BOERDERIJ EN ORGANISATIE Maand januari ZEEUWSE LANDBOUWBEDRIJF ZOMERTARWE op het VlfORDT tijdens de winter afgeleverd, dan is het noodzakelijk de aardappe len voor het verwerken tot 12 a 13° C te verwarmen. Worden koude aardappelen verwerkt dan treedt zeer gemakkelijk stoot- blauw op. ïs op de dag ventileren met war me buitenlucht niet mogelijk, dan kan men van een andere verwarmingsbron, b.v. een elekrische gebruik maken. D. J. VAN DER HAVE n.v. 10 ZEEUWS LANDBOUW BEAD MEEk dan iedere andere is de maand januari er een van vergaderingen, kursusser^ bijwerken van de boekhouding enz. Ook is deze eerste maand van het nieuwe jaar er een van plannen maken voor het nieuwe seizoen. Juist in, deze tijd kan het nuttig zijn zichzelf eens enkele vragen te stellen zoals: Welke fouten hebben wij in 1959 gemaakt Welke.nieuwe methoden hebben zich weer aange diend Zijn de omstandigheden, lonen, prijzen, enz. niet zodanig gewijzigd dat veranderingen in de bedrijfsvoering, waaraan men enkele jaren geleden nog niet dacht, nu nodig en verant woord zijn Zijn onze werkmethoden nog te ver eenvoudigen VERGADERINGEN, KURSUSSEN. ENZ. IIET landsbeleid wordt voor het grootste deel in vergaderingen bepaald. Is het nu zó, dat ook de manier waarop de boer zijn bedrijf voert achter de groene tafel wordt aangegeven Ja en neen. Neen. omdat (gelukkig) de ondernemer zelf be paalt hoe hij zijn bedrijf beheert. Neen ook, omdat het nooit mogelijk is dat derden precies vertellen hoe een bepaalde boer zijn bedrijf moet beheren. Ja, omdat juist uit die eigen verantwoordelijkheid van de boer volgt dat hij op alle terreinen bij dient te blijven. Hij moet door persoonlijke ontwikkeling zoveel mogelijk zelf in staat zijn de problemen te overzien om zijn keuze uit de verschillende moge lijkheden te kunnen bepalen. Het kon takt tussen de praktijk en het werk van onderzoek en voor lichting heeft steeds minder op het bedrijf en steeds meer in de vergaderzaal en via de vaklectuur plaats. Naast het grondig lezen van de vaklectuur is openlijke gedachten wisseling tussen landbouwers onderling en met anderen nuttig en nodig. Bij ver gelijking ook van soortgelijke bedrijven blijkt tel kens weer het grote verschil in rentabiliteit. De oorzaak van dat verschil is dan vaak in hoofdzaak de persoon van de boer. Te zorgen om zo goed mogelijk voor zijn taak berekend te zijn zal niet alleen de winst maar ook de arbeidsvreugde ver hogen. Het volgen van kursussen vooral door de jeugd en de landarbeiders dient zoveel mogelijk gestimuleerd te worden. IS ONZE BEDRIJFSINRICHTING NOG WEL IN ORDE AVER dit onderwerp zijn in het overzicht van de vorige maand enkele zeer behartenswaardige dingen gezegd. Vooral een vereenvoudiging van het bouwplan kan de bedrijfsvoering vergemakke lijken. Ook de wijze waarop het gehele bedrijf door gelicht en op papier gezet kan worden werd door de vorige schrijver voldoende toegelicht. Aarzel niet om u hierover in verbinding te stellen met uw standsorganisatie of rayonassistent. De laatste jaren zijn de lonen in de landbouw belangrijk gestegen en deze stijging zal in de naaste toekomst ongetwijfeld nog verder doorgaan. De produktie per arbeidskracht moet dus nog verder omhoog. Het is dan ook volkomen begrijpelijk dat er de laatste tijd telkens publikaties verschijnen over nieuwe bedrijfssystemen die arbeidsbesparend en daardoor kostprijsverlagend kunnen werken. Er wordt gezocht naar nieuwe arbeidvervangende machines en naar bedrijfssystemen met zo weinig mogelijk machines per bedrijf en zo veel mogelijk draaiuren per machine. Verschillende onderzoekin gen in die lichting zijn gaande. Welke nieuwe reële mogelijkheden er voor de Zeeuwse boer uit te voorschijn zullen komen is nu nog moeilijk te voorspellen. Wel zijn wij er van overtuigd dat vele reeds beproefde bedrijfsveranderingen veel meer algemeen toepassing zouden kunnen vinden. Wij denken hierbij voor de akkerbouw o.a. aan: aard appelbewaarplaatsen, drooginstallaties, transpor teurs, bietendunners, toepassing van chemische ©nkruidbestrijding. Voor de veehouderij aan: melkmachines (even tueel door minder jongvee en meer melkvee hou den), doorloopmelkstallen, mechanisch stalmesten, (Advertentie) daar vaart u wel bij i zéér toge productie korte dikke korrel van gezochte kwaliteit laag percentage doorval Ar de kippehaver bij uitstek "A sterk en veerkrachtig stro ~k bijzonder goede dekvrucht vroege en gelijkmatige afrijping M G H -ras stalmestverspreiders, verdere mechanisatie van de hooioogst. Recenter op dit gebied zijn de open loopstal met zelfvoerdering voor mestvee en de maaikneuzer met zelflossende wagen. Iedere verandering, ook van een onder deel, moet aangepast zijn aan de gehele bedrijfsvoering. Voor elk onderdeel geldt dat de manier waarop men het inricht en uitvoert van groter invloed is op de renta biliteit, dan de aard van het gewas of de soort van veehouderij waarop men zich toelegt. Hoe essentieel deze laatste punten ook mogen zijn. AARDAPPKLBEWARING AE aardappelen die nog in de kuil worden be- waard zijn meest met een kiemremmingsmid- del behandeld en liggen onder winterdek. In de bewaarplaatsen is in vele gevallen vanwege de hoge temperaturen van het afgelopen najaar ook reeds met kiemremmingsmiddelen gewerkt. Thans heeft men, mits goed geijkte thermometers en thermostaten worden gebruikt, de temperatuur wel voldoende in de hand. Tijdens een vorstperiode is intern ventileren gewenst. De temperatuur blijft dan gelijkmatig en kontaktbevriezing tegen de wanden wordt voorkomen. Blijft het lange tijd ook op de dag beneden het vriespunt, dan kan de tem peratuur binnen te hoog oplopen. Rechtstreeks ventileren met buitenlucht is dan niet mogelijk. Aan de intern circulerende lucht kan dan voort durend een kleine hoeveelheid buitenlucht worden toegevoegd. Nauwkeurig werken is vereist, zodat geen lucht van beneden het vriespunt met de aardappelen in aanraking komt. In sommige pootaardappelbewaarplaat- sen worden momenteel zeer veel luizen waargenomen. Behalve op het veld kunnen zij in de bewaarplaatsen virusziekten van kiem tot kiem overbrengen. Uitroken van de bewaarplaatsen kan daarom èn in het najaar èn in het voorjaar gewenst zijn. Is dit nog niet gebeurd dan is het door een lindaan- of diazinonbehan- deling ook nu nog mogelijk. Nauwkeurig werken volgens de gebruiks aanwijzing op de verpakking en de nodige veiligheidsmaatregelen nemen is noodzake lijk. ONDERHOUD DRAINAGE. r; wintermaanden zijn bijzonder geschikt voor het controleren en reinigen van de drainage. Het komt nog maar al te vaak voor dat de kost bare drainage door slecht onderhoud onvoldoende functioneert. Wij volstaan hier met enkele punten aan te stippen: a. Jaarlijkse controle op verzakte, verstopte of overgroeide eindbuizen. b. Boort men aan het boveneind van de drain een gat, dan mag daarin in een tijd van veel neer slag na ongeveer 24 uur nog geen water staan. c. Met behulp van een plastiek buis is het zeer eenvoudig de gehele drainage te controleren. Dit apparaat kost compleet ongeveer 200. Gecombineerde aanschaf maakt de kosten mi nimaal. «L Gedeeltelijk dichtgeslibde buizen kan men met water doorspuiten. Verschillende loonwerkers zijn in staat dit werk voor u uit te voeren. VEEVOEDING EN VEEVERZORGING. AP het gemengd bedrijf wordt een belangrijk deel van de beschikbare tijd in de winter aan de veehouderij besteed. De opgestelde rantsoenen kunnen nog eens worden gecontroleerd aan de de hand van de voedervoorraad, de bascule en de veestapel zelf. De voedervoorraad kan als er enige tijd van gevoerd is mee- of tegenvallen. Aan de hand daarvan kunnen de rantsoenen tijdig gecor rigeerd worden. Rantsoenen berekenen of laten berekenen heeft nog steeds weinig zin als men niet weet wat men uiteindelijk aan de dieren verstrekt. Wegen is daarvoor vereist. Raadsels als „Mijn koeien nemen toch zo slecht hooi op" worden daarmee meestal wel opgelost, omdat dan b.v. blijkt dat aan norma le eters 60 kg en meer sappig voer wordt ver strekt. Verder kan een rantsoen theoretisch nog zo goed zijn, de voederverwerking en voederbehoefte lopen individueel sterk uiteen. Malse, gezonde die ren met sterke spijsverteringsorganen kunnen met minder edel voer volstaan dan andere. Let daarom scherp op hoe de afzonderlijke dieren op de voe ding reageren en stel de rantsoenen daarop in. DE verzorging van het vee is het beste af te me ten aan de plaats die het bij de boer inneemt. Wordt dit bedrijfsonderdeel naai- waarde geschal en heeft de boer gevoel voor zijn dieren, dan zal de verzorging weinig te wensen over laten. Op geregelde tijden voeren, rustig met de dieren omgaan, rust tussen de voertijden en dagelijks borstelen zijn eerste vereisten. Een goed geventi leerde en voldoende verlichte stal met automati sche drinkwatervoorziening maken een goede ver zorging heel wat gemakkelijker. Ontbreken de (Zie verder volgende pagina.) (Adv.) Gaf in 1959 in Zeeland de hoogste opbrengsten. Koninklijk Kweekbedrijf en Zaadbandel KA PELLE- BIEZELIN GE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 4