759
Vervolg AARDAPPELROOIMETHODEN
Verzamelrooien in een bunker
Onderzoek voor de praktijk
(9)
SPORENELEMENTENONDERZOEK
Gunstige omstandigheden en goede
samenwerking
Afrekening op Algemene
T eelt-V oorwaarden
HET ONDERZOEK VAN
SCHONINGSMONSTERS OP HET
RIJKSPROEFSTATION VOOR
ZAADCONTROLE
Is dit wel economisch?
(42)
ZATERDAG 24 OKTOBER 1959
ging moet evenals bij de andere machines, nog
afgewacht worden.
De rijsnelheid was 2 km per uur. Het percen
tage grond in de zak bedroeg 2.6
3. „Samro", van de Gebrs. Geene, loonwerkers te
Wolf aartsdijk.
Deze machine was eveneens van een loofversnip-
peraar voorzien. Na door het mes opgenomen te
zijn, worden de aardappelen in een reinigingskorf
gevoerd. Daarachter komen zij in een opvoertrom-
mel die ze meeneemt naar boven. Daar vallen zij
op een langzaam lopende horizontale leesband. Op
hoorlijk werk geleverd. De machine had iets last
het eind daarvan worden zij opgezakt.
Onder de huidige omstandigheden werd heel be-
van het loof. Sommige aardappelen werden twee
maal in de ronde meegenomen wat veroorzaakt
werd door de te smalle leesband. Deze zal in de
toekomst worden verbreed. Onder natte omstandig
heden bestaat zeker het gevaar dat de reinigings
korf. vol zal lopen.
De rijsnelheid was 2 km per uur.
De grondtarra in de zak bedroeg 1
4. „B. A. V.'' kettingrooier met volgwagen van de
W. P.
Deze machine kan vergeleken worden met de
onder nummer 1 genoemde, doch zonder schud
hor. De gevulde zakken worden niet op de grond
geplaatst maar op een achter de rooier meerijdend
karretje. Op het eind van het veld worden de zak
ken overgeladen, terwijl gelijktijdig het schoon
maken van de machine kan plaats vinden. De ma
chine kan ook zonder karretje als verzamel rooier
worden gebruikt. Daartoe behoeft slechts het kar
retje afgehaakt te worden.
Er werd goed werk geleverd.
De rijsnelheid was 1.7 km per uur.
Se grondtarra bedroeg 10
of op een meerijdende wagen.
MA het passeren van de rooimachine worden de
aardappelen los in een bunker of op een mee
rijdende wagen verzameld. Onder gunstige om
standigheden kan hierdoor een arbeidsbesparing
van 45 a 50 worden verkregen ten opzichte van
het verzamelrooien in de zak.
„Romas", van de heer J. B. Koert te Wolf aarts
dijk.
Na door de schaar opgenomen te zijn, worden de
aardappelen door 2 kettingen naar een opvoer-
trommel gevoerd. Daarboven komen ze op een
leesband terecht, vervolgens op een korte, schud-
zeef en dan in een op de machine geplaatste voor-
raadbak of bunker. Op het eind wordt de machine
naast een gereedstaande wagen gereden. De bun-
OPORENELEMENTEN zijn plantenvoedende
v stoffen, waarvan de plant-zeer kleine hoeveel
heden nodig heeft voor de groei. Veelal vormen ze
geen wezenlijk bestanddeel bij de opbouw van het
plantenweefsel, maar zijn ze noodzakelijk en dien
stig bij de levensprocessen en omzettingen die
regelmatig in de plant plaats hebben. Lang niet
alles is echter nog van deze sporenelementen be
kend. m
De belangrijkste sporenelementen zijn wel
koper, cobalt, borium, mangaan, zink en ijzer.
In zijn algemeenheid kunnen we zeggen dat
in het Zuid-Westelijk zeekleigebied weinig te
korten aan deze sporenelementen zullen optre
den, omdat het zeewater deze stoffen eertijds in
ruime hoeveelheden heeft achtergelaten. Met
opzet schrijven we weinig want toch kunnen zich
gebreksverschijnselen voordoen ten aanzien van
mangaan en zink, ondanks het feit dat de grond
er voldoende van bevat. Het mangaangebrek
wordt- veroorzaakt door de hoge pH (kalktoe-
stand) in het bijzonder bij drogend weer, waar
door het mangaan in een voor de planten onöp-
neembare toestand overgaat. Toediening van
mangaan in de vorm van kunstmest heeft schijn
baar weinig resultaat, omdat het meteen in on
opneembare vorm wordt omgezet. Bladbemesting
door middel van sproeien schijnt hier en daar
gunstiger te zijn.
In de fruitteelt kampt men plaatselijk met zink-
gebrek. Dit is een gevolg van te zware fosfaat
giften. De overmaat fosfaat legt de beschikbare
hoeveelheid zink vast als het vrijwel onopneem
bare zinkfosfaat. De bomen gaan een dwerg
achtige groei vertonen en krijgen smalle blade
ren. In dit geval moet dus sterk op de fosfaat be
zuinigd wordei., ja zelfs moet die weggelaten wor
den.
OORZAKEN GEBREKSVERSCHIJNSELEN
PEBREKSVERSCHIJNSELEN ten aanzien
van sporenelementen kunnen tweeërlei oor
zaak hebben.
Ie De grond bevat te weinig van deze elemen
ten. Deze situatie treffen we aan op de
ker wordt mechanisch zijwaarts op de wagen leeg-
gekipt. Tussen trekker en rooimachine is 'n toeren-
variator geplaatst waardoor de kettingsnelheden
ten opzichte van de rijsnelheid naar believen ge
regeld kan worden. Dit is zeer belangrijk met het
oog op de hoedanigheid van de grond. De bunker
kan 500 a 600 kg aardappelen meevoeren. Meestal
zal dus op elk eind geledigd moeten worden in een
gereedstaande wagen. Een tweede trekker verzorgt
het transport van de wagens. Met in totaal 5 per
sonen rooit de eigenaar 1 ha per dag, waarbij
's avonds de aardappelen in de kuil onder stro lig
gen. Boven de voorgaande rij bevindt zich een
loofversnipperaar. Er werd zeer vlot en goed werk
geleverd.
De rijsnelheid was 2.6 km per uur.
De grondtarra op de wagen bedroeg 0.4%.
De B. A. V. wagenrooier.
De ontwikkeling van dit apparaat verkeert nog in
het experimentele stadium. Een verdere bespreking
zou mogelijk tot verkeerde conclusies kunnen lei
den. Volstaan kan worden met de fa Brouwer suc
ces toe te wensen met haar streven naar het bou
wen van een machine die vcor de praktijk weer een
nieuwe rooimethode met zich kan brengen.
70ALS is gebleken waren de omstandigheden
waaronder gewerkt werd van dien aard, dat
alle machines behoorlijk tot goed werk konden
leveren. Uiteraard kwamen er wel verschillen naar
voren, die mogelijk onder vochtiger klimatologi
sche omstandigheden groter geweest zouden zijn.
De bestaande methoden konden uitstekend ge
demonstreerd worden, dank zij de goede voorzorgs
maatregelen die t.a.v. de grond genomen zijn. De
bedrijfsleider van het bedrijf „Waterloo", de heer
M. van Nieuwenhuijzen kan zeer tevreden zijn met
zijn succes.
De machines waren alle afkomstig van eigenaar-
gebruikers die ze belangeloos beschikbaar stelden.
Een mooi staaltje van samenwerking dat alle lof
verdient. Dat het leeuwenaandeel door de Konink
lijke Maatschappij de Wilhclminapolder werd ge
leverd, zal iedereen wel duidelijk zijn. Naast hun
machines en het perceel dat zij beschikbaar stelde,
leverde zij een service die moeilijk in woorden of
letters is uit te drukken.
Voor de initiatiefnemers, de Bedrijfsstudiegroep
„West Zuid-Beveland" en de Rijkslandbouwvoor-
iichtingsdienst, betekent dit een morele steun, die
voor de toekomst van uitermate groot belang kan
zijn. Ook de belangstelling van de 60Ö bezoekers
bewees dat met deze demonstratie een goede keus
gedaan is.
J. G. VAN LIERE,
R.L.V.D., Goes.
zandgronden in het Oosten en Zuiden van
ons land. Deze gronden hebben van nature
naar verhouding reeds een zeer kleine voor
raad aan sporenelementen. Door uitspoe
ling, verbruik van de planten en wegens
het gebruik van gezuiverde kunstmeststof
fen een geringe aanvoer, zal de voorraad
tenslotte beneden de minimale grens dalen.
Regelmatige bemesting (in kleine hoeveel
heden anders vergiftigingsverschijnselen
is hier op zijn plaats.
2e De grond bevat voldoende van deze spo
renelementen doch ze zijn niet of minder
goed opneembaar voor de planten. Een te
hoge kalk-, kali- en/of fosfaattoestand is
hiervan in veel gevallen de oorzaak. Deze
situatie doet zich voor op alle gronden in
Nederland en is dus ook voor het Zuid-
Westelijk deel van ons land van belang.
Daarom mag sporenelementenonderzoek
nooit op zichzelf staan, steeds dient dit met
normaal standaardonderzoek vergezeld te
gaan.
In de regel kan men dan zonder meer de fou
ten aanwijzen, omdat de verhouding tussen de
hoofdelementen een zeer voorname rol speelt.
HET ONDERZOEK
Het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Ge-
wasonderzoek verricht onderzoek op alle sporen
elementen. Het onderzoek wordt verricht in het
hoofdlaboratorium te Oosterbeek. Het normale
standaardonderzoek vindt steeds plaats in Goes.
De reden waarom het Bedrijfslaboratorium voor
Grond- en Gewasonderzoek tot dusver alleen
sporenelementenonderzoek verrichtte in uitzon
deringsgevallen ligt in het feit, dat de officiële
„Landelijke Adviesbasis Grondonderzoek" voor
een aantal van deze elementen, nog niet is ver
schenen. Deze zal binnenkort uitkomen. Een uit
zondering hierop maakt het element koper, waar
van voor bouwland reeds geruime tijd een ad
viesbasis aanwezig is.
In alle gevallen waarin u denkt met sporen
elementengebreken te kampen te hebben kunt u
zich het beste met de assistent van de Rijks-
landbouw- of Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst in
verbinding te stellen. Deze zal u gaarne van ad
vies dienen of het onderzoek op sporenelementen
in uw geval wenselijk zal zijn.
HET bijzonder droge, zonnige weer van 1959
had ten gevolge dat de oogst zeer vroegtijdig
binnenkwam en dat het R. P. v. Z. reeds op 1
augustus j.l. ruim 4000 schoningsmonsters voor
afrekening over Wageningen volgens A.T.V. had
ontvangen terwijl dit aantal anders pas medio
september wordt bereikt.
Ieder jaar werkt het R. P. v. Z. ten aanzien van
deze schoningsmonsters met een aanzienlijke
achterstand. Het zal een ieder duidelijk zijn, dat
de personeelsbezetting van het R.P.v.Z. onmoge
lijk een stroom van monsters die binnenkomt, in
enkele weken tijdig kan verwerken. Het werk
moet worden uitgesmeerd over een grotere pe
riode. Reeds 7500 z.g. schoningsmonsters zijn ont
vangen en verwacht wordt voor 1 december er in
totaal circa 8000 ontvangen te hebben.
IN al deze monsters worden steeds de volgende
bepalingen verricht: a. vochtanalyse, b.
schoningsanalyse, c. zuiverheidsanalyse, d. bepa
ling van diverse bijmengingen, e. kiemkracht.
Met de vochtanalyse is men steeds bij zodat de
handelaar zeer snel weet, niet welk vochtgehalte
hij rekening moet houden.
De schoningsanalyse wordt door een staf van
10 mensen met behulp van goede apparaten uit
gevoerd zodat nu reeds bijna 5000 monsters zijn
onderzocht en dit deel van het onderzoek op I
december a.s. gereed is, vermoedelijk zelfs 14 da
gen eerder.
De .zuiverheid-afdeling werkt dit jaar redelijk
snel, doch deze afdeling, die de bepalingen c. en
d. moet uitvoeren, houdt het tempo van de scho-
ningsafdeling niet bij door het zeer tijdrovende
onderzoek van de fijne grassen. Toch wordt ver
wacht dat ook dit werk op 1 december a.s. onge
veer gereed zal zijn.
BE kiemkrachtsanalyse vergt dit jaar meer
tijd dan anders omdat het zaad vaak traag
kiemt en daardoor een tekort aan kiemcapaciteit
is ontstaan. Terwijl normaliter vrijwel alle zaden,
binnen 34 weken zijn uitgekiemd, neemt dit
proces thans vaak 2 weken langer in beslag het
geen betekent, dat in dezelfde kiemruimte veel
minder monsters tegelijkertijd kunnen worden
gekiemd. Doch de geschetste kiemrust is alweer
bijna over en de kieming gaat alweer sneller.
Gehoopt wordt dat het onderzoek grotendeels
op 1 januari zal zijn, doch dit kan zeker niet ge
garandeerd worden.
Speciaal door opleiding van het personeel tot
snel zelfstandig werk is een beduidende verbete
ring bereikt in vergelijking met vorige jaren, doch
de telers en de handelaren zullen ook dit jaar
nog niet een grotere verbetering mogen verwach
ten mede omdat het aantal moeilijke zaadmon
sters (fijne grassen) zo sterk is gestegen.
Ons vorig artikeltje ging over een mogelijke
uitbreiding van het contact tussen platteland en
stad in de militaire dienst.
Een ander punt wat ons deze week in wapen
rok opviel is de consumptie van melk. Normaal
wordt weinig of geen melk verstrekt en ook in
de cantines is het niet verkrijgbaar.
Zou men de soldaat melk leren drinken, dan
zou dit niet alleen de huidige melkomzet verho
gen maar wellicht op lange termijn het gehele
binnenlands verbruik beïnvloeden.
Ten laatste nog een punt van overeenkomst
tussen landbouw en leger. Regelmatig hoort men
dat het leger niet economisch werkt. Afgezien
van het feit dat dit ook niet het doel is, kan men
ons inziens dit verwijt slechts onder veel voorbe
houd maken.
Wanneer wij in een landbouwbedrijf adviseren
met één man minder te werken dan horen wij
dikwijls dat dat een jaar als dit wel mogelijk is,
maar, gezien de risico's van slechte weersom
standigheden, normaal niet. Beseft men wel dat
een organisatie als het leger ingesteld moet zijn
op enorm veel grotere risico's?
Dat het daarom welhaast onmogelijk is hee
economisch principe te hanteren.
Deze uitboezemingen moesten ons van het
(niet economisch) hart.
Ter geruststelling van de lezer, wij hebben niet
bijgetekend.
WARMENHOVEIf.