De marktsituatie voor aardappelen 115 ZATERDAG 6 FEBRUARI 1960 HOOI - STRO - PAKSTRO e.d.: VOOR zover pakstro op het bedrijf verwerkt moet worden kan niet van een schovenbla- zer gebruik gemaakt worden. Is dat niet het ge val dan biedt de blazer een mogelijkheid. Het be zwaar is echter, dat er alleen hooi en stro mee vertransporteerd kan worden. Het werken in de luchtstroom is echter b.v. bij gerst en erwten on prettig. Bovendien vraagt een blazer vrij veel kracht en is de aanschaf zeker niet goedkoop te noemen. Een voordeel is, dat met een blazer vrij korte bochten genomen kunnen worden en het pro- dukt over een langere afstand getransporteerd kan worden. In heel oude gebouwen met zeer veel balken kan mogelijk wel van een hooi- en schovenblazer gebruik gemaakt worden en niet van een transporteur. Op de akkerbouw- en gemengde bedrijven biedt de transporteur veel meer mogelijkheden. Een goede transporteur met een voldoend brede band kan eveneens pakstro transporteren. De lengte van de transporteur is afhankelijk van de hoogte van de schuur. Als eisen moeten we stellen dat de konstruktie stevig genoeg is, de gewenste hoogte gemakkelijk is in te stellen, een stabiele stand heeft en gemakkelijk te verplaat sen is. En ten slotte dat alle produkten op het Ipedrijf ermee verwerkt kunnen worden, Een zwarej eis, waar lang niet alle transporteurs volledig aan voldoen. Een goede transporteur is dan ook duur. Men laat zich daardoor nogal eens verleiden een goedkoop type aan te schaffen. Meestal leidt dit tot teleurstellingen. Goedkoop is in dezen dik wijls duurkoop. LOSSE PRODUKTEN: jgTEEDS meer naderen we het tijdperk van transport van losgestorte produkten. Niet alleen van voeder- en suikerbieten, maar ook van granen en aardappelen. Zakken in het transport proces kost materiaal en zwaardere arbeid. Nu reeds wordt op enkele bedrijven het graan gemaaidorst in de tank, vandaar overgeheveld in daartoe geschikt gemaakte kipwagens en zo naar de opslagplaats vervoerd. Met het toenemen van het aantal aardappelbewaarplaatsen op de be drijven en daarmee het groter worden van op slag- en droogmogelijkheden, zal deze methode in de toekomst sterk gaan toenemen. Vanzelfsprekend vraagt dit weer extra voor zieningen in de gebouwen. Het losgestort graan zal in de opslagruimte gebracht moeten wor den. Afhankelijk van de omstandigheden kan dit met een gewone transporteur met een iets holle band gebeuren, waarbij echter de beno digde tijd voor het ledigen van de wagen dan vrij hoog wordt. Beter is het graan te storten in een opvang- bak en van daar met een injekteur of een vij zel naar de bestemde plaats, hetzij droger of opslagruimte over te brengen. Vooral de injek teur is later weer geschikt om het graan naar de opzakinrichting te transporteren. Alles dus snél en met zo min mogelijk handenarbeid. Ook met de aardappelen gaat het steeds meer de richting van losgestort transport uit. Voor het transport in de bewaarplaats zijn Volautomatische zakkenheffer achter op de trekker in geheven stand. speciale aardappeltransporteurs verkrijgbaar. Onze bedrijven vragen echter een werktuig, waarmee alles verwerkt kan worden. En ook de aardappelen kunnen daar goed mee vertrans porteerd worden, zij het dan ook dat in be paalde gevallen wel eens van een dwarsafvoer- transporteur gebruik gemaakt moet worden. Dit is echter een kwestie van de situatie ter plaatse. Losgestorte aardappelen dienen in kipwagens aangevoerd te worden. Kippen op een schudhor is in feite niet mogelijk. Een oplossing hiervoor is het plaatsen van een schudketting van een voorraadrooier vóór transporteur. De schudinten siteit daarvan kan versteld worden, terwijl het schudoppervlak vrij groot is. Bij veel grond uit zeven moet de grond regelmatig onder de schud ketting weggehaald worden. Transport van voeder- en suikerbieten levert als regel geen grote moeilijkheden op. Met beleid kan zeer veel worden bereikt. OPGEZAKTE PRODUKTEN: UET zware transport op de rug of de nek, nadat eerst de zakken door één of twee mensen zijn opgegeven, kan op een veel gemakkelijker manier gebeuren. Voor verplaatsing over de vloer zijn handige tweewielige karretjes steekwagensin de handel. In graanopslagplaatsen worden zij algemeen ge bruikt. Voor het laden vanaf de grond op de wa gen kan gebruik gemaakt wordqn van een hand- zakkenheffer of van een elektrisch aangedreven heffer, waarvan sommige bovendien nog een kwart of halve slag kunnen draaien, nadat zij op de gewenste hoogte zijn gekomen. De op- en neer waartse beweging wordt automatisch in het werk gesteld door het opzetten of afnemen van de zak. Over een wat grotere afstand en eventueel een grotere hoogte kunnen de goede transporteurs worden gebruikt. Het is gewenst, ook om andere redenen, het gewicht van de zak niet groter dan 60 kg te nemen. Ook zijn speciale laad-transporteurs in de han del. GRONDVERZET: UOOR het verplaatsen van grond, bijv. voor het opladen op een wagen of het opbrengen op een silo, kan uitstekend een band-transpor teur gebruikt worden. Bij het afdekken van de silo's moet vooraf rekening gehouden worden met de plaats, waar de grond ligt. Bij twee silo's levert dat niet veel moeilijkheden op, daar er kruise lings gewerkt kan worden. Overigens kan men het beste de grond van vorige vullingen niet vlak naast de silo gooien. DIVERSEN: ALLERLEI andere produkten, die op de bedrij- ven nog verplaatst of geladen moeten wor den, kunnen met een transporteur worden ver werkt. Bietenkoppen en loof, stalmest, grint, ste nen e.d. zijn vrij gemakkelijk transportabel. SAMENVATTING V ELE produkten op de landbouwbedrij- ven lenen zich voor machinaal trans port. Een goede transporteur biedt veel mogelijkheden. Men moet die mogelijk heden zien en ook durven te benutten. Zelfs in oude gebouwen met niet te veel balken valt het gebruik veelal mee. Voor die produkten, waarvoor van een transporteur moeilijk of geen gebruik ge maakt kan worden, zijn eveneens mogelijk heden aanwezig om in de bestaande metho den verbeteringen aan te brengen. Vooral bij het verzorgen van het vee kan nog veel loopwerk worden bespaard. In hoeverre de mechanisatie van het transport op de bedrijven individueel door gevoerd moet worden, hangt volkomen van de omstandigheden af. In de eerste plaats moet dit ekonomisch verantwoord zijn. In de tweede plaats is de aanwezigheid van de benodigde en geschikte arbeidskrachten, die het werk kunnen en willen doen, sterk bepalend voor de beantwoording van de vraag. En ten slotte mag men ook het prettiger en aangenamer werken niet uit het oog verliezen. De andere op deze landbouwtransportdag ge houden inleidingen, door Ir. A. Moens en Ir. H. M. Elema, plaatsen wij in ons volgend nummer van 13 februari a.s. Aan de mededelingen, behorende bij de agenda van de 34e openbare Bestuursvergadering van het Produktschap voor Aardappelen, ontlenen wij het volgende: TfIT het prijsverloop op de effectieve en de termijnmarkt blijkt duidelijk dat de handel geen grote ver- wachtingen heeft van de export en de te maken prijzen in de komende maanden. In het kort zul len daarvan de voornaamste factoren voor de prijsvorming in de komende maanden worden nagegaan: a. AVER de nog aanwezige voorraden zijn thans nog geen gegevens beschikbaar. Op grond van de tot nu toe bekende gegevens kan echter worden aangenomen, dat deze niet onbelangrijk geringer zullen zijn dan vorig jaar, doch er zal nog wel een aanzienlijke hoeveelheid voor ex port beschikbaar zijn, voornamelijk klei-aardap- pelen. De voorraden zandaardappelen die nog voor export geschikt en beschikbaar zullen zijn, zijn beperkt en veel geringer dan voorheen in de voorjaarsmaanden. b. I\E vraag in het buitenland is onzeker. Voor- gaande jaren kon soms met vrij grote ze kerheid gerekend worden met een grote komende import door Engeland. Dergelijke gunstige voor uitzichten bestaan thans niet. Het lijkt er op dat Zweden en België onze voornaamste af nemers van klei-aardappelen zullen zijn. West- Duitsland heeft meer belangstelling voor onze zandaardappelen, doch de voorraden hiervan zijn niet groot meer, terwijl dit land in het al gemeen weinig belangstelling voor (de duurdere) klei-aardappelen heeft. De uitvoer naar de buiten-Europese landen is dn het voorjaar als regel van niet veel betekenis meer. Mogelijkheden in andere landen worden thans niet gezien, doch deze kunnen zoals meer voorkomt nog wel ontstaan. c. I\E concurrentie op de internationale markt kan op onze afzetmogelijkheden van grote invloed zijn, waarbij in de eerste plaats gedacht wordt aan Denemarken. Dat hier nog zeer grote voorraden voor export beschikbaar zijn, wordt echter niet verwacht. Frankrijk heeft de laatste tijd aardappelen naar België en Duitsland uit gevoerd. Het betrof hoofdzakelijk partijen die wegens onvoldoende houdbaarheid geruimd moesten worden, zodat thans geen belangstelling meer voor de Franse aardappelen bestaat. Ier land heeft door de zeer goede oogst een aan zienlijk overschot. Hiervan worden beperkte kwanta (o.a. naar Portugal) geëxporteerd, ter wijl met de industriële verwerking is begonnen. Uit het Middellandsezee-gebied en Noord-Afrika kan in de komende maanden een toenemend aanbod van vroege aardappelen worden ver wacht. De omvang van dit aanbod, evenals de hoogte van de prijzen, kunnen op onze export in april en mei een belangrijke invloed uitoefe nen. d. |VE Binnenlandse consumptie van gemiddeld 80.000 ton per maand, waarvan ca. de helft via de handel, kan een aanzienlijke rol voor de prijsvorming spelen. Blijkens het onderzoek van het Nederl. Agra risch Instituut voor Marktonderzoek is van een teruggang van de consumptie ten opzichte van vorig jaar geen sprake. Integendeel; voor win- teropslag zijn meer aardappelen aangekocht dan in 1958. De hogere prijzen en de mindere kwa liteit hebben misschien wel tot gevolg dat wat minder (dagen) aardappelen worden gegeten, maar het hogere afvalpercentage door blauw en kleinere knollen, schijnt dit wel te compen seren. Door de veel geringere zandaardappeloogst en de veelal slechte kwaliteit hiervan, zijn de af zetmogelijkheden voor klei-aardappelen in de consumptiecentra op de zandgrond beter da* vorige jaren, toen soms aanmerkelijke kwanta zandaardappelen in het Westen des lands ver kocht konden worden. e. AOK de houdbaarheid van eigen voorrade* v en die in omliggende landen kan op de prijsvorming van invloed zijn. Thans is nog niet te beoordelen of en in welke mate in het ko mende voorjaar partijen te voorschijn komen, die niet m,eer geschikt zijn om voor consumptie te worden afgezet. Geconstateerd werd reeds, dat hoe meer het aardappelgewas van de droogte heeft geleden, des te eerder de aardappele* ouderdomsgebreken vertonen. Samenvattend kan gezegd worden, dat, hoewel de afzetmogelijkheden voor onze aardappelen in het buitenland niet groot lijken, althans in vergelijking tot vorig jaar, er geen reden is om aan te nemen dat een instorting van de aardappelprijzen kan wor den verwacht.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 11