20 jaar jongerenwerk Praatje in Goes 236 ZEEUWS LANDBOUWBLAD Het uitgeven van dit ..jongerennummer' is een hoogtepunt in onze jongerenorganisatie de L.J.G. en niet minder bij de ouderenorganisatie de Z.L.M. Een nauwe, spontane samenwerking tussen de Z.L.M. en L.J.G., de plattelandsvrouwen en Z.P.M. blijkt daaruit. Het is daarom dat ik een artikeltje wil wyden aan het landbouwjongerenwerk in Zeeland. IN 1339 ONTSTOND DE Z.J.L. TNE grote wereldcrisis tijdens de der- tiger jaren deed de ouderen en de jongeren ontwaken. Zoals in 1880 de coöperaties uit nood geboren zijn zo zijn. in iets mindere mate, in 1938 de eerste voorbereidingen getroffen om te komen tot het organiseren van land- bouwjongerengroepen. Men zag in dat de jongeren meer geconfronteerd moesten worden met de economische problemen die er in die jaren zo zeer sterk lagen en men ging steeds meer inzien dat het de jongeren zouden zijn die na de dertiger jaren de taak van de ouderen zouden moeten overnemen. Verdere ontwikkeling van de jonge boer en boerin was meer dan ooit noodzakelijk. De ouderen gaven daarbij hun steun, de Z.L.M. benoemde een jeugd leider en het verheugt ons heden ten dage nog, dat de vooroorlogse jongeren dit met grootx enthousiasme geaccep teerd hebben. vZij wilden eensgezind heid en samenwerking tegenover de verdeeldheid die toen in ons land tussen de verschillende bevolkings groepen heerste. Het waren mooie ge dachten in jonge harten, maar de oor log zette een domper op dit grote enthousiasme. IN DE OORLOG VERSTERKING NAAR BINNEN TTANZELFSPREKEND moest het landbouwjongerenwerk naar bui ten worden lamgelegd, maar het re sultaat daarvan was dat zij naar bin nen extra werd versterkt. In tijden van benauwing en druk gaan speciaal jonge mensen zich op de waarden van het leven bezinnen. Zo ook in de jaren 1940-45. De jongeren zaten niet stil, het jongerenwerk groeide gestaag. Zij groeide als een ballon die steeds verder wordt opgeblazen, maar op een gegeven moment uit elkaar spat. De bevrijding kwam en de samen geperste groeikracht van het land bouwjongerenwerk spatte uiteen. Het samengebundelde werk kwam los en zij toonden Zeeland hun idealen in een bevrijd Nederland en in een nieuwe, vrije toekomst. Een Landbouw Jongeren Gemeen schap geheel zelfstandig werd opgericht, die spoedig 1200 leden telde. Men werkte in de geest van de door braakgedachte. Men wilde alle groe peringen bereiken, geen verdeeldheid meer. één landbouwjongerenorganisa- tie. De eerste jaren zag het er naar uit dat een en ander zou slagen, maar de confessionele jongerenorganisaties trokken spoedig een aantal leden tot zich. Het ledental liep terug tot 900. Het vurige na-oorlogse idealisme was spoedig gedoofd, financiële moeilijk heden en vacatures voor bestuurs functies ontstonden. De activiteit ging over in passiviteit. Men slaakte de zucht: „Iets opbouwen na een oorlog is niet moeilijk, maar het in stand hou den." Op deze laatste woorden komt bet aan. ook vandaag nog: „het in stand houden". IN 195# NAUWE SAMENWERKING MET DE Z.L.M. TjJA vijf jaren geheel zelfstandig ge- werkt te hebben, bleek dat de jon geren de hulp van de ouderen nodig hadden en dat nauwere samenwerking voor beide groepen noodzakelijk was. Na wijs beraad werden besprekingen gevoerd met de Z.L.M.-autoriteiten. met wie we op sportieve wijze tot overeenstemming kwamen de band tussen beide organisaties te verstevi gen en een klein deel van onze zelf standigheid prijs te geven. Steeds sterker kwamen we tot de conclusie dat we toch in de grond der zaak hun jongerenorganisatie waren. Positief bezien kunnen we niet anders doen dan deze totstandkoming toe juichen. immers niet alleen de jon geren hebben de ouderen nodig, doch ook omgekeerd. De Z.L.M. stelde een jaarlijkse subsidie beschikbaar, een functionaris werd aangesteld en de L.J.G. mocht in het Dagelijkse en Hoofdbestuur van de Z.L.M. vertegenwoordigd zijn, en an derzijds werd een Z.L.M.-adviseur aan het L.J.G.-hoofdbestuur toegevoegd. Een prettige samenwerking kwam tot stand, die thans na 9 jaar tot een hechte band is samengegroeid en we derzijds wisselt men nieuwe ideeën en gedachten uit, die zowel voor de jon geren als voor de ouderen onontbeer lijk zijn. TE VEEL INVLOED DOOR DE OUDEREN TS het waar dat de ouderen tengevolge van haar adviseurs en vormings leider, aan het L.J.G.-bestuur toege voegd, te veel invloed op het zelfstan dige jongerenwerk uitoefenen Mijn antwoord luidt „positief neen". Wel is het zo, dat tengevolge van de vele mutaties in het Dagelijkse en Hoofd bestuur van een jongerenorganisatie, de vormingsleider en haar adviseurs wel eens kunnen domineren bij be paalde problemen, maar dat kan echter de jongerenorganisatie als geheel al leen ten goede komen. Laten we blij zijn dat er nog mensen zijn die de bereidheid daartoe willen opbrengen. De jongeren moeten zoveel mogelijk zelf doen en zoveel mogelijk zelf het woord voeren en pas dan komen haar adviseurs en vormingsleider. Dat de ouderen, met name de vor mingsleider en adviseurs, te veel in vloed uitoefenen, kan ik persoonlijk niet beamen. Die invloed ligt er wel, maar ze is, goed gebruikt, niet ge vaarlijk. MEN LEEFT MEE MET DE JEUGD TNANK zij de financiële steun van de ouderen kan het jongerenwerk voortgang vinden. De Z.L.M. stelt, zo als ik reeds opmerkte, een jaarlijkse subsidie beschikbaar, maar ook bij hét Provinciale Bestuur en de Regering is het jongerenwerk gaan leven onder het parool van „Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst". Zowel de Regering als het Provinciaal Bestuur subsidiëren ons jongerenwerk. Zij maakten het mogelijk dat een vormingsleider kon worden aangesteld en dat de organi satie verder kan worden uitgebouwd. De ouderen steunen het werk en de jongeren geven de ouderen de moge lijkheid hun kinderen een wetenschap pelijke vorming in eigen agrarische sfeer te laten volgen. Ik zou de ouders willen adviseren hier bijzondere aan dacht aan te schenken, want de mo gelijkheden zijn er. MEER KADERVORMING GEWENST JAARLIJKS trekken we een post uit op de begroting onder het hoofd van „kadervorming". Dat betekent dat een onderdeel van onze organisatie bestaat uit „de vorming van leidinggevende mensen". Vooral in de kringen van de L.J.G. is de kadervorming een pro bleem geworden. Zeker, we kunnen het jongerenwerk als geheel als een zekere kadervorming zien, maar dat is de betekenis van het woord kader vorming niet. Wij zouden zo graag meer belangstelling hebben voor de vorming van een breed kader van personen, die bereid en in staat zijn in landbouworganisatorisch verband, nu en in de toekomst, mede leiding te geven. Het is daarom dat wij regelmatig trachten kaderbijeenkomsten te be leggen, maar die helaas veelal niet kunnen doorgaan wegens gebrek aan belangstelling. Ook de Volkshogescho len klagen over belangstelling van de jonge Zeeuwen. Een en ander is verontrustend, want zowel de jongeren- als de oude- renorganisaties hebben vakbekwame bestuurders nodig. Denkt aan uw taak in de toekomst van morge n. Wij zullen ons moeten bekwamen tot het kunnen helpen oplossen van en ons moeten bezinnen op nationale en internatio nale problemen. Daarom: neemt geen passieve houding aan, maar helpt mede de kadervorming der landbouwjonge- ren te vergroten. EEN BELANGRIJKE TAAK WACHT U T"\E L.J.G. Zeeland krijgt in de naaste toekomst een zeer belangrijke en verantwoordelijke taak. Toen ik en kele weken geleden de werkzaam heden aan het havengebied „de Euro poort" mocht bezichtigen, ging ik mij pas realiseren welke grote ingrijpende veranderingen dit voor het eiland Ro zenburg en omgeving betek<- nen. Htt plan Rozenburg, dat in 1965 klaar zal zijn, bracht ik in verbinding met het grote Zeeuwse industrialisatieplan in het kader van het Sloeplan en de Deltawerken. Industrialisatie en recreatie, alles op zo een grote schaal geprojecteerd, zullen ingrijpende veranderingen te weeg brengen. Vele kostbare percelen cultuurgrond zullen opgeëist worden. We hebben dat echter te aanvaarden. Er zit echter ook nog een menselijke kant aan deze zaak. Waar zullen wij en onze kinderen in de toekomst te werk gesteld worden Hoe zullen onze jongeren reageren op een directe verbinding met de Rand stad Holland Waakzaamheid is ge boden, paraat-zijn gewenst. Laten we trachten onze eigen cultuur in de toekoirist te behouden. Het is onze taak, te voorkomen dat straks, binnen 20 jaar misschien, de jongeren het niet meer zullen kunnen vinden in het ge zin, in de vereniging, in de kerk, maar dat zij losgeslagen zullen zijn van alle bindingen die zij van hun voorge slachten hebben meegekregen. Jaren van voorbereiding zijn daartoe nodig. Een kleine fout, nu gemaakt, kan in de toekomst grote gevolgen hebben. Een belangrijke taak daarbij krijgt de L.J.G. Zij kan dat doen op de grond slagen van haar werk, de beginselen van het Christendom. Zeelands landbouwjongeren bou wen verder, ondanks alle donkers wolken die Zeelands horizon bedrei gen, op de fundamenten waarop de grote Zeeuwse Admiraal M. A. de Ruyter zijn vloot bouwde. Eensgezind, ouderen en jongeren, zullen wij ons voorbereiden op de taak die de jongeren in de toekmst van morgen mogen en kunnen verwachten. Moge een „jongerennummer" van het Zeeuws Landbouwblad als dit daarvan reeds het bewijs zijn. Js. CEVAAL. TT/ AAR Goes sedert nog niet zo lange tijd een V* nieuwe burgemeester heeft, leek het ons een goede gedachte om met hem een praatje te gaan maken. Er zijn immers heel wat banden, die onze L.J.G. met Goes binden. Enwordt Goes ook niet het agrarische centrum van Zeeland genoemd? Vriendelijk,als altijd ontving de heer Michaëlis ons in zijn eerbiedwaardige burgemeesterskamer en hij vertelde ons een en ander over de Gan- zesiad. Een punt, dat tegenwoordig steeds de aan dacht vraagt, is de woningnood. Goes heeft een zeer sterke behoefte aan goedkopere wonin gen, waarvan de huren door arbeiders niet al te moeilijk te betalen zijn. Hebben we het over arbeiders, dan betekent dat niet, dat Goes het plan zou hebben om zich in een industriestad te veranderen. Natuurlijk is het mogelijk, dat er kleinere industrie van zgn. toeleveringsbedrijven zal ontstaan, maar het zal naar alle waarschijnlijkheid tussen de industriekernen in komen te liggen die men in het Sloeplan en Kreekrakplan denkt op te ne men. Burgemeester Michaëlis ziet de taak en functie van Goes vooral in de dienst aan het omringen de land: het bieden van arbeidsgelegenheid tot het opvangen van structurele werkloosheid, maar ook het zijn van een cutureel ontmoetingscen trum. Er zijn talloze mogelijkheden tot het bie den van „service". De uitwerking van het Deltaplan zal, naar de mening van burgemeester Migaëlis, niet zo'n geweldige verandering voor Goes met zich bren gen als men wel hoort beweren. Goes zal zijn belang aan de landbouw blijven ontlenen. In dit verband lijkt het van eminent belang te zijn, dat binnenkort in Goes een „Consulenten huis" zal worden gesticht, waar alle Rijksdiensten die zich met dienst- en voorlichting aan de agra rische bedrijfssector bezighouden, samen in zul len worden gevestigd. Het is aardig om te weten, dat de voortva rendheid van het Goese gemeentebestuur er voor gezorgd heeft, dat Goes en Zeeland in dit verband een primeur hebben. Nergens in Neder land kent men nog deze concentratie van land- bouwdiensten in één gebouw. jyURGEMEESTER Michaëlis vertelde ons ook nog, dat hij een grote bewondering heeft voor het jaarlijkse fruitcorso. Van zijn kant wil hij alles doen, om dit evenement nog grootser te maken, dan het al is. Hij meent ook, dat er óók buiten Goes nog voldoende fondsen te vin den zijn om een nog grootser corso te kunnen financieren. Daarenboven zou hij er geen enkel bezwaar tegen hebben, wanneer het corso zich niet alleen tot de Goese wegen zou bepalen. Bijzonder aantrekkelijk mag ook het plan genoemd worden om te komen tot de stichting van een aantal bejaardenwoningenwoningen die aangepast zullen zijn aan de leeftijd van de bewoners. Niet alleen zal het voor hen daarin prettig en gemakkelijk wonen zijn, maar op deze wijze zullen er weer woningen voor jongere gezinnen vrijkomen. De burgemeester besloot met ons te zeggen, dat hij groot belang stelt in het werk, dat onder de Zeeuwse jongeren wordt verricht. En wij zo als men pleegt te zeggen houden ons graag van die voortdurende belangstelling overtuigd! K.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1959 | | pagina 4