HET LANDBOUWBELEID EN DE Z. L. M.
„DE ALARM-KLOK LUIDT"
ONBEHOUWEN
voor het zandgebied van
Oost Zeeuws-Vlaanderen
ZATERDAG 34 OKTOBER 1953
Het dagblad Het Parool heeft onlangs de ken
schetsing hierboven prijkende, gebezigd ten op
zichte van gedeelten uit de openingsrede door
Voorzitter Knottnerus ter gelegenheid van het
75-jarig jubileum van het Koninklijk Nederlands
Landbouw Comité uitgesproken. Zo werd het
onbehouwen geacht dat Ir. Knottnerus, terwijl
Hare Majesteit Koningin Juliana deze jubileum
vergadering met Hare tegenwoordigheid vereerde,
de eveneens aanwezige Minister van Landbouw
Mr. Marijnen te kennen gaf het met diens voorge
nomen beleid niet eens te zijn en deze voornemens
op sommige punten te critiseren. Volgens de ver
slaggever van het dagblad was dit zelfs het gesprek
van de pauze. Wij nemen aan dat bepaalde ambte
lijke Haagse kringen, die dit niet gewend zijn,
geschokt waren eens een keer op een jubileum -
vergadering niet alleen hoogdravende of schone
woorden te horen. Doch dat onze Koningin er
meer mee gediend zou zijn alleen schone schijn
te beluisteren, inplaats van de eerlijke en fatsoen
lijke mening van een man recht door zee, die
terecht bestaande gevoelens in landbouwkringen
vertolkte, vermogen wij niet in te zien.
Thans heeft, naar wij aannemen, dezelfde
redacteur in Het Parool een overigens bekwaam
man aandacht gewijd en zeker terecht, aan liet
nieuwe gewaad van de Nieuwe Veldbode. Doch
naast lof, bevat dit bericht een passage over de
nestor van onze landbouwjournalisten, de lieer
Nijpels, in volgende termen: waarin hü (in de
Nieuwe Veldbode) met royale hand zijn tante
Netjes strooide, verslagen van vergaderingen
opnam, die reeds een half of een heel jaar geleden
werden gehouden en de helft van de artikelen liet
beginnen met termen als: Door de heer Jansen
werd er op gewezenWij twijfelen er niet
aan of velen die dit lezen kennen de heer Nijpels
in zijn grote liefde, belangstelling en nooit af
latende ijver, voor alles wat de landbouw in de
ruimste zin aanbelangt, kennen hem ook in zijn
onafhankelijkheid. Deze lezers zullen met ons de
Nieuwe Veldbode daarom reeds vroeger in waarde
gehouden hebben, afgezien van de vorm, om wat
het blad was en om wat het gaf. En thans van een
collega uit het métier deze liefelijke felicitatie.
Wat staat er ook weer als titel boven deze kant
lijn?
VERSNELLING
In de algemene vergadering van de CEA te
Palermo, heeft de ELE. G.-functionaris, de heer
Rabot, gezegd, niet in te zien waarom het totstand
komen van de Euromarkt 12 tot 15 jaren zou
moeten duren, en voor een aanmerkelijke versnel
ling gepleit. De Belgische Minister Wigny heeft in
middels, naar in de dagbladen te lezen viel, het
voorstel gedaan de procedure in te korten tot 7
jaar. Met de landbouw lopen we overigens twee
jaar achter en een gelijkschakeling in 5 of 6 jaar
tijd van de allermoeilijkste bedrijfstak zou wel een
krachttoer worden. We voelen overigens meer
voor een versnelling dan voor een vertraging als
by de Benelux.
HAMERSTUK
We zijn het wèl eens met een beschouwing in
Het Parool, waarin het Landbouwschap, onder
bovenstaande titel, verweten wordt de brief met
bezwaren tegen het voorgenomen landbouwbeleid,
gericht aan de leden van de Eerste en Tweede
Kamer, zonder enige discussie in de openbare
vergadering te hebben laten passeren.
Formeel moge men in zijn recht staan, terecht
noemt het blad een en ander geen compliment
voor de wijze, waarop het Landbouwschap zich
van 7^jn taak kwijt. Het stuk was belangrijk genoeg
om in een openbare vergadering niet alleen als
hamerstuk aan de orde gesteld te worden en een
pracht kans om op een goed moment public rela
tions te bedrijven, werd aldus om zeep gebracht.
HULP METTERDAAD
De zoon was voor 't eerst onder de wapenen
gekomen en thuis werd vol spanning de eerste
brief opengescheurd en verslonden, 'k Ben in
't vak gebleven, luidde het relaas, ik laad bieten
koppen en -blad, zoals vorige week thuis.
IJET Bestuur van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij heeft de eer het volgende onder uw aandacht
te brengen met betrekking tot de besprekingen, die het Bestuur van het Landbouwschap zal hebbea
met de Minister van Landbouw en Visserij, inzake het te voeren Landbouwbeleid.
Hoewel in de Memorie van Toelichting op de Begroting van het Ministerie van Landbouw en Vis
serij zeker verschillende onderwerpen behandeld worden, waarover opmerkingen te maken zijn, wil het
Bestuur der Z.L.M. zich in dit schrijven bepalen bij enkele punten uit de „Nota inzake de hoofdlijnen
van het in de naaste toekomst te voeren garantiebeleid voor de landbouw", welke Nota door Minister
Marijnen eveneens aan de Tweede Kamer is aangeboden.
1. H LLEREERST meent het Bestuur der Z.L.M.
te moeten opmerken, dat het door Minister
Marijnen uitgestippelde garantiebeleid ongerust
heid heeft gewekt in de kringen van de land
bouw en dat deze ongerustheid aangeslagen is
in sommige politieke kringen. De woordvoerders
van de A.R.P., de C.H.U. en de V.V.D. bij de al
gemene beschouwingen, welke vorige week in de
Tweede Kamer werden gehouden, gaven blijk
van deze ongerustheid en lieten doorschemeren,
dat hun fracties vooral met het gestelde van de
loskoppeling Kostprijsgarantieprijs voorlopig
niet accoord konden gaan. Deze stemming ten
gunste van de landbouw dient terdege benut te
worden.
Het gesprek, dat het Bestuur van het landbouw
schap met de Minister zal hebben, is waarschijn
lijk de laatste kans druk op de bewindsman uit
te oefenen.
2. TJ'ET minder nauw binden van de garantieprij-
zen aan de kostprijzen is wel het voornaam
ste geschilpunt. Het wordt door de Minister door
een vijftal argumenten verdedigd.
Dit vijftal wordt in een „Beschouwing over de
Nota" van de zijde van het secretariaat van het
landbouwschap bestreden. Hoewel het Bestuur
der Z.L.M. deze bestrijding voor een deel kan
ondertekenen, zou het gaarne nog enkele argu
menten toegevoegd zien.
a. TNE eigen verantwoordelijkheid van de boer
wordt door vaststelling van garantieprij
zen van enkele basisprodukten, die blootstaan
aan een zeer instabiele wereldmarkt, niet
weggenomen of verkleind.
Zyn verantwoordelijkheid als zelfstandige on
dernemer is oneindig veel groter, mede ge
zien het groot aantal produktcn, waarvan de
prijs geheel vrij gelaten wordt.
b. E\E stelling van het Landbouwschap, dat
het beter is de kostprijzen als basis voor
de garantieprijs te behouden, doch de metho
diek van de berekening te veranderen, acht
het Bestuur der Z.L.M. een weg, die gevaren
kan inhouden. Het gevaar wordt voor dc
landbouw dan slechts verlegd.
Het ware beter het aldus te stellen:
„Indien de Minister kan aantonen dat er on
gemotiveerde kostprijsstij gangen zijn die lei-
Het Bestuur der Z.L.M. heeft zich met een
schrijven tot het Bestuur van het Koninklijk
Nederl. Landbouw Comité gewend, waarin
een aantal bezwaren tegen de door de Mi
nister van Landbouw en Visserij in de naaste
toekomst te voeren landbouwpolitiek naar
voren worden gebracht.
den tot produktieverhoging, dan kunnen die
factoren, die daartoe aanleiding geven, worden
geëlimineerd."
De binding garantieprijskostprijs blijft dan
echter bestaan. Een garantie, dat de Minister
niet verder wil gaan, dient te worden ver
kregen.
c. "PEN aanzien van het niet doorberekenen van
A loonsverhogingen, voortvloeiende uit pro-
duktiviteitsverhoging zou het Bestuur der
Z.L.M. uw Bestuur willen voorstellen alleen
accoord te gaan met het niet doorberekenen
van loonsverhogingen, wanneer deze voort
vloeien uit een produktiviteitsstijging, welke
gepaard gaat met een rendementsstijging.
Voor de landbouw met zijn sterk wisselende
uitkomsten en opbrengsten is dit een absolute
voorwaarde.
Er ware dan ook bij de Minister op aan te
dringen de loonsverhogingen, die komen, wel
door te berekenen, wanneer het rendement
van het landbouwbedrijf niet verbeterd is.
d. "TPENSLOTTE spreekt de Minister voor de
J" eerste maal, dat er een garantieprijs zal
komen voor de in het binnenland te ver
bruiken tarwe.
Het ware gewenst, dat hier nog vóór de be
handeling van de begroting in de Tweede
Kamer een nadere toelichting op volgt.
Door omstandigheden buiten de landbouw
kan soms niet alle Nederlandse tarwe in het
eigen brood verwerkt worden.
Alle in eigen land voortgebrachte tarwe dient
echter onder de garantieprijs te vallen.
Het Bestuur der Z.L.M. vertrouwt erop, dat U
bovengenoemde punten al of niet geamendeerd, met
kracht in het Bestuur van het Landbouwschap wilt
verdedigen en dat Uw vertegenwoordiger bij de be
spreking met de Minister dit eveneens zal doen.
IN vele vakbladen heeft men kunnen lezen over
recordopbrengsten van granen. In tegenstel
ling hiermee werden in het zandgebied van Oost
Zeeuws-Vlaanderen opbrengsten verkregen van
gebidd-eld 1800 kg per ha. Bovendien was liet gras
land reeds zeer vroeg aan het verdrogen.
Hoeveel bedrijfjes zijn er echter niet aan te
wijzen die reeds vanaf half juni zijn gaan bijvee-
deren, omdat het grasland totaal verdroogd was.
De bedrijfjes die praktisch allen een zekere re
serve hadden aan ingekuild voer, hebben reeds
vanaf half juni hoeveelheden bijgevoerd die
praktisch gelijk staan aan een rantsoen in de
stalpericde. Het weinige hooi, dat dit voorjaar
werd gewonnen, is ook reeds opgevoederd even
als het erwten- en bonenstro.
Het is hard voor deze boeren, die door de zeer
lage graanopbrengsten van de afgelopen zomer
in financiële moeilijkheden zijn geraakt en daar
door niet in staat zijn om genoeg veevoer aan
te kopen, terwijl dagelijks grote hoeveelheden
bietenkoppen de grens overgaan.
Hierdoor moeten ze thans hun vee, dat in min
der goede conditie verkeert, verkopen, en wel op
een moment, dat door de grote aanvoer op de
veemarkten, de prijzen gedrukt worden.
VOOR het vee, dat deze winter op stal komt,
moet nu nog veel extra voer worden aange
kocht, zodat onze zandbedrijven zodanige uitga
ven voor veevoeder krijgen, dat het voor hen zeer
moeilijk ja zelfs onmogelijk is, om nog bietenkop
pen te kopen bij de geldende hoge prijzen.
Wat staat deze bedrijfjes nog te wachten?
Door deze langdurige droogte heeft het gras
land in dit zandgebied zeer veel geleden.
Ik durf gerust te zeggen, dat 50 van alle gras
land in het zandgebied van Oost Zeeuws-
Vlaanderen omgeploegd moet worden, wat nog
eens extra kosten met zich meebrengt.
Dit nieuw ingezaaid grasland zal pas eind mei
in produktie komen. Dat houdt in, dat de stal-
periode voor het rundvee veel langer zal zijn dan
normaal.
Vooral het later eindigen van de stalperiode
door het opnieuw inzaaien van het grasland zal
een zeer moeilijke periode veroorzaken. Ook op
het grasland dat niet gescheurd behoeft te wor
den, zal de grasgroei pas laat op gang komen.
WAT KUNNEN WIJ DOEN
IN vele vakbladen is reeds bij herhaling: gepu-
bliceerd dat snijrogge een prima voer vormt
bij de overgang van de stal naai- de weide. Ook nu
kan deze snijrogge ons gedeeltelijk door de moei
lijke periode heen helpen. Zodra er regen valt, zaai
dan een perceel snijrogge, geef bij het zaaien wat
stikstof in de vorm van kalksalpeter en geef
vroeg in het voorjaar een flinke gift stikstof in do
vorm van kalkammonsalpeter.
Op deze wijze kan in april reeds een behoorlij
ke snede snijrogge worden gemaaid. Voor de
moeilijke periode in het voorjaar bent U dan
reeds gedekt, als U de snijrogge tijdig maait,
kunt U nog een gewas aardappelen, bruine bonen
of iets dergelijks verbouwen.
WAT KAN DE
LANDBOUWVOORLICHTING DOEN
HE Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst weet
maar al te goed in welke positie onze ge
mengde zandbedrijven verkeren; er zal getracht
worden om dit najaar enkele voorlichtingsavon
den te organiseren waarop de veevoeding zal
worden besproken. Een algemeen advies is voor
de komende winterperiode niet te geven, omdat
de beschikbare hoeveelheid veevoeder van bedrijf
tot bedrijf te veel verschilt. Bespreekt dus tijdig
uw veevoederpositie met de rayonassistent, zodat
het voer, dat beschikbaar is, zo doelmatig moge
lijk kan worden aangewend.
De Rayonassistent,
F. IMPENS.