Ontsmetting van uienzaad en bestrijding van maden der uienvlieg Kunstmeststoffen mengen in de praktijk CHEMISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN ERWTEN MET KARWIJ ALS ONDERVRUCHT Is dit wel economisch? 158 ZE EUWS LANDBO V W LAND Van de directeur van de Stichting Nederlandse Uien-Federatie, ir. J. van Kampen ontvingen wit onderstaand artikel. DE vraag of het mengen van meststoffen al of geen aanbeveling verdient, is thans weer aan de orde van de dag. Een aantal faktoren zijn hierbij van betekenis. In de eerste plaats zijn dit de eisen die de ver schillende gewassen aan de bemesting stellen. Zo kunnen aardappelen moeilijk kali opnemen en bieten gemakkelijk. Jonge groeiende plantjes zijn vaak dankbaar voor vers fosfaat. DE EISEN DIE DE GROND STELT AP de kalkrijke jonge zeekleigronden geven we de stikstof liefst in de salpetervorm, in de ammoniakvorm treedt n.l. nogal wat vervluch tiging op. Bij de samengestelde meststoffen is vaak de juiste fosfaat- en kaliverhouding wel te vinden, de juiste stikstofbemesting kan zonodig door aan vulling met een stikstof meststof gevonden wor den. Het voordeel van het gebruik van meng- meststoffen gaat hierdoor grotendeels verloren. Deze punten zullen van bedrijf tot bedrijf gron dig bekeken moeten worden. Hieruit zal dan wel blijken, welke meststof de meecte voorkeur ver dient. Wel moet gezegd worden dat aan het te velde mengen van enkelvoudige meststoffen en het direkt uitstrooien van dit mengsel wel wat meer aandacht mag worden geschonken. Het is dan vrij eenvoudig om het bemestings advies dat naar aanleiding van het grondonder zoek is verstrekt, nauwkeurig op te volgen, ter wijl ook het strooien vaak in één handeling kan geschieden, zodat de kosten tot een minimum be perkt worden. De meest snelle en veilige manier van mengen is de volgende. Neem de verschillende kunstmest stoffen in zakken op de wagen mee naar het land. Eén man strooit de kunstmest uit. Een tweede man schept intussen de meststoffen op de bodem van de wagen door elkaar en maakt ongeveer zoveel klaar als er in de strooier gaat. Niet te grote hoeveelheden tegelijk mengen! De lege strooier wordt door twee man volge- schept en de werkgang herhaalt zich. Kort hierna of tegelijk moet er op het bouwland een grondbe werking plaatsvinden. Op deze wijze beperkt men de verliezen tot een minimum en loopt men niet het risico, dat door invallende slechte weersomstandigheden grote hoeveelheden gemengd blijven staan. Het van tevoren in de schuur mengen om in zakken te scheppen, moet afgeraden worden. Er treedt dan stikstofverlies op en er is kans op brandgevaar. Er zijn verschillende regels, waaraan men zich heeft te houden bij het mengen van meststoffen. Dit zijn de voornaamste: a. Meng alleen meststoffen die droog zijn; b. Meng steeds vlak voor het uitstrooien; c. Laat geen restjes staan; d. Zorg voor een goede menging; e. Meng geen meststoffen die moeilijk gemengd kunnen worden en die weer gemakkelijk ont- mengen. Dit is vooral van belang bij het ge bruik van de centrifugaftlstrooier. De fijne meststoffen als kalizouten en geprillde kalksal- peter worden niet zo ver weggeslingerd als o.a. de grofgekorrelde kalkammonsalpeter en su perfosfaat. Hierdoor is regelmatig strooien on mogelijk. f. Neem verder de regels van het mengingsvier kant in acht, zoals die o.a. op blz. 90 van de Landbouwgids 1959 voorkomen. ENKELE TIPS CUPERFOSFAAT mag, vlak voor het strooien, gemengd worden met o.a. kalkammonsalpe ter. Het mag niet gemengd worden met vrije kalk bevattende stoffen, zoals Thomasslakkenmeel en kalkmeststoffen. De kalizouten mogen eveneens vlak voor het uitstrooien gemengd worden met kalkammonsal peter en superfosfaat. Strooi de chloorhoudende kalimeststoffen zo vroeg mogelijk. De stikstof op bieten kan vlak voor het zaaien in een keer gegeven worden. Laten we echter één ding niet vergeten. We bemesten de grond en niet rechtstreeks het ge was. De grond is echter niet zonder meer een doorgeefluik, waardoor de plantenvoedende stof fen aan de plant worden gegevendoch heeft zijn eigen eisen en wetten. De bedrijfsvoorlichter A. SCHOONDERWOERD. Een mestvaalt is voor de mest en een afzonder lijke komposthoop is te beschouwen als een vuil nisbelt. Brengt U op de mesthoop schuuraan- veegsel, rotte bieten en aardappelen dan vraagt U om werk en planteziekten. Schuurveegse! be vat onkruiden. In rotte bieten en aaidappelen komen soms aaltjes of schimmels voor. De kom post wordt daarom ook altijd op grasland ge bracht. DIJ het naderen van de zaaitijd voor uien kan het nuttig zijn om iets nader te worden inge licht omtrent de wijze, waarop enkele ziekten van uien kunnen worden bestreden. Hierbij denken wij aan het bestrijden van kiemschimmels en maden van de uienvlieg. Hoewel in het verleden voor de bestrijding van kiemschimmels veel gebruik werd gemaakt van organische kwikverbindingen, worden thans overwegend de poedervormige Thirammiddelen (T. M. T. D. gebruikt. Van de kwikmiddelen was 2-3 gram per kg zaad voldoende, van Thiram echter is 6 gram per kg zaad nodig. Voor beide gevallen moet een droogontsmetting worden aanr geraden. Thiram heeft het voordeel, dat het behalve te gen op het zaad voorkomende schimmels, óók werkzaam is tegen diverse bodemparasieten. Vooral indien de kiemenergie van het zaad te wensen overlaat en dientengevolge bodemschim mels bij kiemvertragingen meer kans hebbben om schade te veroorzaken, verdient Thiram de voorkeur. Ook indien de zaadleveranciers het uienzaad geruime tijd voor de zaaitijd willen ontsmetten moet dit bij voorkeur met Thiram geschieden, daar bij gebruik van kwikmiddelen in deze ge vallen soms kiembeschadiging kan optreden. |\OOR behandeling van het zaad met Dieldrin- spuit 50 °,o werden voor de bestrijding van de maden van de uienvlieg zeer goede resultaten verkregen. Hierbij mag evenwel niet onvermeld blijven, dat in 1958 in enkele gevallen onder in vloed van een Dieldrin-zaadbehandeling een dui delijk dunnere stand van het gewas werd waar genomen. Dit moet voornamelijk aan kiemvertragingen worden toegeschreven waarbij naast ongunstige weersomstandigheden, óók een minder goed zaai. bed en/of een geringe kwaliteit van het zaad een rol kunnen spelen. Tevens is uit door de Stichting Nederlandse Uien-Federatie genomen proeven gebleken, dat bij een Dieldrin-zaadbehandeling overdosering met dit middel moet worden ver meden. Bij grondbehandelingen ter bestrijding van de maden van de uienvlieg kon tot nu toe geen ge wasbeschadiging worden waargenomen. In ver band met de hoge kosten daarvan komen deze voor de teelt van zaai-uien evenwel niet in aan merking. Na op enkele gevaren van een Dieldrin- zaadbehandeling te hebben moeten wijzen, kan deze niettemin onder normale omstandigheden voor de teelt van zaai-uien worden aanbevolen. Men gebruike bij de Dieldrin-zaadbehandeling per kg zaad 100 gram Dieldrin-spuit 50 Om dit middel aan het zaad te hechten kan een droogont- smettingstrommel worden gebruikt, waartoe vooraf het zaad enigszins wordt bevochtigd met maximaal 100 cc water per kg. Deze zaadbehandeling dient zo kort mogelijk voor het zaaien te worden uitgevoerd en moet daarom vrijwel uitsluitend door de uientelers zelf worden gedaan. Indien het zaad na de be handeling noodgedwongen nog enige tijd moet worden bewaard, moet dit goed wor den teruggedroogd. Het vochtigen mag niet worden overdreven, zodat de norm van 100 cc water per kg zaad niet moet worden overschre den, daar dit bij een goede verdeling absoluut voldoende is. Als uientelers een behandeling tegen kiem schimmels en maden van de uienvlieg tegelij kertijd willen uitvoeren, is dit heel goed mogelijk. Men dient er dan evenwel op te letten dat éérst de ontsmetting tegen kiemschimmels moet plaats vinden en daarnd de zaadbehandeling met Dieldrin. Indien de leveranciers het zaad reeds hebben ontsmet tegen kiemschimmels, kan de teler als aanvulling daarop nog een Dieldrin-zaadbehan deling toepassen. Dit doet geen afbreuk aan het effect van de reeds uitgevoerde ontsmetting en kan voor gebieden waar men veel last heeft van maden der uienvlieg worden aanbevolen. VOOR teelten waarbij men veel zaad per ha moet gebruiken, zilveruien plantuitjes en picklers, komt voor bestrijding van uienvlieg-ma- den alleen een grondbehandeling in aanmerking. Hiervoor worden zowel spuitmiddelen (bijvoor beeld Aldrin 25 als strooimiddelen (bijvoor beeld Aldrin stuifpoeder 2Ms óf 25 in de han del gebracht. Het goedkoopst en bovendien het gemakkelijkst is het gebruik van een spuitmiddel. Van Aldrin 25 heeft men 10-15 1 per ha nodig, hetgeen daar toe wordt verspoten in 150 1 water. Indien men (om welke redenen dan ook) tóch een stuifpoeder wil gebruiken, heeft men van Al drin 2V& een hoeveelheid van 100-150 kg, van Aldrin 25 evenredig minder, dus slechts 10-15 kg per ha nodig, hetgeen bovendien goedkoper is. Om het stuifmiddel gelijk over de met uien te betelen percelen te verdelen, kan met dit het beste vermengen met zand, waarvoor 500 kg per ha voldoende is. Voor de lichtere grondsoorten verdient de hoogste van bovengenoemde doseringen de voor keur, terwijl op zwaardere gronden met lagere doseringen kan worden volstaan. In verband met het vervluchtigen dezer mid delen moeten ze direct voor het zaaien' worden aangewend en daarbij oppervlakkig (35 cm) worden ingewerkt. F|E chemische bestrijding van zaadonkruiden in erwten is de laatste jaren sterk toegenomen. Een dergelijke bestrijding geeft het beste resultaat indien deze als volgt wordt uitgevoerd. Met de bestrijding kan worden begonnen als de erwten 5 cm groot zijn. Zonodig kan later nog een bestrijding worden uitgevoerd. Er wordt 7,5 1 DNBP per ha aangewend. Op zware kleigrond en tijdens een zeer droge periode dient de hoeveelheid DNBP tot 10 1 of meer per ha opgevoerd te worden. Verspuiten met veel water. De druppel dient grof te zijn en het is gewenst met zo laag mogelijke druk te spuiten. Verder is van groot belang, dat de temperatuur 1520° C. is en de luchtvochtig heid boven 60 De laatste tijd wordt nogal eens de vraag gesteld, hoe korwij, welke als ondervrucht in erwten ge zaaid is, reageert op de chemische onkruidbestrij- ding met DNBP. Uit hetgeen de laatste jaren in de praktijk is waargenomen, blijkt, dat de schade aan de karwij gering is. Diverse karwij telers voornamelijk in West Zeeuws-Vlaanderen spuiten reeds meerdere jaren de erwten waarin karwij is gezaaid en over het algemeen met goed resultaat, d.w.z. goede do ding van de zaadonkruiden en vrijwel geen schade aan de jonge karwijplantjes. Vooral als de karwij in dezelfde rij van de erwten gezaaid is, is de schade minimaal. Kort na de bespuiting is soms een geringe bladverbranding waar te nemen, maar dit herstelt zich doorgaans snel, zodat bij het oogsten van de erwten weinig schade meer aan de karwij te zien is. Uiteindelijk kan het zo gesteld worden, dat de chemische onkruidbestrijding in erwten de op brengst van de karwij niet ongunstig beïnvloedt. R. C. C. DU BRUYCKERE. IEDERE week een artikeltje schrijven doet 1 iemand beseffen hoe snel de tijd vliegt. De re dacteur zorgt er zeer geregeld voor dat schrijver dezes zijn plicht niet verzaakt. Steeds dwarrelen er briefjes op mijn bureau met het verzoek om weer een artikeltje. Het is weer tijd. Het gevolg is wel eens dat er wat storende fou ten inkomen. Men belt dan op met de vraag of de peeën bij mij altijd zo goed zijn. In ieder geval mijn verontschuldigingen tegen over lezers en radacteur. Een troost van alle op merkingen is wel dat eruit blijkt dat men deze artikeltjes wel eens leest. Dat is toch weer een steun. Een ieder heeft natuurlijk begrepen dat we tonnen suikerbieten bedoelden in plaats van ton nen suiker. Toch is ook dat nog niet juistwe heb ben alleen een komma vergeten en spreken dan, voor geheel Nederland over 5,5 ton suiker per ha. We geven toe dat dit weinig lijkt maar dit zijn toch officiële cijfers. Van de rest van het artikel willen we nog slechts zeggen dat indien we in Nederland over het consumptie-maximum heen komen door grotere productie per ha, dit voor de boer geen kwaad kan. Men moet dus het areaal suikerbieten 1959 be palen aan de hand van de interne bedrijfsfacto- ren, arbeid, toestand van de grond enz. Het heeft dus geen zin nu al bang te zijn voor sterke prijs dalingen. De ene week een artikeltje en de volgende een correctie is niet economisch (maar wel gemak kelijk). WARMENHOVEN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1959 | | pagina 6