Confédération Européenne de
1'Agriculture C.E. A.
ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND
549
BOEKEN
ZATERDAG 11 JULI 195»
L.J.6. en Z.P.M.
AFDELING KRUTNINGEN
1». J. GU en Z. P. M.-leden der Afdeling
Krumingen, U komt toch ook naar ©na
ZOMEKA YON DFEEST
in Krmningen?. Volgende week, zater
dag 18 juli a.s., verwachten wij U in
hertel „De Korenbeurs."
Bet belooft dan ook een gezellige
avond te worden met het dansorkest
„The Crescendo Boys" uit Ossendrecht.
Entree 1,Introdtxrtie w toegestaan.
Aanvang 7.30 uur; zaal open 7 uur.
"Geschiedenis van de Nederlandse
literatuur. Door Dr. J. C. Brandt
Ccnrsthfls.
Negen hoofdstukken in dit Prisma-
boek, die elk een periode van een eeuw
behandelen. Wie gevoel voor „de let
teren" heeft, zal deze literatuurge
schiedenis zeker kunnen waarderen.
Uitmuntend als prijs voor 'ïi voor
drachtwedstrijd.
Goden van de Engelenbak. Van Gijs-
brecht tot Buziau), door Henk Suèr.
Wonderlijke zaak: Gijsbrecht en Bu
ziau samen aan te treffen. En toch
niet zo erg verwonderlijk in dit Prisma-
boek, dat eigenlijk een anecdotisch
overzicht is van het gebeuren op ons
Nederlands toneel. Het hoek is ver
zorgd geïllustreerd en wordt alle lief
hebbers van de planken (en wie is dat
Met?) van -.harte aanbevolen!
lofesï Dickson Canr: De moord' met
het scheermes.
Een bijzonder ingewikkeld detec
tive verhaal, zich afspelend aan boord
'/an een oceaanstomer. Dit Priflhia-
boek van de zeer vruchtbare Engelse
schrijver John Dickson Carr (die zich
soms ook Carter Dickson noemt),, werd
piet overal vlekkeloos vertaald.
A. E. Cherbulier: Joh. Seb. Bach.
Een Prisma-boek voor onze muziek
liefhebbers. En ook voor hoi, die dit
willen worden. Goed geschreven, met
een zeer grote kennis van zaken.
En wat bijzonder knap is: de schrij
ver legt het verband tussen de levens
loop van Bach, de tijd waarin hij leef
de, en de scheppingen van de „oer
vader van alle muziek".
P. G. Wodehouse: Mickey Mouse en
het Parelsnoer.
Weer een Prisma Wodehouse waar
in men voor 1,25 (de prijs van alle
Prisma-boeken) alweer van een schep
ping van de meester van de Engelse
humor kennis kan nemen. Pretentie
loze humor van de bovenste plank!
Ver keer stip van de maand
Zjjt gij genoodzaakt in de lengte
richting van een rijbaan te lopen, doe
dit dan aan de linkerhelft.
Het verkeer komt U tegemoet en
V kunt tfldig uitwijken.
De internationale bestuurstafel bij de C. E. A.-conferentie
van 28 april2 mei kT.
Redactie: C. J. van Damme, L. Hage, M. de Jager, A. Deist, M. Murre, Z. Poppe en M. JUsseeuw.
Hoofdredacteur: A. J. Klaassen, Telef 01100—2345 (kantoor).
Redactie-adres: Landbouwhuis, Goes.
ter bestudering van de problemen door
voornoemde sprekers naar voren ge
bracht. Hierbij hield men steeds de ge
dachte voor ogen: Welke voorlichten
de taak hebben onze landbouwjonge-
renrorganisaAies om de technische en
economische vraagstukken in de land
bouw mede helpen op te lossen?
Men kwam algemeen tot de conclu
sie» dat de voorlichtende taak der jon
geren-organisaties uit de volgende
punten bestaat:
lie. Internationale samenwerking sti
muleren.
2e. Organiseren, van avondcursussen
en studiegroepen.
3e. Conferenties en uitwisseling van
jongeren in Europees verband
(men leert elkanders, moeilijk
heden en problemen beter ken
nen).
4e. Houden van clubavonden en het
instellen van discussiegroepen.
5e. Vorming van de leden en verho
ging van het cultureel perl.
6e. Verspreiding van vaklectuur.
ri zich een beeld te kunnen vormen
omtrent de opzet, activiteit en
werkwijze der landbouwjongeren-otga-
nisaties in de verschillende landen van
EUropa, gaven Mr. Gregor uit Schot
land en de heer Federico uit Spanje
een korte uiteenzetting over hun orga
nisatiewerkzaamheden.
Uit hun betoog bleek, dat beide or
ganisaties veel aandacht besteden aan
de onderwpsvorming en vakopleiding
van haar leden, door het organiseren
van avondcursussen, studiegroepen en
het oprichten van landbouwpractük-
seholen. Voorts schenkt men speciale
aandacht aan de algemene ontwikke
ling en culturele vorming der leden,
door het instellen van discussies en
quiz, plaatselijke organisaties worden
voorzien van goed ingerichte bibliothe
ken en in Spanje schakelt men zelfs
voor dit werk op grote schaal film en
televisie in.
Om onze buitenlandse gaste» enigs
zins een indrak te geven van onze Ne
derlandse landbouw en haar ontwik
keling, stond ook oen excursie naar
de hei verkavelde gebieden in. ée kom-
gronden en de Noord-Oostpolder
het programma. Algemeen was me»
enthousiast over het hoge ontwikke
lingspeil van de landbouw in deze ge
bieden en de gunstige rentabiliteit van
de bedreven en men had waardering
voor het grootse werk door die Neder
landse Staat in deze gebieden vesricJMt.
In de laatste zitting der conferentie
werd o.a. de aandacht gevestigd op het
volgende probleem: de kadervorming
van onze landbouwjongeren, die moge
lijk in de toekomst een belangrijke
functie bij hun organisatie zwtten gaan
vervullen. Men deed de suggestie te
komen tot het gezamenlijk oprichten
van een internationaal permanent stu
die-centrum. Hiervoor zouden eventu
eel studiebeurzen ter beschikking ge
steld kunnen worden.
Nadat men het tijdstip en het pro
gramma der volgende conferentie, die
in 1960 in Spanje zal plaatsvinden,
vastgesteld had, beëindigde de voorzit
ter, de heer Massau, de conferentie
met de woorden: «Ik hoop dat deze
conferentie zal bijdragen tot meerdere
internationale samenwerking, vertrou
wen en wederzijds begrip der land
bouw jongeren-organisaties in Europa.
Ik wens een ieder een voorspoedige
thuisreis en tot weerziens in Spanje".
VAN 28 april tot 2 mei hield de
C. E. A. haar jaarlijkse internatio
nale conferentie van Europese land-
bouwjongeren-organisaties te Qoster-
beek.
Hier waren de vertegenwoordigers
van de diverse landbouwjongeren-orga-
nisaties. uit 11 landen van Europa bij
eengekomen om gezamenlijk de proble
men te bestuderen,, die voortvloeien
uit de steeds toenemende technische
en economische ontwikkeling in de
Europese landbouw en zich te beraden
over de plaats en taak, die de land-
bouw jonger en- organisa ties hierin die
nen in te nemen.
Want wij dienen ons te realiseren,
dat wanneer over een tiental jaren een
verenigd Europa tot stand gekomen is,
de landbouworganisaties en in het bij
zonder de jongerenorganisaties in de
verschillende Europese landen elkander-
tijdig zullen moeten benaderen om ge
zamenlijk georganiseerd in één Euro
pese landbouworganisatie, de techni
sche en economische ontwikkeling in
de landbouw te stimuleren en mede
helpen te ontwikkelen en zich te be
raden over een economisch juist geleid
Europees landbouwbeleid, dat zijn.
vruchten afwerpt voor elk land afzon
derlijk. (Wie de jeugd heeft, heeft dfi
toekomst.)
Nadat de voorzitter dier conferentie,
de heer Massau uit Brussel, de aanwe
zigen verwelkomd had en in het bij
zonder hierbij noemde de heer
Ir. Knottnerus, voorzitter van het
K. N. L» CL, verklaarde deze de confe
rentie voor geopend en gaf het woord
aan Mr. Middel we er th^ secreetarig van
de KN.R T. B., die sprak namens de
drie Nederlandse landbouworganisaties
en zei te hopen, dat de conferentie aan
zijn. doel zou beantwoorden en men tot
een meer vruchtbare internationale
samenwerking zou komen.
Voorts kregen in de dagelijkse zit
tingen der conferentie verschillende
sprekers het woord en hierbij zullen
wij er enkele voor U aan het woord
laten.
De heer Ir. Malipaard behandelde
het thema, de technische en economi
sche aspecten van het landbouwbedrijf
in Europa en schonk daarbij bijzondere
aandacht aan het kleinere landbouw
bedrijf.
Spreker bracht o^a. naai- voren dat
op het kleine landbouwbedrijf de pro
ductiviteit per persoon te laag is en
de inventarisatie-kosten per ha te
hoog, vooral 'm de zuidelijke landen
van Europa, daar in deze landen veel
al de technische kennis e» economische
voorlichting op de kleinere landbouw
bedrijven ontbreekt. In dit verband
wijst spreker erop, dat de organisaties
meer aandacht moeten schenken aan
het landbouwonderwijs en de mogelijk
heid dienen te' bestuderen om het land
bouwonderwijs verplicht te stellen.
Spreker kwam tot de conclusie dat
de toekomstige Europese markt een
verbetering voor de positie van de in
dustrie inhoudt, maar dat dit voor de
landbouw in enkele landen een open
vraag blijft.
Voorts dat de vooruitgang in de
landbouw opgesloten ligt in een steeds
verder doorgevoerde mechanisatie^
waardoor de zeer kleine landbouwbe
drijven echter in een moeilijke positie
zullen komen, door gebrek aan kapi
taal, te hoge mechanisatiekosten per
ha en een afnemende productiviteit
per arbeider.
Vervolgens sprak Ir. Laermans uit
België over de problemen der bedrijfs
voering en de beloning van de land
bouwer.
Spreker wijst op de veelvuldige taak
van de huidige landbouwer. Hij dient
te zijn specialist, handelaar, denker en
econoom.
Het inkomen van de landbouwer
wordt beheerst door drie productie
factoren:
le. Winst.
2e. Rente van het geïnvesteerde
kapitaal.
3e. Beloning van de arbeid der ge
zinsleden.
Wü weten, zo betoogde spreker, dat
het inkomen van de landbouwer in de
laatste jaren een dalende lijn vertoont,
terwijl de bedrijfskosten elk jaar stij
gen. Wanneer wij de rente van het ge-
investeerde kapitaal in een landbouw
bedrijf vergelijken met de kapitaals
rente geïnvesteerd in onze industrieën,
dan zien wij dat de landbouw wel zeer
schraal wordt beloond.
Willen wij komen tot een betere ren
tabiliteit van het landbouwbedrijf, dan
moeten wij o.m. overgaan en ons aan
passen aan de huidige mechanisatie-
mogelijkheden en ons niet laten ver
blinden door een verouderde traditio
nele bedrijfsvoering. De Europese land
bouwer van vandaag en van de toe
komst moet met gelijke tred de mecha
nisatie volgen om te kunnen blijven
concurreren met zijn producten op de
wereldmarkt.
Aldus de heer Laermans.
Na het aanhoren der sprekers werd
de zitting beëindigd en ging men over
tot het vormen van discussie-groepen,