HOE WERKT HET K.N.L.C.? HET hoogste orgaan van het K. N. L. C. is de Algemene Vergadering: deze wordt elk jaar in het najaar gehouden. In deze algemene vergadering brengen de vertegenwoordigers der provin- «iale landbouw-maatschappijen en van de buitengewone ledenorganisaties die geen leden mogen zijn van het Hoofdbestuuihun stem uit bij benoemingen, het goedkeuren van de rekening en ver antwoording en het vaststellen van de begroting. Het voeren van het eigenlijke beleid gebeurt door het Hoofdbestuur, dat daartoe maandelijks bijeenkomt: 111 dit Hoofdbestuur is elke provinciale land bouw -maatschappijmeestal door zijn voorzitter, vertegenwoordigd, terwijl de secretarissen van de maatschappijen als plaatsvervangende leden eveneens deze Hoofdbestuursvergaderingen bijwo nen. Om nu te bereiken dat de tientallen te bespreken punten niet alleen „in Den Haag" wor den behandeld, worden de agenda's en de bijlagen in 450-voud rondgezonden, zodat de bestuurs leden der gewestelijke organisaties op de hoogte worden gesteld en hun mening kunnen vormen. OM te bereiken dat de problemen zo deskundig mogelijk worden behandeld, laat het Hoofd bestuur zich voorlichten door drie afdelingen (Kleine Boeren, Tuinbouw en Werkgeversbelangen) een een aantal vaste commissies. Deze commissies bestaan uit deskundigen van elk der provinciale maatschappijen: hun standpunt over actuele onderwerpen wordt in besluitenlijsten verwerkt, die aan het Hoofdbestuur worden voor gelegd. Elke maand wordt de agenda opgesteld in een vergadering van het Dagelijks Bestuur met de functionarissen van het secretariaat. Het Dage lijks Bestuur komt tweemaal per maand bijeen voor de behandeling van zaken, die de interne organisa tie raken. Vanzelfsprekend vertegenwoordigt de voorzitter op een groot aantal plaatsen het K. N. L. C., even als hij in het internationaal overleg een belangrijke rol vervult. Het Algemeen Secretariaat, dat momenteel be staat uit 1 algemeen secretaris, 7 secretarissen en adjunct-secretarissen, de administrateur en 6 admi nistratieve krachten, heeft de werkzaamheden on derling verdeeld. Hierbij is de stelregel, dat aan elke functionaris zoveel mogelijk zelfstandigheid wordt gelaten: op die wijze voelt elke medewerker zich verantwoor delijk voor zijn terrein. Vermeld dient te worden dat elk dezer functio narissen in vele instanties het K. N. L.C. vertegen woordigt. Wij laten hieronder een summiere samenvatting volgen van het werk van elk dezef medewerkers: waar mogelijk, zijn zij zelf aan het woord. ALGEMEEN SECRETARIAAT. HET Algemeen Secretariaat draagt zorg voor het coördineren van de verschillende werkzaam heden. Het voert de correspondentie die betrekking heeft op specifieke onderdelen, zendt de convoca ties uit voor de H.B.- en D.B.-vergaderingen en is verantwoordelijk voor de agenda's van deze ver gaderingen en het uitvoeren van de genomen besluiten. Indien het K. N. L. C. aanleiding vindt zijn mening in het openbaar tot uitdrukking te brengen, zorgt deze afdeling, dat het gebeurt (pers of radio). In dit verband moet verder genoemd worden het verzorgen en medewerking verlenen aan een twee tal radiorubrieken. Verder is het Algemeen Secre tariaat verantwoordelijk voor het jaarverslag. Ook wordt hier het secretariaat en de administratie gevoerd van een aantal stichtingen en andere in stellingen, b.v. de Stichting Nederlandse Landbouw- pers, de Algemene Emigratie Centrale, de Com missie van Beroep voor het Landbouwhuishoud- onderwijs en het Nederlands Landhuishoudkundig Congres. Ook wordt hier elke drie jaar het secre tariaat gevoerd van de 3 Centrale Landbouw organisaties. De vertegenwoordiging in een aantal organen vraagt de nodige vergader- en „lees"tijd. Ook is het Algemeen Secretariaat belast met de represen tatie van het K. N. L. C. bij diverse gelegenheden (algemene vergaderingen, jubilea, enz.). Naast dit alles komen dan nog de incidentele besprekingen met departementen en andere instanties en indivi duele bezoeken. Een belangrijke afdeling is die van de administratie en boekhouding waar, behalve dit reeds zeer veel omvattende werk ook nog de boekhouding wordt gevoerd van het Jan Smid fonds, het Broekemafonds en de Stichting Neder landse Landbouwpers. Verder doet deze afdeling dienst als „huishou delijke dienst", hetgeen inhoudt het aankopen en aanvullen van alle kantoorbenodigdheden. Dit alles vraagt het gebruik van een kleine dui zend pakken stencil-papier per jaar. Tevens voert de administrateur de boekhouding van de studie voorschotten van een 30-tal Wageningse studenten. Tenslotte fungeert hij als secretaris van het Cen traal Comité voor de uitwisseling van jonge boeren en tuinders met alle werk dat daaraan is ver bonden. DE „ECONOMISCHE AFDELING". ÏYE onderdelen van het Landbouwbeleid, die be- trekking hebben op het bevorderen van een redelijk bestaan in de agrarische sector en op het verbeteren van de omstandigheden, waaronder de landbouwproduktie plaats heeft, hebben de meest intense aandacht van de landbouworganisaties. Het Landbouwschap moge hier meestal een be langrijke vertegenwoordigende taak ten opzichte van overheidsorganen hebben, het werk en de be tekenis van een vrije centrale landbouworganisatie als het K. N. L. C. is er allesbehalve minder om. In de eerste plaats ziet het Landbouwschap vanwege zijn structuur als samenwerkingsorgaan en zijn Het kantoorgebouw van het K. N. L. C., Oranjebuitensingel 17 te Den Haag. status ingevolge de wet op de Bedrijfsorganisatie zich soms beperkingen opgelegd in zijn activiteit zodat de vrije organisaties zelf „aan de bel moeten rukken". In de tweede plaats dient de centrale landbouw organisatie te zorgen, dat de mensen in de orga nen van het Landbouwschap, die geacht worden haar te vertegenwoordigen, op de hoogte kunnep zijn van de opvattingen, die in haar kringen leven. Die opvattingen worden vaak neergelegd in stand punten van het hoofdbestuur van het K. N. L. C. Het Hoofdbestuur laat zich bijstaan door drie afdelingen en door een aantal vaste commissies. Het secretariaat van de commissies voor akker bouw, voor veehouderij en voor grondgebruik wordt door deze afdeling verzorgd. Er worden wel eens grapjes gemaakt over het gTote aantal commissies e.d. in onze lieve vader land, maar in het werk van een federatief opge bouwde centrale organisatie hebben zij in elk geval dit ene hele grote nut, dat daardoor een groot aan tal personen uit de verschillende provincies bij de l>eleidsvorming worden ingeschakeld en een kader ontstaat, dat voorkomt dat het landelijk beleid te vier van de practische bedrijfsgenoot af komt te staan. Er zijn echter meer plaatsen dan het Landbouw schap, waar de belangen van de land- en tuinbouw behartigd en verdedigd moeten worden, zoals de produktschappen en de S. E. R. Deze p.b.o.-organen zijn allemaal op de vrije organisaties opgebouwd en dus moeten deze organisaties hun werkzaam heden volgen. Hier kan niet naar volledigheid worden gestreefd. De belangrijke landelijke beleidsorganen voor cul tuurtechnische aangelegenheden, voor landbouw voorlichting en voor landbouwkundig onderzoek mogen nog wel even worden genoemd. Dit alles vraagt van de secretaris van deze „af deling" dat hij een stroom agenda's, nota's, rappor ten van allerlei instanties moet lezen en veelal voor zien van eigen commentaar, moet omwerken zodat zij dienst kunnen doen bij de meningsvorming bin nen de K. N. L. C.-organen. Daarnaast verzorgt deze secretaris de maande lijkse K. N. L. C.-Mededelingen. Deze worden in en kele duizendtallen toegezonden aan het kader provinciaal en plaatselijk van de provinciale landbouwmaatschappijen. Zij houden een korte samenvatting in van de behandeling van allerlei actuele problemen door het K. N. L. C.: zij blijken in een behoefte te voorzien. Tenslotte voert deze afdeling het secretariaat van de commissie die zich bezighoudt met het (doen) opstellen van de leer stof voor kadercursussen. Ook deze functionaris vertegenwoordigt het K. N. L. C. in diverse instel lingen. AFDELING KLEINE BOEREN. HET secretariaat van deze afdeling is gevestigd in Zuidwolde. De functionaris heeft tot taak de agenda's en overige stukken voor te bereiden, die aan de orde worden gesteld in de Afdeling. Dat hiervoor nodig is dat hij voortdurend op de hoogte blijft van die problemen, welke voor het kleine ge mengde bedrijf van belang zijn, spreekt vanzelf. Indien de provinciale landbouwmaatschappijen beschikken over een kleine boerencommissie, dan onderhoudt deze functionaris zoveel mogelijk een geregeld contact met deze commissies. Tenslotte verzorgt de secretaris van deze afde ling elke week een rubriek in „De Landbode". AFDELING TUINBOUW T\E behandeling van de tuinbouwaangelegenheden onderscheidt zich in verschillende opzichten van die van de overige aangelegenheden, waarmede het K.N.L.C. bemoeiing heeft. De historische ont wikkeling in de opbouw van de agrarische stands organisaties in Nederland is één van de oorzaken, die hiertoe hebben geleid. Deze organisaties stoelen oorspronkelijk op de akkerbouw en de veehouderij. Tuinbouw en ook pluimveehouderij kregen eerst in een veel later tijdperk gestalte in de standsorgani satie. Deze ontwikkeling heeft zijn stempel gedrukt op de organisatievorm, zowel intern als naar buiten. Een van de gevolgen hiervan is, dat met name de tuinbouw meer als een specialiteit wordt gezien en ook als zodanig wordt behandeld in de organi satie dan als één van de fundamentele bedrijfs takken. Een andere oorzaak van de afwijkende po sitie van de afdeling Tuinbouw ligt in het feit, dat deze afdeling zijn ontstaan vindt in het na de be vrijding opgaan van de zelfstandige Nederlandse Tuinders Bond in het verband van het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité. Verschillende sporen van een min of meer „eigen leven" kunnen nog worden gevonden in het beleggen van een afzon derlijke algemene jaarvergadering van de afdeling Tuinbouw, en in het feit dat de afdeling een bestuur en een dagelijks bestuur kent. Ook in een ander opzicht verloochent de afdeling zijn afkomst van de N.T.B. niet: ook nu is de groenteteeltsektor in de afdeling Tuinbouw sterk overheersend. Zulks houdt ook verband met het in tegenstelling met de andere sektoren van de tuinbouw ontbreken van een vaktechnische orga nisatie van groentetelers. Dit gemis kan niet wor den goedgemaakt door het bestaan van een sterke centrale afzetorganisatie voor groenten en fruit (Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen). De aandacht is er echter op gericht om zoveel mogelijk alle tuinbouwsektoren in de organisatie, dus zowel in het tuinbouwbeleid als in het landbouwbeleid in zijn totaliteit, tot hun recht te laten komen. In dit licht dient de instelling van de commissie Fruitteelt te worden gezien, welke sedert kort naast de com missies Bloembollenteelt, Bloemkwekerij en Boom kwekerij onder de afdelinng Tuinbouw ressorteert. ONTWIKKELINGSSTADIUM TNE afdeling bevindt zich in een ontwikkelings- stadium, getypeerd enerzijds door het geleide lijk meer gestalte geven aan een algemeen tuin- bouwkarakter, anderzijds door het proces van het doorbreken van een min of meer geïsoleerde positie met als doel een integratie van de tuinbouw in de agrarische standsorganisatie. Veel werkzaamheden van de afdeling worden gekenmerkt door de hierboven beschreven ont wikkeling. Zo bestaat er een voortdurend contact en daarnaast samenwerking met de afdeling Werk geversbelangen van het K. N. L. C. om in deze sektor de tuinbouw zo goed mogelijk te represen teren en daarnaast een zo goed mogelijke voorlich ting te geven. Waar ook bij de gewestelijke landbouworgani saties de behandeling van de tuinbouwaangelegen heden in vele gevallen zich nog in opbouw bevindt, is een regelmatig contact met deze organisaties een vereiste om de nodige coördinatie te verkrijgen. Verder is sedert korte tijd het overleg op gang gekomen tussen de verschillende organisaties van de E.E.G.-landen op het gebied van groenten en fruit. Ook in dit opzicht heeft de afdeling mede in ver band met de grote belangen van de tuinbouw bij export een werkzaam aandeel te leveren. Dezelfde lijn, welke men in de organisatorische aangelegenheden aantreft, kan worden doorgetrok ken in de publiciteitssektor. Ook hier neemt de tuin bouw een aparte positie in, welke resulteert in de verzorging van een Wekelijkse tuinbouwrubriek in „De Landbode" en een verstrekking van organisatie- nieuws, e.d. betreffende de tuinbouw aan de overige landbouwbladen. AFDELING WERKGEVERSBELANGEN ^\EZE afdeling heeft tot taak het bestuderen van sociale vraagstukken in het algemeen en die van de loon- en arbeidsvraagstukken in de Land bouw in het bijzonder. Het werkterrein omvat niet alleen de specifieke agrarische sociale problemen. Hier zijn geleidelijk vraagstukken van algemeen so ciale aard bijgekomen, zoals b.v. de geleide loon vorming met de regelmatig terugkomende loonron- den, de uitbouw en de verbetering van de sociale verzekeringswetgeving belichaamd in de noodwet ouderdomsvoorziening, de kinderbijslagvoorziening voor zelfstandigen, de werkloosheidswet, de alge mene ouderdomswet en de weduwen- en wezen verzekering. De afdeling Werkgeversbelangen heeft, evenmin

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1959 | | pagina 17