BOERDERIJ EN ORGANISATIE Maand december ZEEUWSE LANDBfV De winterperiode is aangebroken. Het landwerk Is grotendeels klaar; de avonden zijn lang. Diverse verenigingen en organisaties treffen voorbereidin gen voor de gebruikelijke vergaderingen. Op de landbouwbedrijven is het schijnbaar rustig. We schrijven schijnbaar, omdat er in feite heel wat is te doen. Wat er zoal kan en dient te gebeuren, wordt hierna verder beschreven. voeding enz. zijn even zovele factoren die bepalen of er al dan niet winst gemaakt zal kunnen wor den. Uiteindelijk gaat het ook bij de veehouderij om het verschil tussen opbrengsten en kosten. Hierbij moet men vooral bedenken dat van alle kosten die normaal aan de veehouderij besteed worden, er ca. 70 voor rekening van de voeder- kosten komen. Het grote belang van een goede voeding wordt hierdoor onderstreept. Over het al gemeen is het houden van melkvee spoediger ren dabel dan van mestvee. Doch ook mestvee kan met voordeel gehouden worden, wanneer we er maar op letten dat we beginnen met goedsoortig vee en een goede voeding. De duur van de mestperiode is zeer belangrijk. Dit wordt duidelijk wanneer we bedenken dat de voederkosten per staldag afhankelijk van soort en leeftijd) 1,50 a 2,bedragen. Het maakt daarom een aanmerkelijk verschil of men een dier slachtrijp heeft op 2-jarige leeftijd of pas op 2Vz-jarige leeftijd. Een niet goed samengesteld rantsoen heeft <ot gevolg dat het dier minder goed groeit en vooral dat het pas op latere leeftijd slachtrijp is. Een Kor tere mestperiode met een doelmatiger rantsoen, dat misschien iets duurder is, zal de financiële re sultaten beter doen zijn. liggen voor een verdere rationalisatie van het landbouwbedrijf. TERWILLE van de rentabiliteit van het bedrijf die toch zeer belangrijk geacht moet worden, mede gezien de ontwikkeling van de Europese Eco nomische Gemeenschap, gaan we breken met te dure traditionele werkmethoden die als minder juist aangemerkt moeten worden. Het belangrijkste motief om het bouwplan te vereenvoudigen is gelegen in het feit dat dit veelal geen afbreuk doet aan de financiële resultaten van het bedrijf. Wanneer men dit voor ogen houdt en daarbij bedenkt dat vele andere hiermee in ver band staande zaken ook veel eenvoudiger worden, dan zal men voor dit idee spoedig enthousiast wor den. We noemen hier het eenvoudiger worden van de bemesting, de vruchtwisseling, het zaaien, de verzorging en de oogst. Daarnaast is het zonder meer duidelijk dat de arbeidsorganisatie minder ingewikkeld wordt en dat de mechanisatie beter en goedkoper hierop afgestemd kan worden. MET een eenvoudig bouwplan bedoelen we -en aantal van 5 6 gewassen, b.v. aardappelen, bieten, wintertarwe, erwten en verder een keuze tussen 1 of 2 gewassen uit de volgende groep: zomergranen, vlas, stambonen, blauwmaanzaad, graszaad en uien. Er dient naar gestreefd te wor den om hetzelfde gewas aaneengesloten, op het zelfde „blok", te verbouwen. Zeker geen kleine percelen met meer dan één gewas betelen. Van zelfsprekend geldt dit als algemene richtlijn, doch zeker is dat men op verschillende bedrijven wel het een en ander in deze richting kan doen. In de komende maanden bestaat zeker de gelegenheid om dit eens ernstig te bekijken. Na de uitvoering zal blijken dat een vereen voudigd bouwplan, óm zijn grote doelmatigheid, de voorkeur verdient. VEEVOEDING ALS een van de belangrijkste werkzaamheden in de winterperiode op het gemengde akker bouwbedrijf, kan de veehouderij worden genoemd. Bij herhaling is hier door ons op gewezen, doch het blijkt dat dit in de praktijk niet als zodanig wordt gezien. Het is nu alweer ongeveer een maand ge leden dat de bestaande veevoederkernen in het hele ambtsgebied wederom met haar activiteiten zijn begonnen. Het doel van een voederkern is om de ■veevoeding op de bedrijven zo economisch mogelijk te doen zijn. Hiertoe worden de bedrijven meer. malen door een deskundige bezocht en in overleg met de boer de meest praktische voeder adviezen verstrekt. Verder wordt geadviseerd inzake aankoop en gebruik van ruwvoer en krachtvoer en tenslotte wordt in wederzijds overleg een weide- en voeder- winningsplan opgesteld. Op die manier verkrijgt men een goed afgerond geheel met bovendien een basis voor de volgende stalperiode. PEN groep veehouders heeft in de afgelopen twee a drie jaar van deze extra vóórlichting op het gebied van de veehouderij geprofiteerd door deelnemer te worden van een voederkern. De werkwijze en -methode zijn er op gebaseerd dat de veehouder die hier enkele jaren aan mee doet, het nadien wel zelf kan doen. Dit vereist echter wel enig inzicht en rekenwerk. Deze gerichte voor lichting, aan een kleine groep veehouders, heeft tot volle tevredenheid en met goede resultaten ge werkt. Hier tegenover staat een meerderheid van vee houders die er niet aan mee wil doen. En juist voor die groep verdient het juist aanbeveling. Het blijft evenwel een vrijwillige zaak (gelukkig!), dus moet de boer zelf beslissen. Er zal dan ook niet meer mondeling worden gevraagd om deelnemer te wor den. Er is aan allen een circulaire gestuurd en het inzenden van heft daarbij gevoegde antwoordstrook- je bepaalt de deelname. Met name voor dit stalseizoen hadden wij een groot aantal deelnemers verwacht, gezien de veel al krappe voedervoorraden en de hoge prijzen van aan te kopen voeders. Een goede besteding is dan immers een eerste vereiste! Doch helaas, inplaats van enkele honderdtallen hebben zich tot nog toe slechts enkele tientallen opgegeven. De geringe kosten die aan deelname verbonden zijn, vormen toch geen bezwaar? In ieder geval kunnen deze kosten In een veelvoud terugverdiend worden. Per bedrijf wordt ten hoog ste 20 gulden in rekening gebracht. Bij een vee bezetting van 20 stuks grootvee is een besparing en/of betere opbrengst van 1 cent per dier per dag reeds voldoende om over de hele stalperiode een bedrag te vormen van 30 gulden. Reken het maar verder uit. Deelname aan een veevoederkern betaalt zichzelf! REGEREN IS VOORUITZIEN MET een variant op deze spreuk kunnen ,ve zeggen dat een goed bedrijfsbeheer ook voor uitzien noodzakelijk maakt. Speciaal in de decem bermaanden gaan onze gedachten ongetwijfeld weer uit naar het volgende jaar. Er zijn en worden plannen gemaakt om het eco nomische principe zoveel mogelijk tot uitdrukking te brengen of m.a.w. een zo groot mogelijke winst te maken. Deze plannen worden dikwijls in vrij sterke mate beïnvloed door de traditie. We willen trachten om in de donkere dagen voor Kerstmis over deze materie een lichtstraaltje te laten val len. Beginnen we met: HET BOUWPLAN I\E oppervlakte die met de verschillende gewassen beteeld zal worden, is bij ver- WÊW&m "*fB schillenden reeds bekend; ande- ren zijn hiermee gedeeltelijk op weg, terwijl traditie en toeval P&jjBHpsfe het z.g. plan voltooien. Allereerst I lil willen we wijzen op de veelheid van gewassen die nog dikwijls op J%"' een en hetzelfde bedrijf geteeld 11 worden. De 6ómtijds toch al niet *J|iL gunstige verkaveling wordt op Jtit die manier eigenlijk nog meer Plfc versnipperd. Een klein perceeltje van dit en van dat en van alles f Wat, betekent in feite tekens afzonderlijke arbeid en aandacht, omdat ieder gewas zijn eigen f verzorging vraagt. Op de vraag I waarom men dit doet kan veelal WUËBÊÊm t moeilijk een gedegen antwoord J worden gegeven. Wordt er wel eens over nagedacht of hierin geen verandering mogelijk is Zo niet, dan verdient dit toch eens ernstige overweging. Wij zijn n.l. van mening dat hierin Het bouwplan en de bedrijfseconomische boekhouding van groot nog vrij grote mogelijkheden belang voor de rentabiliteit van het bedrijf. HET BEDRIJFSRESULTAAT UET doel van ieder bedrijf, en van elke onder- neming, is om winst te maken. Hoe groter het netto-overschot is over een reeks van jaren, hoe RENTABILITEIT RUNDVEEHOUDERIJ IVE uitkomsten van de veestapel lopen van be- drijf tot bedrijf sterk uiteen. Er zijn bedrijven die het jaarlijks presteren om een flinke winst te maken maar er zijn vele andere die met verliezen dp de veestapel werken. Een eenvoudige zaak is dit beslist niet De soort en de kwaliteit van het vee, de hoe danigheid van het grasland, de verzorging en de

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1959 | | pagina 8