledig beheerst. Op de voorgrond dient te worden gesteld, dat de toestand op melk- en zuivelgebied in ons land in vele opzichten afwijkt van die in de andere E. E. G.-landen. Nederland is in sterke mate zuivelexporterend en dat voor alle belangrijke produkten uit de zuivelsector, dus zowel voor boter en kaas, als voor gecondenseerde melk en melkpoeder. TELKE zijn nu de voorstellen, die door de -Europese Commissie ten aanzien van het ge meenschappelijk melk- en zuivelbeleid gedaan worden? Wij menen deze in de volgende punten te kun nen samenvatten: 1. Elk jaar wordt een richtprijs voor de melk vastgesteld. 2. Op basis van deze melkrichtprijs wordt een „interventieprijs" voor boter vastgesteld. Deze interventieprijs kan gelijk worden gesteld met de in ons land bekende overnameprijs. Deze overnameprijs zou op een zodanig bedrag worden bepaald, dat de opbrengst van de melk bij de boter- bereiding ongeveer 15 beneden de richtprijs zou liggen. Hierbij rijst reeds aanstonds de vraag van welke ondermelkwaarde bij deze berekening wordt uitgegaan; ofwel wordt aangenomen dat de aftrek van 15 die op de richtprijs wordt toegepast, in overeenstemming is met de waarde van de onder- melk? Indien het laatste het geval zou zijn, zou bij een richtprijs van de melk van bijv. 30 cent per kg de ondermelkwaarde op 4,5 cent worden gesteld, zodat in dat geval de overnameprijs van de boter ruimschoots voldoende zou zijn om de melk op richtprijs te brengen. Dit punt is overigens niet duidelijk in de voorstellen omschreven zodat ook een andere, minder gunstige, berekeningswijze mogelijk is. 3. De marktordening; op het gebied van de eon- .sumptiemelk wil men in het algemeen tot stand brengen door een scheiding te maken tussen de markten voor industrie- en voor consumptie- melk, zoals ook in ons land geschiedt, waarbij de richtprijs voor de melk de basis vormt waar op levering van melk voor consumptiedoelein den plaatsvindt. Het ligt niet in de bedoeling deze marktordening voor consumptiemelk voor het gehele gebied cen traal te regelen, doch men wil enige algemene voorwaarden stellen, waaraan landelijk, geweste lijk of plaatselijk vast te stellen regelingen zullen moeten voldoen. Er wordt hier dus uitgegaan van het beginsel van decentralisatie, wat voor een zo ingewikkelde materie als de afzet van consumptie- melk ongetwijfeld de voorkeur verdient, maar wat anderzijds ook verschillende vragen doet rijzen. Met name lijst hier de vraag, wat gebeurt met de prijsverschillen tussen consumptie- en industrie- melk, die zich ook in de E. E. G. ongetwijfeld zul- Onze medewerker bespreekt in bijgaand artikel de voorstellen van de Europese Com missie ten aanzien van het gemeenschappe lijk landbouwbeleid in de E.E. G. Allereerst neemt hij de melk- en zuivel produkten onder de loupe. Daarna zullen op soortgelijke wijze de granen, suikerbieten, vee en vlees, en pluimvee en eieren behan deld worden. RED. len voordoen, zij het in mindere mate dan in ons land het geval is. In Nederland wordt de opbrengst van de industriemelk in sterke mate beheerst door de prijs, die bij export van melk- en zuivelproduk- ten gemaakt kan worden en die zoals bekend de laatste jaren met een enkele uitzondering belang rijk beneden de verrekenprijs van consumptiemelk gelegen heeft. DOOR een stelsel van heffingen en toeslagen worden de voordelen, die levering van con sumptiemelk biedt in vergelijking met levering van industriemelk, over alle melkproducenten ver deeld, waarna dan nog door middel van een sub sidie uit de staatskas de garantieprijs aan de pro ducenten ten goede komt. Er zal in de E. E. G. vol gens de voorstellen der commissie, zoals blijkt uit het volgende punt, gestreefd worden naar zuivel- prijzen die meer in overeenstemming zijn met de richtprijs van de melk. dan thans in Nederland het geval is. Naarmate dit doel wordt bereikt, wordt het prijsverschil tussen consumptie- en industriemelk geringer en zal een verrekening van de meerdere opbrengst van consumptiemelk minder noodzake lijk worden. Waar de commissie een gedecentra liseerde regeling van de consumptiemelkmarkt voorstaat, zal een eventuele verrekening van het prijsverschil naar wij aannemen ook in geen geval voor het gehele E. E. G.-gebied in overweging zijn, hetgeen niet behoeft te verhinderen, dat landelijk of gewestelijk verrekening plaatsvindt. 4. Bij de invoer van Zuivelprodukten uit andere landen huiten het E. E. G.-gebied zullen wisse lende heffingen worden toegepast, die zodanig worden vastgesteld, dat de buitenlandse prijzen op het peil worden gebracht, dat in overeen stemming is met de richtprijs van de melk. Bij uitvoer van zuivelprodukten worden op over eenkomstige wijze door terugbetaling van deze heffingsbedragen de E. E. G.-zuivelprijzen op wereldmarktprijs gebracht. Hier wordt dus een zelfde stelsel voorgesteld, als ten aanzien van de import en export van andere producenten in over weging gegeven wordt en in ons land ook thans reeds wordt toegepast bij de voergranen. Een juiste toepassing zal gezien de grote reeks van verschil-: lende soorten zuivelprodukten met velerlei af wijkingen in samenstelling, die voor export en import in aanmerking komen, wel enige prak tische moeilijkheden opleveren. Waar van de meeste zuivelprodukten de gemeenschap als geheel een exportsaldo vertoont, dat bij de te verwachten ontwikkeling waarschijnlijk eerder zal toe- dan af nemen, zal het resultaat van heffingen bij invoer en terugbetalingen bij uitvoer vermoedelijk in toe nemende mate negatief zijn, waar nog bij komt, dat eventuele overname van boter om de markt tijdelijk te ontlasten ook kosten met zich zal brein g^n. \TOOR de financiering van een en ander zal hef in te stellen zuivelfonds bijdragen van andere fondsen kunnen ontvangen, (wellicht is gedaent aan een gedeelte van de heffingen bij invoer van voergranen), terwijl ook regeringsbijdragen wor den genoemd. Als een en ander niet voldoende mocht zijn tot dekking van de kosten zal tenslotte ook een bijdrage van de producenten gevraagd kunnen worden, wat dus met. zich zou brengen dat de melkprijs, die de veehouders ontvangen, ook als het stelsel verder feilloos zou werken, beneden de richtprijs zou dalen. In het voorgaande zijn de melk- erf zuiveltoestanden in het E. E. G.-gebied en de voorstellen der Europese Com- missie op zuivelterrein, die geduren de een overgangstermijn van zes jaren geleidelijk verwezenlijkt zouden moe ten worden, kort samengevat. Welke veranderingen zal een verwezenlijking dezer voorstellen voor de Nederlandse? veehouders met zich brengen en in hoeverre beantwoorden deze voorstel len aan datgene, wat redelijkerwijze verwacht mag worden? Hierover iets in een volgende bijdrage. N. H. B. H. D. LOUWES KONDIGT AFTREDEN AAN ALS VOORZITTER VAN HET LANDBOUWSCHAP Aan het eind van de nieuwjaarsrede, die de heer H. D. Louwes heeft uitgesproken op de onlangs gehouden openbare vergadering van het Land bouwschap, deelde hij mede, dat hij na afloop van de huidige zittingsperiode van het bestuur niet voor herbenoeming als voorzitter in aanmerking wil tornen. De heer Louwes is thans 66 jaar en op grond hiervan meent hij, dat hij zijn functie be schikbaar moet stellen. DEMONSTRATIE HANDGEREEDSCHAP Vraagt u óók zo vaak: (Advertentie) ,,Waar liggen de hamer en de nijptang?" Kunt u ook de goeie spijker juist niet vinden in de spijkerbak? Repareert u uw machines op de vloer? Waarom pakt u nu altijd die éne schrepel of die éne bietenr vork? Op al deze vragen kunt u een antwoord krijgen. De Bedrijfsstudiegroep Tho- len en Sint Philipsland organi seert in samenwerking met de Streekverbeteringscommissie Eiland Tholen een demonstra tie in het opbergen van hand- gereedschappen annex een ten toonstelling van het juiste M gg H BB ffi» Mj tg «ra handgereedschap voor het ge KleinWanzleben E St. Maartensdijk St. Annaland Stavenisse 16 Scherpenisse 17 Poortvliet en Tholen 19 St. Philipsland 23 Oud-Vossemeer 26 8 febr. 10 Tevens wordt de film „Hand vaardigheid" vertoond. Namens de Bedrijfsstudiegroep, A. SCHOONDERWOERD

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 5