KOP ZIEKTE
VOORKOM
Proeven toonden aan dat
dergelijke overbemesting:
Landbouwhuishoudonderwijs van de Z.L.M.
ZATERDAG 2 5 APRIL ISSS yjf
Overgang van stal naar weide
/"\P percelen, waarvan bekend is dat elk jaar kop-
ziekteverschijnselen voorkomen, kan men en
kele dagen voordat de koeien in de weide gaan,
tot 3 a 4 weken dat zij in de weide lopen, mag-
nesiumhoudende koekjes bijvoeren. Er mag 50
gram magnesiumoxyde per dier per dag worden
verstrekt. Dit komt neer op 4-6 koekjes per dier
per dag naar gelang het magnesiumgehalte. Er
mag tijdens de periode, waarin de koeien gevaar
lopen, geen onderbreking plaats hebben: één dag
overslaan met koekjes voeren kan reeds fatale ge
volgen hebben.
Deze koekjes mogen niet aan hoogdrachtige
koeien worden verstrekt.
Op bedrijven waar de ziekte ook voorkomt in
de maanden augustus, september en soms ook nog
in oktober, dienen de koekjes weer bijgevoerd te
worden.
Ook kan men 2 kg droge pulp in doorgeweekte
toestand of 15 a 20 kg kuilpulp, of 15 a 20 kg aard
appelvezels bijvoeren (dus eiwitarme produkten).
Het bijvoeren van aardappelen, aardappelschillen
en voederbieten moet worden ontraden. Hooi en
stro wordt ook nogal eens bijgevoerd, maar de re
sultaten hiervan zijn minder gunstig dan van pulp.
Weersomstandigheden
ratuur hoger dan 14° C., dus weinig of geen kop-
ziekteverschijnselen.
In het laatst van oktober is er een soortgelijk
geval als in april.
Elke veehouder dient dus vooral enkele dagen
na een sterke temperatuurswisseling het vee goed
in de gaten te houden op kopziekteverschijnselen
en bij de eerste verschijnselen onmiddellijk de
dierenarts te waarschuwen. Elk uur, dat u te laat
bent, kan voor uw koe noodlottig zijn en voor u
een grote schadepost betekenen, omdat juist de
hoogst produktieve koeien het gevoeligst zijn.
Bij het optreden:
^IJN er slechts lichte verschijnselen van kop-
ziekte aanwezig, zoals het zich afzonderen van
de koppel, loeien, onrust en stijve gang in de ach
terhand, dan moet men het dier rustig naar een
ruime donkere stal brengen, niet uitmelken, lang
(eiwitarm) hooi geven en de dierenarts waar
schuwen.
In ernstiger gevallen, met sterke onrust, slin
gerende gang, verminderde melkgift, oren steil
naar achteren, verdraaide oogbollen, ogen kramp
achtig half dicht en duidelijke kramptoestand van
de halsspieren, mag de koe beslist niet worden
vervoerd, doch moet snel diergeneeskundige hulp
worden ingeroepen. Maak in de nabijheid van een
koe met kopziekte zo weinig mogelijk lawaai en
bewegingen. Melk de koe nooit uit voor de dieren
arts een hiertoe strekkend advies heeft gegeven.
jyTENIGE rundveehouder kijkt met gemengde ge
voelens uit naar het begin van het nieuwe
weideseizoen.
Het vee kan zich weer volop te goed doen aan
het jonge eiwitrijke gras, maar er is tevens het
dreigende gevaar voor kopziekte. Een ziekte, die
vooral optreedt bij de overgang van de stal naar
de weide.
Vooral in het voorjaar, maar ook in het vroege
najaar gaan er dieren aan deze ziekte dood.
De kopziekte berokkent ieder jaar grote schade
aan de melkveehouderij.
Prof. Dr. L. Seekles meent dat de jaarlijkse
schade ruim f 4.000.000,bedraagt. Ook in onze
provincie komen jaarlijks meer kopziektegevallen
voor, waarvan verschillende met dodelijke afloop.
Waarmee dient rekening gehouden te worden
Om het aantal kopzicktegevallen te beperken,
dient men met de volgende punten rekening te
houden:
de bemesting;
de overgang van de stal naar de weide en
de weersomstandigheden.
Bemesting
TN de praktijk wordt nog te weinig rekening ge-
A houden met de juiste bemesting. De fosfaat-
en kaligift dient toegepast te worden volgens het
bemestingsadvies. Het verdient aanbeveling om
een hoge kalibemesting in twee keer te geven; de
helft in 't voorjaar en de rest in de zomer. Wordt
eerst voorgeweid, en daarna gemaaid voor hooien,
dan dient de kalibemesting na het beweiden ge
geven te worden.
Om een goede kali-natriumverhouding in het
gras te verkrijgen, verdient kali 20 °/o of magne-
siumhoudende kainiet de voorkeur.
De stikstof (N) bemesting voor beweiden mag
niet te zwaar zijn; 40 kg zuivere N per ha is vol
doende, d.i. 2 baal kas/ha.
In de praktijk komt het herhaaldelijk voor, dat
in 't voorjaar 4 a 5 baal kas/ha gegeven wordt voor
beweiden. Bij een zware N-bemesting wordt ook
meer kali door het gras opgenomen, met het ge
volg, dat de kopziektegevallen sterk toenemen.
T7"OPZIEKTE pleegt vooral op te treden in de
eerste weken en in de laatste maanden van het
weideseizoen. In de praktijk heerste daarom de
mening, dat er verband zou bestaan met de zeer
koude nachten, die in die periode voorkomen.
Door onderzoekingen van een groot aantal prak-
tijkgegevens zijn de volgende conclusies getrokken:
1. Kopziekte komt in het weideseizoen vrijwel al
leen voor als de gemiddelde etmaaltemperatuur
per 5 dagen beneden 14° C. blijft.
2. In de perioden, waarin de gemiddelde etmaal-
temperatuur per 5 dagen beneden 14° C. blijft,
zijn de schommelingen van de gemiddelde et
maaltemperatuur van invloed op het aantal kop
ziektegevallen. Gemiddeld 5 dagen na een
sterke stijging van de gemiddelde etmaaltem
peratuur is er een duidelijke top in het aantal
kopziektegevallen. Enkele dagen na een daling
neemt het aantal af.
Wij zien dus dat de kopziektegevallen enkele
dagen na een temperatuurstijging sterk toenemen.
Van begin juni tot eind augustus is de tempe
Samenvattend kan gezegd worden:
Geeft voor beweiding niet te veel kali tegelijk,
en liefst de kalibemesting in de vorm van kali
20 °/o of magnesiumhoudend kainiet.
Geef voor beweiding nooit meer dan 40 kg
zuivere N per ha per keer.
Zo mogelijk de eerste week dat de koeien in de
weide gaan, 's nachts opstallen of een kocdek óp
en bijvoeren met eiwitarme produkten.
Magnesiumhoudende koekjes zonder onderbre
king de eerste weken bijvoeren.
Houd uw vee goed in de gaten bij sterke tem
peratuurswisselingen.
Zodra u de eerste ziekteverschijnselen waar
neemt, waarschuw dan onmiddellijk de dieren
arts.
Als u bovengenoemde raadgevingen goed op
volgt, kan de schade door kopziekte tot een mi
nimum beperkt worden, zodat onnodig verlies
op uw bedrijf vermeden kan worden.
M. A. DE HOND.
0 Noodzakelijk is op arme lichte
gronden en in de Veenkoloniën.
Op andere rogge-gronden ook
zeer rendabel is
Het legeringsgevaar beslist niet
vergroot.
Het best gegeven kan worden in
de vorm van een snel werkende
stikstofmeststof, zoals kalksabe-
ter.
Geadviseerd wordt 20-40 kg N/ha
d.i. 150' 300 kg kalksalpeter. ilj
Cursusjaar 19591960.
Gelegenheid tot leerlingenaangifte vóór 1 juni a.s. (tenzij anders vermeld) voor
de volgende opleidingen, aanvangende in september a.s.
ft. 2-jarige primaire opleiding (aansluitend op de 6e klasse lagere school).
b. Assistente in de huishouding (vereiste:, getuigschrift prim, opleiding). Duur:
1 jaar. Ook mogelijk na 2 jaar voortgezet onderwijs. Duur2 jaar.
c. Naaister (vereiste getuigschrift prim, opleiding). Duur: 2 jaar, waarna moge
lijkheid tot opleiding voor Costumière en Coupeuse.
d. Inrichtingsassistente (vereiste: getuigschrift Assistente in de huishouding).
Duur: 2 jaar.
e. Vormingsklasse (vereiste: U.L.O.-diploma of 3 jaar H.B.S., Gymnasium of
M.M.S.). Voor de opleidingen b t/m e: Schoolgeld naar inkomen.
Voor alle opleidingen kan desgewenst een tegemoetkoming in de reis- en studie
kosten worden aangevraagd.
Bovendien worden voor volwassenen en niet-leerplichtige leerlingen de volgende
cursussen georganiseerd
Naaicursussen voor beginner-s en gevorderden.
Kookcursussen gewone keuken, fijne keuken.
Fraaie Handwerkcursussen.
Kinderverzorgingscursussen.
Alle inlichtingen worden U gaarne verstrekt door de direktrices van onderstaan
de scholen.
ZIERIKZEE Landbouwhuishoudschool „Prinses Juliana", Tel. 2091 (K1110).
Opleidingen a-b-c-d-e (bij voldoende deelname). Spreekuur van de direk-
trice mej. C. N. van Liere: elke donderdag van 1112 uur en van 5.307 uur.
Aangifte: tijdens spreekuur vóór 15 mei.
HAAMSTÉDE Prot. Chr. Landbouwhuishoudschool. Tel. 370 (K1115). Op
leidingen: a-b. Spreekuur van de direktrice mej. M. G. J. Nieuhoff: elke
woensdag van 3—4 uur. Aangifte op donderdag 14 mei tijdens de openbare
les van 2.304.30 uur. Vervolgens dagelijks, behalve 's Zaterdags, van
34 uur.
THOLEN Tel. 126. Opleidingen: a-b. Spreekuur van de direktrice mevrouw
E. van VlietSchipper elke maandag 23.30 uur. Aangifte tijdens het
spreekuur of schriftelijk.
KRUININGEN „Prinses Beatrixschool", Tel. 306 (K1130). Opleidingen a-b.
Spreekuur van de direktrice mej. S. Kleinepier elke donderdag van 24
uur. Aangifte tijdens spreekuur.
KORTGENE Tel. 269 (K1108). Opleidingen a-b (bij voldoende deelname).
Spreekuur van de direktrice mej. F. Pot: elke dinsdag van 24 uur.
Aangifte tijdens het spreekuur of schriftelijk.
TERNEUZEN Landbouwhuishoudschool „De Leeuwtjes". Tel. 2570 (K1150).
Opleidingen: a-b-e (bij voldoende deelname). Spreekuur van de direktrice
mej. J. A. van Oeveren: elke dinsdag van 2.304 uur. Aangifte: vóór 10 mei
dagelijks behalve 's zaterdags.
AXEL Tel. 826 (K1155). Opleidingen a-b. Spreekuur van de direktrice
mej. M. Geluk: elke dinsdag 3.304.30 uur.
SCHOONDIJKE Landbouwhuishoudschool „Prinses Marijke", Tel. 265
(K1173). Opleidingen: a-b-e. Spreekuur van de direktrice mej. S. S. de
Feyter: elke dinsdag van 24 uur.
Aangifte: schriftelijk of tijdens spreekuur.
OOSTKAPELLE Prot. Chr. Landbouwhuishoudschool „Oranjezon", Tel. 507
K1188. Opleiding: a-b. Spreekuur van de direktrice mej. P. M. de Wilde:
woensdag en vrijdag van 24 uur.
Aangifte tijdens spreekuur of telefonisch.