TEN GELEIDE
Open brief
No. 2471 Frankerïng bij abonnement: Terneuzen
ZATERDAG 28 MAART 1959
47c Jaargang
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
Officieel Orgaan van de
waarin opgenomen I iat ZEEUWSE LANDBOUWMAATSCHAPPIJ
DE BOERENJEUGD C° LANDBOUW GEMEENSCHAP
In dit Paasnummer van het Zeeuws Landbouwblad laten wij de Nederlandse
Bond van Plattelandsvrouwen Afdeling Zeeland en de Landbouw Jongeren
Gemeenschap Zeeland, aan het woord; deze uitgave staat dan ook zowel in
het licht van herinneringen als in dat van de toekomst. Op pagina 2 van dit
nummer kan men een en ander over de inhoud van de verschillende artikelen
lezen. Gaarne wenst de redactie de lezers goede- en aangename Paasdagen toe.
EEN blad, nu eens niet van en voor de mannen,
met zoals gewoonlijk enige bladzijden voor de
vrouw en de jongeren, doch in feite het omge
keerde, behoeft wel enige tekst en uitleg. Het is
reeds een tijdje geleden, dat uit het Bestuur van
de Z. L. M. de suggestie kwam aan Plattelands
vrouwen en Landbouw Jongeren te vragen zelf, ge
zamenlijk een nummer van het Landbouwblad
voor hun rekening te nemen. Het idee was niet
origineel, want b.v. de Hollandse Maatschappij is
reeds enige malen voorgegaan, maar het is er
daarom niet minder om en het werd gaarne ge
accepteerd.
Zo ligt er dan thans ieen Paasnummer, een num
mer van de tijd die èn geestelijk èn naar de natuur
spreekt van opstanding. Zoals het vers zegt;
De steen werd van het graf genomen
Godlof, we zijn geen slaven meer.
Geeft de Paastijd ons zoveel te overdenken, de
aandacht die dit nummer van het Zeeuws Land
bouwblad van U vraagt, is dus meer dan een ge
wone. Het zijn twee organisaties, van grote bete
kenis voor ons platteland, die hard aan de inhoud
van dit blad gewerkt hebben. En het was daaren-
bij zeer zeker hun dagelijkse werk niet. Doch aan
de lezers zal blijken dat zij inhoud en idealen heb
ben, zo dat nog onvoldoende bekend of doorge
drongen mocht zijn. Het platteland strijdt momen
teel om by te blijven als woon- en werkmilieu
tegenover de zuigkracht van de stad en alles wat
deze te bieden heeft. Het zijn mede organisaties als
die van de Bond van Plattelandsvrouwen en de
Landbouw Jongeren Gemeenschap, die leden vra
gen en nodig hebben om de goede strijd voor het
eigen karakter en de „leefbaarheid" van ons platte
land te volvoeren.
Wij mogen hopen en vertrouwen dat steeds meer
ouderen (ouders) en jongeren dit zullen inzien en
zich in onze gelederen zullen scharen; dat zodoen
de ook nog vele speciale nummers na dit van hun
energie en doorzettingsvermogen zullen mogen ge
tuigen.
Poortvliet M. A. GEUZE.
aan alle lezers van het Zeeuws Landbouwblad
Beste lezeres en lezer,
"|\^AG ik beginnen met U allen, redaktie en lezers, zeer goede en
gezegende Paasdagen te wensen? En zo met de deur in huis
vallende, zou ik graag een ogenblik met U praten. Een praatje op
papier, dat vrijblijvend is van Uw kant. U kunt het n.l. overslaan
ófU kunt het lezen. En om dit lezen gaat het, al hoop ik niet,
dat U mij allemaal gaat terugschrijven. Niet, omdat ik er niet blij
mee zou zijn, maar omdat ik geen tijd heb U te antwoorden.
Maar goed dan, een woord van mens tot mens, ik zou bijna
zeggen van hart tot hart, wil ik hier aan U schrijven ter gelegen
heid van het Paasfeest. Ik weet niet of U naar de kerk gaat met
Pasen. Een heleboel van U doen dat wel, ook een groot aantal
niet. Dit is opzichzelf jammer, maar op dit ogenblik maakt het
geen verschil. U en ik wij zijn allemaal mensen. En wij hebben
ook allemaal de dingen in ons leven, waar wij met alle vezels van
ons bestaan aan vast zitten, nietwaar? Ons gezin, onze vrouw en
onze kinderen, ons bedrijf, ons dagelijks werk, kortom al die din
gen, waar wij elke dag en misschien wel elk uur mee bezig zijn.
Ik zou „al die dingen" ook kunnen omschrijven met „ons leven".
Ja, ons leven! Maar.dat leven bestaat niet enkel uit, dat be
drijf, die machines, onze verlies- en winstrekening, onze mensen,
die wij lief hebben.
Dat leven is ook nog wat anders. Iets, dat U en ik niet hele
maal kunnen omschrijven, maar dat wel genoemd wordt „ziel"
of „geest". En zodra dit leest, denkt U natuurlijk: „Zie je wel,
daar heb je de dominee! Nu begint hij over geestelijk leven en
over onze ziel".
!Wel, daar had U bijna gelijk in, als het niet een beetje anders
was, n.l. zó, dat die dominee niet alleen te maken heeft met Uw.
„ziel" of „geest" maar met U helemaal. Als het een mens mate
rieel niet goed gaat (of te goed!) dan gaat het ook niet goed mef
zijn „ziel". Dat wil zeggen: wij kennen vanuit de Bijbel geen
onderscheiding van lichaam en geest, maar daar kennen wij de
totale mens.
En daarom viert de kerk het Paasfeest, omdat zij gelooft dat
eenmaal, op het eerste Paasfeest, haar Heer, Jezus Christus,
lichamelijk en geestelijk (dus totaal) is opgestaan uit de doden.
Dat betekent, dat de Bijbel ons verkondigt, dat Jezus Christus,
sterker is dan de dood. Daarom heeft Hij de dood overwonnen
en zegeviert „het leven".
„Ja maar", zult U zeggenen dan regenen de „ja-maar's" op
mijn hoofd. Ik ga echter geen stap terug, niet, omdat ik gelijk heb,
want dat is niet belangrijk. Maar ik blijf zo hardnekkig, omdat de
Bijbel met zijn oude verhaal hardnekkig is.
Jezus Christus opgewekt uit de doden betekent, dat de dood
is overwonnen en dat „het leven" zegeviert. Dat moet gezegd
worden tegen heel gelovige vrouwen, die alleen maar komen om
rouwbeklag te doen bij het graf.
Dat moet gezegd worden tegen elf verstrooide discipelen van
Jezus, die naar alle kanten waren gevlucht.
Dat moet gezegd worden tegen zijn beste vrienden. En tenslotte
moet het gezegd worden tegen U en mij! Tegen U net zo goed
als tegen mij. Want of U boer bent, of presidente van een afdeling
plattelandsvrouwen en ik dominee, dat maakt geen verschil. Wij
zijn allemaal maar mensen, die van „het leven" houden met alle
liefde, die wij in ons hebben. En daarom zijn wij zo blij met het
Paasfeest, omdat het ons belooft, dat ook in ons leven eenmaal de
duisterste nacht licht zal worden.
Weet U, dat wilde ik U schrijven dit keer. Als ik het nu nog
eens doorlees, vind ik het zelf helemaal niet zo'n goed stuk. Maar
ik laat het staan, zoals het staat. Omdat ik het heb geschreven
van „mens tot mens". Zo maar! En ik wens U nogmaals met heel
mijn hart goede en gezegende Paasdagen.
Uw aller
H. M. STRATING.