Stemmen uit de praktijk
EEN OUD-COOPERATOR AAN HET WOORD
H. Timmers: STAAT HET C.B. TE VER VAN DE BOER AF
ZATERDAG 2 4 OKTOBER 1959
765
J. L. Groenewege uit St. Maartensdijk, 84 jaar, destijds belangrijk landbouw-voorman
IURECT na de oorlog heeft de heer Groenewege zich teruggetrokken uit het bedrijfs- en orga-
nisatieleven. Voor die tijd behoorde hij tot de uitgesproken vertrouwensfiguren met een
sterk vooruitstrevende inslag. Hij is niet voor niets in het bezit van de Dr. J. G. Oortwijn-
Botjes legpenning. Dit ereteken verkreeg hij op grond van het feit, dat hij een der oprichters
is geweest van de N.A.K. Zeeland. Ook heeft hij een legpenning van het ministerie van Land
bouw, Visserij en Voedselvoorziening voor zijn belangrijk werk ten dienste van de landbouw.
Voor zover bekend is deze penning slechts aan drie personen in Nederland uitgereikt.
Ook op Tholen deden de bestelverenigingen hun
intrede, die later tevens plaatselijke afdelingen der
Z. L. M. vormden. De aankoop van meststoffen
door middel van inschrijving en controle door het
proefstation stond voorop en daarnaast de geza
menlijke aanschaf van veevoeder en Fries poot-
goed.
Nadat Centraal Bureau haar werk was begon
nen trad er een nieuwe fase in: de aankoop via
Centraal Bureau met terzijdestelling van het in
schrijvingssysteem. De heer Groenewege was
hiervan een groot voorstander, temeer daar in de
loop der jaren bleek, dat het aanbestedingsstelsel
geen voordelen meer gaf. Centraal Bureau kocht
in als groothandelaar en gaf aan het eind van het
jaar reduktie.
„Toch", aldus de heer Groenewege, „heb ik jaren
moeten vechten om onze landbouw vereniging tot
de coöperatieve aankoop te bewegen". Hij is van
mening, dat een excursie van de landbouwvereni-
gitig op uitnodiging van het C. B. naar de Staats
mijnen uiteindelijk de doorslag heeft gegeven.
Thans is de vereniging Sint Maartensdijk aange
sloten bij de coöperatieve aan- en verkoopvereni
ging „Eiland Tliolen" in Sint Annaland, die op
haar beurt lid is van het Centraal Bureau.
GEVRAAGD naar de achtergrond van de weer
standen, zegt de heer Groenewege, dat vele
leden terugschrokken voor de financiële aanspra
kelijkheid. Bij de bestelvereniging was betaling
vooraf door de leden regel met een opslag van
meestal 1 voor het dekken van de kosten.
Daar de vereniging niet koninklijk was goedge
keurd, droegen de leden geen financiële risico's
voor de verplichtingen van hun dorpsvereniging.
Wel het bestuur en met name de secretaris.
De huidige coöperatieve aan- en verkoop is wel
heel wat anders dan de bestelvereniging van wel
eer. Toch is de coöperatie daaruit voortgekomen
en vandaar onze belangstelling voor deze vroege
vorm van het zelf doen. Ook de heer Groenewege
heeft zeer actief meegewerkt aan een goede
vormgeving. Wij prijzen ons gelukkig, dat er men
sen zijn, die zich volledig inzetten om op deze
wijze de algemene landbouwbelangen te bevorde
ren. Ze zijn er thans, ze waren er in het verleden.
De heer Groenewege is een waardig vertegen
woordiger van hen, die tijd noch moeite hebben
gespaard om de coöperatieve aan- en verkoop in
gang te doen vinden. Ons past woorden van grote
dank aan het adres van deze coöperatie-pionier.
J. Dij.
De heer J. L. Groenewege één van de pioniers op
landbouw en coöperatiegebied.
De heer Groenewege heeft zich op velerlei ter
rein zeer verdienstelijk gemaakt en niet in het
minst voor de coöperatie. Hij vervulde meerdere
bestuursfuncties cn zo was hij onder meer vele
jaren vice-voorzitter en later voorzitter van de
landbouwvereniging in Sint Maartensdijk.
F EN wij hem naar het werk van de landbouw
vereniging vroegen, nam hij ons mee terug
naar het eind van de 19e eeuw. De kunstmest
stoffen deden hun intrede. De knoeierijen met
deze nieuwe produkten waren groot en uit het
bestuur van de kring Tholen der Z. L. M. kwam
de gedachte voort om de gezamenlijke aankoop ter
hand te nemen. Met als doel: misbruiken tegen
t,e gaan en dus gewaarborgd produkt aan te kun-
te gaan en dus gewaarborgd produkt aan te kun
nen kopen.
AAN- EN VERKOOPCOÖPERATIE
Vervolg van pngina 763
De centrale organisatie der coöperatieve aan- en
verkoopverenigingen, het overkoepelend lichaam,
herdenkt dus dit jaar haar 60-jarig bestaan. De
leus is „60 jaar samen sterk". Inderdaad samen
zijn we sterk.
En dan, als we nog eens denken aan de rol die
de coöperatie kan vervullen in het geheel van de
„gemeenschappelijke markt"?
IDE hopen in dit korte artikeltje er in geslaagd
te zijn enigszins een beeld te geven van de
gang van zaken via de coöperatieve kanalen. Hoe
de telers-leden hun produkten ter verdere bewer
king afgeven aan hun vereniging. Hoe deze, mid
dels haar outillage die ze zelf bezit of gebruik
makend van outillage die ze gemeenschappelijk
met andere verenigingen bezit (het Peulvruchten-
centrum te Middelburg) deze produkten via de
centrale organisatie (het Centraal Bureau te Rot
terdam) afzet. En hoe het crediet-apparaat der
coöperatieve boerenleenbanken de financiering
verzorgt.
Dit alles overziende zijn de coöperatief georgani
seerde boeren in het bezit van een apparaat dat in
staat is hun belangen op de beste wijze te behar
tigen.
Volmaakt is niets. Steeds zal bijgetimmerd en
bijgeschaafd moeten worden en de boer zelve zal
de grootste bijdrage moeten leveren om zo veel
mogelijk en zo spoedig mogelijk speculatieve ele
menten uit de coöperatieve sfeer te verwijderen.
Maar dat bij en dan ook hij alleen de vruchten van
dit gezamenlijk ondernemen zal plukken staat vast.
Voorwaar een fundamenteel verschil.
J. M. MULLIÊ.
Opbouwende kritiek, meningen en wensen
IYE heer H. Timmers, de boer van „Steene Poorte" in Sint Philipsland, zat volop in de bieten-
campagne toen wij hem bezochten cn een gesprek aanknoopten over de coöperatie. Was
het verwonderlijk, dat. hij zich eerst even moest omschakelen bij de eerste vragen die wc op hem
afvuurden? Gezeten in de woonkamer achter een kopje koffie liet de heer Timmers echter spoe
dig zijn gedachten de vrije loop.
Hij begon met te stellen, dat vooral de geschiedenis van de coöperatie hem zeer interesseert.
Om toch nog even bij de bieten te blijven: zjjn vader had hem dikwijls verteld, hoe zwak de boer
stond tegenover de suikerfabrikant voor de coöperatieve suikerfabrieken er waren.
„Vaders moesten hun zoons veel meer over de begin tijd van de coöperatie vertellen", aldus
onze zegsman, „dat behoort bij de opvoeding".
GEZONDE KRITIEK.
HE heer Timmers ging uitvoerig in op de kritiek,
die van tijd tot tijd aan het adres van de coö
peratie wordt gericht. Hij is een voorstander van
gezonde kritiek, maar dan moet men zich eerst
behoorlijk op de hoogte stellen. „Kritiek graag,
maar dan gezonde". In dit verband wees hij op
het vergaderbezoek. Naar zijn mening behoort
ieder lid zijn vergaderingen te bezoeken: dit be
hoort bij het bedrijf.
Wel dient het bestuur te zorgen voor een goede,
actuele agenda. Overigens realiseerde hij zich,
dat dit doorgaans geen eenvoudige zaak voor een
bestuur is. Voorkomen moet echter worden, dat
de leden de grote lijnen uit het oog verliezen. Nu
komt het voor, dat de leden over betrekkelijk
kleine dingen in rep en roer komen, bijvoorbeeld
als de directeur hun inziens niet juist heeft ge
handeld, terwijl ze over de belangrijke dingen niet
mee weten te praten. Ook betreurde hij het, dat
het stemrecht door de leden vaak niet goed wordt
gebruikt. Zo gaan zijn gedachten wel eens uit
naar de mogelijkheid om de stembriefjes thuis in
te vullen, opdat men tijdens de vergadering niet
vlak naast elkaar gezeten de namen behoeft op te
schrijven. Hij wees er met nadruk op, dat het
slechts losse gedachten van hem waren met als
achtergrond echter, dat de democratie in de coö
peratie niet verloren mag gaan.
SPREKENDE over Centraal Bureau gaf hij als
zijn mening (e kennen, dat deze centrale orga
nisatie te ver van de boer afstaat. De „Mededelin
gen" van het Centraal Bureau zijn niet voldoende
afgestemd op het gewone lid van de aan- en ver
koopcoöperatie.
De heer Timmers noemde de belangrijke bij
drage op Sint Philipsland van het Landbouw
Coöperatie Centrum tot een beter begrip van de
coöperatie in het algemeen, van de centrale coöpe
raties en van de aan- en verkoop in het bijzonder.
Hij vermeldde ook de V. C. S.-bode, die een belang
rijk hulpmiddel vormt om de top en de leden bij
elkaar te houden.
BETERE SAMENWERKING NODIG?
OVERIGENS beklemtoonde de heer Timmers
sterk het belangrijke werk, dat het Centraal
Bureau heeft gedaan en nog steeds doet in het be
lang van de Nederlandse boerenstand. Toch valt
het hem op, dat het Centraal Bureau met haar
aangesloten verenigingen vaak moeite heeft om
bijvoorbeeld bij de afzet een goede prijs te kunnen
betalen. De voordelen van de coöperatie zijn vaak
sterk indirect, maar de boer gaat het om het on
derste regeltje. De tegenpartij past zich aan of
gaat er iets boven. Hij bepleitte sterk meerdere
samenwerking tussen lid en directeur van de
coöperatie. Er wordt door de handel wel eens wat
meer geboden, terwijl achteraf dan toch blijkt, dat
de boer in het schip zit. Hij wees op partijen erw
ten, die vlot op' 3 kwaliteit te verwerken bleken
Het bedrijf van de heer H. Timmers
te zijn. Door een nauwer overleg tussen teler en
directeur zou veel te voorkomen zijn. Wat dit be
treft is het heel belangrijk, welke mensen het
werk in de coöperatie doen.
Er zijn nog te veel telers, die zelf handelaar wil
len spelen, terwijl hun markt-overzicht zonder
meer te gering is. Daardoor hebben sommige
telers nogal eens een financiële strop. De heer
Timmers merkte tevens op, dat bij onderzoek
naar voren zou komen, dat vele boeren in de loop
der jaren door het zelf handelaar spelen flinke
geldbedragen er bij inschieten.
In dit verband wees hij er nog op, dat bij de
suiker-coöperatie de voordelen voor de telers dui
delijker en directer spreken. Bij de afzetcoöperatie
ligt dit wel anders, temeer daar het hier meer
dere artikelen betreft met heel andere markt
omstandigheden.
Ten aanzien van de concentratie stelde de heer
Timmersdat deze niet alleen in de coöperatie
sector maar ook elders steeds doorgaat. Dit
vraagt van de coöperatie een nog sterker samen
gaan. Er zijn vele voorstanders, die een markt
verhouding van coöperatie handel op half om
half basis voorstaan. Hij vroeg zich af of deze
verhouding vanuit de coöperatie bezien niet naar
boven afgerond dient te worden om te voorko
men, dat de coöperatie op een onverwacht ogen-
blik te laag zit.
ONS gesprek diende een eind te nemen. De heer
Timmers moest voor half twaalf in zijn bie-
tenland zijn. Eén ding moest hem nog van het
hart. Wanneer een boer bij beëindiging van zijn
bedrijf uittreedt uit de coöperatie, dan is het wen
selijk dat hij bijvoorbeeld via een ledenrekening
een deel van het kapitaal uitgekeerd krijgt. Daar
bij is hij voorstander van het systeem, dat reeds
gedurende het lidmaatschap uitkeringen plaats
vinden. Zoals bijvoorbeeld het geval wordt bij
Centraal Bureau ten aanzien van de aangesloten
verenigingen.
Wij menen, dat de heer Timmers stof te over
ter overdenking heeft gegeven. Wij zijn hem hier
voor dankbaar. Zijn instelling duidt op een be
wust meeleven met alles wat er in de coöperatie
rond gaat. Dit geeft moed voor de toekomst van
de coöperatie. J. Dij.