389
BROUWGERST OOGST 1959
VRAAGSTUKKEN RONDOM DE
RUILVERKAVELINGEN
Tien jaar LP.O.-onderzoek
Chr. Lagere Landbouwschool
der Z.L. M. te Middelburg
Steun NU
ROODE KRUIS
ONGEVALLEN- EN
ZIEKENGELDVERZEKERING
BEZICHTIGING ZAAIZAAD-
VERDELINGSONDERZOEK
ZATERDAG 16 MEI 1959
TN een perscommuniqué van het Landbouw-
L schap dat wij in ons vorige nummer, pag. 371,
opnamen, werd een overzicht gegeven inzake de
stand van zaken met betrekking tot het brouw-
gerstbeleid 1959. Naar aanleiding van de daarin
gesignaleerde ontwikkelingen hebben de bij het
Centraal Bureau G.A. te Rotterdam aangesloten
coöperaties in de brouwgerstgebieden een brief
gestuurd aan de telers van brouwgerst. De tekst
van deze brief luidt als volgt:
UIT het persoverzicht van het Landbouwschap
blijkt dat er tussen het Landbouwschap en
het Centraal Brouwerij kantoor een grote mate
van overeenstemming bereikt werd t.a.v. een aan
tal essentiële punten het brouwgerstbeleid betref
fende. Het werd door beide partijen wenselijk ge
acht de grondstofvoorziening van de Nederlandse
brouwerijen met Nederlandse brouwgerst en een
redelijke prijsvorming op basis van ƒ28,20 voor
boerenschone (brouw-)gerst veilig te stellen mid
dels een contractregeling. De coöperaties waren in
beginsel bereid (en zijn dat nog) aan de contract
regeling mede te werken, onder voorbehoud dat
over condities en marges nog overeenstemming
werd bereikt.
De particuliere handel kon echter niet met deze
contractregeling akkoord gaan, omdat deze van
mening is, dat de belangen van de particuliere
handel door de invoering van een dergelijke rege
ling zullen worden geschaad. Het resultaat van de
langdurige onderhandelingen is geweest, dat de
contractering niet geëffectueerd kon worden, om
dat bij een van de handelsschakels bezwaren tegen
deze contractering bestonden.
Onder deze omstandigheden nam het Produkt-
schap het standpunt in, dat maatregelen in uit
zicht moeten worden gesteld om zo nodig excessen
in de prijsontwikkeling te corrigeren.
Het Produktschap voor Granen, Zaden en Peul
vruchten staat een regeling voor, waarbij de telers-
prijs zich kan bewegen tussen 26,70 en 29,70,
zodat 28,20 de middenprijs is waarop een uitslag
zowel naar boven als naar beneden van 1,50 mo
gelijk is.
Het Landbouwschap constateert in haar publi-
katie dat de door het Produktschap gedachte rege
ling voldoende ruimte zal bieden voor de invoering
van de contractregeling.
De coöperaties blijven bereid om alsnog te trach
ten de contractregeling door te voeren, indien de
telers dit wensen en indien het Centraal Brouwerij
kantoor bij haar standpunt blijft, een redelijke prijs
voor de Nederlandse brouwgerst te willen betalen,
alsmede voor de verwerking tot geschoonde brouw
gerst een redelijke marge wenst te betalen en een
vlotte afname garandeert.
Om het CBK voorstellen te kunnen doen, is het
van belang te weten welk kwantum gerst door de
coöperaties, op basis van 28,2028,50 af boerde
rij voor augustus en septemberlevering voor boe
renschone gerst, met 17 vocht, 80 van de kor
rels boven de 2.5 mm zeef, minimaal 95 kiem-
kracht en raszuiver, namens de telers aan het
CBK kan worden aangeboden. De coöperaties kun
nen dan een vast aanbod doen en zo metterdaad
bewijzen dat het de Nederlandse telers ernst is
met de contractering, opdat zij een redelijke prijs
voor hun produkt ontvangen en de Nederlandse
brouwerijen zeker zijn, voor een redelijke prijs hun
grondstof tijdig te kunnen krijgen.
Wij willen er met nadruk op wijzen, dat door de
coöperaties Uw opgaven zullen worden opgevat als
vaste offertes, geldig tot 6 juni en dat U voor 10
juni schriftelijk bericht zult ontvangen of het con
tract met het CBK al of niet is afgesloten.
Wij adviseren U voor een deel van Uw oogst aan
deze contractering deel te nemen, b.v. 25 tot 50%,
met de rest kunt U dan de markt afwachten of in
de pool van Uw coöperatie deelnemen.
Omtrent marktverwachtingen is op dit moment
weinig te zeggen, het verloop van de brouwgerst-
markt hangt hoofdzakelijk af van de weersomstan
digheden en de algemene regel is: goed weer. veel
brouwgerst, lage prijzen; slecht weer, minder
brouwgerst, hogere prijzen."
Aldus de tekst van de brief. Met belangstelling
kan men het resultaat van deze actie tegemoet-
zien, temeer omdat de brouwgerstteelt in het
zuidwestelijke zeekleigebied een belangrijke plaats
inneemt. De ontwikkelingen hier vragen niet al
leen onze volle aandacht; de eis mag gesteld wor.
den om het toch al grote risico van de boer, zo
veel als maar mogelijk is, te beperken. Red.
De commissie Grondgebruik van het Landbouw
schap zal een studie maken van verschillende
waagstukken, die zich voordoen bij ruilverkavelin
gen, Hierbij zal onder meer nagegaan worden of
het gewenst is, dat de Ruilverkavelingswet gewij
zigd wordt. Met name zal hierbij aandacht besteed
worden aan de procedure van de stemming.
Voorts acht de commissie het noodzakelijk het
vraagstuk van de ruilverkavelingsrente van ver
pachte gronden in studie te nemen. Hierbij zal ook
de vraag aan de orde komen of het gewenst is de
pachter in de ruilverkavelingen stemrecht te ver
lenen.
HET Instituut voor Plantenziektenkundig Onder
zoek te Wageningen herdacht dinsdag 12 mei
j.l. zijn 10-jarig bestaan.
Dr. C. J. Briejèr, directeur van de Plantenziek-
tenkundige Dienst en voorzitter van het bestuur
van het jubilerende instituut, onder wiens leiding
een herdenkingsbijeenkomst werd gehouden, ver
bond de geschiedenis van het jonge instituut aan
die van andere instituten en instellingen van aller
lei aard, doch met eenzelfde doel. Hij bracht hulde
aan de man, die als rijkstuinbouwconsulent in Zee
land begonnen, met zijn inzichten de grondslag
heeft gelegd voor een grote organisatie waar
van het I. P. O. een klein onderdeel vormt die
met voorlichting, onderzoek en onderwijs de Ne
derlandse tuinbouw tot grote bloei heeft gebracht:
de tegenwoordige directeur-generaal van de land
bouw.
Ir. A. W. van de Plassche, die hierna het woord
verkreeg, memoreerde dat men er in is geslaagd
het I. P. O. in de korte periode van zijn bestaan
een ontwikkeling te geven, zoals men zich bij de
oprichting had voorgesteld.
Door goede samenwerking met de Landbouw
hogeschool is geen starre afbakening van de fun
damentele en toegepaste wetenschap ontstaan,
TIJDENS de eindles van de Christelijke Lagere
Landbouwschool der Z.L.M. te Middelburg
heeft de heer ir. E. C. F. Bollen, inspecteur van
het Landbouwonderwijs, een aantal belangwekken
de mededelingen gedaan. Hij deelde mede, dat
thans de goedkeuring Js afgekomen dat de archi-
tect de bestektekeningen voor een radicale ver
bouwing van de school, gereed maakt. Alle hoop
is thans gewettigd, dat dit nieuwe gedeelte in sep
tember I960 in gebruik kan worden genomen,
Het betreft hier de uitbreiding van de bestaande
school met vier leslokalen, een overblijflokaal, dat
ook als leslokaal gebruikt kan worden, terwijl ook
een handvaardigheids- en vakvaardigheidslokaal
zal worden ingericht.
Naar wij vernemen zal dan ook In 1960 het
nieuwe leerplan op de Chr. Lagere Landbouw
school der Z.L.M. te Middelburg kunnen worden
doorgevoerd.
Tot de leerlingen zei de heer Bollen, die ook de
diploma's uitreikte, dat hij hen gaarne op de
R. M. L. S. terugzag.
„Zeeland heeft een goede naam, houdt die naam
hoog en tracht die naam nog te verhogen", aldus
spreker.
Verder werden felicitatiewoorden gesproken
door de heer J. W. Kögeler, wethouder van Middel
burg, de heer A. W. Cevaal, voorzitter van de
Kring Walcheren der Z. L. M., de heer W, de Buck,
voorzitter van de commissie van toezicht, de heer
Van Gorsel namens de ouders, de heer A. C. Si-
monse, leraar in motorenkennis, en de direkteur
der school, de heer J. K. Voogd.
Namens de Z. L. M. werd een boekwerk aange
boden aan de leerling met het hoogst aantal be
haalde punten: P. W. Reijnierse te Nieuwdorp.
De Kring Walcheren der Z.L.M. gaf eveneens
een boekwerk aan no twee der geslaagden, S.
Janse te N.- en St. Joosland, waarna de leerlingen
P. W. Reijnierse dankte namens de leerlingen van
klasse 4 A voor het genoten onderwijs en M. Job-
se zulks deed namens de leerlingen van klas 4 B,
Zij betrokken hierbij o.m. de leraren, commissie
van toezicht en verder allen, die hebben medege
werkt aan het welslagen van deze lessen.
De 32 geslaagden zijn:
W. Boone te Arnemuiden; C. Francke en S.
Koets, beiden te Biggekerke; T. B. J. Hoogenboom
te 's-Gravenhage; C. Boogaard, J. de Bree, P. K.
Geschiere, M. Louwerse en A. Poppe, allen te
Grijpskerke; A. Cyvet, C. Jasperse en Jac. Tevel,
allen te Koudekerke; J. Boogaard te Middelburg;
P. J. Cevaal, C. Janse, M. Jobse,'F. Meijer, N. Moes
en P. L. Ton, allen te Middelburg; H. van Gorsel,
C. A. Meulenberg, C. M. van Nieuwenhuyzen en P.
W. Reijnierse, allen te Nieuwdorp; S. Janse te
Nieuw- en St. Joosland; C. Baas, P. J. Cevaal en
J. Dekker, allen te Ritthem; H. J. Allaart te Seroos-
kerke; J. Morinyssen te St. Laurens en P. Koole
te Souburg; C. M. Kroon te Vlissingen en W. van
Sluijs te Zoutelande.
P. LAMPERT Pz., Secretaris.
het werk van het
maar is een aanpassing van de omstandigheden
mogelijk gebleken.
In de toekomst zal de Nederlandse land- en tuin
bouw in toenemende mate behoefte hebben aan ge
specialiseerde kennis, welke langs de weg van het
wetenschappelijk onderzoek moet worden verkre
gen.
Of verdere uitbouw van het onderzoek gefinan
cierd zal kunnen worden en wie dat dan zal nice-
ten doen is op dit moment moeilijk te overzien.
Het is een moeilik vraagstuk, in hoeverre het be
drijfsleven een groter aandeel in de kosten zal
kunnen bijdragen.
Men bedenke evenwel, dat wanneer zij, die in de
land- en tuinbouw werkzaam zijn, en daarmee de
stijgende welvaart willen krijgen, zij zich ook zul
len moeten inspannen de toepassing van de voort
gang in wetenschap en techniek, in eenzelfde
tempo als bij andere groepen der samenleving, te
volgen, aldus Ir. Van de Plassche.
De directeur van het I. P.O., Dr. J. G. ten Hou
ten, gaf tenslotte een overzicht van de werkzaam
heden van het instituut in de afgelopen tien jaar.
Spreker haalde o.m. aan dat het merkwaardig is,
hoe snel het bedrijfsleven de vroeger opgetreden,
vaak ernstige schade vergeet. Men realiseert zich
soms nauwelijks meer, dat er een probleem be
stond en noemde verder enkele van de spectacu
laire resultaten van het thans 10-jartge I. P- O.
Verzekeringszaken
HEN groot aantal leden heeft voor zichzelf en
meewerkende gezinsleden een ongevallenver
zekering afgesloten bij Landbouw Risico. Dit be
tekent, dat bij een onverhoopt ongeval uitkering
verleend zal worden ingevolge de bepalingen van
het reglement voor de ongevallenverzekering.
Er kunnen zich echter wel eens gevallen voor
doen, waarbij de verzekerde meent aanspraak op
ongevalsuitkering te kunnen maken, terwijl die
uitkering toch niet verleend kan worden.
Wij hebben hierbij op het oog gevallen waarin
de verzekerde van oordeel is. dat de klachten, die
tot zijn arbeidsongeschiktheid hebben geleid, een
gevolg zijn van een ongevalsgebeurtenis, terwijl na
medisch onderzoek blijkt, dat niet gesproken kan
worden van een ongeval in de zin van het regle
ment, doch dat van ziekte sprake is. Het is voor de
leek niet altijd begrijpelijk, waarom geen onge
valsuitkering kan worden verleend, omdat hij
meent dat zijn letsel stellig aan een hem over
komen ongeval te wijten is. Afwijzing van de ge
vraagde uitkering geeft dus teleurstelling.
Indien nu voor de betrokken persoon bij „Land-
bouw-Risico" tevens een ziekengeldverzekering
gesloten is, kan „Landbouw-Risico" krachtens de
gesloten ziekengeldverzekering uitkeren. Daarom
zouden wij ernstig in overweging willen geven,
naast de bestaande ongevallenverzekering (en) bij
„Landbouw-Risico" een ziekengeld verzekering te
sluiten, opdat bij onverhoopte arbeidsongeschikt
heid in alle gevallen uitkering verleend kan wor
den. Teleurstellingen zijn dan vrijwel uitgesloten.
Bovendien blijkt wel, dat er veel meer kans is op
arbeidsongeschiktheid tengevolge van ziekte dan
van ongeval.
Een tweede punt, dat wij gaarne onder de aan
dacht brengen is de vraag of de verzekerde bedra
gen op de polissen hoog genoeg zijn. Het is van
zelfsprekend de bedoeling, dat bij arbeidsonge
schiktheid tengevolge van een ongeval of ziekte
een uitkering ontvangen wordt, die voldoende is
om de kosten en/of inkomstenverlies te dekken.
Men zal er goed aan doen de polissen op dit punt
nog eens na te zien.
Mocht men nadere inlichtingen wensen, dan zijn
wij vanzelfsprekend gaarne bereid deze te ver
strekken.
Een kaartje of telefoon aan Landbouw-Risico,
Landbouwhuis, Goes, tel. 2348 en U ontvangt de
gewenste inlichtingen. De L.
In samenwerking; met de Commissie Rationa
lisatie en Mechanisatie van het Provinciaal On
derzoekcentrum voor de Landbouw in Zeeland, de
Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting „Noord-Beve
land" en de Rykslandbouwvoorlichtingsdienst, is
op het bedrijf van de heer M. J. Doeleman te
Wissenkerke een onderzoek naar de verdeling van
bietezaad door diverse zaaimachines aan de gang.
Door een 7-tal verschillende zaaimachines zijn
verschillende hoeveelheden en soorten bietezaid
gezaaid, waardoor momenteel 26 objecten bezich
tigd kunnen worden. Teneinde ook de belangstel
lenden buiten Noord-Beveland in de gelegenheid te
stellen deze objecten te bekijken, zal op dinsdag
19 mei 1959 van 19.06 tot 20.09 uur (dus van 7 tot
8.30 uur) een voorlichtingsavond op het betref fea-i
de perceel worden gehouden.
Naast een toelichting op de objecten zullen nog
enkele speciale zaainiaclünes aan het publiek wor
den getoond.
Een en ander is zeer interessant en zeker do
moeite waard om naar Noord-Beveland over te
steken.
J. G. VAN LIERB.