EEN BLIK Reisleidster biedt zich aan in 't Landje van Cadzand 481 ZATERDAG 13 JUNI 1359 men in Breskens van de boot stapt, komt men in een stukje Nederland, dat men vroeger „vergeten hoek'" noemde, maar dat nu door het vreemde lingenverkeer in binnen- en buitenland bekend begint te worden. Over West Zeeuwsch-Vlaanderen, ook wel genoemd het „Landje van Cadzand", wil ik U iets vertellen. We zullen maar beginnen bij het dorp waar men aan land komt, nl. Breskens, of Bresjens zoals de bevolking het pleegt te noemen. Eertijds was dit een vrije Heerlijk heid, waarbinnen de heer zijn eigen rechts- en bestuursmacht kon uitoefenen. Ook Breskens deelde in het krijgslot der overige steden van deze streek. Napoleon liet er nog verster kingen aanbrengen. Een gedeelte van de bevolking lééft van de visserij, die met ongeveer 25 schepen wordt beoefend. Garnalen, platvis en schar dijn worden gemijnd, terwijl het zogenaamde „puf", het kleine grut, verwerkt wordt tot vee voeder in een fabriekjke, dat berucht is om zijn stank. Een kilometer of 5 verder ligt Schoondijke. Vroeger heette dit dorp Vulendike, zodat het wel een ware gedaantewisseling moet hebben onder gaan. Schoondijke is in het bezit van een Lagere Landbouwschool, een Mid delbare Landbouwschool, een Land- bouwhuishoudschool en een Praktijk school voor Landbouwmechanisatie. Het centrale punt van West Zeeuwsch-Vlaanderen is wel Oost burg. Hier bevinden zich verscheidene scholen, zoals Lyceum, R.K. H.B.S., 2 U.L.O.'s en een Technische School. Ook is het hier iedere woensdagmid dag markt. Vroeger stond er hier een grote kerk, de Sint Bavokerk. Tegenwoordig herinnert nog slechts een enkele naam als Sint-Bavogang, Oude Kerkstraat en Torenweide aan de plaats waar in Oostburg de grote kerk stond. Daar naast was hier ook een tweede kerk: gewijd aan de Heilige Eligius. Oor spronkelijk was het een kruiskerk met koor uit de 15e eeuw, dat in 1606 een herstelling onderging. Schip en toren stortten in 1631 in. Een dwarspand bleef over en deed dienst als kerk voor de Hervormden. De sacristie werd consistoriekamer. Bovenop kwam een klein torentje met windwijzer en kruis dat in 1724 af brandde en daarna enige malen werd hersteld. In de laatste wereldoorlog v/erd hij helemaal verwoest. Nu is er een nieuwe Herv. Kerk. TTen ander dorp in het Landje van ■*-" Cadzand is Biervliet. Nee, het is niet zo heel erg, als men het spreek woord hoort dat een Biervlietenaar tweemaal zijn mes mag trekken. Het wordt namelijk gebezigd om aan te tonen, dat men als gast op herhaalde uitnodiging andermaal zijn mes mag opnemen en de maaltijd hervatten. Blijft men bedanken, dan zegt men: Ik ben geen Biervlietenaar. Op de toren van Biervliet staat niet de traditionele haan, maar een haring. In Biervliet immers leefde Willem Beukelszoon, de man die het haring kaken uitvond, zodat van Biervliet uit de vis, die Hollands Roem zou worden, zijn grote opgang heeft beleefd. pen dorp met typische gewoonten is IJzendijke. Het is een feit, dat men altijd een grote belangstelling heeft voor eikaars wederwaardigheden op een dorp. De belangstelling is in het algemeen zeer groot bij geboorten, hu welijken en sterfgevallen. Ook als iemand wat lang vrijgezel blijft, wordt er onder de dorpsgenoten gesproken: Zou die nog niet trouwen, hij wordt toch al haast dertig Juist die leeftijdsgrens is in IJzen dijke het kardinale punt. Er bestond hier namelijk een grote houten sleutel, van ongeveer 1 meter lengte en zwart geschilderd. Hij droeg de naam van de „Sleutel van de Osseweide". Wanneer nu één der dorpsgenoten, meestal een jongeman, 30 jaar werd voordat hij in het huwelijksbootje was gestapt, v/erd hem deze sleutel over handigd. Dat ging dan uit van de be zitter van de sleutel. Deze moest die zc spoedig mogelijk zien kwijt te raken aan een opvolger. Op de bewuste dag versierde hij de sleutel, meestal werd er een pop van gemaakt, een baby of een oude juffrouw, en dan werd de schooljeugd in de arm genomen. Zoveel mogelijk schooljongens wer den er bijeen getrommeld en al zin gend, met de sleutel voorop, trok men dan het gehele dorp door, zodat het meestal een grote stoet geworden was als men bij het slachtoffer kwam om de sleutel af te geven. Iedereen wilde graag weten wie de „Ossenweide" b;nnenging. Dit gebruik bestaat nog, al schijnt de sleutel niet meer te be staan. IJzendijke is door Prins Maurits ge sticht. Het ruime marktplein herinnert aan de vroegere aanleg als vesting. Tegenwoordig wordt er 's zaterdags een graanmarkt gehouden. TlTest Zeeuwsch-Vlaanderen is ook in het bezit van enkele bad plaatsen, waarvan Cadzand de grootste is. Het plaatsje zelf is oud, maar aan de kust is er als het ware een apart dorp gebouwd. De hotels en villa's rijzen er als paddestoelen uit de grond. Een andere badplaats is Nieuwvliet, meestal Sintepier genoemd. Deze naam is te danken aan de kapel van de Heilige Petrus die hier vroeger ge staan heeft. Nu nog bestaat er een Kapelleweg. Van Sintepier wordt er nog een aardige anekdote verteld. Ter gelegenheid van de aanstelling van een nieuwe burgemeester hadden de be woners van het dorp een erepoort opgericht. Maar het was zo'n klein boogje, dat de mensen er een „Hoen- dervalle", een kippenhok in zagen. En sinds dat ogenblik dragen de Sintepierenaars de naam van „Hoenders" en het plaatsje „de Hoen- dervalle". ,|,ot slot nog iets over de stad Aarden- burg, die op het ogenblik in ieders belangstelling staat. Aardenburg ge niet een grote vermaardheid door de bolders of bollengooiers. Het „bollen- gooien" is een volksvermaak, meest voor de volwassen mannen, dat veel overeenkomst vertoont met het „beu gelen" van Zuid-Limburg. Men ge bruikt een grote, zware bal soms wel 5 kilo zwaar die op bepaalde manieren door een ijzeren beugel moet worden gedreven. In Aardenburg staat de grote Sint Baafskerk, vroeger een Rooms Katho lieke kerk, nu een Nederlands Her vormde kerk. Ieder jaar wordt hier Bach's Matthaus Passion uitgevoerd. Ook hebben hier verschillende zeer knappe mensen geïeefd. Als eerste noem ik G. A. Vorsterman van Ooyen, eens hoofd der school in Aardenburg, schrijver van boeken op het gebied van land- en tuinbouw, veeteelt en zuivel bereiding. Oprichter van de Maat schappij tot Bevordering van Ooft- en Tuinbouw in Zeeuwsch-Vlaanderen, lid van de Tweede Kamer en Pro vinciale Staten. Op de markt staat een standbeeld van hem. Thans kan men in Aardenburg de man ontmoeten, die zich eens op een poolreis onderscheidde Sjef van Dongen de burgemeester. Daar is b.v. ook nog Jan Nieuwenhuijzen, de Doopsgezinde, die zo menigmaal het woord richtte tot de Mennisten van Aardenburg. Hij stichtte in 1784 het nog steeds bestaande „Nut" oftewel Nut van het Algemeen. Een andere man uit Aardenburg is A. J. Smit van den Broecke, die als Adelborst begon, het bracht tot Vice-Admiraal en Mi nister van Marine in het Ministerie Van Hall van Reenen. Op een expeditie naar Bali verdiende hij de Militaire Willemsorde en later werd hij aan gesteld tot Adjudant van Koning Willem III. En tot slot nog Ds. Pattist, die de woorden van het Zeeuwsch- Vlaamse volkslied geschreven heeft. Uit dit alles blijkt wel dat „Het Landje van Cadzand" geen vergeten hoek is. WILLY RIJCKBORST. rr dit artikeltje bied ik me aan als reisleidster door West Zeeuwsch-Vlaanderen voor hopelijk vele Z. P. M.'sters en L. J. G.'ers. Gaat U ermee akkoord Oké, dan starten we nu. We beginnen bij de boot, die door zijn geregeld contact een deel van onze streek is geworden. Er zijn twee kansen. Het kan zo overweldi gend druk zijn, dat de kleinere boot ook vaart, zodat U bij de oude aan legsteiger komt en daarom door Bres kens moet rijden. Dit heeft tot voor deel dat U meer van deze vissersplaats ziet. Direct rechts de vismijn, de vis sersvaartuigen, de graansilo en de kade, waar de bieten in het najaar aangevoerd worden om in de schepen geladen te worden. Links een rij res taurants en hotels, die de wachtende mensen een gemakkelijk zitje aanbie den. De tweede mogelijkheid is, dat de overtocht met de Prinses Beatrix wordt gemaakt. In de korte tijd dat U vaart, hebt U voldoende tijd om deze boot op Uw gemak te bekijken. Vergeet vooral de onderste salon met de houten banken niet, waar zulke leuke wandversierin gen zijn. En bent U hiermee klaar, dan kunt U buiten het grote havenwerk aan schouwen. De fuik, de parkeerplaats, waar o.a. de bus naar Aardenburg staat. Deze brengt U via Breskens, Schoondijke, Oostburg, Draaibrug naar de plaats van bestemming. Maar wanneer U met eigen ver voermiddel bent, dan raad ik U aan een andere route te nemen. Men rijdt niet zoveel om en ziet tevens iets meer van West Zeeuwsch-Vlaanderen. "Dreskens laten we dan links liggen. Wij rijden tot we in het net van wegen een A. N. W. B. -richtingsbord naderen en slaan rechts af, richting Groede. Van een heel eind zien we de toren van de Ned. Herv. Kerk staan; de hoogste uit de streek. In het dorp gekomen, zien we het mooi gelegen en gebouwde gemeentehuis. Even buiten deze plaats, enkele kilometers van de rijweg, ligt tussen de bomen het her tenpark. De bunkers zijn door be planting grotendeels aan het oog ont trokken en dienen als verblijfplaats voor de herten. In de zomer trekken toeristen, waaronder veel buitenlandse, naar dit rustig oord. We naderen nu Nieuwvliet. Hier ziet U de wegwijzer naar een kampeerboerderij, zoals er hier ver scheidene zijn. De zomergasten ge nieten van het prachtige strand en de schorren. Aan een zijweg vóór Potjes ligt rechts in de diepte het Vormingscen trum „Hedenesse". De bunkers zijn ge wit en hebben rode puntdaken ge kregen, zodat ze nu een vrolijke aan blik bieden. Hier komen tegenwoordig soms 5000 bezoekers per jaar om cur sussen enz. te volgen. Het nu volgende stuk rijweg geeft weer kans om de op het veld staande gewassen te bekijken. Ij. J. G.-ERS AFDELING GROEDE, kunnen zich voor het jaarlijkse proef- veldbezoek dat op donderdag 25 juni 1959 platas zal vinden opgeven vóór 20 juni bij F. J. B. DEES, Hoenderweg W 88, Groede (Tel. 314). Vertrek om 1 uur van de Markt te Groede. DE AFD. STEENBERGEN v. d. Jongerenorganisatie der Noord- Brabantse Mij. van Landbouw organi seert op zaterdag 20 juni 1959 een oriëntatierit voor auto's, motoren en scooters; afstand 4 5km, start om 6 uur bij hotel „Concordia" te Steenbergen. Opgaven bij de heer H. KARDUX, „De Slinger", Steenbergen. Na afloop gelegenheid tot dansen. De volgende plaats die aan de beurt is, is een toeristenplaats, nl. Sluis. Links voor de kom van de gemeente ligt Rozenoord, het tehuis voor ouden van dagen. Iedere zondag staan de straten van Sluis vol met buitenlandse, waarvan veel Belgische auto's. De winkels mo gen de hele zondag open zijn en dit wordt door het publiek zeer op prijs gesteld. De straten zijn nauw en met klinkers bestraat, zoals dit vroeger ge bruikelijk was. De bouw van het stadhuis nadert zijn voltooiing. Het wordt geheel in oude stijl opgetrokken. De molen, waarlangs U deze stad verlaat, blijkt voor buitenlanders een attractie, ge zien de jaarlijkse duizenden bezoekers. Slaat U voorbij de molen rechtsaf, dan komt U na enige tijd rijden bij de Elderschans, een onderdeel van do tentoonstelling. Maar de betonnen rijweg gaat via Draaibrug naar Aardenburg. Buiten Draaibrug staat rechts de N.V. Stoom- maatschappij BeskensMaldegem. Links voor Aardenburg staat een steenfabriek. Hierna ziet U bomen aan weerszijden van de weg, wat in onze streek niet veel meer voorkomt. Rechts in de verte tussen het groen van de bomen is het tentoonstellingsterrein. Vlak bij het terrein ligt de melk fabriek. Als U tijd over hebt, doorkruis dan Aardenburg, om de Kaaipoort, het stadhuis, de Sint Baafskerk en het standbeeld van de heer G. A. Vorster man van Oyen te bewonderen. Hier laat ik U alleen en wens U een prettige dag toe. Op de terugreis 's avonds wordt waarschijnlijk de kortste route ge nomen, nl. Draaibrug, Oostburg, Schoondijke, Breskens. Tot Oostburg hebt U, zowel links als rechts, weiden en landbouwgewas sen. Bij de Technische school komen we aan de eerste van de vele scholen die Oostburg bezit. Rechts in de bocht ligt het water natuurreservaat „Het Grote Gat". We rijden door en zien links de R.K. Hogere Burger School met ervoor een standbeeld dat voorstelt: De leraar die zijn leerling opheft naar de boom der kennis. Voordat U de weg naar Schoondijke inslaat, staat aan Uw linkerhand een groots gebouw, dat gedeeltelijk op pi laren rust. Dit is het gemeentehuis met zijn prachtige interieur. Het is voor bezoekers opengesteld en er wor den vaak exposities in de grote zalen gehouden. Maar we zijn rechts gereden door de Burchtstraat, een: winkelstraat. Rechts op het plein wordt iedere woensdagmiddag markt gehouden. Te genover de markt ligt de Eenhoornnut. Even verder staat rechts het polder huis van het waterschap „Het Vrije van Sluis" en weer verder het Open baar Koningin Wilhelmina Lyceum. Aan de rand van de gemeente staat de watertoren. Na steeds heen en weer gekeken te hebben, hebt U vijf kilometer een rus tig uitzicht. En dan komt Schoondijke. Indien mogelijk niet hard rijden, want anders vergeet U een belangrijk landbouwcentrum. Links vooraan staat de Landbouwhuishoudschool. Hier tegenover het Centraal Bureau voor landbouwwerktuigen. De Rijks- Landbouwwinterschool kunt U zien, wanneer U bij het kruispunt rechtdoor rijdt en de eerste straat links inslaat. Voor de kromming van de straat staat deze school met zijn ernaast gelegen proefveld. Deze straat komt recht op de Lagere Landbouwschool uit. Rechts af vervolgt U de weg naar Breskens. Op de vele lichtjes afgaande, komen we op hetzelfde punt van deze morgen. Nog een kort ritje en we zijn bij de boot. Hier neem ik afscheid van U en wens U een prettige thuiskomst en tot weerziens in West Zeeuwsch-Vlaande ren, waarvan ik U slechts een dee! heb laten zien. M. R.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1959 | | pagina 33