OOGST VOORUITZICHTEN AARDAPPELEN DE GROENE KAART Onderzoek voor de praktijk (7) HET KALI-ONDERZOEK VERLIEZEN BIJ HET BEWAREN VAN NATTE PULP (40) ZEEUWS LANDBOUWBLAD Verzek eri nqszak en Het moee bekend zijn, dat men als bestuurder van een motorvoertuig (auto, tractor, motorrij wiel en bromfiets) bij overschrijding van de landsgrenzen een internationaal verzekeringsbe wijs moet tonen. In de volksmond worden deze nare dingen groene kaart genoemd. Wij vinden dit n.l. nare dingen omdat er een massa administratieve rompslomp aan vast zit daar deze jaarlijks ver nieuwd moeten worden. Zij, die hun voertuig bij de Onderlinge Verze- kerings Mij. voor Motorvoertuigen der Z.L.M. verzekerd hebben, en dat zijn er velen, moeten er op berekend zijn, dat hun groene kaart per 31 december a.s. komt te vervallen. Ziet uw groene kaart maar na. Nu ligt het in de bedoeling om al diegenen, die in 1959 een groene kaart hebben aangevraagd en ontvangen automatisch een nieuw exemplaar voor 1960 te zenden. Gezorgd wordt dan, dat deze eind december 1959 in het bezit van de belanghebbende is, zodat wat dat betreft de grensoverschrijding geen en kele stagnatie zal ondervinden. Wat een service hé? Nu zijn er wellicht enkele leden, die voor 1960 geen prijs meer stellen op zo'n groene kaart. Voor die personen nu plaatsen wij dit artikeltje. Zij dienen ons n.l. vóór 3 november a.s. mede te delen, dat in 1960 geen groene kaart meer ge wenst wordt. Een goede afspraak is veel waard. Diegene, die dus wel een groene kaart voor 1960 wenst klimt niet in de pen. Zij, die geen groene kaart wensen delen ons zulks mede voor 3 november a.s. Als het nu maar coed celezen wordt DE L. Is de zuurgraad niet op peil Dan groeit het niet, of veel te ijl; De stikstofkali en fosfaat Helpen niet, of veel te laat! Zodat U stellig scha de lijdt, En dus wordt het dan nodig tijd: Voor onderzoek van uw perceel Dan krijgt de plant en U, z'n deel! ÏYE oogstvooruitzichten zijn na het bekend wor- den van de per 20 augustus j.l. gehouden voorlopige oogstraming niet veranderd. De ver wachting dat de late rassen zouden kunnen uit groeien is door het aanhoudend droge weer niet of althans in mindere mate bewaarheid. De oogst- werkzaamheden verlopen vlot, hoewel op veel klei gronden bij het rooien moeilijkheden met de te harde grond worden ondervonden. De kw aliteit, van de aardappelen wordt in het algemeen matig be oordeeld. Glazigheid komt zowel op klei- als op zandgrond in vele percelen voor, doch de mate waarin dat gebrek optreedt is veel minder ernstig dan in 1957 met Bintje en Eigenheimer van klei grond het geval was. Kot komt in de knollen niet voor. Het Iaat zich aanzien dat, zoals in droge jaren regel is, de aardappelen vroeger neiging tot. sprui ten zullen vertonen dan normaal, zodat een doel matige bewaring van de aardappelen nog meer ge wenst zal zijn. DE SITUATIE IN HET BUITENLAND IN België is de oppervlakte ca. 5.500 ha groter dan vorig jaar, maar de oogst wordt op 400.000 ton minder geraamd (2.5 miljoen ton tegen 2,9 miljoen ton vorig jaar). Er wordt nog een belang rijk overschot voor export berekend. Het op 1 augustus ingevoerde exportverbod is echter nog steeds van kracht en het prijspeil in België is ge lijk aan dat in Nederland. In Engeland is de oppervlakte vrijwel gelijk aan vorig jaar met een gemiddelde opbrengst die beter is dan vorig jaar, waarom de voorgeschreven minimum-maat voor consumptie-aardappelen van 25 mm vorig jaar tot 31 mm is verhoogd. Ook de prijzen zijn in Engeland lager dan vorig jaar. Con sumptie-aardappelen worden in Engeland niet toe gelaten en de verwachting is dat er ook althans zeker voorlopig -geen importbehoefte zal ont staan. In dit verband moet worden gewezen op de goede oogst in Ierland aan welk land prioriteit voor invoer in Engeland wordt verleend. Frankrijk heeft in begin september bepaald dat de invoer uit alle O. E. E. C.-landen plus Polen, Tsjecho-Slowakije, Roemenië, Hongarije, Joego slavië'en Oost-Duitsland is toegestaan, zolang de groothandelsprijs voor Bintje 35/opwaarts in de Parijse hallen 3 opeenvolgende noteringen niet be neden 25 Fr. fres komt. Is dit wel het geval dan zal de import binnen 48 uur na de officiële bekend making worden stopgezet. Thans worden beperkte hoeveelheden uit Italië en Zwitserland geïmpor teerd. In de Scandinavische landen is de be teelde opper vlakte wat groter dan vorig jaar (Zweden 5%). De droogte heeft ook hier een minder dan normale oogst tot gevolg, doch van een slechte oogst kan beslist niet worden gesproken. De vraag van Zwe den is tot nog toe niet groot. Denemarken en Nederland leveren aan dit land regelmatig beperk te hoeveelheden. ZONDER de andere elementen tekort te doen, kunnen we rustig zeggen dat het merendeel der planten van alle plantenvoedende stoffen die ze uit de grond opnemen de grootste behoefte heb ben aan kali. Vooral de hakvruchten (aardappelen, bieten) dus planten die veel suikers en zetmeel vormen stellen hoge eisen aan de hele voorraad van de grond. Het element kali speelt namelijk een grote rol bij het „vervoer" van assimilaten in de plant. Popu lair gezegd dragen de kaliumionen de „baaltjes" zetmeel van de „fabriek'' (het blad) naar de op slagplaats, uiteraard in oplosbare vorm (suikers). De kaliumionen worden in de grond vastgehou den (geabsorbeerd) door de humus- en kleideel- tjes. De humusdeeltjes hebben hierbij een 4 x zo grote bindingskracht als de kleideeltjes. Om een inzicht te krijgen in de totale kalivoorraad en het totaal bindend vermogen van de grond moeten daarom ook het slibgehalte en het humusgehalte van de grond worden bepaald bij grondonderzoek. Gronden die een behoorlijke hoeveelheid slib be vatten kunnen dus gemakkelijk kali vasthouden en evenzo is dit het geval met humushoudende gron den. Lichte zandgronden die weinig humus en vrijwel geen slib bevatten kunnen de kali niet of onvol doende vasthouden en daarom zal deze gemakke lijk uitspoelen. Derhalve moet men op lichte gron den telkenjare terugkomen met een zware tot zeer zware kalibemesting. Op het zuid-westelijk zeekleigebied is het uit spoelingsgevaar minder groot tot vrijwel nihil, want naarmate de grond meer afslibbare delen en of humus bevat kan deze de kali beter vasthouden. WORDT de kleigrond ouder en is ze langer in cultuur dan zal de kalivoorraad, die ze van het zeewater nog van voor de inpoldering heeft meegekregen, toch langzaam dalen. Dit blijkt o.a. uit een overzichtskaart die de kalitoestand van de Nederlandse gronden weergeeft. Dit naar aanlei ding van de door het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek onderzochte monsters. Daaruit blijkt dat 2030 van de jonge zeeklei graslanden in Z. W.-Brabant behoefte aan kali heb ben. In de gehele provincie Zeeland is dit slechts 0 20 De gemiddelde kalitoestand is dus goed in Zeeland. Het is zeker van belang om de kali toestand van de grond op een voldoend hoog, doch zeker niet op een te hoog peil te houden. Wanneer kali name lijk in te grote hoeveelheden in de grond aanwezig is, kan ze de opname van andere plantenvoedende stoffen bemoeilijken. Een (te) zware kaligift kan bijvoorbeeld magnesiumgebreksverschijnselen te voorschijn roepen bij verschillende gewassen. Een hoge kalitoestand van de grond kan mede aanlei ding zijn dat kopziekteverschijnselen bij het vee optreden. In veel gevallen is een regelmatige zware gierbemesting hiervan de oorzaak. Kali is dus een zeer belangrijke plantenvoeden de stof die in voldoend ruime, doch zeker ook niet in te grote hoeveelheden in de grond aanwezig moet zijn. HET ONDERZOEK ||ET Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Ge il wasonderzoek behandelt (uiteraard een ge deelte) van het gedroogde grondmonster met ver dund zoutzuur, waar kali in oplost. Lang niet alle kali zal daarbij in oplossing gaan, doch dat is ook niet de bedoeling. De bepaling van het kaligehalte op proefvelden, waarvan men alle opbrengstgege- vens enz. enz. bijhoudt, wordt op precies dezelfde wijze gedaan en op deze wijze krijgt de rijksvoor lichtingsdienst cijfers die vergelijkbaar zijn en waarop een bemestingsadvies kan worden gegeven. Bij graslanden kunnen we ook nog een kaligetal dat door berekening uit het kaligehalte en humus- eventueel kleigehalte wordt vastgesteld. Voor grondmonsters van kleibouwland wordt het zoge naamde kaligetal (biet), gegeven waarbij naast humus en slib rekening is gehouden met de pH van de grond. Het vaststellen van de kalitoestand van de grond brengt dus veel werk met zich mee. In Wcst-Duitsland zijn nog geen gegevens over de oogstramingen bekend. De opbrengst zal echter bij een 3 geringere oppervlakte beneden normaal blijven, niettegenstaande de goede oogst in Zuid- Duitsland, waar ongeveer een derde van de aard appeloppervlakte ligt. Sinds half augustus worden in toenemende mate zandaardappelen naar West- Duitsland uitgevoerd; tot eind september rond 20.000 ton hoofdzakelijk voor de aan ons land gren zend e grote consumptiecentra. PEZIEN de te verwachten moeilijkheden in de U ruwvoederpositie, vestigt de Stichting Vee voederbureau der Nederlandse Suikerindustrie de aandacht op de bewaarverliezen, waarmede men bij de opslag van pulp rekening dient te houden. Onderstaand staatje geeft een duidelijk inzicht van deze bewaarverliezen bij de verschillende me thoden van inkuilen. Verlies in Bewaar totaal droge org. methode gewicht stof stof betonnen silo 12.1 14.0 15.2 grondkuil 23.5 13.4 14.8 tussen strobalen 23.8 21.6 22.3 los gestort 37.7 35.1 35.9 Verlies in Bewaar ruw ruwe overige methode eiwit celstof koolhydr. betonnen silo 12.9 15.3 15.5 grondkuil 10:0 12.9 16.0 tussen strobalen 17.6 22.3 22.9 los gestort 21.1 26.4 40.9 I\IT jaar zullen de veehouders het zich absoluut niet kunnen veroorloven voedermiddelen te verspillen en hebben zij er extra belang bij, dit ver lies zo gering mogelijk te doen zijn. In ons gebied staan niet voldoende silo's ter beschikking, zodat de grondkuil gebruikt zal moeten worden. Voor het op de juiste wijze ensileren in een grondkuil dienen de volgende regels in acht ge nomen te worden. 1. De afmetingen. De diepte kan circa 40 k 50 cm zijn, waarbij er op gelet wordt, dat men voldoende boven het grondwater blijft. De gun stigste breedte bedraagt 3 tot hoogstens 4 me ter. Bij de bepaling van de lengte der kuil, moet men er rekening mede houden, dat de vulling tot tenminste IY2 k 2 meter boven het grond vlak kan geschieden; 2. De wanden van de te graven kuil moeten glad en iets schuin worden afgestoken. Met de vrij gekomen grond moet men zijwanden opzetten tot dijkjes van ongeveer 50 cm hoogte; 3. De kuil wordt in dunne lagen gevuld, waarbij er voor gezorgd wordt, dat de lagen naar het mid den toe iets hoger komen te liggen dan aan de zijkanten. Elke ingebrachte laag pulp wordt goed aangetrapt; 4. De bovenste laag pulp wordt afgedekt met pa pieren zakken of een dun laagje kaf. Hierop moet 10 tot 20 cm grond worden gebracht; 5. Bij het leeghalen van de kuil moet men aan de laagste zijde van de kuil beginnen, waardoor overtollig nog in de kuil aanwezig vocht en eventueel regenwater kunnen afvloeien. B. Is dit wel economisch? CPECIAAL in het boerenbedrijf dat dus zo nauw verbonden is met de ondernemer, schreven wij, worden wel beslissingen genomen die niet direct economisch zijn. De duurdere oplossing geeft dan wel hogere kosten maar daarnaast andere dan financiële voordelen welke op hoge prijs worden gesteld. Wellicht haalt de lezer de schouders op over dit onderwerp maar wij menen dat een doordenken van de gevolgen van een en ander in de snelle ontwikkeling van de landbouw beslist van nut kan zijn. Naarmate immers de kosten en opbrengsten in de landbouw dichter bij elkaar komen blijft er steeds minder ruimte voor deze duurdere maar plezierige beslissingen. Wanneer we in deze ont wikkeling ons inkomen bijvoorbeeld niet naar be neden zien gaan maar wel constateren dat het leven van de boer verschillende aardige kanten gaat missen dan gaat er toch iets verloren. En mis schien is dit verlies nog wel ernstiger dan een geringer inkomen, al gaat dit proces zeker niet erg snel. Men moet immers wel haast twee gene raties vergelijken om het waar te maken. Door deze veranderingen is het boer zijn van de vader echter juist een geheel ander iets dan wat de zoon zal ervaren als hij ook boer wordt. En daarom is het goed dit bij de beroepskeuze terdege mee te laten tellen. Het overwegen van deze problemen is zeker eco nomisch.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1959 | | pagina 6