De Nederlandse export van zaai-uien
naar Engeland
Bezoekt
de rundveefokdageii
Knolvoet-
resistent
NOVBTAS
609
FOSFORZURE VOEDERKALK
ZATERDAG 3 2 AUGUSTUS I 9 ft SI
ENGELAND i» een zeer belangrijke afnemer van Nederlandse zaal-uien. Van onze totale produk-
tie die de laatste tien jaren gemiddeld ruim 140.000 ton was, werd ongeveer 100 000 ton
geëxporteerd, waarvan 50 naar Engeland.
Wanneer wij nader geïnformeerd willen zijn over de afzet van zaai-uien op de Engetee markt,
dan dienen wij ons in de eerste plaats af te vragen hoe groot de eigen produktie is.
DE ENGELSE PRODUKTIE.
DE eigen Engelse produktie van zaai-uien is in
verhouding tot de behoefte gering. Tabel 1
geeft een indruk van de geproduceerde hoeveel
heden vanaf 1951.
Tabel 1.
De Engelse produktie van zaai-uien.1)
Jaar Areaal Produktie per ha Totale produktie
1951 1460 ha 18,6 ton 27.00») ton
1952 1660 ha 24,1 ton ,40.000 ton
1953 2060 ha 26,2 ton 54.000 ton
1954 1620 ha 21,3 ton 35.000 ton
1955 1500 ha 20,3 ton 30.500 ton
1956 1740 ha 23,9 ton 41.000 ton
1957 1260 ha 24,2 ton 30.500 ton
De oogst begint in Engeland in augustus. Over
het algemeen is de houdbaarheid van het Engelse
produkt zeer matig.
Dit heeft tot gevolg, dat de eigen uien het eerst
worden geconsumeerd en dat na 1 december ge
woonlijk weinig meer van de eigen oogst wordt
aangevoerd.
DE ENGELSE IMPORT.
NAAST het vaststellen van de eigen produktie is
voorts van belang te weten, hoe groot de jaar
lijks behoefte is en hoe in deze behoefte wordt
voorzien.
In het navolgende zullen wij hierop nader in
gaan.
Tabel 2 geeft ons inzicht in de totale Engelse im-
portbehoeite en in de hoeveelheden die door de
verschillende exportlanden aan Engeland worden
geleverd.
Tabel 2.
Invoer Zaai-uien in Engeland (in tonnen):
Jaar Nederland Spanje Egypte
1951/'52 53.360 46.70») 27.500
1952/'53 *6.766 40.000 32.900
1953/'54 50.300 34.200 56.100
1954 '55 45.700 53.700 38.600
1955/'56 50.600 60.200 35.800
1956/'57 55.700 52.500 11.100
1957/'58 67.500 50.400 17.400
Chili
4.100
12.800
6.400
13.100
12.400
9.800
13.800
Polen
3.100
7.500
5.400
9.300
4.500
4.000
Italië
8.400
21.200
Overige landen
24.400
6.100
18.500
3.700
26.000
4.200
Totaal
159.000
140.000
147.000
175.000
172.000
168.000
178.500
Uit de tabel blijkt, dat Nederland een belang
rijke plaats op de Engelse markt inneemt.
Onze belangrijkste concurrent is Spanje en na
ihalf maart Egypte. Verder worden regelmatig
uien uit Chili en Polen ingevoerd, terwijl de laat
ste twee jaren_ook Italië uien aan Engeland levert.
Om een duidelijk inzicht in de Engelse afzet
markt te verkrijgen moeten drie afzetperioden wor
den onderscheiden:
1, de periode september t m december, waarin
naast buitenlandse de door Engeland zelf
geproduceerde uien aan de markt komen;
2, de periode van januari t/m maart, waarin
praktisch alleen sprake is van buitenlandse
uien. In deze periode wordt uit verschillende
landen geïm|>orteerd,'
3, de periode april t/m mei, waarin de Egyptische
uien domineren.
In tabel 3 worden de geïmporteerde hoeveel
heden per periode vermeld.
Tabel 3.
Invoer zaai-uien in Engeland per periode
(in tonnen)
le periode 2e periode 3e periode
(sept. (jan. (april
t/m t/m t/m
Jaar dec.) mrt.) mei) Totaal
1951 '52 58.000 64.000 37.000 159.000
1952/'53 38.000 61.000 41.000 140.000
1953/'54 39.000 59.000 49.000 147.000
1954/55 63.000 66.000 41.000 147.000
1955/'56 72.000 69.000 31.000 172.000
1965/'57 67.000 59.000 42.000 168.000
1957/'58 76.300 65.800 36.400 178.500
Ï|E Engelse eigen produktie was in de oorlogs-
jaren sterk toegenomen. Na de oorlog was ter
bescherming van deze hoge produktie in een be
paalde periode geen invoer meer toegestaan of ge
bonden aan een bepaald kwantum. De produktie
In aansluiting op het artikel, „De Nederlandse
export van zaai-uien naar West-Duïtsland"be
schrijft drs. F. H. Bom deze export naar Enge
land. Hieruit blijkt, dat Nederland niet alleen
op de West-Duitse afzetmarkt van zaai-uien,
maar ook de Engelse markt, pas sedert kort de
invloed ondervindt van Italiaanse activiteiten.
De belangrijkste concurrent van ons land (dat
32 van de invoer voor haar rekening neemt
is Spanje op deze markt.
nam echter geleidelijk weer af en in 1953 werd de
uienimport weer geliberaliseerd.
Als gevolg hiervan zien. wij een sterke stijging
van de totale invoer optreden.
Uit tabel 3 blijkt voorts:
dat de stijging van de import voornamelijk
plaats heeft in de eerste afzetperiode;
b, dat er in de 2e en 3e periode een vrij stabiele
importbehoefte is. Deze bedraagt voor de 2e
periode 60.000 a 70.000 ton en voor de 3e pe
riode 30.000 a 40.000 ton;
c. dat de laatste drie jaren de importbehoefte ih
de le periode ook tamelijk stabiel was. Deze
bedroeg gemiddeld ongeveer 70.000 ton.
In het bovenstaande werd de vraag naar de
grootte van de Engelse importbehoefte en de ver
deling van de aanvoer over de verschillende perio
den beantwoord, het is bovendien van belang om
te weten door welke landen yi de behoefte per pe
riode wordt voorzien.
Tabel 4 geeft hieromtrent nadere informaties.
Tabel 4.
Invoer zaai-uien in Engeland Per periode,
per land van herkomst -)
(in procenten totale import, gemiddelde over
1952 t/m 19571:
le periode 2e periode 3e periode
(sept. (jan. (april
t/m t/m t/m
Jtaar dec.) mrt.) mei) Totaal
Nederland 14 17 1 32
Spanje 17 11 2 30
Egypte 4 14 18
Over. landen 4 8 8 20
35
40
25
100
In ons iand worden jaarlijks een groot aantal
rundveefokdagen gehouden. Deze toondagen zijti
voor de fokkerij van grote betekenis. De rang
schikking op de keuring van de ingezonden die
ren is voor de inzenders een aanwijzing welke
plaats is bereikt in de voortgaande ontwikkeling
van de kwaliteitsverbetering. De onderlinge ver
gelijking geeft de inzenders en bezoekers de ge
legenheid hun veekennis te verrijken. Deze ken
nis is noodzakelijk om tot een voortgaande ver
betering te komen.
Dit te paren met liefde voor de fokkerij en met
een vast fokdoel kan het gewenste resultaat
leveren.
Verbetering van het exterieur dient gepaard
te gaan met goede productie-eigenschappen. Van
dieren met typische kenmerken en een voldoen
de mate van fijnheid kan dit worden verwacht,
In de na-oorlogse jaren is in Zeeland de be
langstelling voor een rationele fokkerij belangrijk
toegenomen. Dit resulteert zich in het tot stand
komen van jaarlijkse fokdagen.
Verschillende bedrijven hebben uit aankopen
van elders een goede grondslag in de fokkerij
gelegd. De uitbouw is in ruime mate tot ontplooi
ing gekomen. De fokdagen zijn hiervoor belang
rijke schakels. Voor het bevorderen van afzet
zijn deze fokdagen als reclame onmisbaar.
In 1959 zijn in Zeeland al fokdagen gehouden
te Aardenburg, Poortvliet en Zierikzee.
Op 4 plaatsen staat dit binnenkort nog te ge
beuren, n.l.
Middelburg
Goes
Oostburg
Axel
27 augustus
1 september
23 september
24 september
inT de hierboven vermelde opstelling zien wij dat
Nederland de belangrijkste importeur is van
zaai-uien op de Engelse markt, het wordt hierbij
op de voet gevolgd door Spanje. Zowel Nederland
als Spanje leveren praktisch alleen in de eerste en
de tweede periode. In de maanden april en mei is
Egypte daarentegen verreweg de belangrijkste
leverancier.
Evenals op de Duitse markt domineren ook hier
na half maart de Egyptische uien volkomen. Deze
zijn dan van betere kwaliteit dan de Nederlandse
en Spaanse uien, zodat voor deze landen geen afzet
meer mogelijk is. In de eerste periode wordt
voorts regelmatig een kwantum uien afgenomen
van Polen, in de tweede periode van Chili, de im
port uit de overige hiervoor reeds genoemde lan
den heeft een meer incidenteel karakter.
Samenvattend kan t.a.v. de afzet van zaai-uien
naar Engeland het volgende worden opgemerkt:
1. Engeland heeft de laatste jaren een vrij con
stante importbehoefte. Deze bedraagt voor de
maanden januari t/m maart 60.000 a 70.000
ton en voor de maanden april t/m mei 30.000
a 40.000 ton. (Tabel 3.)
2. Door de liberalisatie van de invoer in 1953 is
de import in de eerste periode (september
t/m december) belangrijk gestegen. Ook in
deze periode was de importbehoefte de laatste
jaren echter vrij stabiel en bedroeg gemiddeld
70.000 ton. Tabel 3.)
3. De belangrijkste concurrent van Nederland
op de Engelse markt is Spanje. (Tabel 2.)
4. Na half maart is geen export van Nederlandse
uien naar Engeland meer mogelijk door de
aanvoer van Egyptische uien, die dan van
betere kwaliteit zijn (tabel 4). De laatste jaren
is de aanvoer van Egyptische uien onder in
vloed van politieke spanningen echter be
langrijk afgenomen. (Tabel 2.)
5. Sinds kort levert ook Italië belangrijke hoe
veelheden uien aan Engeland (tabel 2). Dit
betekent dat wij in de toekomst niet alleen op
de Westduitse afzetmarkt van zaai-uien, maar
ook op de Engelse markt de invloed van de
Italiaanse concurrentie zullen ondervinden.
F. H. BORN, ec. drs.
De toemende belangstelling voor de fokkerij
schept goede beloften voor de toekomst. Inzon
derheid op Walcheren is de basis voor een doel
matige fokkerij belangrijk uitgestoeid.
Het aantal inschrijvingen is hier groter dan
ooit te voren. Ook voor de andere gebieden is
een zeer goede belangstelling voor de inschrij
vingen.
De uitbouw van de fokkerij zal pas goed tot
zijn recht komen wanneer een groot aantal niet-
inzenders deze fokdagen bezoeken en de verrich
tingen van nabij volgen. Daar deze fokdagen een
aanwijzing zijn voor het gewenste foktype en
toekomstige fokrichting is het kennis nemen
hiervan noodzakelijk om bij te blijven.
Mogen deze fokdagen een ruime publieke be
langstelling genieten.
J. H. LANTINGA.
De produktie van fosforzure voederkalk uit fos».
forzuur vond tot nu toe niet in Nederland plaats.
Mede met het oog op de toenemende belangstelling
voor dit produkt van de zijde van de mengvoeder
industrie in Nederland en in het buitenland heeft
de Eerste Nederlandsche Coöperatieve Kunstmest»
fabriek te Vlaardingen besloten fosforzure voeder-
kalk (dicalciumfosfaat) aan haar reeds uitgebreide
produktieprogramma toe te voegen, zo wordt ons
van deze zijde medegedeeld. Het ligt in de bedoeling
dit produkt zowel op de binnenlandse markt als irr.
het buitenland af te zetten.
Bron: Centraal Bureau voor de Tuinbouwvei
lingen.
Zie ook „Produktie en afzet van zaai-uien", Be
drijfseconomie Mededeling no. 28 van het L.E.I.
(Advertentie)
is de nieuwe halflange
breedblad stoppelknol
De Novitas stoppel knol kreeg
het hoogste waarderingscijfer
voor resistentie tegen knol
voet.
Daarom: vraag uw Land bouw
vereniging - voor uitzaai
op met knolvoet besmet
te percelen - uitsluitend
naar NOVITAS!
CENTRAAL BUREAU i.
■tuiree* mij«' ioiUGs mï, «omici»