Van Boerderij en Organisatie
40
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
OOST ZEEUWS-VLAANDEREN.
12 januari.
DE tijddagen, weken, maanden,
maakte weer een jaar „rond" en
reeds bevinden we ons in het nieuwe
kersverse 1960.
Vanuit het „achterland" alsnog m'n
beste wensen voor het nieuwe jaar.
Wat betreft de onze, U weet het:
vaste oeververbinding of vrije veren
(kosten kunnen zo mogelijk uit
heim-schi'ootaffaires worden ge
haald)
inpoldering Saefthinge.
Wanneer we echter de verslagen van
Gedeputeerde Staten lezen, dan ziet het
er voor ons nieuwjaar maar magertjes
uit.
Daarover echter niet al te veel kop
zorgen en vol goede moed weer aan de
voorbereiding van het bedrijfsplan be
ginnen.
Uit de resultaten van het vorig jaar
hebben we lering kunnen trekken.
Problemen natuurlijk nog legio, deze
zijn er echter om te worden opgelost.
Ons bouwplan, hoe moet dat worden?
Voor boeren met een „vaste" vrucht
opvolging ligt dit niet zo moeilijk.
Wanneer men echter op prijsverloop
een zaaiplan uitdenkt is de zaak niet
zo eenvoudig.
Het vlas schijnt aantrekkelijk te zijn,
er is veel animo van vlassers om te
huren. Het blijft echter zeer riskant
omdat het „Oosten" de markt ernstig
kan beïnvloeden.
Consumptie-aardappelen zullen zeker
goed zijn, wanneer ze in onze buurlan
den bevriezen of niet opkomen.
Het pootgoed is een hachelijke on
derneming geworden, zeker, wanneer
U het aardappelhospitaal uit ml en-
Zeeland, dat met een abnormaal hoog
sterftecijfers werkt, binnen is geweest.
Het wintergraan, mits goed van op
brengst, is door een behoorlijke prijs
gedekt.
We stoppen ermeehet is onmo
gelijk om ook maar iets te voorspel
len. Al onze gewassen staan nu een
maal „buiten", een willoze prooi van
de meest grillige weersinvloeden.
De markt? Die wordt bepaald door
een gelelde economie!
Hoe zullen we dan als boer in 1960
kunnen slagen?
Verzorgen, bemesten, verplegen
en afwachten.
Inderdaad, voor ons moet het letter
lijk en figuurlijk alles van „boven"
komen.
WEST ZE EU'WS-VLA ANDEREN.
12 januari.
NA geruime tijd in deze rubriek te
hebben ontbroken, wensen wij aile
lezers van deze rubriek een gelukkig
en voorspoedig 1960 toe, zowel in ge
zin als in bedrijf, dit als begin van het
eerste artikel uit de Kring W. Z.-Vl.,
ter hernieuwde kennismaking met de
trouwe lezers van deze rubriek.
Waarschijnlijk is het ontbreken van
de artikelen uit ons gewest door velen
opgemerkt, dit omdat wij de indruk
hebben, dat deze rubriek door vele
abonnees wordt gelezen, voornamelijk
ook door hen, die niet graag lange en
moeilijk volgbare artikelen lezen, iets
wat voor sommigen een speciale hobby
is, maar wat by de doorsnee boer dik
wijls ongelezen wordt doorgebladerd.
Dit laatste zal er in de eerste dagen
na de jaarwisseling wel niet op ver
beteren, tengevolge van het vele ad
ministratieve werk, dat dan opgeknapt
moet worden, een wei'k, dat voor vele
boeren wel tot één der meest gehate
werkzaamheden van het boerenbedrijf
wordt beschouwd.
Wij als West Zeeuws-Vlamingen
hebben hierby echter de troost van
ons traditionele Nieuwjaarswafeltje,
dat in het begin van januari in weinig
Zeeuws-Vlaamse gezinnen ontbreekt en.
zonder welke wij ons eigenlijk geen
nieuwjaar kunnen voorstellen, hetgeen
toch wel speciaal geldt voor de echte
Cadzandtenaren, zoals men de afstam
melingen van de vanouds in Zeeuws-
Vlaanderen woonachtige familie's hier
pleegt te noemen.
Hoe het echter ook zij, laten we
vooral trachten, om ook bij het admi
nistratieve werk ons geduld of ons
goede humeur te behouden en te be
denken dat ook dit werk tot de nood
zakelijke onderdelen behoort van
ieders bestaan.
WALCHEREN.
12 februari.
TERWIJL het noorden van ons land
reeds aan de tweede vorstperiode
in deze winter toe is, zijn wij pas aan
de eerste toe. Het bracht ons reeds
sneeuw, yzei en regen met tijdelijk dooi.
De wegen zijn nu echter gelukkig weer
schoon.
Dat vorst gunstig is voor het land
daar zijn wij het wel over eens. Wan
neer water ijs wordt zet het uit. Hier
door wordt de struktuur van de grond
gunstig beïnvloed. Komt er echter na
de vorst weer veel regen dan gaat dit
gunstige effekt weer goeddeels verlo
ren. Om deze reden zijn wij meestal
meer gebaat met vorst in de laatste
helft van februari, dan op deze tijd van
het jaar.
Strenge vorst heeft ook zijn na
delen. Wintertarwe en rode klaver
kunnen uitwinteren, terwijl ook het
grasland er van te lijden kan hebben.
Ook blijkt telkens wanneer het streng
gevroren heeft dat er zo hier en daar
schade is aan opgeslagen aardappels en
voederbieten.
Om mogelijke schade te voorkomen
treffen wij meestal maatregelen. Wij
kunnen er rekening bijv. mee houden
bij onze rassenkeuze van wintertarwe.
Aardappel- en voederbietenkuilen die
nen goed afgedekt te zijn. Zouden wij
er aan twijfelden dan kan het opbren
gen van een laag stalmest veel narig
heid voorkomen.
Er is afgelopen najaar 300 ha win
tertarwe meer' uitgezaaid dan vorig
oogstjaar. Zo dit gewas goed de win
ter doorkomt zal deze uitbreiding wel
ten koste gaan van de zomexgerst.
Voor het oude gebied van Walcheren
is dit niet zo verwonderlijk. Zowel de
gemiddelde hogere kg-opbrengst als de
hogere prijs van tarwe zijn hier aan
leiding toe.
Dit verschil wordt niet goedgemaakt
door een ha-uitkering van de regering
voor voedergranen. Overigens is dit
een meevallertje waar wij niet op ge
rekend hadden. De suggestie om dit
bedrag in zijn geheel of gedeeltelijk af
te staan voor de collega's in de droog-
tegebieden mag voor velen een aan
leiding zijn om deze in daden om te
zetten.
JANUARI is een rustige maand op
het bedrijf. Voor zover de boer
personeel heeft kan hy het wat kalm
aan doen. Het voorbereidende werk
vpor het nieuwe oogstjaar, en het be
zoeken van vergaderingen zijn belang
rijke taken die hem bezig houden.
Wat vergaderingen betreft kan men
wel eens te veel van het goede kxijgen.
Over het algemeen is het echter een
goede gelegenheid om zich met kennis
te verrijken.
Wij vernamen dat de Ver. voor Be
drijfsvoorlichting ook dit jaar weer
praatavonden organiseert. Het onder
werp: „De teelt en bewaring van aaxd-
appelen" zal aan de orde worden ge
steld. Ongetwijfeld is het gewas aard
appelen een teelt die niet altijd de be
langstelling krijgt die het toekomt.
Het is te hopen dat velen van deze ge
legenheid gebruik zullen maken om
ook van de nieuwere inzichten op dit
gebied kennis te nemen.
ZUID-BEVELAND.
12 januari.
WE zullen af moeten wachten of de
eerste vox staanval van 8 en 9 jan.
door meerdere gevolgd zal worden, of
dat het slechts bij enkele kleinere korte
vorstperiodes zal blijven. De veldwerk-
zaamheden liggen nu volkomen stil.
Op de bedx-ijven is er nog voldoende
werk te vinden. Nu is er volop de ge
legenheid om de grotere werktuigen
en de tractoren eens een extra goede
beurt te geven. Ze kunnen dan geheel
rijklaar zijn als het nieuwe werksei-
zoen voor hen begint.
Wat de vergadexingen betreft is het
een di'ukke tijd, let daarom steeds op
de vergaderingsagenda op de binnen
zijde van het eerste blad. Bezoek zo
veel mogelijk deze vergaderingen de
kwestie tijdgebrek speelt nu deze win
ter eens in het geheel geen rol het
bestuur heeft zijn best gedaan om deze
vergaderingen te organiseren en een
spreker daarvoor aangetrokken. U
hebt het bestuur op die plaats gekozen,
waardeer dan ook het werk dat zy als
organisatie maar ook voor U verrich
ten.
Als een der vergaderingen die ik
hier wil noemen is die van de Ver. voor
Bedrijfsvoorlichting Oost Zuid-Beveland
op vrijdag 22 januari des avonds om
7.30 uur te Waarde; gesproken zal
worden over de mechanisatie op het
kleine bedrijf, tevens zullen hier enige
plaatjes van de Uienplukmachine ge
toond woi'den.
Laten we tevens denken aan de ver
gadering die de 29ste januari in Goes
gehouden zal worden. Hier zullen meer
dere sprekers ingaan op het transport
op onze landbouwbediïjven. Zowel het
interne als het externe transport zul
len daarbij onder de loupe genomen
worden.
THOLEN EN ST. PHIUPSLAND.
12 januari.
DE stalpexiode voor het vee is thans
in volle gang. Dit betekent dat
aan de voederrantsoenen de grootste
aandacht dient te worden besteed.
Vanzelfspi'ekend dient een goede vee
houder dit altijd te doen, maar dit jaar
weegt een juiste voedering wel heel
zwaar. De voederpryzen zyn erg hoog,
zodat een onjuist voederrantsoen gauw
aanleiding kan geven tot grote finan
ciële schade. De laatste jaren is er in
onze kring reeds heel veel propaganda
gevoex'd om tot een juiste voeder-
methodiek te komen. Weliswaar heeft
men al heel wat veehouders op deze
wijze bereikt, maar een groot aantal is
nog steeds afzijdig gebleven. We
menen dat er nog veel boeren zijn die
hun rantsoenen op de gis en op het ge
zicht vaststellen, zonder daaxby ernstig
te letten op de hoeveelheden droge
stof, verteerbaar ruw-eiwit en zetmeel-
waarde.
„Vee voeren is geen rekensommetje",
vertrouwde een nog vry jonge collega,
met M. L. S. in zijn zak ons toe. Zo
eenvoudig als het in de boeken staat is
het niet. Inderdaad zit in zijn betoog
een. zekere bron van waarheid, maar
toch zal men er naar moeten streven
dat het rantsoen dat men verstrekt in
overeenstemming is met de behoefte
van het dier. Wanneer men het rant
soen „rekenkundig" in orde heeft, zal
inderdaad het oog van de meester nog
wel enkele correcties aan kunnen en
moeten brengen, omdat ieder beest ver
schillend zal reageren.
DE veehouder zal kijken naar de eet
lust van de koe, de melkproductie
en de hoedanigheid van de mest. Hoe
beter het rantsoen echter uitgebalan
ceerd is, des te beter zal het dier zich
ontwikkelen en des te gunstiger zal het
financieel resultaat van de veehouderij
zijn.
Dikwijls tracht men bij de kracht-
voei'-leverancier een paar cent per 100
kg af te diygen, terwijl men door on
juiste voedex ing enkele guldens per dag
kan weggooien.
Een punt waaraan dikwijls voorbij
wordt gegaan is de mineralenvoorzie-
ning. Deze vormen een onmisbaar be
standdeel bij de veevoeding. De Zeeuw
se ruwvoeders hebben meestal te wei
nig mineralen in hun samenstelling zo
dat bijvoedering hiervan noodzakelijk is.
VIA dit veevoederpraatje komen we
automatisch op de voederbieten en
met de voederbieten denken we dade
lijk aan de vei'gelingsziekte. Op al onze
afdelingsvergadei'ingen zal de verge-
lingsziekte deze winter wel ter sprake
komen, wij menen ten minste verno
men te hebben dat de voorzitters dit
beloofd hebben.
De opbx-engsten van de voederbieten
waren slecht en de kwaliteit is niet
veel beter, zodat we er daarom alleen
al goed aan doen er naar te streven
dat ze rond 1 april vervoederd zullen
zijn.
De spi'uitende voedei'biet is erfvijand
no. 1 van de vergelingsziekte. Wan
neer U in de zomer uw rekening van
de loonsproeier en bestrijdingsmiddelen-
leveranciers gepresenteerd krijgt, dan
zult U gemakkelijk een beetje lelijk
naar deze nota kijken, doet U dat
straks ook naar de spi'uitende voeder
bieten. Laat ze na 1 april een doorn
in uw oog zijn.
Naast de voederbietenkuilen verdie
nen onze beplantingen de aandacht.
Hierin treft men dikwijls vei'schillende
bomen en heesters aan die als waard-
plant dienen. Ook in de beplantingen
die de laatste jaren op Tholen veel
vuldig zijn aangelegd, zien we waard-
planten staan.
Op vele boerderijen zijn de laatste
jaren sierbeplantingen aangebracht
waardoor de bedrijven in sterke mate
aan aantrekkelijkheid hebben gewon
nen, doch ook daar doet men er goed
aan geen perzikbomen, vogelkers en
sneeuwbol aan te planten.
SCHOUWEN-DUIVELAND.
12 januari.
ZO direct na het begin van 't nieuwe
jaar zitten we dan reeds min of
meer in de winter. Het is er ook tijd
voor, want buiten is er niet veel meer
te doen. Het vee vraagt veel tijd en
tevens hebben we nu de tijd om aan
de verzorging van onze dure werktui
geninventaris wat te doen. Willen we
alles grondig nazien, dan komen we
een winter te kort. Bijna iedereen
heeft een vreselijke hekel aan grond
aan zijn werktuigen. Maar de schade
van deze grond is niet zo erg, en er
zijn, vooral aan de duurdere machines,
veel belangrijkere punten die de aan
dacht vragen. Juist deze punten bepa
len of een kunstmeststrooier b.v. 6 of
10 jaar meegaat. Een ander voorbeeld
is onze trekker. De levensduur van de
meeste trekkers is de helft van de wer
kelijke technische levensduur. Dit is
alleen maar te vooxkomen door het
instructieboekje eens te bestuderen.
Verder wat minder slordig te zijn met
het bijvullen van de brandstof. Dit
laatste luistert vooral bij een diesel
motor zeer nauw. Van de in 1954 en
1955 aangekochte tractoren is reeds
meer dan de helft vervangen door een
tweede of zelfs derde trekker. Schades
in de duizenden guldens.
Vooral op de gesaneerde bedrijven,
maar ook elders, zien we een uitbrei
ding tot stand komen van de bestaande
ruimte voor oogst- en werktuigen-
berging. Dat er op de nieuw geplaat
ste bedrijven veel te duur en nog te
bekrompen is gebouwd, is nu eenmaal
een feit, maar het is gebeurd. Niette
min billen we hier de overweging
geven, inplaats van voor enkele dui
zenden guldens bij te bouwen, eerst
eens goed na te denken over de in de
naaste toekomst te voeren bedrijfs
voering. Het is immers niet ondenk
baar dat er in de toekomst steeds meer
vanaf het land zal worden gedorst. Dit
geeft een arbeidsverlichting, hoewel er
bezwaren aan blijven bestaan. Deze
bezwaren zouden wel eens weggecijferd
kunnen worden tegen de nu jaarlijks
terugkerende lasten van bouwen.
Bouwen is vaak een blijvende last
voor velen. Wanneer dus iemand voor
ƒ2500,bouwt, geeft dit jaarlijks aail
lasten b.v. ƒ200,(rente, afschrijving,
ondexhoud). Door nu het graan té
combinen, zien we:
le. ruimte vrij in de schuur;
2e. arbeidsbesparing;
3e. dure zelf binder vervalt;
4e. meer levensvreugde.
Dit alles speelt v.n.l. op de kleinere
bedrijven. Vandaar dat het ons inziens
zeker de moeite loont eerst eens na te
denken, voordat men (vaak uit ge
woonte) maar duur gaat bouwen.