HET TREKPAARDENBESTAND BOERENBEDRIJVEN OP DE STROPPEN Z.L.M.-EXCURSIE NAAR OOSTELIJK FLEVOLAND UITBREIDING ERWTEN- EN BONENAREAAL LANDBOUW ATLAS VAN NEDERLAND VERPACHTING VAN FRUITTEELTBEDRIJVEN IN DE NOORDOOSTPOLDER ZATERDAG 16 MEI 1959 387 TTAiV de oud-secretaris van de Afdeling I Zeeland van de Koninklijke Vereni ging „Het Nederlandsche Trekpaard", de heer A. Cappon, ontvingen wij bijgaand ar tikel, handelend over het trekpaardenbe- band op de boerderijen. Schrijver doet in dit artikel vooral op de jeugd een beroep om het paard niet te vergeten. Er zijn ongetwijfeld de laatste weken stroppen gevallen in de aardappelsector, zowel by de boer, die nog over voorraden beschikte, als bij de han del. De min of meer verwachte opleving van de export is niet gekomen. In het buitenland moeten de omstandigheden in 't algemeen zeer gunstig zijn geweest voor de vroege aardappelen. Er wordt reeds lang en veel afgeleverd uit het Middellandse Zee-gebied, doch ook Wales b.v. is al volop aan de markt in Engeland. Nu de prijsval laat gekomen is en voordien vaak aantrekkelijke besommingen voor het aardappel gewas konden worden gemaakt, zal de uitpoot in Nederland dit voorjaar wel gestimuleerd zijn. Ten onrechte, vrezen wij, naar ook nu wel blijkt. In Engeland, zal, vernamen wij van Engelse zijde, hetzelfde het geval zijn. Men heeft er daar reke ning mee gehouden, dat 1959 wel bepalend zal worden voor het nieuwe contingent aardappelen per bedrijf. De Engelse boer mag een bepaalde toegewezen oppervlakte aardappelen verbouwen en betaalt daarvoor aan de Potato Marketing Board, te vergelijken met ons Productschap voor Aard appelen, een heffing van 1 10,per acre (40 are of 1 gemet). Hij is wel vrij om aardappe len boven zijn contingent te telen, maar betaalt dan voor dat gedeelte tienmaal zoveel, n.l. 10 per acreheffing. De eventuele herziening van het con tingent zal vermoedelijk dus in Engeland mede geleid hebben tot teeltuitbreiding. Wat de erwten betreft zijn de stroppen vorig jaar in het Noorden van het land gevallen, waar de opbrengsten vaak bijzonder slecht zijn geweest, om niet te spreken van een misgewas. In het Zuid-Westen lijken, als reactie op een betere oogst 1958, meer erwten uitgezaaid te zijn. In Engeland verwacht men, in tegenstelling tot de aardappelen, nogal wat inkrimping. Tenzij de Nederlandse oogst 1959 zou tegenvallen, lijken de vooruitzichten voor de erwtensector daarom bepaald gunstiger, dan die voor de piepers. Bij voldoende deelname zal door de Z. L. M. op 2 en 3 juli a.s. een 2-daag.se excursie worden ge maakt met als hoofddoel een bezoek aan de nieuw ste IJsselmeerpolder, waar men op dit moment vol op bezig is met de ontginningswerken. 's Morgens om 7 uur vertrek uit Goes en langs Rotterdam, Utrecht en Amersfoort wordt Harder wijk bereikt, voor het gebruik van een warme lunch. Indien hiervoor toestemming wordt verkregen, gaat de reis via de ringdijk van Oostelijk Flevoland naar Roggebotsluis, zodat men een overzicht kan krijgen hoe Oostelijk Flevoland er bij ligt vóór het ontginnen. Vanaf Harderwijk zal de Afdeling Voorlichting van de Directie der Wieringermeer voor deskun dige leiding zorgen, om o.a. het gemaal Lovink, het ontginningswerk, de gewassen, het kamp en de cantine en dergelijke te bezichtigen. De avond en nacht zal worden doorgebracht in Zwolle, waar ook het diner gebruikt zal worden. De volgende morgen gaat de tocht eerst naar Rouveen en Staphorst om de typische hoeven en klederdrachten te zien. Daarna volgt een bezoek aan Giethoorn voor de lunch en een rondvaart. Vanuit Giethoorn zal door het prachtige natuur schoon van de Veluwe naar Arnhem gereden wor den, waarna een bezoek volgt aan het Openlucht museum, met zijn oude boerderijen, molens, kleder drachten enz. Via Den Bosch, waar zal worden gedineerd, wordt de terugweg aanvaard. De aankomst te Goes zal zodanig zijn dat de bootverbindingen naar de verschillende gebieden nog te halen zijn. De kosten van deze excursie, met inbegrip van reis- en verblijfkosten, entree Openluchtmuseum en rondvaart, zullen ƒ48 per persoon bedragen. Opgaven voor deelname zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vóór 24 mei a.s. te richten aan het Secretariaat der Z. L. M., Landbouwhuis, Grote Markt 28, Goes. IERLAND Volgens een bericht in „Irish Times" is het niet onwaarschijnlijk dat de omvang van het Ierse erwten- en bonenareaal dit jaar vergeleken met 1958 zal worden verdubbeld. In laatstgenoemd jaar besloeg het areaal 1.300 ha, hetgeen 400 ha meer was dan in 1957. Naar (officieel) verluidt, worden de boeren en tuinders door de verwerkende indu strieën aangemoedigd om hun erwten- en bonen areaal te vergroten, omdat de regering het invoer recht op erwten heeft verhoogd. Landbouwwereldnieu ws MET bijzondere belangstel, ling las ik het jaarver slag van de secretaris van de Kon. Ver. ,,Het Neder landsche Trekpaard", de heer Chr. Oomen, opgeno men in het aprilnummer van „Ons Trekpaard" en 'wel vooral het gedeelte waarin hij met door., slaande bewijzen de niet te weerleggen voorde len, verbonden aan het gebruik van trekpaarden, doet uitkomen. Evenzeer interesseerde mij het artikel „Het paard in Zeeuws-Vlaanderen" in het Zeeuws Landbouwblad van 2 mei j.l. van de Rijkslandbouwconsulent voor Zeeuws-Vlaande ren, de heer Ir. J. A. H. Haenen. Ook hij toont aan de hand van berekeningen aan, dat paardentrekkracht nog altijd voordeli ger is dan motorische. Tekenend is zijn uit spraak, dat het paard „de gouden standaard" heeft gehandhaafd, maar vooral zijn toevoeging, „dat het met die gouden standaard niet mag worden als met de gouden tientjes, die als be zienswaardig kleinood ongebruikt blijven", is een wijze raad. Inderdaad moet dat gouden waardemiddel doelmatig gebruikt, d.w.z. rentegevend gemaakt worden. De heer Oomen, zowel als de heer Hae nen komen tot de conclusie, dat, waar paarden trekkracht rentegevend kan zijn en dat is het zeker op alle boerenbedrijven, kleine zowel als op grote waar ze naast motorische wordt aange wend deze trekkracht ook geheel of gedeelte lijk dient te worden toegepast. Door beiden wordt dus de wenselijkheid tot het doelmatig ge bruik van trekpaarden naar voren gebracht. Ondergetekende vraagt zich af, of behalve het propageren van de „wenselijkheid" ook wellicht de aandacht op de „noodzakelijkheid" dient te wor den gevestigd. ENKELE dagen geleden namelijk was ik getuige van een oefening van de B. B. (Bescherming Burgerbevolking). Deze oefening bewees de noodzaak om paraat te zijn bij catastrophes, zo als we die tengevolge van de oorlog 1940-1945, hebben meegemaakt. Zeker zal de B. B., zoveel in haar vermogen ligt er voor ijveren voor onzo paraatheid bij noodgevallen zo goed mogelijk te doen zijn. Maar wordt er door de B. B. voldoende paraatheid betracht met betrekking tot de trek kracht met het oog op de voedselvoorziening, als we onverhoopt weer in een oorlogstoestand zou den geraken? Dit betwijfel ik: In mijn jaarver slag over 1950, dat ik als secretaris van de Afde ling Zeeland van de K. V. N. T. uitbracht, schreef ik o.m. „De boer dient zich wel degelijk voor ogen te houden, dat het vooral nu met de geweldige in ternationale spanningen zeer gevaarlijk is te veel paarden af te voeren. Het behoud van een evenwichtig paardenbestand is een belang van nationale betekenis. Naar mijn mening is vanuit Den Haag al te veel op mechaniseren aange drongen, waardoor velendie daaraan maar al te willig gehoor gaven, zeker flinke bedragen op de verkeerde zijde van hun exploitatierekening zagen terechtkomen. Dwang is uit den boze, behoud van een zodanig paardenbestand, dat on- maar goede voorlichting van Rijkswege voor het ze voedselpositie niet al te afhankelijk is van een druppel olie en benzine, is m.i. meer dan no dig." MAAR mijn mening zouden deze regels nog goed- deels passen in een thans te maken verslag. Even werden we een paar jaar geleden nog her innerd aan onze wankele olie-positie door de Enige tijd geleden verscheen bij de N.V. Uit gevers-Maatschappij W. E. J. Tjeenk Willink in Zwolle een landbouwatlas van ons land. Een der gelijk werk is nog nooit eerder verschenen. Het boek geeft een seriekaarten die voor een groot deel betrekking heeft op de Nederlandse bodem van verleden en heden, het grondgebruik, het kli maat etc. De totstandkoming van het werk is het resul taat van een geslaagde samenwerking, die in het „Voorwoord" van de Directeur-Generaal van de Landbouw is behandeld. De Landbouwatlas is allereerst bedoeld voor het landbouwonderwijs in al zijn geledingen, maar de verwachting lijkt gerechtvaardigd, dat de uitgave tevens het algemeen vormend onderwijs en boven dien geïnteresseerden in breder .kring goede dien sten kan bewijzen. Het is een buitengewoon goed werk dat voor de prijs van 17,50 is te verkrijgen. Suez-kwestie, maar deze prikkel was te zwak om de jongere boeren, die 15 jaren geleden nog niet beseften, dat het olietekort toen alle landbouw trekkers op non-activiteit stelde, tot de overtui ging te krijgen, dat het behoud van een voldoend trekpaardenbestand ook uit nationaal oogpunt bezien noodzakelijk is. Die overtuiging is bij het overgrote deel der landbouw jongeren niet aan wezig. Vele jongeren voelen er weinig meer voor om met paarden te werken, waardoor ook de zo nodige deskundigheid om met paarden om te gaan, te loor gaat. Walcheren maakt hierop nog een gunstige uitzondering, maar in overig Zee land blijft vaak de zo nodige aanvulling van jon geren achterwege. De Rijksveeteeltconsulent, de heer Ir W. L. Harmsen, schrijft hierover in het Zeeuws Landbouwblad van 13 december a.p. on dermeer Een reëel tekort aan beleerde werkpaarden „doet zich voor, terwijl op het kleinere land- „bouwbedrijf het kostenprobleem voor motorU „satie en mechanisatie zwaar drukt. De animo van de landbouwjongeren voor het paarden- „werk is bezig verder af te nemen. Om deze „gang van zaken te keren, moeten cursussen „in paardengebruik onder deskundige leiding ten sterkste worden geanimeerd. Het doelma tig omgaan met paarden is een vak, dat ge teerd moet worden. Van Overheidswege wor- „den deze vakcursussen met subsidies gesti muleerd. Een grotere deelname voor dit prak. „tische onderricht is in alle opzichten aan te „bevelen." Ook door de Rijkslandbouwconsulent voor Zeeuws-Vlaanderen, de heer Ir J. A. H. Haenen, werd hiervoor herhaaldelijk gepleit en heeft hij voor geijverd om in het fokgebied, dat Zeeuws- Vlaanderen is, een of meer van deze zo nuttige cursussen te organiseren. Zonder resultaat even wel. Enkele weken geleden heeft de Redactie van het Zeeuws Landbouwblad de samenstelling van een nummer eens overgelaten aan de Landbouw- Jongeren-Gemeenschap. Ontegenzeggelijk hebben, zij getoond het aan te kunnen; ze hebben er een succesnummer van gemaakt. De paardenliefheb bers zal het echter zijn opgevallen, dat een arti kel over trekpaardengebruik ontbrak. GEZIEN het grote belang van de aanwezigheid van een kwalitatief goede en kwantitatief vol doende trekpaardenstapel op onze Zeeuwse be drijven en mede ook vanwge de voordelen aan paardenfokkerij en paardengebruik verbonden, verdient het zeker alle aanbeveling, dat ook de Landbouw-Jongeren eens ernstig aandacht gaan wijden aan de raad van de heren Ir Harmsen en Ir Haenen. Laten zij vooral de wenselijkheid in studie nemen en ook vooral de noodzakelijkheid met betrekking tot het handhaven van een vol doend trekpaardenbestand. Zowel bezien uit de gezichtshoek van het eigen belang als uit die van het nationaal belang is dit noodzakelijk. A. CAPPON. Dit jaar zullen in de Noordoostpolder in pacht worden uitgegeven: 9 fruitteeltbedrijven van 68 ha. Gegadigden naar deze uitgifte moeten op 1 no vember 1959 tenminste 26 doch ten hoogste 50 jaar zijn. Zij moeten in het bezit zijn van de vereiste erkenning of voldoen aan de eisen om daarvoor in aanmerking te kunnen komen. Aanmelding als gegadigde dient uitsluitend per briefkaart te geschieden vóór 26 mei 1959 bij de Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolder- werken), Postbus 56 te Zwolle. Naam en adres van de afzender in blokletters en in de linkerboven hoek van de adreszijde vermelden: Fuitteelt. Na ontvangst van ƒ1,25 op girorekening 869847 van de Directie zal het prospectus, waarin nadere bijzonderheden worden meegedeeld, worden toege zonden. Op het girostrookje vermeldenvoor pros pectus fruitteelt. De Directeur van de Wieringermeer N oordoostpolderwerken Ir. A. P. MINDERHOUD.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1959 | | pagina 3