Zaai-uien 6 8 8 7 Heffingen en subsidies op consumptiemelk GRASZAADTEELT 28 ZEEUWS LANDBOUWBLAD Het nieuwe ras CB 53211 heeft op de proefvelden een goede indruk ge maakt. Dit ras lijkt vrij goed resistent te zijn tegen de verschillende ziekten. In 1959 kwam in CB 53^-211 duidelijk minder mozaïek voor. In 1958 lag de zaadopbrengst beduidend hoger dan van Beka en Bataaf. De weinig s- trouwbare resultaten van 1959 gaven dezelfde indruk. Het zaad is tom^'k groot en van goede kwaliteit. CB 53-211 is als nieuw ras opgenomen in de rassen lijst 1960. Ook uit de resultaten van het witte bonen proefveld kan in 1959 geen con clusie getrokken worden, gezien de groeiomstandigheden. Ook hier blijft het advies van 1958 gehandhaafd. Ondanks het feit, dat Exponent steeds hogere opbrengsten geeft dan Walcher.se Witte, maken de minder goede zaadkleur en kwaliteit de verbouw van dit ras weinig aantrekkelijk. De resultaten met het nieuwe ras Krijger Stam 8 waren ten opzichte van Walcherse Witte heel goed. Dit ras rijpt vroeger af en heeft wat korter stro met minder ranken. OVERZICHT VAN DE EIGENSCHAPPEN DER HOOFDSELECTIES 1955—1959 Eigenschappen Produk tiviteit Gem. opbrengst kg/are rendement hoofd- 545.3 groep 100 R;:nsburgertype Grobol 115 Maelstede 110 Bola 108 Favoriet110 Maliebo 100 Galathee 110 Luctor 101 Westerloo101 Wabeke106 Wijbo103 Primeur 110 Pikeur102 Noordhollandse Strogele type Plastro 103 Wijdehoud 85 Noordhollandse Bloedrode type Brillant82 Wcst-Friesia 84 Wijdéro 78 Zwaan 90 Duurzaam heid 62.3 101 96 95 95 94 106 96 106 106 102 103 102 Vroegrijp- Vorm heid 96 109 97 109 91 106 7 7 7 7 7 7 8 8 7 8 8 7 7 bol bol bol bol bol bol bol bol bol bol bol bol plat plat pl b b pl plat plat VOOR de teelt van zaai-uien wordt overwegend uitgegaan van Nederlandse selecties, welke naar hun eigenschappen in een 3-tal typen zijn onderver deeld, namelijk het Rijnsburger, het Noordhollandse Strogele en het Noord hollandse Bloedrode type. Van deze 3 typen wordt de Rijnsburger verreweg het meest uitgezaaid. Naast in de over het algemeen hoge produktiviteit van deze selecties moet de reden hiervoor tevens worden gezocht in de voorkeur die door de grootste afnemers (Engeland met uitzondering van Schotland en West-Duitsland) voor bolvormige uien aan de dag wordt gelegd. Daarentegen wordt voor verzending naar veraf gelegen gebieden de Noordhollandse Strogele geprefereerd. De teelt van de tot dit type behorende selecties is echter alleen van betekenis in de provincie Noord-Holland. De afzetmogelijkheden voor de Noordhollandse Bloedrode zijn zeer beperkt. In verband hiermede is de beteelde oppervlakte gering. Als belangrijkste afnemers niervoor kunnen worden genoemd West-Indië, Zweden en België. In vergelijking met 1958 toen het landelijk met zaai-uien beteelde areaal niet minder dan 6678 ha bedroeg, was de in 1959 uitgezaaide oppervlakte teruggelopen tot 5238 ha. De in bovenstaande tabel, betreffende de belangrijkste eigenschappen, opge nomen gegevens hebben betrekking op 4 jaren van proefneming. Door het mislukken van de proeven in 1957 zijn van dit jaar geen gegevens in de berekening opgenomen. Van de 18 zowel in de Rassenlijst voor Groente- als voor Landbouwgewassen opgenomen selecties behoren 12 selecties tot het Rijnsburger, 2 tot het Noordhollandse Strogele en 4 tot het Noordhollandse Bloedrode type. RI ÏNSBURGER TYPE Bij beschouwing van de eigenschappen dezer selecties blijkt de productivi teit van Grobol het gunstigst te zijn. Ondanks de hoge productiviteit is de duurzaamheid van deze selectie niet minder dan van het merendeel van de overige tot dit type behorende selecties. Ook de met sel. Wabeke, Galathee en Primeur verkregen resultaten zijn zeer bevredigend. De met Maliebo en Luctor verkregen resultaten zijn vooral voor wat de laatste jaren van proefneming betreft, teleurstellend geweest. In tegenstelling tot Westerloo wordt de mindere productiviteit van deze selecties niet door een betere houdbaarheid opgeheven. De resultaten met de overige selecties verkregen ontlopen elkaar weinig. NOORDHOLLANDSE STROGELE TYPE In vergelijking met het merendeel der Rijnsburger selecties is de produc tiviteit matig, terwijl de duurzaamheid over het algemeen beter is. Van de beide opgenomen selecties is Plastro het meest productief., daaren tegen is de duurzaamheid van Wijdehoud belangrijk beter. NOORDHOLLANDSE BLOEDRODE TYPE Vooral in vergelijking met de Rijnsburger is de opbrengst van de vertegen woordigers van dit type laag, terwijl de duurzaamheid vrijwel gelijk is. De meest op de voorgrond tredende selecties zijn sel. Zwaan en West-Friesia. HYBRIDE-UIEN Sinds enkele jaren wordt ook in ons land zaad aangeboden van hybriden van Amerikaanse oorsprong. Het doel met de teelt van deze rassen beoogd, is het op een vroeger tijdstipóver voor export geschikte uien te kunnen beschikken dan met de inlandse selecties mogelijk is. Hoewel afhankelijk van de importerende firma verschillende fantasienamen worden gebruikt, heeft de onder de naam van Vroege-Glorie aangeboden hybride (leverancier, fa Gebr. Vis, Zaadteelt en Zaadhandel, Enkhuizen), de grootste verbreiding gekregen. Uit door de S. N. Ui. F. verrichte onderzoekingen is gebleken, dat naast Vroege-Glorie. ook met succes van andere eveneens van Amerikaanse oor sprong zijnde hybriden gebruik kan worden gemaakt. Op de betreffende proefvelden werden, teneinde de eigenschappen van de hybride-uien met die van de inlandse selecties te kunnen vergelijken, tevens de selecties Primeur en Wijdehoud uitgezaaid. OVERZICHT EIGENSCHAPPEN HYBRIDE-UIEN (1955—1959) Eigenschappen Produc- Duurzaam- Vroeg- Vorm tiviteit heid rijpheid Gem. opbrengst kg/are en rendement 505.5 67.1 Primeur 100 Primeur 100 FOO 8 bol Wijdehoud 79 8 plat Vroege Glorie62 85 10 bol Encore 71 10 bol Epoch79 10 bol Met betrekking tot de in de tabel vermelde gegevens kan het volgende worden opgemerkt. In vergelijking met Primeur en Wijdehoud zijn de hybriden omstreeks 3 weken vroeger oogstbaar, daarentegen is de opbrengst vooral ten opzichte van Primeur laag. Voorzover hierover thans gegevens beschikbaar zijn, blijkt de duurzaamheid van deze wat bruinachtig van kleur zijnde uien, niet beier te zijn dan van de inlandse selecties. Voor de teelt van bewaaruien komen deze rassen, mede in verband met de geringe opbrengst dan ook minder in aanmerking. Bij onderlinge vergelijking van de hier besproken hybriden, blijkt de op brengst van Encore en Epoch niet onbelangrijk hoger te zijn dan van Vroege Glorie. Afgaande op de thans beschikbare gegevens verdient het op praktijkschaal uitzaaien van Encore en Epoch, welke rassen in ons land geïntroduceerd worden door de fa Js. Huizer, Zaadteelt en Zaadhandel te Rijsoord, dan ook zeker aanbeveling. In de praktijk is gebleken, dat door de hybriden hogere eisen aan de grond worden gesteld dan door de inlandse selecties. Hierdoor zijn droogtegevoelige en/of zware gronden voor de teelt van deze uien niet geschikt. Tenslotte kan nog worden opgemerkt, dat het in verband met de grotere gevoeligheid voor aantasting door valse meeldauw bij de teelt van hybriden raadzaam is aan de bestrijding hiervan de nodige aandacht te besteden. (Advertentie.) In de Nederlandse Staatscourant van 30 decem ber 1959 zijn bij beschikking van de minister van Landbouw en Visserij *de heffingen en subsidies op consumptiemelk gepubliceerd, welke per 3 januari 1960 van kracht zijn geworden. Behalve met de voor het thans lopende melkprijsjaar gel dende verrekenprijs en een nieuwe raming van de boteropbrengst, is bij de vaststelling van de hef fingen en subsidies rekening gehouden met de aangekondigde en inmiddels in werking getreden prijsverhoging van consumptiemelk en consumptie- melkprodukten. (Advertentie) bedrijven, die hiervoor be langstelling hebben, kunnen nen wij inschakelen Vraagt U eens informaties bij onze vertegen woordigers Koninklijk Kweekbedrijf en Zaadhandel D. J. VAN DER HAVE n.v. KAPELLE-BIEZELINGE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 12