Van Boerderij en Organisatie 308 Voorkom productieverlies 'gEyyilj! ZEEUWS LANDBOUWBLAD ÏHOLEN EN ST. PHOLJPSLAND. 13 april. WAT we in vorige overzichten reeds vreesden, begint werkelijkheid te worden, nl. dat de voorjaarswerkzaam- heden laat beëindigd zouden kunnen worden. Het valt niet mee om de akkers op enigszins behoorlijke manier gezaaid te krijgen, en alles bijééngenomen mogen we toch zeker over een „beroerd voorjaar" klagen, een klacht die men op de beurs uit veler mond kan horen. De eerstgezaaide vruchten staan er reeds mooi op, zodat we over de groei in het algemeen gesproken niet mogen klagen. Ondertussen hebben echter ook al enkele insecten, zoals de vroege akkerthrips en erwtenbladrandkever reeds hun koppen opgestoken en bij ernstige aantasting verdient het aan beveling tijdig te spuiten. De sproeimachines rukken alweer uit om met chemische middelen het on kruid te bestrijden, waarbij men vooral de wintertarwe onderhanden neemt. Een juiste bespuiting en op het juiste tijdstip kan naast een onkruiddodende, tevens nog een opbrengstvermeerderen- de werking uitoefenen. In de zomergra nen gebruike men tegen de jonge pas gekiemde zaadonkruiden D.N.C. en wel bij het te voorschijnkomen van het 3e en 4e blad van het gewas, tevens krijgt men dan de hoogste opbrengst aan kor rel en stro. D.N.C. moet verspoten wor den met veel water en een grove drup pel. Heeft men veel last van wortelon kruiden, zoals distels, melde, herik en tasje dan verdient het aanbeveling om met groeistoffen te spuiten, waarbij men meestal gebruik maakt van M.C.P.A. als het beste selectief-werken de middel. Met diverse chemische middelen is dus een goede onkruiddodende werking te bereiken, mits men zoals reeds opge merkt, rekening houdt met vele facto ren, zoals de ontwikkeling van het ge was en het onkruid, een hoge lucht vochtigheid, een hoge temperatuur enz. Toch betekent dit niet dat men nu niet meer in een gewas behoeft te eg gen en te schoffelen. Integendeel, het gewas heeft in het voorjaar niet alleen behoefte aan een bestrijding van het onkruid, waardoor het daarvan geen hinder kan ondervinden; het gewas vraagt ook een goede structuur van de grond, hetgeen men kan bereiken door de grond van boven met lichte werk tuigen, zoals een onkruidegge los te maken, waardoor de lucht kan toetre den en tevens de verdamping van het vocht uit de grond wordt tegenge gaan. Vooral nu de laatste dagen veel regen is gevallen, waarbij enkele plensbuien, waardoor de grond is dichtgeslagen, is een bewerking met een lichte egge zeker gewenst. Regelmatig eggen in het voorjaar helpt het onkruid bestrijden op de goed koopste manier en komt het gewas ten goede vanwege het in de juiste staat houden van de bovenlaag. De wortel onkruiden zijn op deze wijze niet te verwijderen, daartoe is schoffelen nood zakelijk. Kon men vroeger alleen maar tussen de rijen mechanisch wieden, nu zijn er ook reeds meerdere machines en hulpwerktuigen waarmee men in de rij ook goede resultaten kan bereiken. Door steeds op tijd onze gewassen te bewerken met schoffelwerktuigen en onkruideggen zijn heel wat dure ar beidsuren uit te sparen, en met de huidige arbeidslonen in ogenschouw genomen blijkt de aankoop van een goede egge of een juist schoffelwerk tuig spoedig rendabel. ZUID-BE VEL AND. 13 april. HET lijkt wel of de natuur de tegen stellingen waarover we 14 dagen terug reeds schreven nog groter wil maken. Enkele dagen wat gunstiger weer, daarna weer regen. Op vele be drijven staan de erwten reeds boven en zajn soms ook al vrij ernstig beschadigd door de bladrandkever en soms ook nog wel eens door de vroege akkertrips. Aan de andere kant moeten er op het moment dat we dit schrijven hier en daar nog ervvten gezaaid worden. Reeds zijn de eerste rode waarschu- wingskaarten voor erwtenbladrandke ver en trips weer verzonden en hoewel door de grote verschillen in zaaitijd deze eerste kaarten niet voor iedereen precies op tijd ontvangen zullen wor den. Toezending van deze kaarten ge schiedt door de Vereniging voor Be drijfsvoorlichting. U kunt zich hiervoor opgeven bij de plaatselijke assistent van de Landbouwvoorlichting. Zo zijn ook de verschillen bij de bie ten zeer groot. De vroegst gezaaide zijn ongeveer geschikt om een bewerking met een dunmachine te verdragen, ter wijl naar we hopen de laatste toch deze week aan de grond toevertrouwd zullen worden. Het verschil bedraagt dan ongeveer 4 a 5 weken. Naar ik kort geleden vernam, durft men in andere streken van ons land iets gemakkelijker, na de opkomst van de bieten, hierin nog een lichte onkruideg of schoon landeg te gebruiken. In vele gevallen zelfs twee malen. De eerste keer dient dwars op de rijen geëgd te worden, de 'tweede keer in dezelfde richting als de rijen lopen. De schade bij de bieten schijnt zeer gering te zijn. In percelen waar wortelbrand voor komt is de kans op schade groter. Jammer is dat van de grote voeder- bietenoögst 1958 waar zo op ge roemd werd hier en daar thans flin ke hoeveelheden van zullen over blij ven. Goed bezien is dit geen gunstig te ken. Is het daarom dan ook niet ge wenst om de oppervlakte voederbieten nog meer te beperken? Door de aanwe zige voorraden is het verder nog mo gelijk dat de bladluizen het vergelings- ziektevirus bij de voederbieten naar de nu reeds bovenstaande bieten kunnen overbrengen. Ruim de voederbieten z.s.m. op of kuil ze in (zoals 14 dagen terug in een artikel in dit blad reeds omschreven is), vóórdat ze de kans krijgen om nu reeds de suikerbieten- oogst van 1959 te kunnen belagen. We gaan dit artikel beëindigen met de hoop uit te spreken dat de natuur voor de verdere voorjaarswerkzaamhe den een beetje milder gestemd zal mo gen zijn. Laten we hopen dat het goede weer een beetje voor het laatst bewaard is. Laten we zo ook denken aan de ka binetsformatie, die nu reeds enkele we ken duurt en hopen dat wij als boeren een minister zullen krijgen, die de wind eens uit een gunstiger richting voor de boeren zal laten waaien. WALCHEREN. 13 april. DE weersomstandigheden zijn nog steeds zodanig dat het niet mogelijk is om regelmatig met het voorjaars- werk door te gaan. Op de meeste be drijven is men nu wel bezig geweest met het zaaien van de voorjaarsgewas- sen. Soms is men klaar gekomen en is het poten van de aardappelen aan de beurt. Anderen moeten nog geduld hebben omdat op verschillende perce len de grond nog steeds niet voldoende droog is geweest om deze te kunnen be werken. Het lijkt soms heel wat, maar bij na der bekijken blijken er zulke natte plek ken in voor te komen dat zaaien in deze grond reeds bij voorbaat een mis lukking zou betekenen. Op de begin maart gezaaide percelen met graan, erwten of vlas hebben de gewassen over het algemeen een goede stand. Reeds blijkt ook de trips weer aanwezig te zijn, zodat het niet onwaar schijnlijk is dat een bestrijding zal moe ten plaats hebben. Naast het jongvee zijn nu ook veel koeien in de wei gebracht. Dank zij het betrekkelijk milde voorjaarsweer groeit het gras flink door. Het laat zich dan ook aanzien dat reeds spoedig gras zal kunnen worden ingekuild. Dat dit meest samen met voederbieten zal plaats hebben laat zich verstaan. Neemt de mechanisatie in de akker bouwsector van jaar tot jaar toe, ook bij de rundveehouderij is dit het ge val en wel door het aanschaffen van melkmachines. De goede ervaringen die collega's hiermee hebben opgedaan is één van de reden waardoor het aantal bedrijven waar machinaal gemolken worjlt toe neemt. Maar dat niet alleen. Zij mogen het voorrecht hebben over een Coöp. Melkinrichting te beschikken die lande lijk bezien een zeer goede prijs voor de melk uitbetaalt. Daarnaast is er op veel bedrijven goed produktief melk vee, waardoor blijkt dat deze tak van het bedrijf meer rendabel kan zijn dan wanneer mestvee aangehouden wordt. Het voordeel van machinaal melken Is tweeërlei. Er wordt een belangrijke arbeidsbesparing mee bereikt en het zware werk wordt weggenomen. Daar staat tegenover dat een belang rijke investering moet plaats hebben, die over het algemeen alleen verant woord is als minimaal 10 koeien wor den aangehouden. Toch mogen wij verwachten dat het aantal bedrijven dat deze vorm van mechanisatie in de eerstvolgende jaren zal gaan toepassen, belangrijk zal toe nemen. OOST-ZEEUWS-VLAANDEREN. 14 april. DE sproeimachines ratelen alweer over de akkers en verspuiten groei stoffen over de granen en bestrijden de eerste aanvallen van de trips en de bladrandkever. Zwaluwen scheren zich over de groenende akkers en in de pol der wordt het een bont gewemel van allerlei bloemen die in de voorjaarszon ontluiken. Bruisend jong en nieuw le ven, het reeds zo verre afgedankte paard staat trots naast haar enige da gen oude veulen en kijkt tevergeefs de polders in om met gehinnik de aan dacht van vriendinnen op haar nieuwe aanwinst te vestigen. Nog slechts een enkele rookpluimende tractor van een wat nakomende boer is in het wijde land te zien. De tractor ronkt als in alle jaarge tijden, zich niet storend aan voorjaars sferen, evenmin een „kleintje" krij gend (wat overigens wel jammer is), omdat' het nu eenmaal een dood ele ment is. De eerste fase zit er weer op en we mogen niet klagen. Op een enkele re genachtige dag na, kwam toch weer alles in de grond. Het lijkt er wel op dat er meer aardappels werden uitge zet en een uitbreiding van het erwten areaal plaatsvond, terwijl minder gerst en zomertarwe werd uitgezaaid. Ook bieten zijn er wat meer uitge zaaid; men spreekt over een uitbrei ding van ongeveer 10 hopelijk ko men we niet boven de gegarandeerde hoeveelheid, want dit zou een korting kunnen betekenen. Zaai-uien zijn er in ons gewest, na het afgelopen fiasco, heel wat minder. Een enkel perceel ligt nog op bonen te wachten. Nu nog hopen op niet te schraal weer en wat weinig „beestjes", want die spuiterij gaat een aardige cent kosten. Een beetje zelfbeheersing dienaan gaande is voor een enkeling wel aan te bevelen. En verder verblijven we zoals Guido Gezelle dat zegt in de aanhef van zijn gedicht „De Zaaier"; Met kloeke arme, en hand vol zaad, aanschouwt hoe hij zijn stappen gaat en zaait, vol zorgen, de man, wiens hope en troost en al met 't stervend zaad, nu zitten zal in 't land geborgen. NOORD-BEVELAND. 14 april. WANNEER de heer Pluvius ons deze week nog wat met rust mocht la ten, dan zullen aan het eind van de week zo goed als alle aardappels zijn gepoot. Inmiddels zullen dan de eerst gepote percelen niet meer ver van de opkomst verwijderd zijn. Door het natte weer van drie weken aaneen, is het een vroeg en een laat voorjaar geworden. De eerste erwten stonden prachtig in de rij, terwijl er nog moest worden gezaaid, soms op hetzelfde perceel. Hetzelfde geldt voor vlas, maanzaad en zomergerst. Wanneer vroeg kan worden gezaaid* is de opkomst doorgaans goed, wat ook dit jaar weer bleek. In maart droogt de grond immers minder vlug uit dan een maand later. Was de opkomst van de diverse ge wassen dus zeer bevredigend, die van onkruid was zeer beangstigend. Gedu rende een drietal weken heeft de boer vrijwel machteloos gestaan tegen dit massaal verschijnende onkruid, omdat de natte grond hem succesvol eggen be lette. Deze twee omstandigheden zijn er de oorzaak van, dat op dit ogenblik de strijd tegen het onkruid feller is dan in andere jaren. Natuurlijk gaan we eerst met de werktuigeninventaris, die we toch heb ben, proberen wat we kunnen doen in dit opzicht. Een chemische onkruidbe- strjjding geldt als een, evenwel onmis bare, aanvulling op de mechanische vorm van bestrijding. Met een zekere verrassing hebben we de laatste paar weken kennis kunnen nemen van de loop der toekomstige wegen op Noord-Beveland. Met de imperatieve tred van de haan in het hoenderhok trappen niet-agra- riërs de laatste dagen over verschillen de percelen, om al metend en zuchtend piketjes in de grond te slaan, waarmee het toekomstige wegtracée wordt afge paald. Mocht het zo z\jn, dat de loop van de toekomstige weg zo zal zijn als nu aan geduid, dan heeft het er veel van weg, dat hier de duivel en de blinde man bezig zijn. Met de bestaande toestand van verkaveling, drainage en wegen loop wordt niet in het minst rekening gehouden met als resultaat nota bene nog een weg met veel bochten. Dat er in het kader van het Drie- eilandenplan en Deltaplan nieuwe we gen over Noord-Beveland moeten wor den aangelegd, zal niemand ontkennen. Daarbij zullen er gedupeerden zijn, dat is zeker. Bovendien kan de weg niet zó worden geprojecteerd, dat de belang hebbende boeren er de minste schade van hebben, het zou dan immers een weg worden met veel hazesprongen en daarmee is het wegverkeer niet ge diend. Anderzijds moeten degenen, die be last zijn met het wegtracée er zich wel van bewust zijn, dat het hier geen maagdelijk gebied, maar een bestaande landbouwstreek is. Is het niet mogelijk om langs wegen van redelijkheid tot een voor beide par tijen aanvaardbaar compromis te ko men? Een gesprek moet toch minstens mogelijk zijn! Men hoeft nog beslist geen revolutionair te zijn, om het niet eens te zijn met dit ontwerp. Het is niet onmogelijk, dat het spook van de lijdelijkheid remmend werkt op eventueel te ondernemen acties. Dat men denkt, er toch niets aan te kunnen veranderen. Eveneens is het denkbaar, dat niet gedupeerden zich van deze zaak gaan distanciëren als niet-belanghebbenden. Het is te hopen, dat niet zulk een egoisme, noch ongepaste lijdelijkheid in sterke mate verzwakkend werkt op het geluid, dat de Noord-Bevelandse boer in deze naar voren kan brengen. Advertentie) geef Uw vee: WE! DEK O EK U T in de kritieke overgang naar de weideperiode mengvoeder U.TWUNSTRA'S OLIEFABRIEKEN N.V. AKKRUM MAARSSEN

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1959 | | pagina 4