teelt van
Mechanisatie
suikerbieten
bij de
70
ZEEUWS
LANDBOUWBLAD
y R hebben zich bij de mechanisatie van de suikerbietenoogst in de afgelopen tien
jaren spectaculaire ontwikkelingen voorgedaan. Meer dan 1000 „volautomatische"
bietenrooimachines hebben aan de bietenoogst van 1959 deelgenomen. Sommige daar
van bereikten in deze campagne een capaciteit van 50 hectare
Soms lijkt het dan ook alsof deze zaak voor de praktijk volledig is opgelost, doch
onder gewijzigde omstandigheden kan dat toch niet waar blijken te zijn. Bij verstandig
gebruik van het moderne bietenrooiwerktuig kunnen landbouwer en loonwerker er
echter onder veel omstandigheden bevredigende resultaten mee bereiken.
De mechanisatie van het voor jaarswerk, met name die van het bietendunnen, is daar
bij ten achter gebleven. Reeds vanaf 1951 hebben bietendunmachines, z.g. rijendun-
ners, hun intrede in de Nederlandse landbouw gedaan. Er zijn zelfs in ons land nieuwe,
interessante en goedwerkende typen van dit werktuig ontwikkeld en aan de markt ge
bracht. Het is niettemin een veelomstreden werktuig gebleven. Vele van de 450
gebruikers zouden het niet meer willen missen. Andere daarentegen werden in de resul
taten teleurgesteld, wellicht omdat zij hun verwachtingen te hoog gesteld hadden.
hoge .snelheid gaan de zaaipijpen gemakkelijk
„springen", terwijl mede daardoor de grond achter
het zaaikouter sneller in de zaaivoor „terug
stroomt", met als gevolg dat een deel der zaad
kluwens niet onderin de zaaivoor valt doch tussen
de losse grond terecht komt. Dat een gelijkmatige
opkomst daardoor niet wordt bevorderd behoeft
geen betoog. Bij een grofliggend zaaibed doen
bovengenoemde euvels zich in versterkte mate
voor. Een grof zaaibed is overigens niet allee; n
nadelig voor zaaien en opkomst. De benodigde tijd
voor het opéénzetten van bieten neemt eveneens
sterk toe als gewerkt moet worden op en tussen
harde, scherpe kluitjes. Men moet zich deze feiten
reeds realiseren als het land zaaiklaar wordt ge
maakt
Trekkerzaaimachine uitgerust met steunwieltjes
achter de zaaipijpen.
UET probleem van het bietendunnen kern ook van
de zijde van het zaaien worden benaderd. En
wel met dien verstande, dat zodanig wordt gezaaid,
dat op regelmatige afstanden alleenstaande bieten
plantjes kunnen worden verwacht. Daarvoor moet
minstens aan twee voorwaarden worden voldaan:
éénkiemig bietenzaad en goede precisiezaaimachi-
nes. Aan de eerste voorwaarde is op het ogenblik,
althans in ons land, nog niet voldaan; enkele as
pecten van „precisiezaai" zullen in het volgende
worden weergegeven.
Zo ergens, dan ligt er ten aanzien van de mecha
nisatie van het bietendunnen nog een dankbaar,
doch. moeilijk terrein braak, dat van meer dan één
zijde benaderd kan worden. Naast het zaaien /.al
onderstaand daarom ook de verzorging worden pllPC:^;r
behandeld.
ZAAIEN
yOOR een goede opkomst van bieten is het nood- M
zakelijk, dat de zaadkluwens op gelijkmatige tHt t^B
diepte in de grond worden gebracht. In de eerste
plaats moet daarvoor het zaaibed in orde zijn: het
dient vlak te liggen, de fijne toplaag, die op een
gesloten ondergrond moet liggen, moet overal even
dik zijn. Als aan die eisen is voldaan biedt dat
althans de mogelijkheid tot het zaaien op gelijke
diepte. Het kan worden bevorderd door het ge
bruik van een sleepvoet vóór het zaaikouter of een
steunwieltje erachter. De snelheid waarmee wordt Len element van een precisie zaalmachine met een
gezaaid' speelt eveneens een belangrijke rolbij een er naa8* geplaatste zaaischijf
Een gelijkmatige diepte van zaaien betekent nog
geenszins een goede verdeling van het zaad in de
rij. Daaiwoor is een goede en vooral goed afgestelde
ter is gespleten, zoals dat ook van een vlaskouter
Bieten zaaien met gewone zaaimachine. Een egge bekend is. De bietenzaadstroom wordt in het zaai-
tussen trekker en zaaimachine bevordert een kouter volgens toeval verdeeld en men verkrijgt
vlakke ligging van het zaaibed. twee zeer dicht naast elkaar gelegen bietenrijen.
Rijenwieder bevestigd aan de schoffelsteel, voor
onkruidbestrijding in de wasserij.
Een betere zaadverdeling dan normale
zaaimachines geven precisie-zaaimachines.
1 oepassing van deze werktuigen vereist
het gebruik van bietenzaad van zeer nauw
keurig begrensde afmetingen, waaraan het
z.g. M-zaad (monogerm-zaad) voldoet. Als
gevolg van de betere zaadverdeling en het
feit dat aan de vorm van het zaaikouter en
de toepassing van steun- en drukrollen
meestal veel aandacht is geschonken, kun
nen (zeer) kleine zaaizaadhoeveelheden
met veel minder risico dan met een nor
male machine worden gezaaid. Een bespa
ring van enkele kilogrammen zaad per ha
is van ondergeschikte betekenis; het doel
is arbeidsbesparing tijdens het opéénzetten.
Bij het tot nu toe uitgevoerde vergelijkende
onderzoek met normaal M-zaad werd een
directe arbeidsbesparing van rond 15 be^
reikt. Door de goede zaadverdeling komt
er in een „precisiezaaigewas" een hoger
percentage alleenstaande planten voor.
Daardoor hinderen de planten elkaar min
der in de groei zodat, evenals dat bij ge
bruik van een rijendunner het geval kan
zijn, de beschikbare periode voor opéén
zetten langer wordt. Dat kan een onaan
zienlijke „indirecte" arbeidsbesparing be
tekenen
DE VERZORGING VAN HET BIETENGEWAS
DE mechanische onkruidbestrijding vormt in de
periode tussen zaaien en opéénzetten van het
bietengewas een zeer belangrijk aspect. Onderzoek
heeft aangetoond dat een matige onkruidbezetting
in de rij, de tijd voor opéénzetten met 20 kan
doen toenemen.
Wortelonkruiden kunnen in het gewas slechts
door schoffelen worden vernietigd. Het is duidelijk
dat de schoffelbewerking efficiënter is, naarmate
krapper wordt geschoffeld. Het overhouden van
een onbewerkte „dam" ter breedte van 6 cm vergt
weliswaar veel routine, doch behoort tot de moge
lijkheden Goede, verstelbare bladbeschermers zijn
daarbij van groot nut.
Zaadonkruiden kunnen worden bestreden door
het gebruik van een goede lichte onkruidegge (z.g.
schoonlandegge), mits op het juiste moment inge
zet, hetgeen betekent dat men het onkruid vóór
moet blijven. Dat houdt meestal in dat reeds vóór
de opkomst der bieten een keer geëgd moet wor
den. Het is gebleken, dat dit ten opzichte van het
Zie verder volgende pagina
Een extra bewerking van de grond tegelijkertijd
met schoffelen, met verende tanden.
De heer E. STROOKER
van het Instituut voor Landbouw
techniek en Rationalisatie
die de indruk geven van een brede rij. Er is dus,
behalve van een verdeling in de lengte, sprake van
een zekere verdeling in de breedte, hetgeen de
kans op alleenstaande planten verhoogt. De resul
taten van het eerste onderzoek met monogerm
bietenzaad waren bevredigend.