Regeringsverklaring en
Landbouw
OVERZICHT
Zeeuwse Landbouw Maatschappij
Algemene Vergadering
No. 2482 Frankering bij abonnement: Terneuzen
ZATERDAG 6 JUNI 1959
47e Jmmrgpmg
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
waarin opgenomen
DE BÖERENJEUGD
Officieel Orgaan van de
ZEEUWSE LANDBOUWMAATSCHAPPIJ
en de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP
ZEELAND
DE vorige week heelt dan de nieuwe Minister-President, Prol. De Quay,
Zijn regering aan de volksvertegenwoordigers uit de Tweede Kamer
v oorgesteld en tevens in de regeringsverklaring in grote lijnen het te voeren
beleid duidelijk gemaakt. Natuurlijk is er van alle kanten commentaar ge
leverd. Goedgunstig, welwillend, critisch en alwijzend, al naar mate de hoek,
waaruit dit commentaar kwam.
staan, omgebogen. Enkele van de ge
garandeerde produkten, die ervoor
moesten zorgen, dat de boer op het
goed geleide, economisch en sociaal
verantwoorde bedrijl zich een rede
lijk inkomen kon verschallen, werden
door Dr. Vondeling van een deel van
deze garantie berooid.
Wij herinneren aan de melkplas,
die slechts tot een hoeveelheid van 5
miljard kg werd gegarandeerd, aan
het ingevoerde gedeelde marktrisico
voor dit voor de veehouder zo belang
rijke produkt en aan de beperking
van de suikergarantie tot de in Ne
derland verbruikte hoeveelheid.
Hoewel de afzet van onze zuivel-
produkten de laatste maanden gun-
tig verloopt,.zijn de in het buitenland
te maken prijzen onvoldoende en daal
de overheid het verschil tussen deze
exportprijs en de garantieprijs moet
bijbetalen, zal dit ook dit jaar weer
een aanzienlijke som gelds kosten.
Het valt niet te verwonderen, dat
een nieuwe regering zich over een
landbouwbeleid, dat de schatkist veel
geld kost, wil beraden. Er is immers
een nieuwe Minister van Landbouw
en wat ten aanzien van de financiën
misschien nog belangrijker is, een
nieuwe Minister van Financiën. In dit
zich beraden, in een ernstige bezin
ning, uit onzes inziens dan ook niets
verontrustends.
'Dit kan wel het geval zijn in het
gebod, zoals Prof. De Quay zich uit
drukte, de voor de Overheid jaarlijks
IN deze kolommen willen wij slechts
trachten die passages te bespre
ken, die voor onze bedrijfstak land
bouw van belang zijn. Natuurlijk be
ginnen wij dan met de zinsneden over
het landbouwbeleid. Welnu, de eer
ste helft van het gedeelte, dat aan de
landbouw is gewijd luidt:
Een ernstige bezinning op het
te voeren garantiebeleid voor de
landbouw acht de regering nood'
zakelijk. Verlaging der daar-
mede voor de Overheid jaarlijks
verbonden kosten is geboden.
Hierbij moet met name worden
gedacht aan het producentensub
sidie op melk."
Reeds bij het debat, dat in de Twee
de Kamer door de voorzitters van de
verschillende fracties is gevoerd,
kwam van verschillende zijden naar
voren, dat de inhoud van deze passa
ge ongerustheid verwekte. Met na
me hebben dit gezegd de woordvoer
ders van de A. R., de C. H. U. en de
V. V. D.partijen dus, die geestver
wanten in deze nieuwe regering heb
ben.
VERKLAARBARE ONGERUST-
HEID.
WIJ kunnen ons deze ongerustheid
zeer goed voorstellen. Reeds on
der de vorige Minister van Land
bouw was het garantiebeleid, zoals
dat onder de heer Mansholt was ont-
op donderdag 18 juni 1959 des namiddags om 15.00 uur in de
St. Baafskerk te Aardenburg.
AGENDA:
1. Openingsrede door de Algemeen Voorzitter.
2. Notulen van de Algemene Vergadering van 15 decem
ber 1958-
3. Mededelingen en ingekomen stukken.
4. Verslag van de Financiële Commissie over het nazien
van de rekening en verantwoording over het jaar 1958.
5. Rekening en verantwoording over het jaar 1958.
6. Rondvraag.
7. Inleiding te houden door drs. M. C. Verbrug, directeur
van het E.T. I. in Zeeland over het onderwerp: Boven
en beneden de Schelde",
8. Gedachtenwisseling.
9. Sluiting.
Namens het hoofdbestuur der Z. L.M.
M. A. GEUZE, Voorzitter.
J. F. G. SCHLIN GEM AN N, Secretaris.
""N
Tengevolge van de droogte valt de aardbeienoogst ernstig tegen. Gezien
deze foto zou men dit wel niet zeggen, maar deze aardbeien worden ook
direct in een plukstandaard gedeponeerd, wat de kwaliteit van het aan to
voeren produkt ten goede komt. Men heeft thans in het werkgebied van de-
Veiling te Kapelle een aanvoer ter grootte van Vi van de normale, naar
men ons mededeelde.
verbonden kosten te verlagen. Hoe
wel een verlaging van de Overheids
kosten in het algemeen zeker toe
juiching verdient, zal het voor de
landbouw een moeilijk verteerbare
brok zijn, wanneer aan onze goed ge
outilleerde, zich steeds moderniseren
de bedrijfstak, wier kosten in verge
lijking met andere landen laag ge
noemd kunnen worden, een redelijk
inkomen wordt ontzegd.
Nu zal het zo'n vaart ook wel weer
niet lopen, gezien het tweede gedeel
te van de passage, die door de Minis
ter-President aan de landbouw werd
gewijd en die luidde:
„Het te voeren landbouwbeleid
zal overeenkomstig het ter zake
gestelde in het advies van de
Sociaal-Economische Raad zijn
gericht op:
1. het bevorderen van een zoda
nige netto-bijdrage van de
agrarische sectordat het na
tionale produkt door een zo
gunstig mogelijk gebruik van
de beschikbare produktieve
krachten zo groot mogelijk
wordt;
2. het bevorderen van een rede
lijk bestaan in de agrarische
sector.
TR zal dus wel degelijk gestreefd
^■worden de werkers in de land
bouw een redelijk inkomen te ver
schaffen. Maar „het bevorderen" is
nog weer iets anders dan „het garan
deren". Wanneer het bevorderen zal
inhouden het geven van garanties
voor bepaalde produkten, dan veran
dert er in het tot nu toe gevoerde
principe niets. Het is dan slechts de
vraag, die voor de boerenstand van
levensbelang is, waarop de regering
deze garanties denkt te baseren en
welke produkten er onder gaan val
len. Tenslotte blijft er de vraag of
men deze garanties moet geven in de
vorm van directe prijzen of in de
vorm van toeslagen per hoeveelheid
produkt of per ha.
REGERING EN S. E. R.-AD VIES
HET is voorlopig niet mogelijk een
antwoord te geven op de vraag,
welke richting de nieuwe regering
denkt in te slaan. In de regeringsver
klaring van de Minister-President is
niet meer te vinden, dan de voren aan
gehaalde zinsneden. In het advies van
de S. E. R., dat door Prof. De Quay;
als voorbeeld voor het te volgen be
leid werd genoemd, komen twee te
genovergestelde meningen naar vo
ren. Wij willen op de inhoud van dit
advies hier niet diep ingaan, daar het
in dit blad uitvoerig in een aantal ar
tikelen behandeld wordt door Ir.
Struikenkamp, secretaris van het
K. N. L. C. Maar in het kort komt het
erop neer, dat de ene helft van de
S. E. R.-commissie, die het advies aan
de Minister van Landbouw uitbracht,
de prijzen van de gegarandeerde pro
dukten wil baseren op de gemiddelde
kostprijs. Het systeem, dat wij tot
dusverre kenden en dat onzes inziens
als billijk te verdedigen valt.
De andere helft van deze commis
sie wil de prijzen van de gegarandeer
de produkten baseren op de kostprij
zen in de goedkoopst werkende gebie
den en dan toeslagen geven in de ge
bieden, waar de kostprijzen hoger
liggen.
Wij begrijpen deze andere helft wel
en vermoeden zo, dat dit de niet-agra-
rische helft van de commissie was.
Hun argumenten zijn, dat door dit
stelsel de garantieprijzen omlaag kun.
nen en aldus beter op onze buiten
landse afzetmarkten geconcurreerd
kan worden. Bovendien kunnen de
prijzen van het levensmiddelenpak
ket in eigen land omlaag. Voorts ont
staat er in de gebieden met een hoge
re kostprijs, de prikkel tot kost
prijsverlagende maatregelen over te
gaan, vooral wanneer men de toe-
(Vervolg op pag. 435}