violetta
Blauwitiaan/aad
Emmabloem
Nobel
S. v. P., sel. 4
1160
890
1060
97
D'
Sgawj»
geVOlgen ka"
aSfsA? rS5S,S'««uw»
;s 5 ss,sasiffa;
Karwij
Stam bonen
Beka 26.6 103
Bataat 27.6 107
Goudkorrel 24.1 93
CB 53/21131.- 120
Kievitsboon Koekoek 24.4 91
Exponent 26.1 101
Walcherse Witte 23.7 92
Krobesta 20.4 79
Krijger stam 8 25.4 98
Wicosta 22.9 89
rode klaver
ZATERDAG 9 JANUARI I960
2'
ZOWEL uit een oogpunt van een goede arbeidsverdeling als om zijn ge
schiktheid in de vruchtwisseling, past de erwt goed in het akkerbouw
bedrijf. Naast de vrij goede financiële uitkomsten heeft dit tot uitbreiding
van de teelt geleid. Een uitbreiding, die in sommige gebieden een zodanige
omvang aannam, dat men te spoedig op hetzelfde perceel met erwten terug
moest komen. Dit wreekt zich momenteel reeds in een toenemende aan
tasting van valse meeldauw en het plotseling optreden van de amerikaanse
vaatziekte op percelen die nog steeds gezond waren. Een ruimere vrucht
wisseling zal verdere uitbreiding tegengaan. Daarnaast kan een keuze van
resistente rassen voor een meer of minder belangrijk deel schade voorkomen.
RONDE GROENE ERWTEN.
Rondo blijkt nog steeds een goede produktieve bedrijfszekere erwt met een
zeer goede kwaliteit. Heeft hierdoor een ruim afzetgebied verkregen. Is
zeer gevoelig voor de amerikaanse vaatziekte, maar is goed resistent tegen
topvergeling en valse meeldauw.
Fauli is een wat trager ontwikkelende, vrij korte erwt, die vooral voor
strorijke gronden in aanmerking komt. Overtreft in opbrengst Rondo. De
konsumptiekwaliteit is goed. Is zeer weinig gevoelig voor topvergeling, maar
zeer gevoelig voor de amerikaanse vaatziekte. In 1959 bleek Pauli wat meer
droogtegevoelig dan Rondo.
Rovar komt op gewas veel met Rondo overeen. Heeft wat hogere bloei,
maar is iets minder stevig. Een goed opbrengende erwt van goede kwaliteit,
die om de goedé resistentie tegen de am. vaatziekte in aanmerking komt
voor gronden, die met deze ziekte besmet zijn.
Vares heeft een goede resistentie tegen de am. vaatziekte, maar is slapper
op gewas, terwijl de kwaliteit tegenvalt. Rovar moet dan ook als vervanger
van dit ras worden gezien, die met de am. vaatziekte besmet zijn.
Fertila heeft vrij kort stevig stro. De grondbedekking is matig goed.
Het zaad is van goede kwaliteit.
Servo is door de grote gevoeligheid voor topvergeling en minder grote pro-
duktie van minder belang.
SCHOKKERS.
Ofschoon de opbrengst van schokkers ongeveer 13 tot 1/4 lager ligt,
dan van groene erwten, zijn de financiële uitkomsten gelijk of soms beter
door de hogere prijs. De teelt ervan blijft dan ook de aandacht vragen.
Schokkers zijn evenwel gevoeliger voor een minder goed zaaibed. Alle
schokkers zijn goed resistent tegen topvergeling en am. vaatziekte.
Rig Ben wordt het meest verbouwd. Is produktiever dan Zelka en op Emi
grant heeft Big Ben zijn voor export meer gewaardeerde kwaliteit voor.
Vanwege de grote korrel is een ruime zaaizaadhoeveelheid noodzakelijk.
Emigrant is minder gevoelig voor valse meeldauw.
KAPUCIJNERS en ROZIJNERWTEN.
Kapucijners worden nog van enige betekenis verbouwd, maar rozijnerwten
in zeer geringe mate. De opbrengst moet op de binnenlandse markt worden
afgezet en uitbreiding van de teelt kan daarom spoedig prijsverlaging tot
gevolg hebben.
Aureool is de meest aanbevelenswaardige Kapucyner. Heeft weinig last
van topvergeling. Bij de rozijnerwten verdient Ivora wegens 'haar goede
kwaliteit de voorkeur. Is echter gevoelig voor topvergeling. Heeft vrii lang
grof, bladrijk, slap stro.
Koroza is kort en tamelijk stevig. Is weinig oógstzeker. Vraagt een ruime
zaaizaadhoeveelheid.
Vlnco is minder gewild vanwege de minder goede konsumptiekwaliteit.
is een produktief ras.
OPBRENGSTEN BI,AUWMAANZAADRASSEN.
RAS
Jaar
Gemiddeld
1959
kg/ha
Gemiddeld
1950 -1959
kg/ha
1240
1190
1230
Opbr. verh.
1950—1959
101
102
200 1227 kg/ha.
-7 van blauvv™fanzaad v»"dt voor het overgrote deel plaats op de
hpift zeeklei Van de uitgezaaide oppervlakte ligt meer dan de
n li °Pt .Zeeuwse eilanden en in Zeeuws-Vlaanderen. Het areaal onderging
4900 hiS 060 i-erke lïitb,eifling- I" 1957 was de totale oppervlakte
4J00 ha, m 19d8 was dit opgelopen tot 6300 ha.
De rassenkeuze is weinig aan verandering onderhevig De rassen Fmma
blo'm Cbel 15 dour betere kle" meer gewild dan van Emma-
OPBREN GST KAR WIJRASSEN PROEFVELDEN.
raq Jaar Gemiddeld Gem. 1959/'59 Gemiddeld
KAb 1957/'58 in kg/ha in
Mansholt1790 2240 102
Cresendo,940 2170 98
ioo°=02mcnkg; 1760 2m '«0
1ZARWIJZAAD wordt op alle Nederlandse zeekleigronden in ongeveer ge-
lijke verhouding geteeld, behalve in het Oldambt waar een derde van
het met karwij bezette areaal ligt.
In het Z.-W.-zeekleigebied komt naar verhouding op de Zuid-Hollandse
eilanden de kleinste oppervlakte karwij voor. De totale oppervlakte in ons
land wordt, na het hoogtepunt in 1957, steeds kleiner.
De rassenkeuze heeft zich de laatste jaren bepaald bij 3 rassen, n.l. Noord-
Hollandse, Mansholts en Volharden. Sinds 1957 is het ras Cresendo in be
proeving, Het Noord-Hollands landras wordt niet vee] meer geteeld.
In cultuurwaarde ontlopen deze rassen elkaar weinig. Het ras Mansholts
bloeit iets ongelijkmatig af; heeft een goed olie- en carvongehalte. Het
opbrengend vermogen van Volhouden is ongeveer gelijk aan dat van Mans
holts. De zaadkwaliteit is goed.
Het ras Cresendo is te kort in beproeving om een conclusie te trekken.
OPBR EN GSTEN STA M BONEN RASSEN PROEVEN.
Jaar Gemiddeld 19541958
RASSEN kg/are relatief
DE stamboon is een van de gewassen waarmee in 1959 'over het algemeen
slechte resultaten zijn behaald. De opkomst liet. als gevolg van de
droogte, op vele plaatsen te wensen over, vooral op gronden met een minder
goede structuur. De trekkersporen van voorafgaande grondbewerkingen
waren in vele percelen terug te vinden. De opkomst van de bonen was zeer
slecht en in het algemeen gesproken erg onregelmatig.
Door de aanhoudende droogte was de ontwikkeling van de bonen matig. Dooi
de regens omstreeks eind juni kiemden nog een groot aantal bonen, zodat
op verschillende percelen tweemaal geoogst is. Het aantal en de grootte
der peulen, maar vooral het zaad, waren klein, wat uiteindelijk resulteerde
in een lage opbrengst. De kwaliteit daarentegen was over het algemeen
zeer goed. De zaden van de zogenaamde tweede oogst, waren groter, maar
minder mooi van kleur dan de vroeg gerijpte bonen.
Vetvlekken- en vfekkenziekte kwamen slechts zeer sporadisch voor. Ook
spikkelziekte werd praktisch niet waargenomen. Daarentegen was er een
zeer sterke mozaïekaantasting.
Ook op. de rassen proeven werd veel last van de droogte ondervonden. Op
verschillende proeven was de opkomst en opk de afrijping zeer onregel
matig.
Gezien de abnormale groeiomstandigheden is het niet verantwoord om uit
de resultaten van de proeven van dit jaar een conclusie te trekken. Het
advies zal dan ook gelijk blijven aan dat van 1958, dat gebaseerd is op proeven
van 1958 en vroeger.
In produktiviteit ontlopen Beka en Bataaf elkaar weinig. Bataaf heeft de
laatste jaren een iets hogere opbrengst gegeven. Beka is wat vatbaarder
voor vetvlekkenziekte. Indien echter van gezond zaaizaad wordt uitgegaan,
zal men hier als regel weinig last van ondervinden.
Bataaf is een vrij kort, stevig gewas. Voor dit ras is een wat nauwere
rijenafstand gewenst dan voor Beka, daar onder minder gunstige omstandig
heden de grondbedekking wel eens iets te wensen overlaat. Bataaf is weinig
vatbaar voor vetvlekkenziekte, dodh wat meer voor vlekkenziekte en vooral
voor spikkelziekte. In afrijping is er weinig verschil tussen Beka en Bataaf.
De zaadkwaliteit is van beide zeer goed.
(Adv.)
Vroeger oogstbaar en produktiever
Middelgrote bladeren
Zeer bladrijk
Snel ontwikkelend
Resistent tegen klaverkanker
Winterhard
Voedzaam én smakelijk
KAPELLÉ BIEZËLI NG
l VAN UAV£ <L«